Gemeente Rotselaar

Datum van de zitting: 20 december 2022

Om 20u45 tot 23u25

Mena (2de verdieping)

 

Aanwezig:

Werner Mertens, voorzitter;

Jelle Wouters, burgemeester;

Piet De Bruyn, Bart De Vos, Carine Goris, Patrick Vervoort, Nele Demuynck, schepenen;

Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Ilse Michiels, Maarten Mommaerts, Noëlla D'hooghe, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens, Lieve De Bondt, Gunther Dereze, Bart Lemmens, Tessa Heylighen, raadsleden;

An Craninckx, algemeen directeur;

 

Verontschuldigd:

 

Ellen De Rijck, Stella Beckx, Gert Heylen, raadsleden;

 

Overzicht punten

Openbare zitting van 20 december 2022

 

Goedkeuring notulen vorige vergadering

 

Juridische gronden

          Artikel 32 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De gemeenteraad keurt, mits eventuele aanpassingen, de notulen van de vorige zitting goed.

 

Besluit

 

Na beraadslaging,

22 stemmen voor: Jelle Wouters, Werner Mertens, Piet De Bruyn, Bart De Vos, Carine Goris, Patrick Vervoort, Nele Demuynck, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Ilse Michiels, Maarten Mommaerts, Noëlla D'hooghe, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens, Lieve De Bondt, Gunther Dereze, Bart Lemmens en Tessa Heylighen

Enig artikel:

De gemeenteraad keurt de notulen van de vergadering van 29 november 2022 goed.

 

Publicatiedatum: 02/02/2023
Overzicht punten

Openbare zitting van 20 december 2022

 

Aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (2022.01) van het autonoom gemeentebedrijf Rotselaar - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis

        Het voorontwerp van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van het autonoom gemeentebedrijf Rotselaar werd in de gezamenlijke raadscommissie van 13 december 2022 besproken en toegelicht.

        Besluit van de raad van bestuur van het autonoom gemeentebedrijf Rotselaar van 14 december 2020 houdende vaststelling van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (2020.01) van het autonoom gemeentebedrijf Rotselaar.

        Besluit van de raad van bestuur van het autonoom gemeentebedrijf Rotselaar van 16 december 2021 houdende vaststelling van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (2021.01) van het autonoom gemeentebedrijf Rotselaar.

        Het verslag van de gezamenlijke raadscommissie van 13 december 2022 waarbij de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (2022.01) van de gemeente en het OCMW Rotselaar en van het autonoom gemeentebedrijf Rotselaar werden besproken en toegelicht.

 

Feiten, context en argumentatie

        Nadat een beleidsrapport van het autonoom gemeentebedrijf is vastgesteld door haar raad van bestuur, wordt het ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.

        De aanpassing van het meerjarenplan bestaat uit vier onderdelen:

        de wijzigingen van de strategische nota: de doelstellingen, actieplannen en acties, met een inhoudelijke toelichting per actie.

        de financiële nota bestaat uit de wettelijk opgelegde schema’s:

        het aangepast financieel doelstellingenplan (schema M1)

        de aangepaste staat van het financieel evenwicht (schema M2), met betrekking tot de  evenwichtsvoorwaarden.

        het aangepast overzicht van de kredieten (M3)

        De aangepaste toelichting bestaat uit:

        het overzicht van de ontvangsten en uitgaven naar functionele aard (T1)

        het overzicht van de ontvangsten en uitgaven naar economische aard (T2)

        de investeringsprojecten (T3)

        de evolutie van de financiële schulden (T4)

        een opsomming van de de financiële risico's

        de beschrijving van grondslagen en assumpties die gehanteerd werden voor de opmaak van het aangepaste meerjarenplan en de wijzigingen daarvan ten opzichte van het vorige beleidsrapport

        de motivering van de wijzigingen van het meerjarenplan.

        de verwijzing naar de documentatie

 

Juridische gronden

        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid de artikelen 249 t.e.m. 257, 285 §1, 286 §1, 3°en 4°, 287 en 330.

        Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

        Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.

        De omzendbrief KB/ABB 2019/4 van 3 mei 2019 betreffende de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.

