Gemeente Rotselaar

Datum van de zitting: 19 december 2023

Om 20u32 tot 22u06

Mena (2de verdieping)

 

Aanwezig:

Werner Mertens, voorzitter;

Jelle Wouters, burgemeester;

Bart De Vos, Carine Goris, Patrick Vervoort, Nele Demuynck, Piet De Bruyn, schepenen;

Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Frans Vansteenbeeck, Ilse Michiels, Ingrid Van Steenberge, Noëlla D'hooghe, Heidi Pittomvils, Ellen De Rijck, Liesbet Serneels, Farida Tierens, Stella Beckx, Gert Heylen, Lieve De Bondt, Gunther Dereze, Bart Lemmens, Tessa Heylighen, Maarten Mommaerts, Ilse Vervloesem, raadsleden;

An Craninckx, algemeen directeur;

 

Overzicht punten

Openbare zitting van 19 december 2023

 

1. Goedkeuring notulen vorige vergadering 28 november 2023

 

Juridische gronden

        Artikel 32 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
De gemeenteraad keurt, mits eventuele aanpassingen, de notulen van de vorige zitting goed.

 

Besluit

 

Na beraadslaging,

25 stemmen voor: Jelle Wouters, Werner Mertens, Bart De Vos, Carine Goris, Patrick Vervoort, Nele Demuynck, Piet De Bruyn, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Frans Vansteenbeeck, Ilse Michiels, Ingrid Van Steenberge, Noëlla D'hooghe, Heidi Pittomvils, Ellen De Rijck, Liesbet Serneels, Farida Tierens, Stella Beckx, Gert Heylen, Lieve De Bondt, Gunther Dereze, Bart Lemmens, Tessa Heylighen, Maarten Mommaerts en Ilse Vervloesem

Enig artikel:

De gemeenteraad keurt de notulen van de vergadering van 28 november 2023 goed.

 

Publicatiedatum: 31/01/2024
Overzicht punten

Openbare zitting van 19 december 2023

 

2. Goedkeuring notulen vorige vergadering 6 december 2023

 

Juridische gronden

        Artikel 32 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017
De gemeenteraad keurt, mits eventuele aanpassingen, de notulen van de vorige zitting goed.

 

Besluit

 

Na beraadslaging,

20 stemmen voor: Jelle Wouters, Werner Mertens, Bart De Vos, Carine Goris, Patrick Vervoort, Nele Demuynck, Piet De Bruyn, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Frans Vansteenbeeck, Ilse Michiels, Noëlla D'hooghe, Heidi Pittomvils, Ellen De Rijck, Stella Beckx, Gert Heylen, Lieve De Bondt, Gunther Dereze, Bart Lemmens en Tessa Heylighen

1 stem tegen: Ilse Vervloesem

4 onthoudingen: Ingrid Van Steenberge, Liesbet Serneels, Farida Tierens en Maarten Mommaerts

Enig artikel:

De gemeenteraad keurt de notulen van de vergadering van 6 december 2023 goed.

 

Publicatiedatum: 31/01/2024
Overzicht punten

Openbare zitting van 19 december 2023

 

3. Samenwerkingsovereenkomst Interlokale vereniging Sportregio Winge-Demervallei - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis

         Het besluit van de gemeenteraad van 20 november 2017

De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst van de interlokale vereniging Sportregio Winge-Demervallei goed.

         Het besluit van de gemeenteraad van 30 mei 2023

De gemeenteraad keurt de jaarrekening en het jaarverslag 2022 van de interlokale vereniging Sportregio Winge-Demervallei goed.

 

Feiten en context

         De gemeente Rotselaar maakt samen met de gemeenten/steden Aarschot, Begijnendijk, Bekkevoort, Diest, Holsbeek, Scherpenheuvel-Zichem en Tielt-Winge deel uit van de interlokale vereniging (hierna afgekort ILV) 'Sportregio Winge-Demervallei.

         De ILV Sportregio Winge-Demervallei heeft als doel het sportbeleid - in de ruime zin van het woord - van de gemeenten op elkaar af te stemmen en te stimuleren, intergemeentelijk overleg te creëren en onderhouden waaruit gemeentelijke en intergemeentelijke sportactiviteiten en projecten kunnen voortvloeien.

         De ILV Sportregio Winge-Demervallei werd opgericht voor een periode van onbepaalde duur ingaand op 1 januari 2018 en de respectievelijke gemeenteraden van de deelnemende gemeenten en steden keurden hiertoe een samenwerkingsovereenkomst goed.

         Er wordt een nieuwe samenwerkingsovereenkomst opgesteld.

         De nieuwe samenwerkingsovereenkomst gaat in vanaf 1 januari 2024.

         Vanaf 2024 bedraagt de financiële inbreng per gemeente 0,25 euro/inwoner per kalenderjaar.

         De verhoging van de bijdrage is vooral nodig om alle regionale sportactiviteiten te kunnen laten doorgaan, rekening houdend met verhoogde uitgaven. Daarnaast wordt ook bekeken om een halftijdse coördinator aan te werven om de belasting op de sportdiensten te kunnen verminderen.

 

Juridische gronden

         De artikelen 392 tot en met 395 van decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Bijlagen

         Samenwerkingsovereenkomst van de interlokale vereniging Sportregio Winge-Demervallei

 

Financiële gevolgen

Uitgave 'Sportsubsidies voor ILV sportregio Winge-Demervallei

Algemene rekening: 6493000

Beleidsitem: 074000

Actieplan: 0401

Actie: 040104

Geraamd bedrag (2024): € 4.374,50 (€ 0.25 / inwoner * 17.498)

 

Besluit

 

Na beraadslaging,

25 stemmen voor: Jelle Wouters, Werner Mertens, Bart De Vos, Carine Goris, Patrick Vervoort, Nele Demuynck, Piet De Bruyn, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Frans Vansteenbeeck, Ilse Michiels, Ingrid Van Steenberge, Noëlla D'hooghe, Heidi Pittomvils, Ellen De Rijck, Liesbet Serneels, Farida Tierens, Stella Beckx, Gert Heylen, Lieve De Bondt, Gunther Dereze, Bart Lemmens, Tessa Heylighen, Maarten Mommaerts en Ilse Vervloesem

Enig artikel:

De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst van de interlokale vereniging Sportregio Winge-Demervallei, zoals gevoegd in de bijlage bij dit besluit, goed.

 

Publicatiedatum: 31/01/2024
Overzicht punten

Openbare zitting van 19 december 2023

 

4. Samenwerkingsovereenkomst Bewegen Op Verwijzing - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis

         Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 31 juli 2017

Het college van burgemeester en schepenen tekent in voor het project Bewegen Op Verwijzing.

 

Feiten en context

         Bewegen Op Verwijzing (BOV), heeft als doelstelling volwassenen met een verhoogd beïnvloedbaar gezondheidsrisico en een inactieve en/of sedentaire leefstijl, aan te zetten tot duurzaam bewegen. Dit levert gezondheidswinst op fysiek, mentaal en sociaal vlak. Specifieke aandacht gaat naar maatschappelijk kwetsbare groepen, namelijk personen met een statuut verhoogde tegemoetkoming.

         Na een doorverwijzing (o.a. van huisarts) stelt een Bewegen op Verwijzing-coach samen met de deelnemer een beweegplan op. De Bewegen Op Verwijzing-coach ondersteunt de deelnemer, leidt hen toe naar laagdrempelige beweegactiviteiten (bv. sportclubs) en streeft naar duurzame gedragsverandering.

         De lokale Bewegen Op Verwijzing-coach maakt het aanbod lokaal kenbaar (bv sport- of welzijnsraad, gezondheidsbeurs, …), bezoekt artsen, LOK’s (lokaal kwaliteitsoverleg huisartsen) en rapporteert aan de stuurgroep en de trekker (voorlopige trekker = Logo Oost-Brabant).

         Het BOV-project werd eerst als proefproject in 2009 in Leuven gelanceerd en vervolgens konden vanaf 2016 ook andere gemeenten aan het project deelnemen.

         Uit de Eerstelijnszone Leuven Noord stapten vijf van de zes gemeenten eind 2017 (Rotselaar), eind 2018 (Haacht), eind 2020 (Keerbergen en Tremelo) en midden 2021 (Boortmeerbeek) in.

         Voor de uitvoering van het project Bewegen Op Verwijzing is er een werkingsbudget nodig. Het betreft een cofinanciering:

         De Vlaamse overheid financiert voor ongeveer 90% de coaching sessies en ongeveer 10% wordt door de deelnemer betaald. Zoals eerder vastgelegd (groot-Leuven), passen de lokale besturen bij voor het persoonlijke aandeel van deelnemers, zodat de deelnemerskost gehalveerd wordt: € 10/uur of € 2/uur voor personen met verhoogde tegemoetkoming.

         In 2016-2020 en 2021-2022 betaalde de Vlaamse overheid een incentive uit, die sinds 2023 wegviel. Via de BOV stuurgroep Leuven Noord ijveren we dat lokale besturen elk een steentje bijdragen om de huidige positieve werking te blijven garanderen. vanaf 2024 wordt er een bijdrage van € 0.04 per inwoner gevraagd.

         Op 10 november 2022 besliste de Vlaamse regering om 'Bewegen Op Verwijzing' te verlengen tot eind 2025, om het nadien structureel te verankeren.

         Vanaf 2026 is het de bedoeling om, na een positieve evaluatie van het project, middelen voor Bewegen Op Verwijzing te bestendigen via de partnerorganisatie “gezonde voeding, voldoende lichaamsbeweging, beperken van sedentair gedrag en ondervoeding bij ouderen”, in analogie met de terugbetaling voor rookstopondersteuning.

         Er wordt een samenwerkingsovereenkomst opgesteld voor de verantwoording van het werkingsbudget van € 0.04 per inwoner.

         Lokaal Bestuur Rotselaar had sinds 2018 jaarlijks een budget voorzien voor de tussenkomt in het persoonlijk aandeel van deelnemers. Deze uitgaven worden vanaf 2024 betaald via het werkingsbudget.

 

Juridische gronden

         De artikelen 392 tot en met 395 van decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Bijlagen

         Samenwerkingsovereenkomst in het kader van Bewegen op Verwijzing

 

Financiële gevolgen

Uitgave 'Sportactiviteiten - begeleiding (oa schoolsportdagen, bewegen op verwijzing en buitenspeeldag)'

Algemene rekening: 6131006

Beleidsitem: 074100

Actieplan: 0305

Actie: 030501

Geraamd bedrag (2024): € 700 (€ 0.04 / inwoner * 17.500)

 

Besluit

 

Na beraadslaging,

25 stemmen voor: Jelle Wouters, Werner Mertens, Bart De Vos, Carine Goris, Patrick Vervoort, Nele Demuynck, Piet De Bruyn, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Frans Vansteenbeeck, Ilse Michiels, Ingrid Van Steenberge, Noëlla D'hooghe, Heidi Pittomvils, Ellen De Rijck, Liesbet Serneels, Farida Tierens, Stella Beckx, Gert Heylen, Lieve De Bondt, Gunther Dereze, Bart Lemmens, Tessa Heylighen, Maarten Mommaerts en Ilse Vervloesem

Enig artikel:

De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst in het kader van 'Bewegen Op Verwijzing' goed.

 

Publicatiedatum: 31/01/2024
Overzicht punten

Openbare zitting van 19 december 2023

 

5. Budget 2024 - Kerkfabrieken Sint-Pieter (Rotselaar), O.L.V. van Altijddurende Bijstand (Heikant), Sint Jan-Baptist (Werchter) en Sint-Martinus (Wezemaal) - Goedkeuring

 

Voorgeschiedenis

         Het Centraal Kerkbestuur van Rotselaar diende op 14 september 2023 het budget 2024 in, betreffende de kerkfabrieken Sint-Pieter (Rotselaar), OLV van Altijddurende Bijstand (Rotselaar-Heikant), Sint Jan-Baptist (Werchter) en Sint-Martinus (Wezemaal).

