Nico Lodewijks Werner Mertens Heidi Pittomvils Gunther Dereze Christel Hendrix Liesbet Serneels Maarten Mommaerts Tessa Heylighen Noëlla D'hooghe Patrick Vervoort Farida Tierens Frans Vansteenbeeck Bart De Vos Bart Lemmens Carine Goris An Craninckx Ilse Vervloesem Gert Heylen Ilse Michiels Stella Beckx Ellen De Rijck Jelle Wouters Ingrid Van Steenberge Lieve De Bondt Piet De Bruyn Nele Demuynck Nico Lodewijks Werner Mertens Heidi Pittomvils Gunther Dereze Christel Hendrix Liesbet Serneels Maarten Mommaerts Tessa Heylighen Noëlla D'hooghe Patrick Vervoort Farida Tierens Frans Vansteenbeeck Bart De Vos Bart Lemmens Carine Goris Ilse Vervloesem Gert Heylen Ilse Michiels Stella Beckx Ellen De Rijck Jelle Wouters Ingrid Van Steenberge Lieve De Bondt Piet De Bruyn Nele Demuynck Heidi Pittomvils Lieve De Bondt Carine Goris Gert Heylen Piet De Bruyn Bart Lemmens Liesbet Serneels Nico Lodewijks Nele Demuynck Gunther Dereze Noëlla D'hooghe Ilse Vervloesem Ellen De Rijck Bart De Vos Jelle Wouters Ilse Michiels Christel Hendrix Patrick Vervoort Tessa Heylighen Werner Mertens Frans Vansteenbeeck Stella Beckx Maarten Mommaerts Farida Tierens Ingrid Van Steenberge aantal voorstanders: 24 , aantal onthouders: 1 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Enig artikel:
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de notulen van de vergadering van 24 oktober 2023 goed.
Nico Lodewijks Werner Mertens Heidi Pittomvils Gunther Dereze Christel Hendrix Liesbet Serneels Maarten Mommaerts Tessa Heylighen Noëlla D'hooghe Patrick Vervoort Farida Tierens Frans Vansteenbeeck Bart De Vos Bart Lemmens Carine Goris An Craninckx Ilse Vervloesem Gert Heylen Ilse Michiels Stella Beckx Ellen De Rijck Jelle Wouters Ingrid Van Steenberge Lieve De Bondt Piet De Bruyn Nele Demuynck Nico Lodewijks Werner Mertens Heidi Pittomvils Gunther Dereze Christel Hendrix Liesbet Serneels Maarten Mommaerts Tessa Heylighen Noëlla D'hooghe Patrick Vervoort Farida Tierens Frans Vansteenbeeck Bart De Vos Bart Lemmens Carine Goris Ilse Vervloesem Gert Heylen Ilse Michiels Stella Beckx Ellen De Rijck Jelle Wouters Ingrid Van Steenberge Lieve De Bondt Piet De Bruyn Nele Demuynck Patrick Vervoort Heidi Pittomvils Ingrid Van Steenberge Liesbet Serneels Bart Lemmens Farida Tierens Werner Mertens Lieve De Bondt Gunther Dereze Bart De Vos Ilse Michiels Nico Lodewijks Frans Vansteenbeeck Ilse Vervloesem Carine Goris Noëlla D'hooghe Ellen De Rijck Gert Heylen Tessa Heylighen Nele Demuynck Maarten Mommaerts Christel Hendrix Stella Beckx Piet De Bruyn Jelle Wouters aantal voorstanders: 25 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1:
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt goed dat het GBO (Geïntegreerd Breed Onthaal) Leuven Noord een samenwerkingsovereenkomst aangaat met de ELZ (eerstelijnszone) Leuven Noord voor de coördinatie van het GBO Leuven Noord voor 2024 en 2025.
Artikel 2:
De subsidie die lokaal bestuur Holsbeek als trekkend bestuur deels (voor één zevende) doorstortte aan lokaal bestuur Rotselaar, wordt vanaf 1 januari 2024 niet meer doorgestort. De volledige subsidie van 25.000 euro per jaar wordt vanaf 1 januari 2024 volledig gebruikt voor de financiering van de samenwerkingsovereenkomst met ELZ Leuven Noord.
Nico Lodewijks Werner Mertens Heidi Pittomvils Gunther Dereze Christel Hendrix Liesbet Serneels Maarten Mommaerts Tessa Heylighen Noëlla D'hooghe Patrick Vervoort Farida Tierens Frans Vansteenbeeck Bart De Vos Bart Lemmens Carine Goris An Craninckx Ilse Vervloesem Gert Heylen Ilse Michiels Stella Beckx Ellen De Rijck Jelle Wouters Ingrid Van Steenberge Lieve De Bondt Piet De Bruyn Nele Demuynck Nico Lodewijks Werner Mertens Heidi Pittomvils Gunther Dereze Christel Hendrix Liesbet Serneels Maarten Mommaerts Tessa Heylighen Noëlla D'hooghe Patrick Vervoort Farida Tierens Frans Vansteenbeeck Bart De Vos Bart Lemmens Carine Goris Ilse Vervloesem Gert Heylen Ilse Michiels Stella Beckx Ellen De Rijck Jelle Wouters Ingrid Van Steenberge Lieve De Bondt Piet De Bruyn Nele Demuynck Werner Mertens Christel Hendrix Patrick Vervoort Liesbet Serneels Jelle Wouters Ingrid Van Steenberge Bart De Vos Ilse Michiels Gert Heylen Bart Lemmens Piet De Bruyn Gunther Dereze Heidi Pittomvils Nico Lodewijks Lieve De Bondt Stella Beckx Carine Goris Nele Demuynck Ellen De Rijck Farida Tierens Tessa Heylighen Maarten Mommaerts Ilse Vervloesem Noëlla D'hooghe Frans Vansteenbeeck aantal voorstanders: 25 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Enig artikel :
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het huishoudelijk reglement van het kinderdagverblijf De Hummeltjes, zoals gevoegd in bijlage, goed. Dit huishoudelijk reglement is van toepassing vanaf 1 januari 2024.