        De omzendbrief KBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 betreffende aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.

 

Besluit

 

Na beraadslaging,

16 stemmen voor: Jelle Wouters, Werner Mertens, Piet De Bruyn, Bart De Vos, Carine Goris, Patrick Vervoort, Nele Demuynck, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Ilse Michiels, Noëlla D'hooghe, Liesbet Serneels, Lieve De Bondt, Bart Lemmens en Tessa Heylighen

1 stem tegen: Gunther Dereze

5 onthoudingen: Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Maarten Mommaerts, Heidi Pittomvils en Farida Tierens

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (2022.01) van het autonoom gemeentebedrijf Rotselaar goed, met infra vermelde financiële kerncijfers (financieel evenwicht), zoals vastgesteld door de raad van bestuur van het autonoom gemeentebedrijf.

 

 

Beschikbaar

budgettair resultaat

Autofinancieringsmarge

Gecorrigeerde autofinancieringsmarge

 

 

 

 

2022

13.095

-866

-443.744

2023

9.718

6.623

-392.938

2024

6.192

-3.526

-411.292

2025

2.891

-3.301

-358.225

 

Artikel 2:

De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (2022.01) wordt, samen met de bijlagen, in digitale vorm aan de toezichthoudende overheid bezorgd.

 

Publicatiedatum: 02/02/2023
Overzicht punten

Openbare zitting van 20 december 2022

 

Aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (2022.01) van de gemeente - vaststelling

 

Voorgeschiedenis

        Het besluit van de gemeenteraad van 17 december 2019 houdende de vaststelling van het meerjarenplan 2020-2025.

        Het besluit van de gemeenteraad van 15 december 2020 houdende de vaststelling van het meerjarenplan 2020-2025-2020.01.

        Het besluit van de gemeenteraad van 21 december 2021 houdende de vaststelling van het meerjarenplan 2020-2025-2021.01.

        Het verslag van de gezamenlijke raadscommissie van 13 december 2022 waarbij de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (2022.01) van de gemeente en het OCMW Rotselaar en van het autonoom gemeentebedrijf Rotselaar werden besproken en toegelicht.

 

Feiten en context

        De aanpassing van het meerjarenplan werd opgemaakt in samenwerking met de administratie en de mandatarissen.

        Aan de aanpassingen van het meerjarenplan werkten alle diensten mee.

        De aanpassing omvat een strategische nota, een financiële nota en de toelichting.

        De strategische nota geeft per beleidsdoelstelling de prioritaire acties/actieplannen weer van het beleid binnen het meerjarenplan en een overzicht van de daaraan verbonden ontvangsten en uitgaven.

        De financiële nota omvat het financiële doelstellingenplan, de staat van het financiële evenwicht en een overzicht van de kredieten.

        De toelichting van het meerjarenplan bevat alle informatie over de verrichtingen in het ontwerp van meerjarenplan die relevant zijn voor de raadsleden om met kennis van zaken een beslissing te kunnen nemen.

        De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn stemmen elk over hun deel van het meerjarenplan.

        Nadat de raden de aanpassing van het meerjarenplan elk voor hun deel hebben vastgesteld, keurt de gemeenteraad het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn goed. Door die goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel geacht definitief vastgesteld te zijn.

 

Juridische gronden

        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid de artikelen 249 t.e.m. 257, 285 §1, 286 §1, 3° en 4°, 287 en 330.

        Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids-en beheerscyclus van de lokale besturen, inzonderheid de artikelen 14 tot en met 16 .

        Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.

        De omzendbrief KB/ABB 2019/4 van 3 mei 2019 betreffende de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.

        Omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 16 september 2020 betreffende de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen.

 

Besluit

 

Na beraadslaging,

15 stemmen voor: Jelle Wouters, Werner Mertens, Piet De Bruyn, Bart De Vos, Carine Goris, Patrick Vervoort, Nele Demuynck, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Ilse Michiels, Noëlla D'hooghe, Liesbet Serneels, Lieve De Bondt, Bart Lemmens en Tessa Heylighen

5 stemmen tegen: Jeroen Janssens, Maarten Mommaerts, Heidi Pittomvils, Farida Tierens en Gunther Dereze

2 onthoudingen: Christel Hendrix en Nico Lodewijks

Artikel 1:

De gemeenteraad stelt haar deel van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (2022.01) vast, met infra vermelde financiële kerncijfers (financieel evenwicht).