 

Feiten en context

         De gemeente Rotselaar heeft een aantal kerken op haar grondgebied (Rotselaar, Heikant, Werchter, Wezemaal) waar ze eventuele tekorten van exploitatie/investeringen moet bijpassen. Daarnaast draagt ze ook bij in de Kerkfabriek Heilige Damiaan vaan Molokai te Tremelo-Ninde (21,42%) en de Evangelische Kerk Leuven (4%).

 

Juridische gronden

         Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

         Artikels 46-50 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, gewijzigd bij het decreet van 6 juli 2012.
De kerkfabrieken dienen een meerjarenplan op te maken dat de financiële afspraken tussen de gemeente en de kerkfabriek vastlegt voor een periode van zes jaar.
De meerjarenplannen en de wijzigingen zijn onderworpen aan het advies van het erkend representatief orgaan en aan de goedkeuring van de gemeenteraad.
De kerkraad stelt jaarlijks op basis van het meerjarenplan het budget van de kerkfabriek voor het volgende boekjaar vast en dient het voor 30 juni in bij het centraal kerkbestuur.
De budgetten worden na het advies van het erkend representatief orgaan jaarlijks voor 1 oktober  bij de gemeente ingediend door het centraal kerkbestuur waaronder de kerkfabrieken ressorteren.

 

Argumentatie

         De decretale bepalingen betreffende de kerkbesturen bepalen dat de gemeenteraad zich moet uitspreken bij het meerjarenplan van een kerkbestuur alsook bij de wijzigingen daarvan.

         Het budget 2023 bevat enerzijds een overzicht van de exploitatie- en investeringsbudgetten en anderzijds de exploitatie- en investeringstoelagen die de gemeente zal moeten bijpassen tijdens het komende jaar.

 

exploitatietoelage

2024 MJP

2024 budget

Sint-Pieter (Rotselaar)

0

0

O.L.V. van Altijddurende Bijstand (Heikant)

22.050,00

25.775,65

Sint Jan-Baptist (Werchter)

4.030,00

0

Sint-Martinus (Wezemaal)

0

0

 

investeringstoelage

2024 MJP

2024 budget

Sint-Pieter (Rotselaar)

0

0

O.L.V. van Altijddurende Bijstand (Heikant)

30.000,00

30.000,00

Sint Jan-Baptist (Werchter)

0

0

Sint-Martinus (Wezemaal)

0

0

 

         Uit het meerjarenplan wordt jaarlijks het budget afgeleid en aan de gemeenteraad voorgelegd in een aparte beslissing. De gemeenteraad moet het budget aan het meerjarenplan goedkeuren of aanpassen aan de gemaakte afspraken. Het gemeentebestuur kan de tekorten bijpassen van de exploitatie van de kerkfabrieken en bijdragen in de investeringen in de gebouwen van de eredienst.

 

Advies

         Het representatief orgaan (Aartsbisdom Mechelen-Brussel) gaf op 19 oktober 2023 en 27 november 2023 (ontvangen op 27 november 2023) gunstig advies aan het budget 2024 van de kerkfabrieken Sint-Pieter (Rotselaar), OLV van Altijddurende Bijstand (Rotselaar-Heikant), Sint Jan-Baptist (Werchter) en Sint-Martinus (Wezemaal).

 

Bijlagen

         Budget 2024 van de vier kerkfabrieken

         Meerjarenplan 2020-2025 Centraal Kerkbestuur Rotselaar (goedkeuring GR 21/04/2020)

 

Besluit

 

Na beraadslaging,

20 stemmen voor: Jelle Wouters, Werner Mertens, Bart De Vos, Carine Goris, Patrick Vervoort, Nele Demuynck, Piet De Bruyn, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Frans Vansteenbeeck, Ilse Michiels, Noëlla D'hooghe, Ellen De Rijck, Stella Beckx, Gert Heylen, Lieve De Bondt, Gunther Dereze, Bart Lemmens, Tessa Heylighen en Ilse Vervloesem

5 onthoudingen: Ingrid Van Steenberge, Heidi Pittomvils, Liesbet Serneels, Farida Tierens en Maarten Mommaerts

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt het budget 2024 van de kerkfabrieken Sint-Pieter (Rotselaar), OLV van Altijddurende Bijstand (Rotselaar-Heikant), Sint Jan-Baptist (Werchter) en Sint-Martinus (Wezemaal) goed.

Artikel 2:

Dit besluit wordt overgemaakt aan de kerkfabrieken en de provinciegouverneur.

 

Publicatiedatum: 31/01/2024
Overzicht punten

Openbare zitting van 19 december 2023

 

6. Contantbelastingreglement voor de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval dit zowel voor de huis-aan-huisinzameling, inzameling via sorteerstraten, inzameling op afroep, als de inzameling op het recyclagepark - aanslagjaar 2023 tot en met 2025 - aanpassing - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis

         Besluit van de gemeenteraad van 17 december 2019
Contantbelastingreglement voor de inzameling en verwerking van het huishoudelijk afval en daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval dit zowel voor de huis-aan-huisinzameling, inzameling op afroep, via sorteerstraten als de inzameling op het recyclagepark.

         Besluit van de gemeenteraad van 27 oktober 2020
Contantbelastingreglement voor de inzameling en verwerking van afval en daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval dit zowel voor de huis-aan-huisinzameling, inzameling op afroep, via sorteerstraten als de inzameling op het recyclagepark.

         Besluit van de gemeenteraad van 25 mei 2021
Verlenging van de beheersoverdrachten aan Ecowerf voor de inzameling van verschillende afvalfracties en voor de exploitatie van het recyclagepark.

         Besluit van de gemeenteraad van 29 november 2022
Contantbelastingreglement voor de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval dit zowel voor de huis-aan-huisinzameling, inzameling via sorteerstraten, inzameling op afroep, als de inzameling op het recyclagepark – aanslagjaar 2023 t.e.m. 2025

 

Feiten en context

         Op 24 november 2003 deed de gemeente beheersoverdracht aan EcoWerf voor de inzameling van de hiernavolgende fracties van het huishoudelijk afval: het gewoon huisvuil, gft, pmd, papier en karton en grofvuil (en het daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval). Tevens deed de gemeente beheersoverdracht aan de intergemeentelijke vereniging EcoWerf voor de uitbating van het gemeentelijke recyclagepark. De beheersoverdrachten werden op 25 mei 2021 verlengd voor een periode van 18 jaar.

         De gemeente Rotselaar is toegetreden tot het DifTar-systeem voor de huis-aan-huisinzameling in containers alsook voor de brengmethode naar het recyclagepark.

         De uitbating van het recyclagepark in de gemeente werd met ingang van 10 juni 2008 geautomatiseerd. Deze automatisering impliceert dat de bezoeker van het recyclagepark zal worden geïdentificeerd, dat zijn bezoek aan het recyclagepark zal worden geregistreerd, alsook zullen de aangevoerde gesorteerde huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen geregistreerd worden.

         De huis-aan-huisinzameling van het gewoon huisvuil en gft (en het daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval) werd met ingang van 16 april 2009 geautomatiseerd. Deze automatisering impliceert dat deze afvalfracties dienen te worden aangeboden in daartoe ter beschikking gestelde containers, voorzien van een elektronische gegevensdrager die toelaat de aanbieder te identificeren en dat het aangeboden afval wordt gewogen en geregistreerd.

         Op 1 januari 2023 werden de DifTar-tarieven aangepast. Daarnaast werd er een formule toegevoegd om de tarieven jaarlijks te kunnen indexeren op basis van samengestelde index (40% loonindex, 45% consumptie index, 15% vast), waarbij wel rekening wordt gehouden met de min/max tarieven van OVAM, markttendensen in verwerking en eventuele externe factoren.

         In het vorige reglement werden ook alle verwijzingen naar zachte plastics geschrapt en een nieuwe omschrijving van pmd toegevoegd. De tarieven voor matrassen werden verwijderd aangezien er een terugnameplicht is en de mogelijkheid voor landbouwfolie werd voor alle vennoten opgenomen. Tot slot werden de bepalingen rond sorteerstraten voor alle besturen opgenomen.

         In het huidige reglement wordt het nieuwe uitvoeringsplan voor huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval van de periode 2016-2022 vervangen door een nieuw uitvoeringsplan voor de periode 2023-2030. Er wordt aandacht gegeven aan een verdere afbouw van de hoeveelheid restafval (o.a. veralgemeende inzameling van bioafval, aanvaardingsplicht voor wegwerpluiers gekoppeld aan een selectieve inzameling, correctere inzamelformules voor bedrijven, het versterken van het zespijlerbeleid tegen zwerfvuil, ...) Daarnaast zijn er wijzigingen in de definitie van pmd omdat er sinds 1 januari 2023 ook koffie en andere drankcapsules toegelaten zijn in de blauwe zak. Ook de sorteerboodschap voor papier en karton is uitgebreid (o.a. kartonnen bekers voor warme dranken mogen toegevoegd worden). De definitie van gft dient ook aangepast te worden omdat het nu ook mogelijk is om kleine hoeveelheden van mest van (kleine) huisdieren mee te geven. De grootste wijziging wordt het aanbieden van een bijkomende PMD-zak van 90 liter (naast de huidige 60 liter zakken). De reden daarvoor is omdat het gemiddeld ingezameld gewicht/volume PMD merkbaar hoger is dan vroeger sinds in 2019 de sorteerboodschap voor de PMD-zak werd uitgebreid naar alle plastiek verpakkingen. Voor alle duidelijkheid: de 120 liter zakken die reeds bestaan, blijven voorbehouden voor scholen en verenigingen. Finaal worden ook de sociale correcties uitgebreid naar pleeggezinnen.

 

Juridische gronden

         Artikel 170 §4 van de grondwet
Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.

         Wet van 29 juli 1991 inzake de motivering van beslissingen.

         Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

         Decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Materialendecreet).

         Artikel 40 §3 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglementen.

         Artikel 41, tweede lid, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van retributies en de voorwaarden ervan, is niet delegeerbaar aan het college van burgemeester en schepenen.

         Artikel 286 §1, 1° en artikel 287 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
De reglementen worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de gemeente. De bekendmaking van de lijst van reglementen zoals bepaald in artikel 286 §1, 1° gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt en de datum waarop ze zijn aangenomen.

         Artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
De gemeenteoverheid brengt de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking. Dit gebeurt op dezelfde dag als de bekendmaking van de reglementen op de webtoepassing van de gemeente.

         Besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA), zoals gewijzigd.

         Het Uitvoeringsplan huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval voor de periode 2023 - 2030 (Lokaal Materialenplan) van 26 mei 2023.

         Omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit.

 

Argumentatie

         De kosten voor de uitbating van het gemeentelijk recyclagepark, - en meer in het bijzonder de hiermee verbonden kosten voor inzameling en verwerking van de daar aangeboden afvalstoffen – en de kosten voor de huis-aan-huisinzameling van het huisvuil, gft, pmd en grofvuil (en het daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval), wegen zwaar door op de gemeentelijke financiën, terwijl er moet over gewaakt worden dat de gemeentelijke inkomsten en uitgaven in evenwicht zijn.

         De invoering van een gedifferentieerde contantbelasting laat de gemeente toe om het principe van “de vervuiler betaalt” toe te passen, om alzo prioriteit te verlenen aan het voorkomen van afval en slechts in tweede instantie het hergebruik en tenslotte de recyclage van huishoudelijke afvalstoffen en gelijkaardige bedrijfsafvalstoffen te stimuleren.

         Gedifferentieerde contantbelasting in combinatie met de basisfinanciering vanuit de algemene middelen van de gemeente en een forfaitaire afvalbelasting, is een optimale invulling van het principe van “de vervuiler betaalt”.

         De automatische indexering in dit reglement gebeurt conform de aanbeveling in de omzendbrief van 15 februari 2019 betreffende de gemeentelijke fiscaliteit opgenomen onder punt 1.7.3 'Aandachtspunten van administratief-bestuurlijke aard', onder de titel "Transparantie en duidelijkheid van de regelgeving";

         Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente.