Nico Lodewijks Werner Mertens Heidi Pittomvils Gunther Dereze Christel Hendrix Liesbet Serneels Maarten Mommaerts Tessa Heylighen Noëlla D'hooghe Patrick Vervoort Farida Tierens Frans Vansteenbeeck Bart De Vos Bart Lemmens Carine Goris An Craninckx Ilse Vervloesem Gert Heylen Ilse Michiels Stella Beckx Ellen De Rijck Jelle Wouters Ingrid Van Steenberge Lieve De Bondt Piet De Bruyn Nele Demuynck Nico Lodewijks Werner Mertens Heidi Pittomvils Gunther Dereze Christel Hendrix Liesbet Serneels Maarten Mommaerts Tessa Heylighen Noëlla D'hooghe Patrick Vervoort Farida Tierens Frans Vansteenbeeck Bart De Vos Bart Lemmens Carine Goris Ilse Vervloesem Gert Heylen Ilse Michiels Stella Beckx Ellen De Rijck Jelle Wouters Ingrid Van Steenberge Lieve De Bondt Piet De Bruyn Nele Demuynck Gunther Dereze Stella Beckx Liesbet Serneels Maarten Mommaerts Ingrid Van Steenberge Bart De Vos Ellen De Rijck Piet De Bruyn Frans Vansteenbeeck Nele Demuynck Patrick Vervoort Carine Goris Werner Mertens Jelle Wouters Lieve De Bondt Heidi Pittomvils Gert Heylen Nico Lodewijks Noëlla D'hooghe Farida Tierens Ilse Michiels Tessa Heylighen Christel Hendrix Bart Lemmens Ilse Vervloesem aantal voorstanders: 23 , aantal onthouders: 2 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1:
Artikel 34 tot en met 41 van de deontologische code voor lokale mandatarissen worden vervangen door volgende artikels 34 tot en met 43:
Artikel 34
De raad voor maatschappelijk welzijn richt een deontologische commissie op voor gemeente en openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn die waakt over de naleving van de deontologische code. De leden van de deontologische commissie zijn ofwel gemeenteraadslid ofwel lid van het bijzondere comité van de sociale dienst.
Het aantal leden van de deontologische commissie bedraagt 10, aangevuld met de voorzitter van de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn, die toegevoegd wordt als voorzitter van de deontologische commissie. Onafhankelijke raadsleden vormen geen fractie en zijn niet vertegenwoordigd in de deontologische commissie.
De mandaten worden evenredig verdeeld over de fracties waaruit de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn is samengesteld, waarbij elke fractie ten minste één vertegenwoordiger heeft in de deontologische commissie.
Het aantal mandaten waarop elke fractie recht heeft binnen de commissies wordt berekend als volgt:
Aantal zetels per fractie in de commissie = totaal aantal zetels in de deontologische commissie, exclusief de zetel van voorzitter (10), gedeeld door het totaal aantal leden in de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn (25), vermenigvuldigd met het aantal zetels van de fractie in de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn.
De evenredigheid vereist in ieder geval dat de som van het aantal zetels dat toekomt aan de fracties waarvan leden deel uitmaken van het vast bureau steeds hoger is dan de som van het aantal zetels dat toekomt aan de andere fracties.
Elke fractie wijst het mandaat in de commissie toe met een voordracht gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn.
Een fractie kan tijdens de bestuursperiode steeds beslisseneen plaatsvervanger aan te duiden.
Een plaatsvervanger is een raadslid of lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst.
Gaat het om een mogelijke schending van de code door de voorzitter van de commissie, dan wordt tijdens de hele procedure daarover de voorzitter vervangen conform art. 7, §5, derde lid van het decreet over het lokaal bestuur.
Gaat het om een mogelijke schending van de code door een lid van de commissie, dan wordt tijdens de hele procedure daarover het lid vervangen door een aangeduide plaatsvervanger.
De secretaris van de commissie is de algemeen directeur; bij verhindering diens plaatsvervanger.
Artikel 35
De voorzitter van de deontologische commissie is verantwoordelijk voor de oproeping en stelt de agenda op.
De commissie wordt in ieder geval bijeengeroepen wanneer dat nodig is conform art. 41 van deze code.
De oproeping wordt digitaal, via e-mail en het elektronisch systeem voor vergaderbeheer, aan de raadsleden bezorgd. Het e-mailbericht wordt naar het door het lid opgegeven e-mailadres verstuurd en bevat een digitale verwijzing naar de begeleidende stukken in het gemeentelijk elektronisch systeem voor vergaderbeheer.
De oproeping vermeldt in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering en wordt tenminste acht dagen voor de vergadering aan de leden bezorgd. In geval van hoogdringendheid, te beoordelen door de voorzitter, wordt de bijeenroeping tenminste drie dagen voor de vergadering bezorgd. De agendapunten moeten voldoende duidelijk omschreven zijn. Voor elk agendapunt wordt het dossier dat erop betrekking heeft, ter beschikking van de leden van de commissie vanaf de verzending van de agenda.
De bezorging van de oproeping, de agenda en de dossiers gebeurt op dezelfde wijze als dat gebeurt voor de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn, met als verschil dat enkel de leden van de deontologische commissie deze oproep, agenda en dossiers ontvangen.
