Gemeente Rotselaar

Datum van de zitting: 26 oktober 2021

Om 22u10 tot 22u15

 

Aanwezig:

Bart De Vos, voorzitter;

Jelle Wouters, voorzitter vast bureau;

Werner Mertens, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Ilse Michiels, Maarten Mommaerts, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens, Stella Beckx, Gert Heylen, raadsleden;

Dirk Claes, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Nele Demuynck, leden vast bureau;

An Craninckx, algemeen directeur;

 

Verontschuldigd:

 

Noëlla D'Hooghe, Ellen De Rijck, raadsleden;

 

Overzicht punten

Openbare zitting van 26 oktober 2021

 

Goedkeuring notulen vorige vergadering

 

Juridische gronden

          Artikel 32 en 74 van het decreet over het lokaal bestuur

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt, mits eventuele aanpassingen, de notulen van de vorige zitting goed.

 

Besluit

 

Na beraadslaging,

23 stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Nele Demuynck, Werner Mertens, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Ilse Michiels, Maarten Mommaerts, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Bart De Vos, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens, Stella Beckx en Gert Heylen

Enig artikel:

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de notulen van de vergadering van 28 september 2021 goed.

 

Publicatiedatum: 01/12/2021
Overzicht punten

Openbare zitting van 26 oktober 2021

 

Beslissing tot toepassing van het systeem van minimale levering van aardgas in de winterperiode 2021-2022

 

Feiten, context en argumentatie

          Met de ‘minimale levering via de aardgasbudgetmeter’ wil de Vlaamse Regering de OCMW’s een middel aanreiken om gezinnen die geen financiële middelen hebben om de budgetmeter aardgas op te laden en die dus het risico lopen zonder verwarming te vallen in de winterperiode, te ondersteunen door hen een minimale hoeveelheid aardgas ter beschikking te stellen via:

* periodieke stortingen en opladingen van de budgetmeterkaart bij klassieke budgetmeters;

* periodieke stortingen voor de digitale meters waarbij de budgetmeterfunctionaliteit is geactiveerd.

          De kost hiervoor kan deels bij de distributienetbeheerder worden gerecupereerd, deels ook bij de hulpvrager.

          De ‘minimale levering via de aardgasbudgetmeter’ is van toepassing in de periode van 1 november 2021 tot en met 31 maart 2022. In principe keurt het OCMW de toekenning van een minimale hoeveelheid aardgas goed vanaf de datum van aanvraag tot het einde van de winterperiode, tenzij gewijzigde omstandigheden de toekenning overbodig maken.

 

Juridische gronden

          Besluit Vlaamse Regering (artikel 5.4.6 tot en met 5.4.10 van het Energiebesluit van 19 november 2010).

          Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Besluit

 

Na beraadslaging,

23 stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Nele Demuynck, Werner Mertens, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Ilse Michiels, Maarten Mommaerts, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Bart De Vos, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens, Stella Beckx en Gert Heylen

Enig artikel :

De raad besluit om in te stappen in het systeem van 'minimale levering via de aardgasbudgetmeter' voor de periode van 1 november 2021 tot 31 maart 2022.

 

Publicatiedatum: 01/12/2021
Overzicht punten

Openbare zitting van 26 oktober 2021

 

Deontologische code voor lokale mandatarissen - goedkeuring

 

Feiten, context en argumentatie

          De gemeenteraad keurde bij besluit van 25 maart 2013 een deontologische code goed. De raad voor maatschappelijk welzijn nam nog geen deontologische code aan. Door het decreet lokaal bestuur werd de samenstelling en organisatie van de beide raden gewijzigd. Thans wordt voor de beide bestuursorganen een gezamenlijke deontologische code vastgesteld.

          De deontologische code is een algemene leidraad voor lokale mandatarissen om deontologisch zorgvuldig te kunnen handelen bij de uitoefening van hun mandaat en geeft de lokale mandatarissen een kader waarbinnen ze hun mandaat dienen uit te oefenen.

 

Juridische gronden

          Artikel 74 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017: artikel 39 van het decreet over het lokaal bestuur is van toepassing op de raad voor maatschappelijk welzijn.

De raad voor maatschappelijk welzijn neemt een deontologische code aan.