 

Besluit

 

Na beraadslaging,

17 stemmen voor: Jelle Wouters, Werner Mertens, Bart De Vos, Carine Goris, Patrick Vervoort, Nele Demuynck, Piet De Bruyn, Frans Vansteenbeeck, Ilse Michiels, Ingrid Van Steenberge, Noëlla D'hooghe, Ellen De Rijck, Farida Tierens, Gert Heylen, Lieve De Bondt, Tessa Heylighen en Maarten Mommaerts

8 onthoudingen: Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Heidi Pittomvils, Liesbet Serneels, Stella Beckx, Gunther Dereze, Bart Lemmens en Ilse Vervloesem

Artikel 1:

§ 1. Met ingang van 1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2025 wordt er in de gemeente een contantbelasting gevestigd voor:

1° de huis-aan-huisinzameling van het huisvuil, het pmd-afval, het gft-afval, het papier en karton en grofvuil (en het gelijkaardig bedrijfsafval);

2° de inzameling van op het recyclagepark aangeboden afvalstoffen;

3° de inzameling van het huisvuil, het pmd-afval, het gft-afval en papier en karton via sorteerstraten.

§ 2. Definities algemeen:

1° Aansluitpunt (ASP):

1) iedere entiteit (gebouw, infrastructuur of domein) op het grondgebied van de gemeente mét een woonfunctie, waarin een particulier huishouden gevestigd is dat op basis van inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de gemeente zowel huisvuil, grofvuil, pmd, gft en papier en karton ter inzameling kan aanbieden,

2) iedere entiteit (gebouw, infrastructuur of domein) op het grondgebied van de gemeente mét een woonfunctie, waarin een particulier huishouden gevestigd is dat op basis van een machtiging van de gemeente zowel huisvuil, grofvuil, pmd, gft en papier en karton ter inzameling kan aanbieden, en

3) iedere entiteit (gebouw, infrastructuur of domein) op het grondgebied van de gemeente waarin een instelling van openbaar nut, een school, een vereniging die deel uitmaakt van de gemeentelijke cultuur-, sport-, jeugd-, senioren- of milieuraad, gevestigd is, die op basis van een machtiging van de gemeente zowel huisvuil, grofvuil, pmd, gft en papier en karton ter inzameling kan aanbieden.

2° Aansluitpunt commercieel:

Iedere entiteit (gebouw, infrastructuur of domein) op het grondgebied van de gemeente met een commerciële functie, waarin beroepsactiviteiten worden ontplooid (vrij beroep, handel, zorgactiviteiten,…) die op basis van de inschrijving in het bevolkingsregister/handelsregister van de gemeente zowel huisvuil, grofvuil, pmd, gft en papier en karton ter inzameling kan aanbieden.

De juiste oppervlakte van het commercieel aansluitpunt wordt vastgesteld hetzij op basis van de goedgekeurde bouwvergunning, hetzij op basis van de afgesloten huurovereenkomst.

3° Aorta: de databank waarin EcoWerf per gezin of per onderneming registreert:

         de relevante identificatiegegevens van het gezin of de onderneming en de referentiepersoon van het betrokken gezin of onderneming

         de relevante DifTar-gegevens inzake inzameling en verwerking van huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval, individueel en gedifferentieerd per afvalstroom, zodat ze afzonderlijk kunnen getarifeerd worden. De relevante gegevens zijn onder meer de aard van de aangeboden afvalstof, het gewicht ervan en het aantal afvalbewegingen.

Voor elk gezin of elke onderneming zoals omschreven in dit reglement is een registratie verplicht en is er maximaal één registratie mogelijk.

Per gezin of per onderneming in het bedieningsgebied wordt er in Aorta een formulier aangemaakt. Het formulier omvat voor het gezin of de onderneming de vermelding van de referentiepersoon, het adres, een bankrekeningnummer, een detail van de diensten waarvan gebruik kan worden gemaakt, een rekenstaat, het rijksregisternummer of nummer van het vreemdelingenregister van de referentiepersoon, het ondernemingsnummer, en het EcoWerf-klantennummer. Er wordt geregistreerd of het formulier wordt aangemaakt voor een gezin, een tweede verblijf (met een ander verzendadres), een gemeenschap of voor een onderneming, vereniging, school, gemeentelijke overheid of andere overheid. Indien de referentiepersoon bereid is deze gegevens te verstrekken, vermeldt het formulier ook één telefoonnummer en een e-mailadres van het gezin of de onderneming.

Op basis van het bedrag van de rekenstaat in de databank en in functie van de beschikbare diensten wordt bepaald of er aan de belastingplichtige betalingsuitnodigingen verstuurd worden en of de belastingplichtige in de voorwaarden verkeert om dienstverlening inzake inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen en daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval te ontvangen.

De gegevens van Aorta kunnen door EcoWerf worden aangewend voor het versturen van betalingsuitnodigingen.

Wanneer er niet langer beroep wordt gedaan op enige dienst inzake verwerking van huishoudelijke afvalstoffen en gelijkaardig bedrijfsafval wegens verhuis of overlijden, en dit door de gemeente gemeld wordt aan EcoWerf, zal EcoWerf de toegangskaart blokkeren of niet langer een toegangsmachtiging aan de identiteitskaart verlenen. Op vraag van de burger kan het eventuele onbestede tegoed op het rekeningnummer van de referentiepersoon terugbetaald worden.

4° DifTar-rekening: de individuele rekening die per gezin of per onderneming in de databank wordt bijgehouden en waarop afzonderlijk worden ingeschreven :

         de volgens dit reglement verschuldigde contantbelasting;

         de volgens dit reglement verschuldigde kohierbelasting;

De rekenstaat geeft op elk ogenblik getrouw weer wat de schuld of het tegoed is van het gezin of de onderneming.

5° Gebruikersgroep: een selectie van aansluitpunten die op basis van het domicilieadres geselecteerd worden, een elektronische toegangskaart toegewezen krijgen en op deze wijze toegang krijgen tot een sorteerstraat en/of recyclagepark(en).

6° Ondergrondse afvalcontainer: een ondergronds inzamelrecipiënt, voorzien van een inwerpzuil met, afhankelijk van de aangeboden fractie een aangepaste inwerpopening.

7° Referentiepersoon: de meerderjarige persoon die in Aorta als referentiepersoon voor het gezin of de onderneming wordt vermeld. Als de registratie gebeurt :

         voor een gezin, wordt van rechtswege de persoon die, volgens de opgave van het rijksregister, als referentiepersoon van het gezin, vermeld staat in het bevolkingsregister of vreemdelingenregister, ook geregistreerd als referentiepersoon in de databank

         Voor een onderneming is het een meerderjarige natuurlijke persoon die geacht wordt de onderneming rechtsgeldig te vertegenwoordigen.

8° Recyclagepark: een bij toepassing van VLAREMA vergunde inrichting waar particulieren en eventueel ook bedrijven onder toezicht van op vastgestelde dagen en uren bepaalde gesorteerde huishoudelijke afvalstoffen en eventueel met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen kunnen deponeren.

9° Sorteerstraat: een combinatie van (ondergrondse) afvalcontainers ten behoeve van de inzameling van de fracties restafval, pmd, gft en papier & karton.

10° Toegangskaart: een elektronische kaart die wordt uitgereikt aan onderstaande doelgroepen:

- niet-particulieren: op naam van de referentiepersoon;

- in de gemeente gedomicilieerde inwoners die niet over een elektronische identiteitskaart beschikken: op naam van de referentiepersoon;

- particulieren met een tweede verblijf in de gemeente die geen rijksregisternummer hebben: op naam van de referentiepersoon;

- particulieren die gebruik maken van een ondergrondse sorteerstraat/afvalcontainer: op naam van de referentiepersoon.

§ 3. Definities afvalfracties:

1° Afgedankte elektrische en elektronische apparaten: Apparaten die elektrische stromen of elektronische velden nodig hebben om naar behoren te kunnen werken, en apparaten voor het opwekken, overbrengen en meten van die stromen en velden, die onder een van de categorieën, vermeld in artikel 3.4.4.2 van het VLAREMA, vallen en die bedoeld zijn voor gebruik met een spanning van maximaal 1000 volt bij wisselstroom en 1500 volt bij gelijkstroom. Daarin zijn ook alle onderdelen, subeenheden en verbruiksmaterialen begrepen die deel uitmaken van het product op het moment dat het wordt afgedankt. De volgende apparaten vallen niet onder deze definitie: apparaten die deel zijn van andere elektrische apparatuur, apparatuur die verband houdt met de bescherming van de wezenlijke belangen van de veiligheid van lidstaten, wapens, munitie en oorlogsmateriaal, tenzij het gaat om producten die niet specifiek voor militaire doeleinden zijn bestemd, en grote, niet-verplaatsbare industriële installaties van elektrische en elektronische gereedschappen en tuingereedschappen.

2° Asbestcement: Alle voorwerpen uit gebonden asbest zoals eternieten golfplaten, schaliën, vlakke eterniet … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit, met uitzondering van losse asbest, plastic golfplaten, …

3° Boomstronken: Alle boomstronken die na ontdaan te zijn van wortels en aarde kunnen worden ingezet in de groencompostering en/of kunnen worden verhakseld voor hergebruik.

4° Bouwafval: Zuivere steenslag, betonblokken, versteende cement, gips, kalk, plaasterplaten (o.a. Gyproc), asbest-cementplaten (o.a. Eternit), cellenbeton (o.a. Ytong), keramiek, asfalt van opritten, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit, met uitzondering van grote hoeveelheden bouwafval, beton vermengd met ijzer, glas, hout en/of aarde.

5° Cellenbeton: Alle schuimbeton ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit.

6° E.P.S.: Zuiver witte piepschuim ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit met uitzondering van gekleurd piepschuim, verpakkingschips, verpakkingspiepschuim afkomstig van voedingsmiddelen, vervuild piepschuim, styrofoamplaten,…

7° Frituurolie en afgelaten motorolie: Alle soorten smeerolie en/of industriële olie, op minerale of synthetische basis ontstaan door de werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit in het bijzonder afgewerkte motorolie, frituurolie, met uitzondering van grote hoeveelheden motorolie, olie met pcb’s of andere giftige stoffen.

8° Gips en kalk: Bouwafval uit gips en kalk zoals gipsplaten, kalk, gips, bezetsel … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van cement, stenen, asfalt,…

9° Glas: Hol glas en vlak glas ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of gelijkaardige bedrijfsactiviteiten, ontdaan van dopsels, deksels en sluitingen, met uitzondering van vuurvaste voorwerpen en hittebestendig glas, gewapend glas, kristal, opaal glas, rookglas, autoruiten, plexiglas, gloeilampen, spaarlampen, tl-lampen, stenen, tegels, porselein, aardewerk, beeldbuizen van tv’s,…

         Hol glas  betreft alle lege glazen flessen en bokalen van dranken, fruit en groenten, voedingswaren, confituren, sausen...

         Vlak glas betreft vlak glas uit de bouwsector, zoals venster- en deurglas en glas van gevelelementen. Hieronder valt niet het gelaagd glas (bijv. van voertuigen), loodglas, hittebestendig glas (bijv. pyrex, glas van kacheltjes), glas van zonnepanelen…

10° Gras- en bladafval: Alle vers gazonmaaisel en bladeren afkomstig van normaal tuinonderhoud, met uitzondering van oud en rot gazonmaaisel en gras vermengd met grond.

11° Groenafval: Organisch composteerbaar afval zoals plantenresten, haagscheersel, snoeihout, bladeren, organisch afval uit parken en plantsoenen, boomstronken, gazon - en wegbermmaaisel en kerstbomen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit.

12° Groente-, fruit- en tuinafval (gft): Organisch composteerbaar afval zoals schillen en resten van fruit (ook citrusvruchten), groenten en aardappelen; dierlijk en plantaardig keukenafval en etensresten; broodresten; koffiedik en papieren koffiefilters; papier van keukenrol; noten en pitten; vlees- en visresten, schaaldierresten (uitgezonderd mosselschelpen, oesterschelpen …); vaste zuivelproducten (kaasresten); eieren en eierschalen; fijn tuin- en snoeiafval (bladeren, gras, onkruid, haagscheersel, versnipperd snoeihout …); kamer- en tuinplanten; schaafkrullen en zaagmeel van onbehandeld hout; mest van huisdieren met een maximum van 10% per aangeboden hoeveelheid in de gft-container. Dit alles ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of uit een bedrijfsactiviteit die vergelijkbaar is met een huishouden.