De vergaderingen van de deontologische commissie zijn niet openbaar.
De commissie kan op rechtsgeldige wijze vergaderen indien de meerderheid van haar leden aanwezig is. Indien na een eerste samenroeping het quorum niet is bereikt, kan de commissie na een tweede samenroeping rechtsgeldig vergaderen en beslissen, ongeacht het aantal aanwezige leden. Voor deze tweede oproeping geldt een oproepingstermijn van drie kalenderdagen.
Beslissingen worden genomen bij volstrekte meerderheid van stemmen (d.i. minstens de helft van de uitgebrachte stemmen, onthoudingen niet meegerekend). Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.
De beslissingen van de commissie worden ondertekend door de voorzitter van de commissie en de secretaris.
Beslissingen naar aanleiding van meldingen of klachten worden aan de betrokken partijen ter kennis gegeven binnen veertien kalenderdagen na de beslissing. Deze beslissingen worden binnen dezelfde termijn aan de voorzitter van de raad bezorgd. Een beslissing van de commissie is vertrouwelijk en dient als dusdanig te worden behandeld.
De leden van de commissie communiceren over individuele zaken niet met de media.
Alle leden van de commissie zijn gehouden aan een absolute geheimhouding en mogen de geheimen van de onderzoeken en beraadslagingen niet onthullen. Ze zijn drager van het beroepsgeheim. Bij schending van dit beroepsgeheim stellen ze zich bloot aan vervolgingen overeenkomstig artikel 458 van het Strafwetboek.
Artikel 36
De commissie is bevoegd voor:
● Het formuleren van een gemotiveerd advies aan de raad over het vermoeden van een schending van deze code door personen die door deze code gevat worden zoals voorzien in de procedure van art. 40 tot 42 van deze code.
● Het geven van aanbevelingen aan de raad over de inhoud van deze code met het oog op het bijsturen ervan. Dat kan op eigen initiatief van de commissie of minstens één keer per bestuursperiode op vraag van de raad conform art. 43 van deze code.
Artikel 37
De gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn ziet erop toe dat de lokale mandatarissen volgens de deontologische code handelen.
Er zijn verschillende fasen te onderscheiden die spelen bij het toezien op de naleving van de deontologische code, namelijk:
● het voorkomen van mogelijke schendingen
● het signaleren van vermoedens van schendingen van de deontologische code
● het onderzoeken van vermoedens van schendingen van de deontologische code
● het zich uitspreken over schendingen van de deontologische code.
Het voorkomen van mogelijke schendingen
Artikel 38
Wanneer een lokale mandataris twijfelt of een handeling die hij/zij wil verrichten een overtreding van de code zou kunnen zijn, wint het lid hierover advies in bij de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.
Artikel 39
Wanneer een lokale mandataris twijfelt over een nog niet uitgevoerde handeling van een andere lokale mandataris, dan wijst hij die collega op artikel 38 van deze deontologische code.
Het signaleren van vermoedens van schendingen
Artikel 40
Wanneer een lokale mandataris vermoedt dat een regel van de deontologische code is overtreden door een andere lokale mandataris, dangaat deze hierover in gesprek met de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.
Wanneer het vermoeden van een schending blijft bestaan, dan meldt de lokale mandataris dit aan de voorzitter van de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn en aan de algemeen directeur, die samen een vooronderzoek doen als gemandateerden vanuit de deontologische commissie. De algemeen directeur kan een personeelslid aanwijzen om dat in zijn/haar plaats te doen.
Het onderzoeken van vermoedens van schendingen
Artikel 41
Wanneer de raadsvoorzitter en de algemeen directeur (of het daartoe aangewezen personeelslid) besluiten dat de melding ongegrond is, dan betekent dit het einde van de procedure die gestart werd naar aanleiding van dit vermoeden. De melder en de betrokken mandataris worden hierover geïnformeerd.
Is de melding gegrond, dan onderzoekt de commissie de melding. De voorzitter van de deontologische commissie roept de commissie bijeen binnen de dertig dagen na de melding. De periode van dertig dagen wordt geschorst van 1 juli tot en met 31 augustus.
De commissie onderzoekt de melding en geeft zowel de melder als de vermeende schender de kans zich te laten horen. Ook mogelijke getuigen kunnen gehoord worden. Niemand kan daartoe verplicht worden.
Het zich uitspreken over schendingen
Na het horen van betrokkenen bespreekt de commissie het vermoeden van schending.
Wanneer de commissie besluit dat de melding ongegrond is, dan betekent dit het einde van de procedure die gestart werd naar aanleiding van dit vermoeden. De commissieleden, alsook de melder en de betrokken mandataris, worden hierover geïnformeerd.
Wanneer de commissie besluit dat de melding gegrond is, wordt een gemotiveerd advies overgemaakt aan de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn.
Artikel 42
De gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn spreekt zich uit over het vermoeden van schending door een mandataris van de gemeenteop basis van het gemotiveerd advies van de deontologische commissie.
Evalueren van de deontologische code
Artikel 43
De fractievoorzitters kunnen tijdens het fractieleidersoverleg de deontologische code evalueren.
Artikel 2:
De artikelen 42 tot en met 56 (oorspronkelijke nummering) worden hernummerd als artikelen 44 tot en met 58.
Artikel 3:
De gecoördineerde deontologische code luidt als volgt:
DEONTOLOGISCHE CODE VOOR LOKALE MANDATARISSEN
Artikel 1
De deontologische code is van toepassing op de voorzitter en de leden van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn, de leden van het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau, de voorzitter en de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst.