 

 

Beschikbaar

budgettair resultaat

Autofinancieringsmarge

Gecorrigeerde

autofinancieringsmarge

 

 

 

 

2022

3.668.719

179.928

648.773

2023

6.075.458

1.581.049

2.009.898

2024

5.288.224

1.446.483

1.959.132

2025

7.463.370

2.743.680

3.291.815

 

 

Artikel 2:

Dit besluit wordt, samen met de bijlagen, in digitale vorm aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.

 

Publicatiedatum: 02/02/2023
Overzicht punten

Openbare zitting van 20 december 2022

 

Aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (2022.01) van het gedeelte OCMW - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis

        Het besluit van de gemeenteraad van 17 december 2019 houdende de goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025 van het OCMW Rotselaar.

        Het besluit van de gemeenteraad van 15 december 2020 houdende de vaststelling van het meerjarenplan 2020-2025-01.

        Het besluit van de gemeenteraad van 21 december 2021 houdende de vaststelling van het meerjarenplan 2020-2025-02.

        Het verslag van de gezamenlijke raadscommissie van 13 december 2022 waarbij de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (2022.01) van de gemeente en het OCMW Rotselaar en van het autonoom gemeentebedrijf Rotselaar werden besproken en toegelicht.

 

Feiten en context

        De aanpassingen van het meerjarenplan werden opgemaakt in samenwerking met de administratie en de mandatarissen.

        Aan de aanpassingen van het meerjarenplan werkten alle diensten mee.

        De aanpassing omvat een strategische nota, een financiële nota en de toelichting.

        De strategische nota geeft per beleidsdoelstelling de prioritaire acties/actieplannen weer van het beleid binnen het meerjarenplan en een overzicht van de daaraan verbonden ontvangsten en uitgaven.

        De financiële nota omvat het financiële doelstellingenplan, de staat van het financiële evenwicht en een overzicht van de kredieten.

        De toelichting van het meerjarenplan bevat alle informatie over de verrichtingen in het ontwerp van meerjarenplan die relevant zijn voor de raadsleden om met kennis van zaken een beslissing te kunnen nemen.

        De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn stemmen elk over hun deel van het meerjarenplan.

        Nadat de raden de aanpassingen van het meerjarenplan elk voor hun deel hebben vastgesteld, keurt de gemeenteraad het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn goed. Door die goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel geacht definitief vastgesteld te zijn.

 

Juridische gronden

        Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid de artikelen 249 t.e.m. 257, 285 §1, 286 §1, 3° en 4°, 287 en 330.

        Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids-en beheerscyclus van de lokale besturen, inzonderheid de artikelen 14 tot en met 16 .

        Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.

        Omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 16 september 2020 betreffende de aanpassingen van het meerjarenplan 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen.

 

Besluit

 

Na beraadslaging,

18 stemmen voor: Jelle Wouters, Werner Mertens, Piet De Bruyn, Bart De Vos, Carine Goris, Patrick Vervoort, Nele Demuynck, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Ilse Michiels, Maarten Mommaerts, Noëlla D'hooghe, Liesbet Serneels, Farida Tierens, Lieve De Bondt, Bart Lemmens en Tessa Heylighen

1 stem tegen: Gunther Dereze

3 onthoudingen: Christel Hendrix, Nico Lodewijks en Heidi Pittomvils

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt de aanpassing van het deel van het meerjarenplan 2020-2025 (2022.01) van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn goed, met infra vermelde financiële kerncijfers (financieel evenwicht), zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn.

Hierdoor is de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (2022.01) in zijn geheel definitief vastgesteld.