13° Grofvuil: Alle huishoudelijke afvalstoffen en voorwerpen die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding of ermee vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen en die omwille van de omvang, de aard en/of het gewicht niet in het recipiënt voor de huisvuilinzameling kunnen worden aangeboden, met uitzondering van: papier en karton, textiel, glas, kga (Klein Gevaarlijk Afval), gft (groenten, tuin– en fruitafval) en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval, pmd, oude metalen, houtafval, snoeihout en groenafval, afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA), autobanden, steenachtige fracties van bouw - en sloopafval en andere selectief ingezamelde afvalstoffen.

14° Harde plastics:  Alle zuivere harde plastics zoals deuren, rolluiken, buizen, dakgoten, tuinmeubelen, bloempotten, plastic kleerhangers, speelgoed, wasmanden, emmers ... ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit, met uitzondering van plastic flessen en flacons (pmd), verpakkingen van gevaarlijke producten (kga), bouw- en isolatiematerialen, tuinslang, verpakkingen van voedings- waren, plastic blisters en straps, cd’s, dvd’s en videobanden (restafval),...

15° Herbruikbare goederen: Alle door de normale werking van een particuliere huishouding ontstane afvalstoffen die worden aanvaard door het erkend Kringloopcentrum en geschikt kunnen worden gemaakt voor hergebruik, zoals meubelen, kleding, kleine huisraad, boeken, elektronische informatiedragers, speelgoed,…

16° Huishoudelijk afval: Alle afvalstoffen die ontstaan door de normale werking van de particuliere huishouding en/of afvalstoffen ontstaan door een gelijkaardige bedrijfsactiviteit.

17° Keramiek: Alle keramiek ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit zoals wc-potten, lavabo’s, tegels, stenen borden en tassen, porselein,… met uitzondering van steenafval.

18° Klein Gevaarlijk Afval (KGA): De afvalstoffen zoals opgesomd in artikel 5.2.2.1. van het VLAREMA. 

19° Kurk: Alle afvalstoffen uit kurk, afkomstig van de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit, zoals stopsels, deksels, sluitingen, tegels, wandbedekking,…

20° Oude metalen: Alle ferro- en non-ferrometalen voorwerpen ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit, met uitzondering van ferro- en non-ferroverpakkingen, kga en elektrische en elektronische toestellen.

21° Papier en karton: Kranten en tijdschriften, folders uit de plastic verpakking, printpapier en alle verpakkingen uit papier en karton die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding of ermee gelijkgestelde bedrijfsafvalstoffen, met uitzondering van vuil en vettig papier en karton, behangpapier, cellofaanpapier en aluminiumfolie en -zakjes.

22° Plastic verpakkingen, Metalen verpakkingen en Drankkartons (PMD) en drankcapsules: Flessen, flacons, schaaltjes, vlootjes, bakjes, potjes, tubes, folies, zakken, drank- en conservenblikken, spuitbussen voor voedingsmiddelen of cosmetica, aluminium bakjes en schaaltjes, deksels, doppen, kroonkurken en drankkartons, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit. De aangeboden plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons mogen geen kga, glas, etensresten of andere afvalstoffen bevatten.

23° Sloophout: Alle zuiver afvalhout afkomstig van constructiewerken, bouwmaterialen, meubilair en grote speeltuigen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit, met uitzondering van  geïmpregneerde houtsoorten (tuinmeubelen), hout vermengd met ijzer of glas, treinbilzen.

24° Snoeihout: Alle hout afkomstig van het normaal onderhoud van de tuin (met een diameter van minder dan 10 cm), haagscheersel.

25° Steenafval: Zuivere steenslag, (gewapend) beton, versteende cement, betonnen palen … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit, met uitzondering van vervuilde steenslag (bv. met grond), asfalt, keramiek, gips en kalk, cellenbeton, asbest,…

26° Textiel: Alle niet verontreinigde kleding, huishoudlinnen, woningtextiel (gordijnen, overgordijnen, tafelkleden, servetten…), beddengoed, schoeisel, handtassen en lederwaren ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit.

27° Landbouwfolie: Kuilfolie (zwart/wit/zwart-wit) of rek/wikkelfolie (groen/wit) die wordt gebruikt in het kader van een landbouw, tuinbouw- of veeteeltactiviteit.

Artikel 2:

De contantbelasting is verschuldigd door de gebruiker op basis van de kostprijs van de specifieke dienstverlening en wordt aangerekend naar gelang de soort en de hoeveelheid of het gewicht van het afval bij de huis-aan-huisinzameling, de inzameling via het recyclagepark en de sorteerstraten.

Artikel 3:

§ 1. Huis-aan-huisinzameling

De contantbelasting voor de huis-aan-huisinzameling in functie van de fractie en het volume/gewicht van de ter inzameling en verwerking aangeboden afvalstoffen wordt hieronder weergegeven. De gewichtsmeting is tot op 0,5 kg nauwkeurig.

a) Huisvuil

 

Inzameling en verwerking

 

Particulieren (euro)

KMO (euro)

Per kg gewogen huisvuil

0,30

0,30

Per aanbieding 40 L-container

0,63

NVT

Per aanbieding 120 L-container

0,63

0,63

Per aanbieding 240 L-container

1,26

1,26

Per aanbieding 360 L-container*

1,89

1,89

Per aanbieding 1100 L-container

6,40

6,40

*360 L-containers worden enkel geleverd per set van 3.

 

Gebruiksrecht container per maand

 

Particulieren (euro)

KMO (euro)

40 L-container

0,68

NVT

120 L-container

0,68

1,84

240 L-container

1,36

2,47

360 L-container

2,00

2,64

1100 L-container

3,71

7,07

 

Eenmalig container voorzien van slot (optioneel): 25 euro

 

b) Gft-afval

 

Inzameling en verwerking

 

Particulieren (euro)

KMO (euro)

Per kg gewogen gft

0,20

0,20

 

Gebruiksrecht container per maand

 

Particulieren (euro)

KMO (euro)

40 L-container

0,68

NVT

120 L-container

0,68

1,84

240 L-container

1,36

2,47

 

Eenmalig container voorzien van slot (optioneel): 25 euro

 

c) Pmd

 

Particulieren (euro)

KMO (euro)

Per zak van 60 L

0,15

0,15

Per zak van 90 L

0,20

0,20

 

d) Grofvuil

 

Particulieren (euro)

KMO (euro)

Voorijkost op afroep

12,50

12,50

Verwerking per begonnen 0,5m³

8,00

8,00

 

of

 

Particulieren (euro)

KMO (euro)

1-persoonsbed

8,00

8,00

2-persoonsbed

16,00

16,00

Zetel: 1-zit

8,00

8,00

Zetel: 2-zit

16,00

16,00

Zetel: 3-zit

24,00

24,00

Stoel (2 stuks)

8,00

8,00

(Tuin-)tafel

8,00

8,00

 

e) Papier en karton

 

Gebruiksrecht container per maand

 

Particulieren (euro)

KMO (euro)

40 L-container

0,84

NVT

240 L-container

0,84

2,47

500 L-container*

2,08

3,21

1100 L-container

4,58

7,07

*500 L-containers worden enkel in zeer specifieke gevallen toegekend, na goedkeuring door EcoWerf.

 

§ 2. Inzameling via sorteerstraat op gewicht

De contantbelasting in functie van het gewicht van de ter inzameling en verwerking aangeboden afvalstoffen in een sorteerstraat wordt hieronder weergegeven. De gewichtsmeting is tot op 0,5kg nauwkeurig.

 

 

Particulieren (euro)

KMO(euro)

Huisvuil (kg)

0,30

0,30

Gft (Kg)

0,20

0,20

Beheerskost (maand)

3,23

6,46

 

§ 3. Inzameling via DifTar recyclagepark op gewicht

 

De contantbelasting in functie van het gewicht (per kg) van de ter inzameling en verwerking aangeboden afvalstoffen op het recyclagepark wordt hieronder weergegeven.

 

 

Particulieren (euro)

KMO (euro)

Grofvuil

0,30

0,30

Gras en blad

0,20 (gratis van 1 oktober tot en met 31 december)

0,20

Harde plastics

0,08

0,12

Sloophout

0,08

0,12

Boomstronken

0,04

0,08

Snoeihout

0,04 (de eerste 300 kg is gratis)

0,08

Steenafval

0,04

0,08

Cellenbeton

0,04

0,08

Gips

0,04

0,08

Keramiek

0,04

0,08

Asbest

0,00

0,00

Autobanden

0,00

0,00

 

Landbouwfolie

0,18 euro/kg ten laste van elke land- en tuinbouwer die landbouwfolies op het recylagepark brengt.

De gemeente schrijft de land- en tuinbouwers aan. Met dit schrijven kan men zich tijdens de gecommuniceerde periodes aanbieden op één van de volgende recyclageparken: Messelbroek, Wezersebaan (Zoutleeuw), Lubbeek en Haacht.

 

Tarief grote hoeveelheden

Vanaf een totale aanvoer op jaarbasis boven de 2 000 kg worden de KMO-tarieven van toepassing op de betrokken particulier

 

 

Het minimaal aangerekende gewicht bedraagt 5 kg.

Artikel 4:

De bedragen van de belasting worden jaarlijks ingaande per 1 januari geïndexeerd en dit voor een eerste maal op 1 januari 2025, waarbij het geïndexeerde bedrag afgerond wordt op twee decimalen volgens de rekenkundige afronding (kleiner dan 5 afronding naar beneden; groter of gelijk aan 5, afronding naar boven) via onderstaande formule:

 

k= 0,4*(p/P) + 0,45*(c/C) + 0,15

 

waarbij:

P= PC121 Cat. 3.A (Ophaling afval, ledigen en reinigen van riolen, septische putten en reservoirs) op 1 januari 2023

p= PC121 Cat. 3.A (Ophaling afval, ledigen en reinigen van riolen, septische putten en reservoirs) op 1 juli van jaar x-1

C= consumptieprijsindex basisjaar 2013 op 1 januari 2023

c= consumptieprijsindex basisjaar 2013 op 1 juli van jaar x-1

x= aanslagjaar

 

Prijsherziening = (herzieningscoëfficiënt (k) - 1) * herzienbaar gedeelte

 

De herzienbare bedragen kunnen echter nooit de maximumtarieven zoals vastgesteld door OVAM overschrijden. Bij overschrijding wordt automatisch het wettelijk vastgelegde maximumtarief gehanteerd.

 

De tarieven die voor indexering in aanmerking komen zijn de basistarieven. De tarieven van gebruiksrecht en aanbieding worden pro rata berekend aan de hand van het volume van de betrokken container:

 

- voor de huis-aan-huisinzameling betreft het de tarieven kg huisvuil, kg gft, aanbieding en gebruiksrecht.

- voor de sorteerstraten betreft het de tarieven kg huisvuil, kg gft, beheerskost

- voor het recyclagepark betreft het de tarieven kg grofvuil, kg gras en blad, kg harde plastics, kg sloophout, kg snoeihout, kg cellenbeton, kg gips, kg keramiek, kg steenafval

- voor de inzameling op afroep: volume grofvuil (per 0,5 m3) en de stukprijzen

Artikel 5:

Indien het afval wordt aangeboden door een gezin dan is de belasting hoofdelijk verschuldigd door de referentiepersoon van het gezin en alle meerderjarige leden van het gezin die in de woongelegenheid van de referentiepersoon verblijven.

Indien het afval wordt aangeboden door een onderneming of vereniging dan is de belasting hoofdelijk verschuldigd door de referentiepersoon en de onderneming, zijnde iedere natuurlijke – of rechtspersoon die de onderneming uitmaakt of de leden van de vereniging, indien deze geen rechtspersoonlijkheid heeft.

Artikel 6:

§ 1. De personen die gebruikmaken van de door de gemeente voorgeschreven containers zijn de contantbelasting betreffende de inzameling en verwerking verschuldigd op het ogenblik dat de kiepbeweging van de container en het gewicht van het meegegeven afval door de ophaalwagen wordt geregistreerd. De contantbelasting betreffende het gebruik van de container is maandelijks verschuldigd.