Deze code is bij uitbreiding eveneens van toepassing op de medewerkers van de lokale mandatarissen, welke ook hun statuut of hoedanigheid is (kabinets- en fractiemedewerkers), en op de vertrouwenspersonen.
Lokale mandatarissen die namens de gemeente andere mandaten bekleden, zijn in die hoedanigheid eveneens ertoe gehouden de bepalingen van de deontologische code na te leven. Dit geldt zowel voor de mandaten die rechtstreeks in verband staan met hun ambt als voor alle hiervan afgeleide mandaten.
lndien een mandaat namens de gemeente wordt opgenomen door een extern persoon, dus niet vermeld onder de eerste paragraaf van dit artikel, zal bij diens aanstelling gevraagd worden deze deontologische code te onderschrijven. Zij zullen er tevens over waken dat zij, ook buiten het kader van deze mandaten, geen dienstverlenende activiteiten ontplooien die afbreuk doen aan de eer en de waardigheid van hun ambt.
Artikel 2
Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet gebruiken voor het eigen persoonlijk belang. Dat mag ook niet voor het persoonlijk belang van een ander persoon of het belang van een organisatie bij wie hij/zij een directe of indirecte betrokkenheid heeft.
Artikel 3
Een lokale mandataris gaat actief en uit zichzelf alle vormen van belangenvermenging, en zelfs de schijn daarvan, tegen. Een lokale mandataris neemt geen deel aan de bespreking en de stemming wanneer er sprake is van een beslissing waarbij belangenvermenging speelt.
Artikel 4
Een lokale mandataris beseft dat mogelijke belangenvermenging niet beperkt is tot de bespreking en stemming. Daarom zorgt een lokale mandataris dat er ook geen enkele beïnvloeding is tijdens de andere fases van het besluitvormingsproces.
Artikel 5
Een lokale mandataris zorgt dat bij contacten met de burger nooit de schijn gewekt wordt dat particuliere belangen begunstigd (kunnen) worden.
Artikel 6
Een lokale mandataris mag de in artikel 10 van het Decreet Lokaal Bestuur genoemde functies niet
uitoefenen.
Artikel 7
Een lokale mandataris mag de in artikel 27, §2 van het Decreet Lokaal Bestuur genoemde
overeenkomsten en handelingen niet aangaan.
Artikel 8
Ter bevordering van de transparantie en om schijn van partijdigheid te voorkomen, meldt een lokale
mandataris aan de algemeen directeur welke betaalde en onbetaalde mandaten hij/zij vervult naast
het lokale politieke mandaat.
Artikel 9
Een lokale mandataris meldt aan de algemeen directeur wanneer hij/zij substantiële financiële
belangen heeft (bijvoorbeeld aandelen of opties) in een onderneming waarmee de gemeente zaken
doet of waarin de gemeente een belang heeft.
Artikel 10
De door een lokale mandataris gemelde mandaten en substantiële financiële belangen zijn openbaar
en worden ter inzage gelegd. Ook een tussentijds ontstaan mandaat of belang moet meegedeeld worden. De algemeen directeur of een personeelslid dat daartoe door de algemeen directeur werd
aangewezen, draagt zorg voor een geactualiseerde openbare lijst van gemelde mandaten en
belangen.
Artikel 11
Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet laten kopen of beïnvloeden door geld,
goederen, diensten of andere gunsten die hem/haar gegeven of beloofd werden.
Artikel 12
De lokale mandataris moet op een objectieve manier handelen en beslissen in het algemeen belang
en niet in het particulier belang. Een lokale mandataris moet actief en uit zichzelf de schijn van
corruptie tegengaan.
Artikel 13
Een lokale mandataris neemt geen geschenken aan die hem/haar door, zijn/haar functie worden
aangeboden.
Uitgezonderd zijn de attenties waarbij de schijn van corruptie en beïnvloeding minimaal is én waarbij
minstens aan één van de onderstaande voorwaarden voldaan wordt:
● Het weigeren of teruggeven van het geschenk zou de gever ernstig kwetsen of bijzonder in verlegenheid brengen.
● De overhandiging van het geschenk vindt in het openbaar plaats.
● Het terugbezorgen van het geschenk is praktisch onwerkbaar.
● Het gaat om een prijs die door de lokale mandataris gewonnen wordt bij een tombola of activiteit.
Tevens geldt dit niet inzake publieke evenementen in Rotselaar, evenementen die in samenwerking
met het lokaal bestuur elders worden georganiseerd of activiteiten die door publieke organisaties of
partners van het lokaal bestuur worden georganiseerd.
De lokale mandataris verbindt zich noch formeel noch informeel tot een wederdienst en handelt en
beslist steeds in het algemeen belang.
Artikel 14
Als geschenken (al dan niet volgens de regels in artikel 13 van deze code) in het bezit komen van een
lokale mandataris, wordt dit door de lokale mandataris gemeld aan de algemeen directeur.
Afhankelijk van de aard van het geschenk en de omstandigheden waarin het gegeven werd, wordt het alsnog terugbezorgd, ofwel eigendom van de gemeente. De algemeen directeur registreert deze
giften en geeft ze in alle transparantie een gemeentelijke bestemming.
Artikel 15
De raad voor maatschappelijk welzijn kan in concrete gevallen afwijken van de regels die gelden over het aannemen van geschenken. Dit kan enkel in volledige openbaarheid.
Artikel 16
Een lokale mandataris accepteert geen persoonlijke geschenken, voordelen of diensten van anderen,
die hem/haar uit door zijn/haar functie worden aangeboden, ontvangen, tenzij aan alle onderstaande
voorwaarden voldaan wordt:
● Het weigeren ervan maakt het raadswerk onmogelijk of onwerkbaar.