 

Besluit

 

Na beraadslaging,

20 stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Nele Demuynck, Werner Mertens, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Ilse Michiels, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Bart De Vos, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Stella Beckx en Gert Heylen

3 onthoudingen: Jeroen Janssens, Maarten Mommaerts en Farida Tierens

Enig artikel:

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de deontologische code voor lokale mandatarissen goed.

 

Deontologische code voor lokale mandatarissen

 

Artikel 1

De deontologische code is van toepassing op de voorzitter en de leden van de gemeenteraad en de de raad voor maatschappelijk welzijn, de leden van het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau, de voorzitter en de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst.

 

Deze code is bij uitbreiding eveneens van toepassing op de medewerkers van de lokale mandatarissen, welke ook hun statuut of hoedanigheid is (kabinets- en fractiemedewerkers), en op de vertrouwenspersonen.

 

Lokale mandatarissen die namens het OCMW andere mandaten bekleden, zijn in die hoedanigheid eveneens ertoe gehouden de bepalingen van de deontologische code na te leven. Dit geldt zowel voor de mandaten die rechtstreeks in verband staan met hun ambt als voor alle hiervan afgeleide mandaten.

 

Indien een mandaat namens het OCMW wordt opgenomen door een extern persoon, dus niet vermeld onder de eerste paragraaf van dit artikel, zal bij diens aanstelling gevraagd worden deze deontologische code te onderschrijven.

 

Zij zullen er tevens over waken dat zij, ook buiten het kader van deze mandaten, geen dienstverlenende activiteiten ontplooien die afbreuk doen aan de eer en de waardigheid van hun ambt.

 

Artikel 2

Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet gebruiken voor het eigen persoonlijk belang. Dat mag ook niet voor het persoonlijk belang van een ander persoon of het belang van een organisatie bij wie hij/zij een directe of indirecte betrokkenheid heeft.

 

Artikel 3

Een lokale mandataris gaat actief en uit zichzelf alle vormen van belangenvermenging, en zelfs de schijn daarvan, tegen. Een lokale mandataris neemt geen deel aan de bespreking en de stemming wanneer er sprake is van een beslissing waarbij belangenvermenging speelt.

 

Artikel 4

Een lokale mandataris beseft dat mogelijke belangenvermenging niet beperkt is tot de bespreking en stemming. Daarom zorgt een lokale mandataris dat er ook geen enkele beïnvloeding is tijdens de andere fases van het besluitvormingsproces.

 

Artikel 5

Een lokale mandataris zorgt dat bij contacten met de burger nooit de schijn gewekt wordt dat particuliere belangen begunstigd (kunnen) worden.

 

Artikel 6

Een lokale mandataris mag de in artikel 10 van het Decreet Lokaal Bestuur genoemde functies niet uitoefenen.

 

Artikel 7

Een lokale mandataris mag de in artikel 27 §2 van het Decreet Lokaal Bestuur genoemde overeenkomsten en handelingen niet aangaan.

 

Artikel 8

Ter bevordering van de transparantie en om schijn van partijdigheid te voorkomen, meldt een lokale mandataris aan de algemeen directeur welke betaalde en onbetaalde mandaten hij/zij vervult naast het lokale politieke mandaat.

 

Artikel 9

Een lokale mandataris meldt aan de algemeen directeur wanneer hij/zij substantiële financiële belangen heeft (bijvoorbeeld aandelen of opties) in een onderneming waarmee het OCMW zaken doet of waarin het OCMW een belang heeft.

 

Artikel 10

De door een lokale mandataris gemelde mandaten en substantiële financiële belangen zijn openbaar en worden ter inzage gelegd. Ook een tussentijds ontstaan mandaat of belang moet meegedeeld worden. De algemeen directeur of een personeelslid dat daartoe door de algemeen directeur werd aangewezen, draagt zorg voor een geactualiseerde openbare lijst van gemelde mandaten en belangen.

 

Artikel 11

Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet laten kopen of beïnvloeden door geld, goederen, diensten of andere gunsten die hem/haar gegeven of beloofd werden.

 

Artikel 12

De lokale mandataris moet op een objectieve manier handelen en beslissen in het algemeen belang en niet in het particulier belang. Een lokale mandataris moet actief en uit zichzelf de schijn van corruptie tegengaan.