§ 2. De gebruiker van de sorteerstraat is de contantbelasting betreffende de inzameling en verwerking van afvalstoffen verschuldigd op het ogenblik dat de gebruiker afvalstoffen aanbiedt aan de ondergrondse afvalcontainer en de elektronische toegangskaart van de gebruiker deze beweging registreert. De contantbelasting betreffende het gebruik van de sorteerstraat is maandelijks verschuldigd.

§ 3. Iedere gebruiker van een container/sorteerstraat dient vooraf een bedrag te storten op de DifTar-rekening en dit in functie van de gebruikte containers:

 

Aantal en type containers

Voorschot (euro)

1 of meerdere 40 L- of 120 L-containers of een particuliere gebruiker van een sorteerstraat en een 240 L papier en karton-container

50,00

per container van 240 L of een niet-particuliere gebruiker van een sorteerstraat

100,00

per container van 1.100 L of per set van 3.360 L containers

500,00

per 240 L papier en karton-container indien dit de enige container op het aansluitpunt is

25,00

per 1100 L papier en karton-container indien dit de enige container op het aansluitpunt is

75,00

 

§ 4. Bij elke registratie van een kiepbeweging en het gewicht van het meegegeven afval of in geval van sorteerstraat bij een gewichtsmeting, zal de contantbelasting zoals bepaald in artikel 3, in mindering worden gebracht van het vooraf betaald bedrag. De contantbelasting zal worden afgerond tot op 2 cijfers na de decimaal.

Artikel 7:

§ 1.Iedere referentiepersoon die geregistreerd staat in Aorta beschikt over een DifTar-rekening waarmee voor bepaalde dienstverleningen van EcoWerf betaald kan worden.

Zodra het beschikbare bedrag lager is dan 10,00 euro wordt een  betalingsuitnodiging gestuurd naar de referentiepersoon. Het aanzuiveren van de DifTar-rekening is mogelijk door betaling via overschrijving of door betaling met Bancontact in het recyclagepark.

De containers zullen niet meer geledigd worden of de sorteerstraat zal niet meer toegankelijk zijn van zodra de vervaldatum van de herinnering is verlopen en het beschikbare bedrag lager is dan 0 euro.

Indien de niet geledigde container niet tijdig wordt binnengehaald, kan die door of in opdracht van de gemeente worden geledigd aan het tarief vastgelegd in het gemeentelijk belastingreglement betreffende ambtshalve opruimen van sluikstorten.

Bij afmelding (verhuis, overlijden, …) wordt de DifTar-rekening gesloten en wordt het nog beschikbare bedrag teruggestort op rekeningnummer van de begunstigde, tenzij de begunstigde nog een openstaande schuld heeft aan de gemeente. Een eindafrekening wordt afgeleverd aan de begunstigde.

§ 2. De personen die gebruik maken van de voorgeschreven pmd-zakken zijn de contantbelasting verschuldigd bij de aankoop ervan op de door de gemeente vastgestelde plaats(en).

§ 3. Bij een DifTar-gewichtspark is de contantbelasting verschuldigd door de bezoeker (particulier en KMO) die de afvalstoffen aanbiedt en is betaalbaar, na gewichtsbepaling, via de DifTar-rekening of met de betaalkaart (Bancontact).

Indien het saldo van de DifTar-rekening ontoereikend is en de vervaldatum van de herinnering nog niet verlopen is, zal de bezoeker van het recyclagepark hierop attent gemaakt worden en nog slechts één maal de mogelijkheid hebben om het tarief voor betalende fracties via de DifTar-rekening te betalen. In dit geval zal ook steeds gevraagd worden om de DifTar-rekening aan te zuiveren met een minimaal bedrag dat gelijk is aan de schuld.

Indien het saldo van de DifTar-rekening ontoereikend is en de vervaldatum van de herinnering is verlopen, zal bij de ingang gevraagd worden om de DifTar-rekening aan te zuiveren met een minimaal bedrag dat gelijk is aan de schuld. Indien het saldo niet wordt aangezuiverd zal hij/zij geen toegang krijgen tot het betalend gedeelte en zal de uitgang geweigerd worden met de vraag om het openstaande saldo aan te zuiveren. Men zal ook geen gebruik meer kunnen maken van de inzameling op afroep tot het saldo werd aangezuiverd.

§ 4. Voor de vervanging van een verloren, beschadigde en/of gestolen toegangskaart of een extra toegangskaart wordt een contantbelasting gevraagd van  5,00 euro. Dit bedrag zal aangerekend worden via de DifTar-rekening.

Niet-inwoners of toekomstige inwoners van de gemeente kunnen, voor het aanbrengen van afval afkomstig vanuit de gemeente, een kaart voor het recyclagepark aanvragen bij het gemeentebestuur. De kaarten worden uitgeleend voor een periode van maximum 3 maanden tegen een waarborg van 50,00 euro.

Artikel 8:

Bij ontstentenis van betaling wordt de contantbelasting conform artikel 4, § 7 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen omgezet in een kohierbelasting.

Door de opname in een kohier verkrijgt de belasting vanaf dan alle kenmerken van een kohierbelasting, met inbegrip van een betalingstermijn van twee maanden en een bezwaartermijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

De belasting is persoonsgebonden waardoor de gemeente de mogelijkheid heeft om gebruik te maken van het positief saldo op een ander particulier ASP betreffende dezelfde persoon/referentiepersoon om het negatief saldo aan te zuiveren, alvorens over te gaan tot inkohiering.

Artikel 9:

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaar op afgiftebewijs indienen tegen deze contantbelasting bij het college van burgemeester en schepenen.

Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de datum van de contante inning/aanrekening op de DifTar-rekening.

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding gestuurd, binnen vijftien kalenderdagen na indiening ervan.

Het bezwaar wordt behandeld volgens de bepalingen van artikel 9, § 4 en 5 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. De kennisgeving van de beslissing zal de instantie vermelden waarbij, en de termijn waarbinnen, er tegen de beslissing beroep kan aangetekend worden conform artikel 10 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

Een afschrift van de beslissing zal meegedeeld worden aan EcoWerf.

Artikel 10:

Deze belasting zal definitief zijn indien geen tijdige dan wel ontvankelijke bezwaren ingediend werden.

Artikel 11:

De belastingplichtigen kunnen genieten van sociale correcties die worden toegevoegd aan de DifTarrekening van het aansluitpunt indien een inwonende behoort tot volgende categorieën:

         Geboorte: 50 euro in het geboortejaar indien de ouder waarbij het kind wordt ingeschreven gedomicilieerd is in Rotselaar op de geboortedatum van het kind.

         Geadopteerd kind waarvan het kind nog niet de leeftijd van 1 jaar heeft bereikt en indien de ouder waarbij het kind wordt ingeschreven gedomicilieerd is in Rotselaar op het tijdstip van adoptie: 50 euro in het adoptiejaar.

         Onthaalmoeders op zelfstandige basis en privékinderkribbes: 50 euro per jaar. De toekenning gebeurt automatisch op basis van de erkenningslijsten van het Vlaams Agentschap Kind en Gezin.

         Medische redenen (incontinente personen, thuisdialysepatiënten, stomapatiënten): 50 euro per jaar. De toekenning gebeurt na jaarlijkse afgifte van een medisch attest van de behandelende huisarts waarin deze op eer verklaart dat de patiënt in een van deze categorieën valt. Deze attesten moeten jaarlijks ingediend worden bij de gemeente Rotselaar.

         Leefloners: 25 euro per jaar. De personen die gerechtigd zijn op een leefloon volgens het KB van 11 juli 2002 houdend het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie. Deze sociale correctie wordt automatisch verwerkt op basis van de lijst aangeleverd door het OCMW Rotselaar.

Artikel 12:

Vanaf zijn inwerkingtreding van 1 januari 2024, vervangt dit reglement het reglement goedgekeurd door de gemeenteraad van 29 november 2022, houdende ‘Contantbelastingreglement voordeinzamelingen verwerking van huishoudelijk afval en gelijkaardigbedrijfsafval dit zowel voor de huis-aan huisinzameling, inzameling via sorteerstraten, inzameling op afroep, als de inzameling op het recyclagepark - aanslagjaar 2023 t.e.m. 2025’.

Artikel 13:

§ 1. Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2024.

Artikel 14:

Gelast het college van burgemeester en schepenen met de uitvoering van dit besluit.

Artikel 15:

Een afschrift van deze beslissing wordt aan EcoWerf bezorgd.

 

Publicatiedatum: 31/01/2024
Overzicht punten

Openbare zitting van 19 december 2023

 

7. Aanpassing factor prijssubsidie boeken december 2023 en nieuwe factor vanaf januari 2024

 

Voorgeschiedenis

         Artikel 9 van het besluit van de gemeenteraad van 17 december 2019
Bij de toepassing van prijssubsidies kan de gemeente een factor bepalen, welke als prijssubsidie wordt toegepast op de geldende tarieven, teneinde het bedrijf toe te laten om rendabel te zijn.

 

Feiten en context

         De gemeente Rotselaar is het AGB Rotselaar een prijssubsidie verschuldigd voor elk boek dat door de bibliotheek wordt ontleend.

         De prijssubsidie wordt sinds 2020 berekend op basis van het gecorrigeerde budget van de zuil vrije tijd.

         Deze prijssubsidie wordt berekend op basis van het aantal ontleende boeken vermenigvuldigd met een prijsfactor.

 

Juridische gronden

         Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

 

Argumentatie

         De nieuwe berekeningswijze van de prijssubsidie boeken past in de optimalisatieoefening van het beheer van AGB Rotselaar waarbij een winst wordt nagestreefd.

 

Bijlage

         Berekening prijssubsidie boeken

 

Besluit

 

Na beraadslaging,

20 stemmen voor: Jelle Wouters, Werner Mertens, Bart De Vos, Carine Goris, Patrick Vervoort, Nele Demuynck, Piet De Bruyn, Frans Vansteenbeeck, Ilse Michiels, Ingrid Van Steenberge, Noëlla D'hooghe, Ellen De Rijck, Liesbet Serneels, Farida Tierens, Gert Heylen, Lieve De Bondt, Bart Lemmens, Tessa Heylighen, Maarten Mommaerts en Ilse Vervloesem

5 onthoudingen: Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Heidi Pittomvils, Stella Beckx en Gunther Dereze

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt de prijssubsidie van 26,37 euro excl btw per boek goed vanaf december 2023.

Artikel 2:

De gemeenteraad keurt de prijssubsidie van 0,03 euro excl btw per boek goed vanaf januari 2024.

 

Publicatiedatum: 31/01/2024
Overzicht punten

Openbare zitting van 19 december 2023

 

8. Aanpassing aflossingstabel reeds gegeven leningen gemeente aan AGB en goedkeuring nieuwe investeringslening 2023 aan AGB

 

Voorgeschiedenis

         Het besluit van de gemeenteraad van 17 december 2019
De wijziging van de statuten en de gecoördineerde statuten van het autonoom gemeentebedrijf Rotselaar (hierna afgekort: AGB Rotselaar) worden goedgekeurd.

         Het besluit van de gemeenteraad van 17 december 2019
De beheersovereenkomst tussen de gemeente en het AGB Rotselaar wordt goedgekeurd

         Besluit van de gemeenteraad van 21 december 2021
De investeringslening van het jaar 2021 wordt goedgekeurd.

         Besluit van de gemeenteraad van 29 november 2022

         De investeringsleningen t/m 2020 worden geconsolideerd

         De investeringslening van het jaar 2022 wordt goedgekeurd

 

Feiten, context en argumentatie

         De beheersovereenkomst tussen de gemeente en het AGB Rotselaar geeft de mogelijkheid aan de gemeente om renteloze leningen toe te staan aan haar autonoom gemeentebedrijf.

         Het verlenen van kredieten door de gemeente aan het AGB Rotselaar biedt voordelen aan de beide entiteiten:

         Ze dragen bij tot een positief beschikbaar resultaat zonder fiscale consequenties.