● De schijn van corruptie of beïnvloeding is minimaal.
Artikel 17
Een lokale mandataris gebruikt die persoonlijke geschenken, voordelen of diensten die voor zijn/haar
raadswerk aangenomen mogen worden nooit voor privédoeleinden.
Artikel 18
Een lokale mandataris accepteert uitnodigingen (lunches, diners, recepties en andere) die door
anderen betaald of gefinancierd worden enkel in zijn hoedanigheid van lokaal mandataris wanneer
aan alle onderstaande voorwaarden voldaan wordt:
● De uitnodiging behoort tot de uitoefening van het raadswerk
● De aanwezigheid kan worden beschouwd als functioneel (werkbezoek, werkoverleg, protocollaire taken, formele vertegenwoordiging van de gemeente/het OCMW, ... ).
● De schijn van corruptie of beïnvloeding is minimaal.
Deze regeling geldt niet inzake publieke evenementen in Rotselaar, evenementen die in
samenwerking met het lokaal bestuur elders worden georganiseerd of activiteiten die door publieke
organisaties of partners van het lokaal bestuur worden georganiseerd.
De lokale mandataris verbindt zich noch formeel noch informeel tot een wederdienst en handelt en
beslist steeds in het algemeen belang.
Artikel 19
Een lokale mandataris accepteert werkbezoeken, waarbij reis- en verblijfkosten door anderen betaald
worden alleen bij hoge uitzondering. Een dergelijke invitatie dient altijd besproken te worden op de
raad voor maatschappelijk welzijn of het fractievoorzittersoverleg. De invitatie kan alleen geaccepteerd worden wanneer het bezoek aantoonbaar van belang is voor de gemeente en de schijn van corruptie of beïnvloeding minimaal is. Van een dergelijk werkbezoek wordt altijd (schriftelijk) verslag gedaan aan de raad.
Artikel 20
Een lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgelegd zijn over het gebruik van faciliteiten en
middelen van het lokaal bestuur.
Artikel 21
Een lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgesteld zijn voor het gebruik van interne
voorzieningen die voor het raadswerk worden voorzien zoals opgenomen in het huishoudelijk
reglement.
Artikel 22
Een lokale mandataris houdt zich aan de regels over onkostenvergoedingen zoals vastgesteld in het
huishoudelijk reglement.
Artikel 23
De raad voor maatschappelijk welzijn werkt onder het principe van principiële openbaarheid. Zij ziet erop toe dat het
college van burgemeester en schepenen alle relevante informatie aangaande dossiers, stukken en
akten openbaar toegankelijk maakt.
Artikel 24
Een lokale mandataris communiceert eerlijk over de redenen en motieven op basis waarvan hij/zij
individueel gestemd heeft. Daarnaast communiceert een lokale mandataris eerlijk over de reden en
motieven op basis waarvan de raad als geheel de beslissing genomen heeft.
Artikel 25
Een lokale mandataris is gebonden aan het beroepsgeheim wanneer hij/zij door de functie van lokale
mandataris kennis krijgt van geheimen die door personen aan de gemeente zijn toevertrouwd.
Bekendmaking van deze geheimen is verboden, behalve wanneer de wet de openbaring oplegt of
mogelijk maakt.
Artikel 26
Naast het strenge beroepsgeheim geldt eveneens een geheimhoudingsplicht voor lokale
mandatarissen. Deze plicht beschermt wat besproken wordt tijdens een besloten vergadering (feiten,
meningen, overwegingen... ).
Artikel 27
Een lokale mandataris heeft een algemene discretieplicht. Hij/zij gaat op discrete en voorzichtige wijze om met de informatie die hem/haar toekomt in de uitoefening van zijn/haar functie.
Artikel 28
Een lokale mandataris gebruikt de informatie die hij/zij kreeg door de uitoefening van zijn/haar functie
en die niet berust onder de openbaarheid van bestuur enkel voor zijn/haar raadswerk en niet voor
zijn/haar persoonlijk belang of voor het persoonlijk belang van anderen.
Artikel 29
Een lokale mandataris maakt brieven niet openbaar en stuurt e-mails niet door wanneer het niet zeker
is dat de afzender daarmee zou instemmen. Bij twijfel over de bedoeling van de afzender wordt de
expliciete toestemming gevraagd.
Artikel 30
Raadsleden gaan respectvol om met elkaar, de leden van het college en de personeelsleden van de
gemeente.
Artikel 31
Raadsleden richten zich tot elkaar, de leden van het college en de leden van het bijzonder comité, de algemeen directeur en de andere personeelsleden op een correcte wijze en dit zowel verbaal, non-verbaal als schriftelijk, inclusief de elektronische communicatie.
Artikel 32
Lokale mandatarissen houden zich tijdens vergaderingen van de politieke organen aan het
huishoudelijk reglement en volgen de aanwijzingen van de voorzitter hierover op.
Artikel 33
Lokale mandatarissen onthouden zich in het openbaar, dus ook in openbare raads- en
commissievergaderingen, van negatieve uitlatingen over individuele personeelsleden.
Artikel 34
De gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn richt een deontologische commissie op voor gemeente en openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn die waakt over de naleving van de deontologische code. De leden van de deontologische commissie zijn ofwel gemeenteraadslid ofwel lid van het bijzondere comité van de sociale dienst.
Het aantal leden van de deontologische commissie bedraagt 10, aangevuld met de voorzitter van de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn, die toegevoegd wordt als voorzitter van de deontologische commissie. Onafhankelijke raadsleden vormen geen fractie en zijn niet vertegenwoordigd in de deontologische commissie.