 

Artikel 13

Een lokale mandataris neemt geen geschenken aan die hem/haar door zijn/haar functie worden aangeboden.

 

Uitgezonderd zijn de attenties waarbij de schijn van corruptie en beïnvloeding minimaal is én waarbij minstens aan één van de onderstaande voorwaarden voldaan wordt:

Het weigeren of teruggeven van het geschenk zou de gever ernstig kwetsen of bijzonder in verlegenheid brengen.

De overhandiging van het geschenk vindt in het openbaar plaats.

Het terugbezorgen van het geschenk is praktisch onwerkbaar.

Het gaat om een prijs die door de lokale mandataris gewonnen wordt bij een tombola of activiteit.

 

Tevens geldt dit niet inzake publieke evenementen in Rotselaar, evenementen die in samenwerking met het lokaal bestuur elders worden georganiseerd of activiteiten die door publieke organisaties of partners van het lokaal bestuur worden georganiseerd.

 

De lokale mandataris verbindt zich noch formeel noch informeel tot een wederdienst en handelt en beslist steeds in het algemeen belang.

 

Artikel 14

Als geschenken (al dan niet volgens de regels in artikel 13 van deze code) in het bezit komen van een lokale mandataris, wordt dit door de lokale mandataris gemeld aan de algemeen directeur.

 

Afhankelijk van de aard van het geschenk en de omstandigheden waarin het gegeven werd, wordt het ofwel alsnog terugbezorgd, ofwel eigendom van het OCMW. De algemeen directeur registreert deze giften en geeft ze in alle transparantie een OCMW bestemming.

 

Artikel 15

De raad voor maatschappelijk welzijn kan in concrete gevallen afwijken van de regels die gelden over het aannemen van geschenken. Dit kan enkel in volledige openbaarheid.

 

Artikel 16

Een lokale mandataris accepteert geen persoonlijke geschenken, voordelen of diensten van anderen, die hem/haar uit door zijn/haar functie worden aangeboden, ontvangen, tenzij aan alle onderstaande voorwaarden voldaan wordt:

­ Het weigeren ervan maakt het raadswerk onmogelijk of onwerkbaar.

­ De schijn van corruptie of beïnvloeding is minimaal.

 

Artikel 17

Een lokale mandataris gebruikt die persoonlijke geschenken, voordelen of diensten die voor zijn/haar raadswerk aangenomen mogen worden nooit voor privédoeleinden.

 

Artikel 18

Een lokale mandataris accepteert uitnodigingen (lunches, diners, recepties en andere) die door anderen betaald of gefinancierd worden enkel in zijn hoedanigheid van lokaal mandataris wanneer aan alle onderstaande voorwaarden voldaan wordt:

­ De uitnodiging behoort tot de uitoefening van het raadswerk.

­ De aanwezigheid kan worden beschouwd als functioneel (werkbezoek, werkoverleg, protocollaire taken, formele vertegenwoordiging van de gemeente/het OCMW, …).

­ De schijn van corruptie of beïnvloeding is minimaal.

 

Deze regeling geldt niet inzake publieke evenementen in Rotselaar, evenementen die in samenwerking met het lokaal bestuur elders worden georganiseerd of activiteiten die door publieke organisaties of partners van het lokaal bestuur worden georganiseerd.

De lokale mandataris verbindt zich noch formeel noch informeel tot een wederdienst en handelt en beslist steeds in het algemeen belang.

 

Artikel 19

Een lokale mandataris accepteert werkbezoeken, waarbij reis- en verblijfkosten door anderen betaald worden alleen bij hoge uitzondering. Een dergelijke invitatie dient altijd besproken te worden op de raad voor maatschappelijk welzijn of het fractievoorzittersoverleg. De invitatie kan alleen geaccepteerd worden wanneer het bezoek aantoonbaar van belang is voor het OCMW en de schijn van corruptie of beïnvloeding minimaal is. Van een dergelijk werkbezoek wordt altijd (schriftelijk) verslag gedaan aan de raad.

 

Artikel 20

Een lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgelegd zijn over het gebruik van faciliteiten en middelen van het lokaal bestuur.