         Ze brengen het boekhoudkundig- en het budgettair resultaat dichter bij elkaar.

         Ze maken investeringen mogelijk met een recht op aftrek van de btw.

         Om die reden is het wenselijk om de investeringen van het AGB Rotselaar te financieren door middel van renteloze leningen vanuit de gemeente.

         Elk jaar :

         Dient een nieuwe voorlopige lening te worden toegekend voor het lopende jaar op basis van de geraamde investeringen.

         Dient de voorlopige lening van het vorige jaar definitief te worden gemaakt op basis van de effectief gedane investeringen.

         Dienen de definitief geworden leningen te worden geconsolideerd met de geconsolideerde definitieve leningen van de vorige jaren teneinde een overzicht te behouden.

         Voor de leningen tot en met 2022 werd een gecorrigeerde aflossingstabel gemaakt welke rekening houdt met de resterende leningen bij de bank en met de reële economische gebruiksduur van de investeringsgoederen. Deze aflossingstabel vervangt de vorige.

         Voor de investeringen van 2023 werd een voorlopige lening toegekend op basis van de reeds gedane en de nog geplande investeringen.
Het te ontlenen bedrag aan het AGB wordt op 1.377.995,45 euro bepaald.
Van de som van 1.377.995,45 euro werd reeds een voorschot gestort op 26 juni 2023 van 1.000.000,00 euro. Rekening houdend met de nog openstaande vordering van 378.176,26 euro, als correctie van investeringslening 2022, moet er nog een bedrag van 180,81 euro teruggestort worden van AGB Rotselaar aan de gemeente.
Dit leningsbedrag en aflossingstabel kan nog in functie van de effectief gedane investeringen wijzigen op basis van de jaarrekening van 2023.

 

Juridische gronden

         Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

         Besluit van de Vlaamse regering over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen van 20 april 2018

         Beslissing BTW nr. E.T. 129.288 van 19 januari 2016
Er werd bepaald dat bijdragen van de gemeente aan het autonoom gemeentebedrijf enkel nog onder de vorm van prijssubsidies mochten gebeuren.

         Beslissing nr. 2010.047 van 30 maart 2010
Er werd bevestigd dat het renteloze karakter van een lening die wordt verstrekt door een gemeente aan een autonoom gemeentebedrijf niet wordt aangemerkt als een verkregen abnormaal of goedgunstig voordeel in hoofde van het autonoom gemeentebedrijf.

 

Bijlagen

         Overeenkomst met betrekking tot de consolidatie van de definitief vastgelegde investeringsleningen 2023

         Overeenkomst met betrekking tot de toekenning van een voorlopige investeringslening tussen gemeente en AGB 2023

 

Financiële gevolgen
Voorlopige investeringslening 2023

Uitgave:

Actieplan: 0203

Actie: 020302

Budgetsleutel: 2903004/074900

Bedrag: 1.377.995,45 euro

 

Definitieve investeringslening 2022

Uitgave:

Actieplan: 0203

Actie: 020302

Budgetsleutel: 2903004/074900

Bedrag: 778.654,06 euro wordt herzien naar 400.477.80

 

Besluit

 

Na beraadslaging,

19 stemmen voor: Jelle Wouters, Werner Mertens, Bart De Vos, Carine Goris, Patrick Vervoort, Nele Demuynck, Piet De Bruyn, Frans Vansteenbeeck, Ilse Michiels, Ingrid Van Steenberge, Noëlla D'hooghe, Ellen De Rijck, Liesbet Serneels, Farida Tierens, Gert Heylen, Lieve De Bondt, Bart Lemmens, Tessa Heylighen en Maarten Mommaerts

6 onthoudingen: Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Heidi Pittomvils, Stella Beckx, Gunther Dereze en Ilse Vervloesem

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt onderstaande aflossingstabel ten belope van een ontlening, voorlopig bepaald op 1.377.995,45 euro voor 2023, goed op basis van de reeds in het meerjarenplan 2023.01 geraamde investeringen.
Deze investeringslening zal volgend jaar herzien worden op basis van de werkelijk geboekte afschrijfbare investeringen van het jaar 2023.

Rekening houdend met het reeds ontvangen voorschot van 1.000.000,00 euro en de nog openstaande schuld van 378.176,26 euro van AGB aan gemeente, moet AGB Rotselaar nog een saldo van 180,81 euro betalen aan de gemeente.

 

Totale lening

 

1.377.995,45

 

 

 

Jaar

Aflossing

Saldo na aflossing

2023

48.853,87

1.329.141,58

2024

94.725,37

1.234.416,21

2025

97.341,20

1.137.075,01

2026

98.214,40

1.038.860,61

2027

98.214,46

940.646,15

2028

68.361,41

872.284,74

2029

37.693,36

834.591,38

2030

37.693,36

796.898,02

2031

37.693,36

759.204,66

2032

37.693,36

721.511,30

2033

33.352,69

688.158,61

2034

30.367,67

657.790,94

2035

30.367,67

627.423,27

2036

30.367,67

597.055,60

2037

30.367,67

566.687,93

2038

30.367,67

536.320,26

2039

30.367,67

505.952,59

2040

30.367,67

475.584,92

2041

30.367,67

445.217,25

2042

30.367,67

414.849,58

2043

30.367,67

384.481,91

2044

30.367,67

354.114,24

2045

30.367,67

323.746,57

2046

30.367,67

293.378,90

2047

30.367,67

263.011,23

2048

30.367,67

232.643,56

2049

30.367,67

202.275,89

2050

30.367,67

171.908,22

2051

30.367,67

141.540,55

2052

30.367,67

111.172,88

2053

30.367,67

80.805,21

2054

30.367,67

50.437,54

2055

30.367,67

20.069,87

2056

15.707,53

4.362,34

2057

3.489,09

873,25

2058

873,25

-

Artikel 2:

De gemeenteraad keurt de consolidatie van alle investeringsleningen tot en met 2022 goed, conform onderstaande aflossingstabel (samenvoeging doorgeeflening + investeringslening 2020, investeringslening 2021 en investeringslening 2022).

 

Schuld op 20/11/2023

6.708.022,76

 

 

 

Jaar

Aflossing

Saldo na aflossing

2023

380.969,66

6.327.053,10

2024

385.625,60

5.941.427,50

2025

432.003,30

5.509.424,20

2026

408.229,74

5.101.194,46

2027

383.290,95

4.717.903,51

2028

365.635,01

4.352.268,50

2029

361.116,32

3.991.152,18

2030

360.543,65

3.630.608,53

2031

359.621,33

3.270.987,20

2032

364.557,69

2.906.429,51

2033

352.851,94

2.553.577,57

2034

352.339,95

2.201.237,62

2035

352.339,94

1.848.897,68

2036

352.339,94

1.496.557,74

2037

352.339,94

1.144.217,80

2038

352.339,94

791.877,86

2039

352.339,94

439.537,92

2040

352.339,94

87.197,98

2041

7.012,31

80.185,67

2042

5.629,77

74.555,90

2043

5.629,77

68.926,13

2044

5.629,77

63.296,36

2045

5.629,77

57.666,59

2046

5.629,77

52.036,82

2047

5.629,77

46.407,05

2048

5.629,77

40.777,28

2049

5.629,77

35.147,51

2050

5.629,77

29.517,74

2051

5.629,77

23.887,97

2052

5.629,77

18.258,20

2053

5.629,77

12.628,43

2054

5.629,77

6.998,66

2055

4.762,19

2.236,47

2056

2.236,47

- 0,00

Artikel 3:

De Raad keurt de hiernavolgende overeenkomsten  in bijlage goed  en geeft machtiging aan de algemeen directeur en voorzitter om tot ondertekening van deze overeenkomst over te gaan:

 

Overeenkomst met betrekking tot de toekenning van een voorlopige investeringslening tussen gemeente Rotselaar en AGB  2023
 

Tussen:

 

De GEMEENTE ROTSELAAR, hier vertegenwoordigd door:

- De voorzitter van de gemeenteraad, zijnde de heer Werner Mertens.

- De algemeen directeur, zijnde mevrouw An Craninckx.

Tot onderhavige leningsovereenkomst gemachtigd ingevolge besluit van de gemeenteraad van 19 december 2023, waarvan een uittreksel aan deze akte zal worden gehecht.

Overeenkomstig artikel 285 e.v. van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 is dit besluit van de gemeenteraad onmiddellijk uitvoerbaar doch onderworpen aan het algemeen administratief toezicht van de provinciegouverneur;

hierna genoemd ‘uitlener’, enerzijds en

 

Het AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF ROTSELAAR, afgekort 'AGB Rotselaar', met zetel te 3110 Rotselaar, Provinciebaan 20 en ondernemingsnummer 0865.782.903, hier vertegenwoordigd door de voorzitter van de raad van bestuur, zijnde de heer Bart De Vos.

Opgericht bij besluit van de gemeenteraad van Rotselaar van drieëntwintig juni tweeduizend en drie en goedgekeurd door de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken op tweeëntwintig september tweeduizend en drie, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van twintig november nadien.

Tot onderhavige leningsovereenkomst gemachtigd ingevolge besluit van de raad van bestuur van 14 december 2023, waarvan een uittreksel aan deze akte wordt gehecht.

Overeenkomstig artikel 285 e.v. van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 is dit besluit van de raad van bestuur onmiddellijk uitvoerbaar doch onderworpen aan het algemeen administratief toezicht van de provinciegouverneur;

 

hierna genoemd ‘ontlener’, anderzijds,

 

hierna samen genoemd ‘de partijen'.

 

wordt een leningsovereenkomst gesloten met volgende voorwaarden:

 

Art. 1 – Voorwerp
De uitlener verleent een nog definitief te bepalen  lening aan de ontlener, die de lening aanvaardt, gelijk aan de hoofdsom, met de duurtijd en volgens de regeling en de voorwaarden, zoals die hierna worden bepaald.

 

Art. 2 – Hoofdsom

De ontlener erkent aan de uitlener heden de som van 1.377.995,45  euro verschuldigd te zijn.

 

Art. 3 – Doel van de lening

De lening zal uitsluitend worden aangewend ter financiering van de investeringen 2023.

Het bedrag van de lening wordt aan de ontlener ter beschikking gesteld door opnamen via de rekening-courant tussen de uitlener en de ontlener.

 

Elke aanwending van het ontleende bedrag in strijd met deze overeenkomst heeft van rechtswege de onmiddellijke opeisbaarheid van het openstaande bedrag voor gevolg.

 

Art. 4 – Duurtijd

Deze lening is toegestaan voor een termijn van 35 jaar; tot 31 december 2058.

De modaliteiten inzake termijnen, duurtijd en aflossingen zijn gebaseerd op de geraamde investeringen van het AGB.
Wanneer de definitieve investeringen zijn gekend (jaarrekening 2023) zal de lening en aflossingstabel herzien worden.

Tussen partijen is uitdrukkelijk overeengekomen dat al de bepalingen van de huidige overeenkomst na de vervaltijd van toepassing zullen blijven ingeval de terugbetaling, om het even welke reden, niet op de vastgestelde datum zou geschieden en dit zonder alsdan afbreuk te doen aan de eisbaarheid.

 

Art. 5 - Vaststelling renteloosheid

Er is door de ontlener geen enkele rente verschuldigd gedurende de volledige periode dat de lening loopt.