De mandaten worden evenredig verdeeld over de fracties waaruit de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn is samengesteld, waarbij elke fractie ten minste één vertegenwoordiger heeft in de deontologische commissie.
Het aantal mandaten waarop elke fractie recht heeft binnen de commissies wordt berekend als volgt:
Aantal zetels per fractie in de commissie = totaal aantal zetels in de deontologische commissie, exclusief de zetel van voorzitter (10), gedeeld door het totaal aantal leden in de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn (25), vermenigvuldigd met het aantal zetels van de fractie in de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn.
De evenredigheid vereist in ieder geval dat de som van het aantal zetels dat toekomt aan de fracties waarvan leden deel uitmaken van het college van burgemeester en schepenen steeds hoger is dan de som van het aantal zetels dat toekomt aan de andere fracties.
Elke fractie wijst het mandaat in de commissie toe met een voordracht gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn.
Een fractie kan tijdens de bestuursperiode steeds beslisseneen plaatsvervanger aan te duiden.
Een plaatsvervanger is een raadslid of lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst.
Gaat het om een mogelijke schending van de code door de voorzitter van de commissie, dan wordt tijdens de hele procedure daarover de voorzitter vervangen conform art. 7, §5, derde lid van het decreet over het lokaal bestuur.
Gaat het om een mogelijke schending van de code door een lid van de commissie, dan wordt tijdens de hele procedure daarover het lid vervangen door een aangeduide plaatsvervanger.
De secretaris van de commissie is de algemeen directeur; bij verhindering diens plaatsvervanger.
Artikel 35
De voorzitter van de deontologische commissie is verantwoordelijk voor de oproeping en stelt de agenda op.
De commissie wordt in ieder geval bijeengeroepen wanneer dat nodig is conform art. 41 van deze code.
De oproeping wordt digitaal, via e-mail en het elektronisch systeem voor vergaderbeheer, aan de raadsleden bezorgd. Het e-mailbericht wordt naar het door het lid opgegeven e-mailadres verstuurd en bevat een digitale verwijzing naar de begeleidende stukken in het gemeentelijk elektronisch systeem voor vergaderbeheer.
De oproeping vermeldt in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering en wordt tenminste acht dagen voor de vergadering aan de leden bezorgd. In geval van hoogdringendheid, te beoordelen door de voorzitter, wordt de bijeenroeping tenminste drie dagen voor de vergadering bezorgd. De agendapunten moeten voldoende duidelijk omschreven zijn. Voor elk agendapunt wordt het dossier dat erop betrekking heeft, ter beschikking van de leden van de commissie vanaf de verzending van de agenda.
De bezorging van de oproeping, de agenda en de dossiers gebeurt op dezelfde wijze als dat gebeurt voor de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn, met als verschil dat enkel de leden van de deontologische commissie deze oproep, agenda en dossiers ontvangen.
De vergaderingen van de deontologische commissie zijn niet openbaar.
De commissie kan op rechtsgeldige wijze vergaderen indien de meerderheid van haar leden aanwezig is. Indien na een eerste samenroeping het quorum niet is bereikt, kan de commissie na een tweede samenroeping rechtsgeldig vergaderen en beslissen, ongeacht het aantal aanwezige leden. Voor deze tweede oproeping geldt een oproepingstermijn van drie kalenderdagen.
Beslissingen worden genomen bij volstrekte meerderheid van stemmen (d.i. minstens de helft van de uitgebrachte stemmen, onthoudingen niet meegerekend). Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.
De beslissingen van de commissie worden ondertekend door de voorzitter van de commissie en de secretaris.
Beslissingen naar aanleiding van meldingen of klachten worden aan de betrokken partijen ter kennis gegeven binnen veertien kalenderdagen na de beslissing. Deze beslissingen worden binnen dezelfde termijn aan de voorzitter van de raad bezorgd. Een beslissing van de commissie is vertrouwelijk en dient als dusdanig te worden behandeld.
De leden van de commissie communiceren over individuele zaken niet met de media.
Alle leden van de commissie zijn gehouden aan een absolute geheimhouding en mogen de geheimen van de onderzoeken en beraadslagingen niet onthullen. Ze zijn drager van het beroepsgeheim. Bij schending van dit beroepsgeheim stellen ze zich bloot aan vervolgingen overeenkomstig artikel 458 van het Strafwetboek.
Artikel 36
De commissie is bevoegd voor:
● Het formuleren van een gemotiveerd advies aan de raad over het vermoeden van een schending van deze code door personen die door deze code gevat worden zoals voorzien in de procedure van art. 40 tot 42 van deze code.
● Het geven van aanbevelingen aan de raad over de inhoud van deze code met het oog op het bijsturen ervan. Dat kan op eigen initiatief van de commissie of minstens één keer per bestuursperiode op vraag van de raad conform art. 43 van deze code.
Artikel 37
De gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn ziet erop toe dat de lokale mandatarissen volgens de deontologische code handelen.
Er zijn verschillende fasen te onderscheiden die spelen bij het toezien op de naleving van de deontologische code, namelijk:
● het voorkomen van mogelijke schendingen
● het signaleren van vermoedens van schendingen van de deontologische code
● het onderzoeken van vermoedens van schendingen van de deontologische code
● het zich uitspreken over schendingen van de deontologische code.
Het voorkomen van mogelijke schendingen
Artikel 38
Wanneer een lokale mandataris twijfelt of een handeling die hij/zij wil verrichten een overtreding van de code zou kunnen zijn, wint het lid hierover advies in bij de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.
Artikel 39
Wanneer een lokale mandataris twijfelt over een nog niet uitgevoerde handeling van een andere lokale mandataris, dan wijst hij die collega op artikel 38 van deze deontologische code.