 

Artikel 21

Een lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgesteld zijn voor het gebruik van interne voorzieningen die voor het raadswerk worden voorzien zoals opgenomen in het huishoudelijk reglement.

 

Artikel 22

Een lokale mandataris houdt zich aan de regels over onkostenvergoedingen zoals vastgesteld in het huishoudelijk reglement.

 

Artikel 23

De raad voor maatschappelijk welzijn werkt onder het principe van principiële openbaarheid. Zij ziet erop toe dat het het vast bureau alle relevante informatie aangaande dossiers, stukken en akten openbaar toegankelijk maakt.

 

Artikel 24

Een lokale mandataris communiceert eerlijk over de redenen en motieven op basis waarvan hij/zij individueel gestemd heeft. Daarnaast communiceert een lokale mandataris eerlijk over de reden en motieven op basis waarvan de raad als geheel de beslissing genomen heeft.

 

Artikel 25

Een lokale mandataris is gebonden aan het beroepsgeheim wanneer hij/zij door de functie van lokale mandataris kennis krijgt van geheimen die door personen aan het OCMW zijn toevertrouwd. Bekendmaking van deze geheimen is verboden, behalve wanneer de wet de openbaring oplegt of mogelijk maakt.

 

Artikel 26

Naast het strenge beroepsgeheim geldt eveneens een geheimhoudingsplicht voor lokale mandatarissen. Deze plicht beschermt wat besproken wordt tijdens een besloten vergadering (feiten, meningen, overwegingen…).

 

Artikel 27

Een lokale mandataris heeft een algemene discretieplicht. Hij/zij gaat op discrete en voorzichtige wijze om met de informatie die hem/haar toekomt in de uitoefening van zijn/haar functie.

 

Artikel 28

Een lokale mandataris gebruikt de informatie die hij/zij kreeg door de uitoefening van zijn/haar functie en die niet berust onder de openbaarheid van bestuur enkel voor zijn/haar raadswerk en niet voor zijn/haar persoonlijk belang of voor het persoonlijk belang van anderen.

 

Artikel 29

Een lokale mandataris maakt brieven niet openbaar en stuurt e-mails niet door wanneer het niet zeker is dat de afzender daarmee zou instemmen. Bij twijfel over de bedoeling van de afzender wordt de expliciete toestemming gevraagd.

 

Artikel 30

Raadsleden gaan respectvol om met elkaar, de leden van het vast bureau en de personeelsleden van het OCMW.

 

Artikel 31

Raadsleden richten zich tot elkaar, het vast bureau en de leden van het bijzonder comité, de algemeen directeur en de andere personeelsleden op een correcte wijze en dit zowel verbaal, non-verbaal als schriftelijk, inclusief de elektronische communicatie.

 

Artikel 32

Lokale mandatarissen houden zich tijdens vergaderingen van de politieke organen aan het huishoudelijk reglement en volgen de aanwijzingen van de voorzitter hierover op.

 

Artikel 33

Lokale mandatarissen onthouden zich in het openbaar, dus ook in openbare raads- en commissievergaderingen, van negatieve uitlatingen over individuele personeelsleden.

 

Artikel 34

De raad voor maatschappelijk welzijn stelt regels op over het omgaan met de deontologische code en mogelijke schendingen ervan.

Er wordt een deontologische commissie ingesteld die waakt over de naleving van de deontologische code. Alle fracties maken deel uit van die deontologische commissie (1 lid per fractie). De leden van de deontologische commissie zijn ofwel gemeenteraadslid ofwel lid van het bijzondere comité van de sociale dienst.

 

De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn is voorzitter van de deontologische commissie. Als deze zelf het voorwerp uitmaakt van onderzoek, wordt de deontologische commissie voorgezeten door de voorzitter van het vast bureau. Als één van de leden van de deontologische commissie het voorwerp uitmaakt van het onderzoek, wordt dat lid in de deontologische commissie vervangen door iemand van dezelfde politieke fractie.

 

Artikel 35

De deontologische commissie ziet erop toe dat de fracties en de individuele lokale mandatarissen volgens de deontologische code handelen.