 

Art. 6 – Terugbetaling

De ontlener verbindt zich er toe om het ontleende bedrag conform onderstaande voorlopig bepaalde aflossingstabel terug te betalen :

 

Totale lening

 

1.377.995,45

 

 

 

Jaar

Aflossing

Saldo na aflossing

2023

48.853,87

1.329.141,58

2024

94.725,37

1.234.416,21

2025

97.341,20

1.137.075,01

2026

98.214,40

1.038.860,61

2027

98.214,46

940.646,15

2028

68.361,41

872.284,74

2029

37.693,36

834.591,38

2030

37.693,36

796.898,02

2031

37.693,36

759.204,66

2032

37.693,36

721.511,30

2033

33.352,69

688.158,61

2034

30.367,67

657.790,94

2035

30.367,67

627.423,27

2036

30.367,67

597.055,60

2037

30.367,67

566.687,93

2038

30.367,67

536.320,26

2039

30.367,67

505.952,59

2040

30.367,67

475.584,92

2041

30.367,67

445.217,25

2042

30.367,67

414.849,58

2043

30.367,67

384.481,91

2044

30.367,67

354.114,24

2045

30.367,67

323.746,57

2046

30.367,67

293.378,90

2047

30.367,67

263.011,23

2048

30.367,67

232.643,56

2049

30.367,67

202.275,89

2050

30.367,67

171.908,22

2051

30.367,67

141.540,55

2052

30.367,67

111.172,88

2053

30.367,67

80.805,21

2054

30.367,67

50.437,54

2055

30.367,67

20.069,87

2056

15.707,53

4.362,34

2057

3.489,09

873,25

2058

873,25

-

 

Art. 7 - Boete bij te late terugbetaling

Over te laat terugbetaalde bedragen is door de ontlener bij wijze van boete rente verschuldigd tegen het op dat ogenblik geldende Euribor rentepercentage (minimaal 0,00%), verhoogd met 100 basispunten, en zulks ten belope van het aantal maanden laattijdigheid waarbij iedere begonnen maand als een volledige maand zal worden aangerekend. De uitlener is bevoegd onmiddellijke betaling daarvan te verlangen.

Ingeval van niet betaling binnen de vijftien (15) dagen na aanmaning bij ter post aangetekende brief wordt het volledige bedrag der lening onmiddellijk opeisbaar en zal het gehele nog verschuldigde bedrag vermeerderd worden met de rente zoals in vorige alinea berekend.

 

Art. 8 – Opeisbaarheid

Alle uit hoofde van de lening verschuldigde bedragen kunnen met onmiddellijke ingang worden opgeëist, en de lening geldt bij opeising als opgezegd indien:

- de ontlener in strijd handelt met deze overeenkomst en het verzuim niet is te herstellen;

- de ontlener in strijd handelt met deze overeenkomst en de lener niet alsnog nagekomen heeft binnen 30 dagen na sommatie per aangetekend schrijven of een langere termijn in de sommatie genoemd, zich in regel te stellen.

 

Bij niet-naleving door de ontlener van haar verplichting(en) heeft de uitlener het recht onverminderd alle persoonlijk vorderingen en dwangmaatregelen in het algemeen verhaal uit te oefenen op al de goederen van de lener zowel roerende als onroerende. Alle kosten van beslag, inbegrepen van bewarend beslag, zijn ten laste van de lener.

 

Art. 9 - Wijzigingen

Deze leningsovereenkomst bevat de integrale overeenkomst tussen de uitlener en de ontlener en vervangt alle andere mondelinge - of schriftelijke overeenkomsten tussen de partijen. Deze overeenkomst kan enkel schriftelijk en via uitdrukkelijk akkoord tussen de partijen worden gewijzigd.

 

Art. 10 - Niet-overdraagbaarheid

Behoudens in gevallen, vermeld in onderhavige overeenkomst, kan deze overeenkomst, noch enige rechten daarin, geheel of gedeeltelijk worden overgedragen aan derde partijen.

 

Art. 11 - Toepasselijk recht

Deze leningsovereenkomst renteloze lening is onderworpen aan het Belgisch recht. Enkel de hoven en rechtbanken van de woonplaats van de uitlener zijn bevoegd.

 

Art. 12 – Splitsbaarheid

De nietigheid van één der artikelen van deze overeenkomst of een deel daarvan, tast de geldigheid van de overige bepalingen van deze overeenkomst niet aan, noch van de overeenkomst in haar geheel. Hun afdwingbaarheid blijft onverminderd tot wat wettelijk toegelaten is.

 

Ingeval van ongeldigheid of onafdwingbaarheid van enige bepaling van de overeenkomst zullen partijen te goeder trouw onderhandelen teneinde deze te vervangen door een bepaling die zoveel mogelijk hetzelfde effect teweegbrengt als de ongeldige of onafdwingbare bepaling.

 

Evenzo zullen partijen te goeder trouw onderhandelen teneinde een voor iedere partij aanvaardbare oplossing te vinden indien zich een situatie voordoet, die niet voorzien is in de overeenkomst.

 

Aldus opgemaakt en ondertekend te Rotselaar op .................................in twee originele exemplaren, waarvan elke partij erkent er één te hebben ontvangen.

 

Voor de uitlener,

An Craninckx

algemeen directeur

 

 

 

Werner Mertens

voorzitter gemeenteraad

 

 

 

Voor de ontlener,
Bart de Vos

voorzitter raad van bestuur

 

Overeenkomst met betrekking tot de consolidatie van de definitief vastgelegde investeringsleningen 2023

 

Art. 1 – Voorwerp

Consolidatie van alle definitieve investeringsleningen.

 

Art. 2 – schuld

Partijen erkennen dat de openstaande schuld aan definitief vastgestelde investeringsleningen 6.708.022,76 euro bedraagt en als volgt is samengesteld  :

         Investeringslening t/m 2020: 6 137 200,02 euro

         Investeringslening 2021: 181 187,12 euro

         Investeringslening 2022: 389 635,62 euro

 

Art. 3 – Doel van de consolidatie

De consolidatie van de reeds definitief toegestane leningen optimaliseren de aflossingen en laten toe het overzicht te behouden

 

Art. 4 – Modaliteiten 

De duurtijd, aflossingsritme  en aflossingen van de geconsolideerde leningen worden weergegeven in onderstaande tabel werden reeds bepaald bij de totstandkoming van de definitieve overeenkomsten en blijven van toepassing

 

Art. 5 – Terugbetaling

De ontlener verbindt zich er toe om het ontleende bedrag conform onderstaande voorlopig bepaalde aflossingstabel terug te betalen :

 

Schuld op 20/11/2023

6.708.022,76

 

 

 

Jaar

Aflossing

Saldo na aflossing

2023

380.969,66

6.327.053,10

2024

385.625,60

5.941.427,50

2025

432.003,30

5.509.424,20

2026

408.229,74

5.101.194,46

2027

383.290,95

4.717.903,51

2028

365.635,01

4.352.268,50

2029

361.116,32

3.991.152,18

2030

360.543,65

3.630.608,53

2031

359.621,33

3.270.987,20

2032

364.557,69

2.906.429,51

2033

352.851,94

2.553.577,57

2034

352.339,95

2.201.237,62

2035

352.339,94

1.848.897,68

2036

352.339,94

1.496.557,74

2037

352.339,94

1.144.217,80

2038

352.339,94

791.877,86

2039

352.339,94

439.537,92

2040

352.339,94

87.197,98

2041

7.012,31

80.185,67

2042

5.629,77

74.555,90

2043

5.629,77

68.926,13

2044

5.629,77

63.296,36

2045

5.629,77

57.666,59

2046

5.629,77

52.036,82

2047

5.629,77

46.407,05

2048

5.629,77

40.777,28

2049

5.629,77

35.147,51

2050

5.629,77

29.517,74

2051

5.629,77

23.887,97

2052

5.629,77

18.258,20

2053

5.629,77

12.628,43

2054

5.629,77

6.998,66

2055

4.762,19

2.236,47

2056

2.236,47

- 0,00

 

Art. 7 - Boete bij te late terugbetaling

Over te laat terugbetaalde bedragen is door de ontlener bij wijze van boete rente verschuldigd tegen het op dat ogenblik geldende Euribor rentepercentage (minimaal 0,00%), verhoogd met 100 basispunten, en zulks ten belope van het aantal maanden laattijdigheid waarbij iedere begonnen maand als een volledige maand zal worden aangerekend. De uitlener is bevoegd onmiddellijke betaling daarvan te verlangen.

Ingeval van niet betaling binnen de vijftien (15) dagen na aanmaning bij ter post aangetekende brief wordt het volledige bedrag der lening onmiddellijk opeisbaar en zal het gehele nog verschuldigde bedrag vermeerderd worden met de rente zoals in vorige alinea berekend.

 

Art. 8 – Opeisbaarheid

Alle uit hoofde van de lening verschuldigde bedragen kunnen met onmiddellijke ingang worden opgeëist, en de lening geldt bij opeising als opgezegd indien:

- de ontlener in strijd handelt met deze overeenkomst en het verzuim niet is te herstellen;

- de ontlener in strijd handelt met deze overeenkomst en de lener niet alsnog nagekomen heeft binnen 30 dagen na sommatie per aangetekend schrijven of een langere termijn in de sommatie genoemd, zich in regel te stellen.

 

Bij niet-naleving door de ontlener van haar verplichting(en) heeft de uitlener het recht onverminderd alle persoonlijk vorderingen en dwangmaatregelen in het algemeen verhaal uit te oefenen op al de goederen van de lener zowel roerende als onroerende. Alle kosten van beslag, inbegrepen van bewarend beslag, zijn ten laste van de lener.

 

Art. 9 - Wijzigingen

Deze leningsovereenkomst bevat de integrale overeenkomst tussen de uitlener en de ontlener en vervangt alle andere mondelinge - of schriftelijke overeenkomsten tussen de partijen. Deze overeenkomst kan enkel schriftelijk en via uitdrukkelijk akkoord tussen de partijen worden gewijzigd.

 

Art. 10 - Niet-overdraagbaarheid

Behoudens in gevallen, vermeld in onderhavige overeenkomst, kan deze overeenkomst, noch enige rechten daarin, geheel of gedeeltelijk worden overgedragen aan derde partijen.

 

Art. 11 - Toepasselijk recht

Deze leningsovereenkomst renteloze lening is onderworpen aan het Belgisch recht. Enkel de hoven en rechtbanken van de woonplaats van de uitlener zijn bevoegd.

 

Art. 12 – Splitsbaarheid

De nietigheid van één der artikelen van deze overeenkomst of een deel daarvan, tast de geldigheid van de overige bepalingen van deze overeenkomst niet aan, noch van de overeenkomst in haar geheel. Hun afdwingbaarheid blijft onverminderd tot wat wettelijk toegelaten is.

 

Ingeval van ongeldigheid of onafdwingbaarheid van enige bepaling van de overeenkomst zullen partijen te goeder trouw onderhandelen teneinde deze te vervangen door een bepaling die zoveel mogelijk hetzelfde effect teweegbrengt als de ongeldige of onafdwingbare bepaling.

 

Evenzo zullen partijen te goeder trouw onderhandelen teneinde een voor iedere partij aanvaardbare oplossing te vinden indien zich een situatie voordoet, die niet voorzien is in de overeenkomst.
 

Aldus opgemaakt en ondertekend te Rotselaar op .................................in twee originele exemplaren, waarvan elke partij erkent er één te hebben ontvangen.

 

Voor de uitlener,

An Craninckx

algemeen directeur

 

 

 

Werner Mertens

voorzitter gemeenteraad

 

 

 

Voor de ontlener,
Bart de Vos

voorzitter raad van bestuur

 


 

Publicatiedatum: 31/01/2024
Overzicht punten

Openbare zitting van 19 december 2023

 

9. Aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (2023.01) van het autonoom gemeentebedrijf Rotselaar - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis

         Besluit van de gemeenteraad van 17 december 2019

De gemeenteraad keurt het meerjarenplan 2020-2025 van het autonoom gemeentebedrijf goed.

         Besluit van de gemeenteraad van 15 december 2020

De gemeenteraad keurt de wijziging van het meerjarenplan 2020-2025 (2020.01) van het autonoom gemeentebedrijf goed.

         Besluit van de gemeenteraad van 21 december 2021

De gemeenteraad keurt de wijziging van het meerjarenplan 2020-2025 (2021.01) van het autonoom gemeentebedrijf goed.

         Besluit van de gemeenteraad van 20 december 2022

De gemeenteraad keurt de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (2022.01) van het autonoom gemeentebedrijf goed.

         Raadscommissie Financiën van 12 december 2023

De commissie bespreekt de voorontwerpen van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (2023.01) van het lokaal bestuur en het autonoom gemeentebedrijf Rotselaar.

 

Feiten, context en argumentatie

         Nadat een beleidsrapport van het autonoom gemeentebedrijf is vastgesteld door haar raad van bestuur, wordt het ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.