Het signaleren van vermoedens van schendingen
Artikel 40
Wanneer een lokale mandataris vermoedt dat een regel van de deontologische code is overtreden door een andere lokale mandataris, dangaat deze hierover in gesprek met de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.
Wanneer het vermoeden van een schending blijft bestaan, dan meldt de lokale mandataris dit aan de voorzitter van de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn en aan de algemeen directeur, die samen een vooronderzoek doen als gemandateerden vanuit de deontologische commissie. De algemeen directeur kan een personeelslid aanwijzen om dat in zijn/haar plaats te doen.
Het onderzoeken van vermoedens van schendingen
Artikel 41
Wanneer de raadsvoorzitter en de algemeen directeur (of het daartoe aangewezen personeelslid) besluiten dat de melding ongegrond is, dan betekent dit het einde van de procedure die gestart werd naar aanleiding van dit vermoeden. De melder en de betrokken mandataris worden hierover geïnformeerd.
Is de melding gegrond, dan onderzoekt de commissie de melding. De voorzitter van de deontologische commissie roept de commissie bijeen binnen de dertig dagen na de melding. De periode van dertig dagen wordt geschorst van 1 juli tot en met 31 augustus.
De commissie onderzoekt de melding en geeft zowel de melder als de vermeende schender de kans zich te laten horen. Ook mogelijke getuigen kunnen gehoord worden. Niemand kan daartoe verplicht worden.
Het zich uitspreken over schendingen
Na het horen van betrokkenen bespreekt de commissie het vermoeden van schending.
Wanneer de commissie besluit dat de melding ongegrond is, dan betekent dit het einde van de procedure die gestart werd naar aanleiding van dit vermoeden. De commissieleden, alsook de melder en de betrokken mandataris, worden hierover geïnformeerd.
Wanneer de commissie besluit dat de melding gegrond is, wordt een gemotiveerd advies overgemaakt aan de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn.
Artikel 42
De gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn spreekt zich uit over het vermoeden van schending door een mandataris van de gemeenteop basis van het gemotiveerd advies van de deontologische commissie.
Evalueren van de deontologische code
Artikel 43
De fractievoorzitters kunnen tijdens het fractieleidersoverleg de deontologische code evalueren.
Enkele algemene bepalingen
Artikel 44
De lokale mandatarissen zullen voor de omschrijving van hun dienstverlenende activiteiten geen
termen gebruiken die verwarring kunnen scheppen met officiële, door de overheden ingestelde
instanties belast met het verstrekken van informatie of met de behandeling van klachten. Het gebruik
van de termen 'ombuds', 'klachtendienst' en andere afleidingen of samenstellingen is verboden.
Artikel 45
De lokale mandatarissen maken in hun verkiezingscampagnes en -mailings die gericht zijn op
individuen geen melding van de diensten die zij eventueelvoor de betrokkenen hebben verricht. ln
geen geval mogen zij de indruk wekken dat zij om steun vragen in ruil voor bewezen diensten.
Artikel 46
Bij hun optreden op én buiten het lokale bestuursniveau en in hun contacten met individuen, groepen,
instellingen en bedrijven, geven de lokale mandatarissen principieel voorrang aan het algemeen
boven het particulier belang.
Artikel 47
Elke vorm van rechtstreekse dienstverlening, informatiebemiddeling, doorverwijzing of begeleiding
gebeurt zonder enige materiële of geldelijke tegenprestatie van wélke aard of omvang ook en mag
geen vorm van cliëntenwerving inhouden.
Artikel 48
De lokale mandatarissen staan op dezelfde gewetensvolle manier ten dienste van alle burgers zonder
onderscheid van geslacht, huidskleur, afstamming, sociale stand, nationaliteit, filosofische en/of
religieuze overtuiging, ideologische voorkeur of persoonlijke gevoelens.
Informatiebemiddeling
Artikel 49
Het behoort tot de wezenlijke taken van de lokale mandataris informatie te ontvangen en te
verstrekken, in het bijzonder over de diensten die instaan voor informatieverstrekking en over de
manier waarop de burger zelf informatie kan opvragen in het kader van de openbaarheid van bestuur.
Artikel 50
De lokale mandatarissen stellen informatie ter beschikking van de burger met betrekking tot de
werking van de ombudsdiensten en van de diensten die instaan voor de behandeling van klachten
over het optreden of het niet-optreden van de overheid.
Artikel 51
lnformatie waarop de vraagsteller geen recht heeft, die de goede werking van de administratie kan
doorkruisen of die de privacy van anderen in het gedrang kan brengen, mogen door de lokale
mandatarissen niet worden doorgegeven.
Artikel 52
De lokale mandatarissen verwijzen de vragensteller, waar mogelijk, naar de bevoegde administratieve dienst(en). Waar het gaat om de behandeling van klachten en/of conflicten, worden de belanghebbenden in eerste instantie doorverwezen naar de bevoegde klachten- of ombudsdienst.
Bespoedigings- en begunstigingstussenkomsten
Bespoedigingstussenkomsten
Artikel 53
Bespoedigingstussenkomsten zijn tussenkomsten waarbij lokale mandatarissen een administratieve
procedure proberen te bespoedigen in gevallen of in dossiers die zonder die tussenkomst een
regelmatige afloop of resultaat zouden krijgen, maar dan na verloop van een langere verwerkings- of
behandelingstermijn.
Dergelijke tussenkomsten, die een ongelijke behandeling van de betrokken burgers inhouden, zijn
verboden.
Begunstigingstussenkomsten
Artikel 54
Begunstigingstussenkomsten zijn tussenkomsten waarbij de lokale mandataris zijn voorspraak
aanwendt om de afloop of het resultaat van een zaak of van een dossier te beïnvloeden in de door de belanghebbende burger gewenste zin. Dergelijke tussenkomsten zijn verboden.