 

Er zijn verschillende fasen te onderscheiden die spelen bij het toezien op de naleving van de deontologische code, namelijk:

­ het voorkomen van mogelijke schendingen

­ het signaleren van vermoedens van schendingen van de deontologische code

­ het eventueel onderzoeken van vermoedens van schendingen van de deontologische code

­ het eventueel zich uitspreken over schendingen van de deontologische code

 

Het voorkomen van mogelijke schendingen

 

Artikel 36

Wanneer een lokale mandataris twijfelt of een handeling die hij/zij wil verrichten een overtreding van de code zou kunnen zijn, wint het lid hierover advies in bij de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.

 

Artikel 37

Wanneer een lokale mandataris twijfelt over een nog niet uitgevoerde handeling van een andere lokale mandataris, dan waarschuwt hij/zij die persoon. De lokale mandataris verwoordt de twijfels en verwijst de betrokkene zo nodig door naar de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.

 

Het signaleren van vermoedens van schendingen

 

Artikel 38

Wanneer een lokale mandataris vermoedt dat een regel van de deontologische code is overtreden door een andere lokale mandataris, dan kan hij/zij hiervan melding van maken bij de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.

 

Indien het vermoeden van een schending blijft bestaan, meldt de lokale mandataris dit aan de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn, die dan meteen doorverwijst naar de daartoe aangewezen persoon of deontologische commissie om een vooronderzoek te doen. De instantie onderzoekt de melding op de gegrondheid.  Daarbij moet het recht van de verdediging van het betrokken raadslid gevrijwaard worden.

 

Het onderzoeken van vermoedens van schendingen

 

Artikel 39

Wanneer er na vooronderzoek door de deontologische commissie een concreet vermoeden bestaat dat een lokale mandataris een regel van de deontologische code heeft overtreden, wordt dit overgemaakt aan de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn. Deze kan aan de algemeen directeur opdracht geven tot het verrichten van een uitgebreider onderzoek hiernaar. De algemeen directeur maakt deze nota vervolgens over aan de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn.

 

Het zich uitspreken over schendingen

 

Artikel 40

Wanneer er na de vaststelling in de deontologische commissie sprake is van overtreding van een regel van de deontologische code, kan dit leiden tot een uitspraak van de raad voor maatschappelijk welzijn over de betreffende mandataris die de schending heeft begaan.

 

Evalueren van de deontologische code

 

Artikel 41

Minimaal één keer per legislatuur evalueren de fractievoorzitters tijdens het fractieleidersoverleg deze deontologische code. Ze bekijken of de code nog actueel is, nog goed werkt en of ze nageleefd wordt.

 

Enkele algemene bepalingen

 

Artikel 42

De lokale mandatarissen zullen voor de omschrijving van hun dienstverlenende activiteiten geen termen gebruiken die verwarring kunnen scheppen met officiële, door de overheden ingestelde instanties belast met het verstrekken van informatie of met de behandeling van klachten. Het gebruik van de termen ‘ombuds’, ‘klachtendienst’ en andere afleidingen of samenstellingen is verboden.

 

Artikel 43

De lokale mandatarissen maken in hun verkiezingscampagnes en -mailings die gericht zijn op individuen geen melding van de diensten die zij eventueel voor de betrokkenen hebben verricht. In geen geval mogen zij de indruk wekken dat zij om steun vragen in ruil voor bewezen diensten.

 

Artikel 44

Bij hun optreden op en buiten het lokale bestuursniveau en in hun contacten met individuen, groepen, instellingen en bedrijven, geven de lokale mandatarissen principieel voorrang aan het algemeen boven het particulier belang.

 

Artikel 45

Elke vorm van rechtstreekse dienstverlening, informatiebemiddeling, doorverwijzing of begeleiding gebeurt zonder enige materiële of geldelijke tegenprestatie van welke aard of omvang ook en mag geen vorm van cliëntenwerving inhouden.

 

Artikel 46

De lokale mandatarissen staan op dezelfde gewetensvolle manier ten dienste van alle burgers zonder onderscheid van geslacht, huidskleur, afstamming, sociale stand, nationaliteit, filosofische en/of religieuze overtuiging, ideologische voorkeur of persoonlijke gevoelens.

 

Informatiebemiddeling

 

Artikel 47

Het behoort tot de wezenlijke taken van de lokale mandataris informatie te ontvangen en te verstrekken, in het bijzonder over de diensten die instaan voor informatieverstrekking en over de manier waarop de burger zelf informatie kan opvragen in het kader van de openbaarheid van bestuur.