         De aanpassing van het meerjarenplan werd opgemaakt in samenwerking met de administratie en het bestuur. Alle diensten werkten hier aan mee.

         De aanpassing van het meerjarenplan bestaat uit 3 onderdelen:

         De aanpassingen van de strategische nota: de doelstellingen, actieplannen en acties, met een inhoudelijke toelichting per actie.

         De financiële nota bestaat uit de wettelijk opgelegde schema’s:

         het aangepast financieel doelstellingenplan (schema M1)

         de aangepaste staat van het financieel evenwicht (schema M2), met betrekking tot de evenwichtsvoorwaarden

         het aangepast overzicht van de kredieten (M3)

         De aangepaste toelichting bestaande uit:

         het overzicht van de ontvangsten en uitgaven naar functionele aard (T1)

         het overzicht van de ontvangsten en uitgaven naar economische aard (T2)

         de investeringsprojecten (T3)

         de evolutie van de financiële schulden (T4)

         de motivering van de wijzigingen van het meerjarenplan

         een opsomming van de financiële risico's

         de beschrijving van grondslagen en assumpties die gehanteerd werden voor de opmaak van het aangepaste meerjarenplan en de wijzigingen daarvan ten opzichte van het vorige beleidsrapport

         de verwijzing naar de documentatie

 

Juridische gronden

         Artikel 249 t.e.m. 257, 285 §1, 286 §1, 3° en 4°, 287 en 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

         Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen (BVR BBC).

         Ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.

         Omzendbrief KB/ABB 2019/4 van 3 mei 2019 betreffende de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.

         Omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 betreffende de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.

 

Besluit

 

Na beraadslaging,

17 stemmen voor: Jelle Wouters, Werner Mertens, Bart De Vos, Carine Goris, Patrick Vervoort, Nele Demuynck, Piet De Bruyn, Frans Vansteenbeeck, Ilse Michiels, Noëlla D'hooghe, Ellen De Rijck, Liesbet Serneels, Gert Heylen, Lieve De Bondt, Bart Lemmens, Tessa Heylighen en Ilse Vervloesem

8 onthoudingen: Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Ingrid Van Steenberge, Heidi Pittomvils, Farida Tierens, Stella Beckx, Gunther Dereze en Maarten Mommaerts

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (2023.01) van het autonoom gemeentebedrijf Rotselaar goed, met infra vermelde financiële kerncijfers (financieel evenwicht), zoals vastgesteld door de raad van bestuur van het autonoom gemeentebedrijf.

 

 

Beschikbaar

budgettair resultaat

Autofinancieringsmarge

 

Gecorrigeerde

autofinancieringsmarge

2020 (JR)

209.677

139.328

-346.888

2021 (JR)

15.304

-191.447

-628.710

2022 (JR)

24.095

10.135

-434.759

2023

27.521

3.425

-377.760

2024

98.456

70.935

-324.521

2025

159.105

60.649

-284.756

(2026)

221.819

62.715

-239.194

Artikel 2:

De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (2023.01) wordt, samen met de bijlagen, in digitale vorm aan de toezichthoudende overheid bezorgd.

 

Publicatiedatum: 31/01/2024
Overzicht punten

Openbare zitting van 19 december 2023

 

10. Aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (2023.01) van de gemeente - vaststelling

 

Voorgeschiedenis

         Besluit van de gemeenteraad van 17 december 2019

De gemeenteraad stelt het meerjarenplan 2020-2025 vast.

         Besluit van de gemeenteraad van 15 december 2020

De gemeenteraad stelt het meerjarenplan 2020-2025 (2020.01) vast.

         Besluit van de gemeenteraad van 21 december 2021

De gemeenteraad stelt het meerjarenplan 2020-2025 (2021.01) vast.

         Besluit van de gemeenteraad van 20 december 2022

De gemeenteraad stelt het meerjarenplan 2020-2025 (2022.01) vast.

         Raadscommissie Financiën van 12 december 2023

De commissie bespreekt de voorontwerpen van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (2023.01) van het lokaal bestuur en het autonoom gemeentebedrijf Rotselaar.

 

Feiten en context

         De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn stemmen elk over hun deel van het meerjarenplan. Nadat de raden zo het meerjarenplan elk voor hun deel hebben vastgesteld, keurt de gemeenteraad het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn goed. Door die goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel geacht definitief vastgesteld te zijn.

         De aanpassing van het meerjarenplan werd opgemaakt in samenwerking met de administratie en het bestuur. Alle diensten werkten hier aan mee.

         De aanpassing van het meerjarenplan bestaat uit 3 onderdelen:

         De aanpassingen van de strategische nota: de doelstellingen, actieplannen en acties, met een inhoudelijke toelichting per actie.

         De financiële nota bestaat uit de wettelijk opgelegde schema’s:

         het aangepast financieel doelstellingenplan (schema M1)

         de aangepaste staat van het financieel evenwicht (schema M2), met betrekking tot de evenwichtsvoorwaarden

         het aangepast overzicht van de kredieten (M3)

         De aangepaste toelichting bestaande uit:

         het overzicht van de ontvangsten en uitgaven naar functionele aard (T1)

         het overzicht van de ontvangsten en uitgaven naar economische aard (T2)

         de investeringsprojecten (T3)

         de evolutie van de financiële schulden (T4)

         de motivering van de wijzigingen van het meerjarenplan

         een opsomming van de financiële risico's

         de beschrijving van grondslagen en assumpties die gehanteerd werden voor de opmaak van het aangepaste meerjarenplan en de wijzigingen daarvan ten opzichte van het vorige beleidsrapport

         de verwijzing naar de documentatie

 

Juridische gronden

         Artikel 249 t.e.m. 257, 285 §1, 286 §1, 3° en 4°, 287 en 330 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

         Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen (BVR BBC).

         Ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.

         Omzendbrief KB/ABB 2019/4 van 3 mei 2019 betreffende de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.

        Omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 betreffende de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.

 

Besluit

 

Na beraadslaging,

14 stemmen voor: Jelle Wouters, Werner Mertens, Bart De Vos, Carine Goris, Patrick Vervoort, Nele Demuynck, Piet De Bruyn, Frans Vansteenbeeck, Ilse Michiels, Noëlla D'hooghe, Ellen De Rijck, Gert Heylen, Lieve De Bondt en Tessa Heylighen

11 onthoudingen: Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Ingrid Van Steenberge, Heidi Pittomvils, Liesbet Serneels, Farida Tierens, Stella Beckx, Gunther Dereze, Bart Lemmens, Maarten Mommaerts en Ilse Vervloesem

Artikel 1:

De gemeenteraad stelt haar deel van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (2023.01) vast, met infra vermelde financiële kerncijfers (financieel evenwicht).

 

 

Beschikbaar

budgettair resultaat

Autofinancieringsmarge

Gecorrigeerde

autofinancieringsmarge

2020 (JR)

6.099.814

910.978

1.163.597

2021 (JR)

5.092.145

1.335.888

1.689.746

2022 (JR)

3.534.311

788.316

1.259.074

2023

5.324.170

2.736.260

3.469.174

2024

3.301.122

534.623

1.054.035

2025

3.611.221

1.802.094

2.389.974

(2026)

4.660.404

2.335.952

3.192.669

Artikel 2:

Dit besluit wordt, samen met de bijlagen, in digitale vorm aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.

 

Publicatiedatum: 31/01/2024
Overzicht punten

Openbare zitting van 19 december 2023

 

11. Aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (2023.01) van het gedeelte OCMW - goedkeuring en definitieve vaststelling gemeente/OCMW

 

Voorgeschiedenis

         Besluit van de gemeenteraad van 17 december 2019

De gemeenteraad keurt het meerjarenplan 2020-2025 goed voor het gedeelte OCMW Rotselaar.

         Besluit van de gemeenteraad van 15 december 2020

De gemeenteraad keurt de wijziging van het meerjarenplan 2020-2025 (2020.01) goed voor het gedeelte OCMW Rotselaar.

         Besluit van de gemeenteraad van 21 december 2021

De gemeenteraad keurt de wijziging van het meerjarenplan 2020-2025 (2021.01) goed voor het gedeelte OCMW Rotselaar.

         Besluit van de gemeenteraad van 20 december 2022

De gemeenteraad keurt de wijziging van het meerjarenplan 2020-2025 (2022.01) goed voor het gedeelte OCMW Rotselaar.

         Raadscommissie Financiën van 12 december 2023

De commissie bespreekt de voorontwerpen van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (2023.01) van het lokaal bestuur en het autonoom gemeentebedrijf Rotselaar.

 

Feiten en context

         De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn stemmen elk over hun deel van het meerjarenplan. Nadat de raden zo het meerjarenplan elk voor hun deel hebben vastgesteld, keurt de gemeenteraad het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn goed. Door die goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel geacht definitief vastgesteld te zijn.

         De aanpassing van het meerjarenplan werd opgemaakt in samenwerking met de administratie en het bestuur. Alle diensten werkten hier aan mee.

         De aanpassing van het meerjarenplan bestaat uit 3 onderdelen:

         De aanpassingen van de strategische nota: de doelstellingen, actieplannen en acties, met een inhoudelijke toelichting per actie.

         De financiële nota bestaat uit de wettelijk opgelegde schema’s:

         het aangepast financieel doelstellingenplan (schema M1)

         de aangepaste staat van het financieel evenwicht (schema M2), met betrekking tot de evenwichtsvoorwaarden

         het aangepast overzicht van de kredieten (M3)

         De aangepaste toelichting bestaande uit:

         het overzicht van de ontvangsten en uitgaven naar functionele aard (T1)

         het overzicht van de ontvangsten en uitgaven naar economische aard (T2)

         de investeringsprojecten (T3)

         de evolutie van de financiële schulden (T4)

         de motivering van de wijzigingen van het meerjarenplan

         een opsomming van de financiële risico's

         de beschrijving van grondslagen en assumpties die gehanteerd werden voor de opmaak van het aangepaste meerjarenplan en de wijzigingen daarvan ten opzichte van het vorige beleidsrapport

         de verwijzing naar de documentatie

 

Juridische gronden

        Artikel 249 t.e.m. 257, 285 §1, 286 §1, 3° en 4°, 287 en 330 van het decreet lokaal

bestuur van 22 december 2017.

        Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen (BVR BBC).

        Ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.

        Omzendbrief KB/ABB 2019/4 van 3 mei 2019 betreffende de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.

        Omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 betreffende de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.

 

Besluit

 

Na beraadslaging,

14 stemmen voor: Jelle Wouters, Werner Mertens, Bart De Vos, Carine Goris, Patrick Vervoort, Nele Demuynck, Piet De Bruyn, Frans Vansteenbeeck, Ilse Michiels, Noëlla D'hooghe, Ellen De Rijck, Gert Heylen, Lieve De Bondt en Tessa Heylighen

11 onthoudingen: Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Ingrid Van Steenberge, Heidi Pittomvils, Liesbet Serneels, Farida Tierens, Stella Beckx, Gunther Dereze, Bart Lemmens, Maarten Mommaerts en Ilse Vervloesem

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt de aanpassing van het deel van het meerjarenplan 2020-2025 (2023.01) van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn goed, met infra vermelde financiële kerncijfers (financieel evenwicht), zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn.

Hierdoor is de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (2023.01) in zijn geheel definitief vastgesteld.

 

Gemeente en OCMW:

 

Beschikbaar

budgettair resultaat

Autofinancieringsmarge

Gecorrigeerde

autofinancieringsmarge

2020 (JR)

6.099.814

910.978

1.163.597

2021 (JR)

5.092.145

1.335.888

1.689.746

2022 (JR)

3.534.311

788.316

1.259.074

2023

5.324.170

2.736.260

3.469.174

2024

3.301.122

534.623

1.054.035

2025

3.611.221

1.802.094

2.389.974

(2026)

4.660.404

2.335.952

3.192.669

Artikel 2:

Dit besluit wordt, samen met de bijlagen, in digitale vorm aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.

 

Publicatiedatum: 31/01/2024
Overzicht punten

Openbare zitting van 19 december 2023

 

12. Mondelinge vragen

 

Publicatiedatum: 31/01/2024