Artikel 55
Tussenkomsten bij selectievoerende instanties, die tot doel hebben het verhogen van kansen op
benoeming, aanstelling en bevordering in de administratie, zijn verboden.
Lokale mandatarissen die om steun gevraagd worden door of voor kandidaten die een functie,
aanstelling of bevordering ambiëren, delen betrokkene mee dat de aanstelling, de benoeming of de
bevordering gebeurt op basis van de geldende normen en procedures. Zij verwijzen de
belanghebbende naar de bevoegde dienst of instantie.
Artikel 56
Lokale mandatarissen mogen occasioneel en op eigen initiatief personen aanbevelen bij werkgevers
in de particuliere sector. Ze mogen geen enkele tegenprestatie, van welke aard ook, beloven of
leveren aan de betrokken werkgevers.
Artikel 57
De algemeen directeur neemt de nodige maatregelen opdat de dossierbehandelende personeelsleden alle tussenkomsten opnemen in het desbetreffende administratieve dossier, wat ook de aard van de tussenkomst of de hoedanigheid van de tussenkomende persoon is.
Artikel 58
Louter informatieve vragen van algemene of technische aard worden niet beschouwd als
tussenkomsten die in het administratief dossier dienen te worden opgenomen.
Nico Lodewijks Werner Mertens Heidi Pittomvils Gunther Dereze Christel Hendrix Liesbet Serneels Maarten Mommaerts Tessa Heylighen Noëlla D'hooghe Patrick Vervoort Farida Tierens Frans Vansteenbeeck Bart De Vos Bart Lemmens Carine Goris An Craninckx Ilse Vervloesem Gert Heylen Ilse Michiels Stella Beckx Ellen De Rijck Jelle Wouters Ingrid Van Steenberge Lieve De Bondt Piet De Bruyn Nele Demuynck Nico Lodewijks Werner Mertens Heidi Pittomvils Gunther Dereze Christel Hendrix Liesbet Serneels Maarten Mommaerts Tessa Heylighen Noëlla D'hooghe Patrick Vervoort Farida Tierens Frans Vansteenbeeck Bart De Vos Bart Lemmens Carine Goris Ilse Vervloesem Gert Heylen Ilse Michiels Stella Beckx Ellen De Rijck Jelle Wouters Ingrid Van Steenberge Lieve De Bondt Piet De Bruyn Nele Demuynck Frans Vansteenbeeck Noëlla D'hooghe Maarten Mommaerts Christel Hendrix Ellen De Rijck Patrick Vervoort Tessa Heylighen Lieve De Bondt Ingrid Van Steenberge Nico Lodewijks Bart De Vos Gunther Dereze Ilse Michiels Gert Heylen Stella Beckx Ilse Vervloesem Piet De Bruyn Carine Goris Jelle Wouters Nele Demuynck Farida Tierens Heidi Pittomvils Bart Lemmens Liesbet Serneels Werner Mertens aantal voorstanders: 25 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1:
De raad voor maatschappelijk welzijn gaat akkoord met de agendapunten van de bijzondere algemene vergadering van Interleuven van 13 december 2023.
Artikel 2:
De heer Frans Vansteenbeeck, vertegenwoordiger in de algemene vergadering van Interleuven of de plaatsvervanger, die zal deelnemen aan de bijzondere algemene vergadering van 13 december 2023 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), wordt gemandateerd om bovenvermelde agendapunten goed te keuren.
Nico Lodewijks Werner Mertens Heidi Pittomvils Gunther Dereze Christel Hendrix Liesbet Serneels Maarten Mommaerts Tessa Heylighen Noëlla D'hooghe Patrick Vervoort Farida Tierens Frans Vansteenbeeck Bart De Vos Bart Lemmens Carine Goris An Craninckx Ilse Vervloesem Gert Heylen Ilse Michiels Stella Beckx Ellen De Rijck Jelle Wouters Ingrid Van Steenberge Lieve De Bondt Piet De Bruyn Nele Demuynck Nico Lodewijks Werner Mertens Heidi Pittomvils Gunther Dereze Christel Hendrix Liesbet Serneels Maarten Mommaerts Tessa Heylighen Noëlla D'hooghe Patrick Vervoort Farida Tierens Frans Vansteenbeeck Bart De Vos Bart Lemmens Carine Goris Ilse Vervloesem Gert Heylen Ilse Michiels Stella Beckx Ellen De Rijck Jelle Wouters Ingrid Van Steenberge Lieve De Bondt Piet De Bruyn Nele Demuynck Ilse Michiels Maarten Mommaerts Ingrid Van Steenberge Heidi Pittomvils Liesbet Serneels Christel Hendrix Noëlla D'hooghe Patrick Vervoort Gunther Dereze Lieve De Bondt Ellen De Rijck Bart Lemmens Farida Tierens Werner Mertens Tessa Heylighen Piet De Bruyn Jelle Wouters Ilse Vervloesem Nico Lodewijks Carine Goris Stella Beckx Gert Heylen Frans Vansteenbeeck Nele Demuynck Bart De Vos aantal voorstanders: 25 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Artikel 1:
De raad voor maatschappelijk welzijn gaat akkoord met de agendapunten van de algemene vergadering van IGO van 15 december 2023.
Artikel 2:
De heer Bart De Vos, vertegenwoordiger in de algemene vergadering van IGO, die zal deelnemen aan de algemene vergadering van 15 december 2023 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), wordt gemandateerd om bovenvermelde agendapunten goed te keuren.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.