 

Artikel 48

De lokale mandatarissen stellen informatie ter beschikking van de burger met betrekking tot de werking van de ombudsdiensten en van de diensten die instaan voor de behandeling van klachten over het optreden of het niet-optreden van de overheid.

 

Artikel 49

Informatie waarop de vraagsteller geen recht heeft, die de goede werking van de administratie kan doorkruisen of die de privacy van anderen in het gedrang kan brengen, mogen door de lokale mandatarissen niet worden doorgegeven.

 

Artikel 50

De lokale mandatarissen verwijzen de vragensteller, waar mogelijk, naar de bevoegde administratieve dienst(en). Waar het gaat om de behandeling van klachten en/of conflicten, worden de belanghebbenden in eerste instantie doorverwezen naar de bevoegde klachten- of ombudsdienst.

 

Bespoedigings- en begunstigingstussenkomsten

 

Bespoedigingstussenkomsten

 

Artikel 51

Bespoedigingstussenkomsten zijn tussenkomsten waarbij lokale mandatarissen een administratieve procedure proberen te bespoedigen in gevallen of in dossiers die zonder die tussenkomst een regelmatige afloop of resultaat zouden krijgen, maar dan na verloop van een langere verwerkings- of behandelingstermijn.

 

Dergelijke tussenkomsten, die een ongelijke behandeling van de betrokken burgers inhouden, zijn verboden.

 

Begunstigingstussenkomsten

 

Artikel 52

Begunstigingstussenkomsten zijn tussenkomsten waarbij de lokale mandataris zijn voorspraak aanwendt om de afloop of het resultaat van een zaak of van een dossier te beïnvloeden in de door de belanghebbende burger gewenste zin. Dergelijke tussenkomsten zijn verboden.

 

Artikel 53

Tussenkomsten bij selectievoerende instanties, die tot doel hebben het verhogen van kansen op benoeming, aanstelling en bevordering in de administratie, zijn verboden.

 

Lokale mandatarissen die om steun gevraagd worden door of voor kandidaten die een functie, aanstelling of bevordering ambiëren, delen betrokkene mee dat de aanstelling, de benoeming of de bevordering gebeurt op basis van de geldende normen en procedures. Zij verwijzen de belanghebbende naar de bevoegde dienst of instantie.

 

Artikel 54

Lokale mandatarissen mogen occasioneel en op eigen initiatief personen aanbevelen bij werkgevers in de particuliere sector. Ze mogen geen enkele tegenprestatie, van welke aard ook, beloven of leveren aan de betrokken werkgevers.

 

Artikel 55

De algemeen directeur neemt de nodige maatregelen opdat de dossierbehandelende personeelsleden alle tussenkomsten opnemen in het desbetreffende administratieve dossier, wat ook de aard van de tussenkomst of de hoedanigheid van de tussenkomende persoon is.

 

Artikel 56

Louter informatieve vragen van algemene of technische aard worden niet beschouwd als tussenkomsten die in het administratief dossier dienen te worden opgenomen.

 

Publicatiedatum: 01/12/2021
Overzicht punten

Openbare zitting van 26 oktober 2021

 

Intergemeentelijke samenwerking - IGO div - buitengewone algemene vergadering van 17 december 2021 - goedkeuring verlenging en statutenwijziging en bepaling mandaat vertegenwoordiger

 

Voorgeschiedenis

          De brief van de dienstverlenende vereniging Intergemeentelijk Opbouwwerk Arrondissement Leuven (verder: IGO div) van 9 september 2021 met oproeping voor de bijzondere algemene vergadering van 17 december 2021, met bijhorende agenda en documenten.

          Het besluit van de gemeenteraad van 26 februari 2019

Bart De Vos wordt aangeduid als vertegenwoordiger van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn Rotselaar in de algemene vergaderingen van IGO div voor de legislatuur van 2019-2024.

 

Feiten en context

          Het OCMW Rotselaar is aangesloten bij de dienstverlenende vereniging IGO.

          Op 17 december 2021 houdt IGO een bijzondere algemene vergadering met volgende agendapunten:

1. Goedkeuring verlenging IGO div

2. Goedkeuring toetreding nieuwe leden

 Gemeente Overijse

 OCMW Overijse

 Gemeente Hoeilaart

 OCMW Hoeilaart

3. Goedkeuring statutenwijziging.

 

Juridische gronden

          Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en de bijhorende besluiten en omzendbrieven van de Vlaamse regering.

          De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van bestuurshandelingen.

          De wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur.

          Het bestuursdecreet van 7 december 2018.

          De gecoördineerde statuten van IGO div.

 

Argumentatie

          De termijn waarvoor IGO div werd opgericht, loopt af op 9 maart 2022. Aan de bijzondere algemene vergadering van 17 december 2021 wordt daarom gevraagd om de bestaansduur van IGO div te verlengen voor een nieuwe periode van 18 jaar vanaf 10 maart 2022.

          Door de creatie van de referentieregio’s voor intergemeentelijke samenwerking, werden Overijse en Hoeilaart toegevoegd aan de regio waarin IGO div actief. De lokale besturen van Overijse en Hoeilaart (zowel gemeente als OCMW) verzochten middels raadsbeslissingen officieel tot toetreding bij IGO div. De raad van bestuur van IGO div gaf groen licht om de vraag voor te leggen aan de vennoten. De raad van bestuur van IGO div stelt voor om de kandidaat-vennoten toe te laten tot IGO div en hen het gewoonlijke aantal aandelen te geven (3 aandelen per gemeente, 1 aandeel per OCMW).

          IGO div wil tijdens de bijzondere algemene vergadering ook een statutenwijziging doorvoeren om de verlenging te verankeren in de statuten, de deelname van de nieuwe vennoten te regelen en enkele bepalingen te actualiseren. 

          IGO div heeft bij de uitnodiging van de bijzondere algemene vergadering een verlengingsdossier gevoegd dat terugblikt op de werking van IGO div in de afgelopen periode én vooruitblikt op de werking na de verlenging. Tevens is het actuele strategisch plan en de realisatie daarvan toegevoegd. Het vast bureau van de vennoten kreeg in de periode april – juni 2021 een mondelinge toelichting van het managementteam van IGO div. Alle raadsleden van de vennoten van IGO div waren ook in de mogelijkheid om een digitale infosessie te volgen op 24 september 2021.

          Inzake de toetreding van de nieuwe leden, werden de respectievelijke raadsbeslissingen en een korte toelichting over de toetreding gevoegd.

          Inzake de statutenwijziging werd een ontwerp van de nieuwe statuten bezorgd alsook een toelichting van de wijzigingen.

          De raad voor maatschappelijk welzijn was dus in staat om de agendapunten van de bijzondere algemene vergadering van IGO div op 17 december 2021 te bespreken en hiernavolgend standpunt in te nemen.

 

Besluit

 

Na beraadslaging,

23 stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Nele Demuynck, Werner Mertens, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Ilse Michiels, Maarten Mommaerts, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Bart De Vos, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens, Stella Beckx en Gert Heylen

Artikel 1

De raad voor maatschappelijk welzijn van Rotselaar gaat expliciet akkoord gaat met de verlenging van IGO div voor 18 jaar vanaf 10 maart 2022 én met de verdere deelname van het OCMW Rotselaar aan IGO div.

Artikel 2

De raad voor maatschappelijk welzijn van Rotselaar gaat akkoord dat de gemeente Overijse, het OCMW Overijse, de gemeente Hoeilaart en het OCMW Hoeilaart toetreden tot IGO div. Zij krijgen allen het gewoonlijke aantal aandelen (3 aandelen per gemeente, 1 aandeel per OCMW) in bezit.

Artikel 3

De raad voor maatschappelijk welzijn van Rotselaar gaat akkoord met de voorgestelde statutenwijziging zodat de verlenging statutair verankerd wordt, de deelname van de nieuwe vennoten geregeld wordt en enkele bepalingen geactualiseerd worden.

Artikel 4

De vertegenwoordiger van het OCMW wordt gemandateerd om alle agendapunten op de agenda van de bijzondere algemene vergadering van 17 december 2021 van IGO div goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 01/12/2021
Overzicht punten

Openbare zitting van 26 oktober 2021

 

Mondelinge vragen

 

Publicatiedatum: 01/12/2021