 

Gemeente en OCMW:

 

Beschikbaar

budgettair resultaat

Autofinancieringsmarge

Gecorrigeerde

autofinancieringsmarge

 

 

 

 

2022

3.668.719

179.928

648.773

2023

6.075.458

1.581.049

2.009.898

2024

5.288.224

1.446.483

1.959.132

2025

7.463.370

2.743.680

3.291.815

 

Artikel 2:

Dit besluit wordt, samen met de bijlagen, in digitale vorm aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.

 

Publicatiedatum: 02/02/2023
Overzicht punten

Openbare zitting van 20 december 2022

 

Project Aquafin 22.289 Aansluiting Zallaken op Terheidelaan - verkoop aan Aquafin van deelpercelen gelegen aan de Vakenstraat, kadastraal gekend als sectie D, nummers 363Y (deel) en 363X (deel) met een totale oppervlakte van 79m² - verkoopsvoorwaarden - verkoopbelofte - overeenkomst uitwinningsvergoeding - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis

        Gemeenteraadsbeslissing van 27 oktober 2020 houdende de goedkeuring van de 'Samenwerkingsovereenkomst combinatie prioritaire werken en niet-prioritaire werken tussen Aquafin NV, het gemeentebestuur van Rotselaar en Fluvius System Operator CV' in het 'Aquafinproject 22.289 - Aansluiting Zallaken op Terheidelaan'.

        Gemeenteraadsbeslissing van 27 oktober 2020 houdende de goedkeuring van het ontwerp, het bestek en de raming in het 'Aquafinproject 22.289 - Aansluiting Zallaken op Terheidelaan'.

        Ministerieel besluit van 31 maart 2021 waarbij de oprichting van rioolwaterzuiveringsinfrastructuur in de gemeente Rotselaar van openbaar nut wordt verklaard.

 

Feiten en context

        Het Aquafinproject 22.289 'Aansluiting Zallaken op Terheidelaan' omvat de Vakenstraat, een deel van de Steenweg op Gelrode (vanaf de Kerkhofstraat tot de Beukenlaan), de Kleistraat en de Vijverstraat.

        Aquafin voorziet samen met Fluvius en de gemeente Rotselaar de aanleg van volgende infrastructuur:

        een collector (verzamelriool) voor de opvang en transport van het vuile water

        aanleg van een nieuwe gracht en inbuizingen voor het transport van het niet vervuilde hemelwater (RWA)

        gemeentelijke gescheiden rioleringsstelsels

        snelheidsremmende maatregelen en fietspaden

        Voor de plaatsing van de rioolwaterzuiveringsinfrastructuur dient Aquafin eigenaar te worden van de grond waarop deze infrastructuur geplaatst wordt, zijnde de deelpercelen gelegen aan de Vakenstraat te Rotselaar en kadastraal gekend onder Rotselaar, eerste afdeling, sectie D, nummers 363X (deel) en 363Y (deel).

 

Argumentatie

        Deze percelen maakten voorheen deel uit van het groter perceel 363M, dat door de gemeente Rotselaar bij akte verleden door notaris Triau op 24 oktober 2011, in erfpacht werd gegeven aan het autonoom gemeentebedrijf Rotselaar (hierna afgekort: AGB Rotselaar).

        De percelen 363X (deel) en 363Y (deel) worden aldus door de gemeente Rotselaar als eigenaar en het AGB Rotselaar als erfpachthouder verkocht aan Aquafin.

        Het schattingsverslag van landmeter-expert Pieter Goeron van 16 april 2021 bepaalt de waarde van het perceel op de plaats van de grondinname op 6 euro per m².

        Op het grondinnameplan van Aquafin zijn de aan te kopen percelen aangeduid als volgt:

- inneming 001: perceel 363X (deel) met een oppervlakte van 62m²

- inneming 013: perceel 363Y (deel) met een oppervlakte van 17m²

De totaal door Aquafin aangekochte oppervlakte bedraagt 79m². De prijs voor de aankoop van de percelen bedraagt op basis van het schattingsverslag aldus 474 euro. Hierop betaalt Aquafin een wederbeleggingsvergoeding van 24,5%, zijnde 116,13 euro, wat de totale aankoopprijs brengt op 590,13 euro.

        In de ontwerp-verkoopbelofte wordt door Aquafin dan ook opgenomen dat de delen van de percelen 363X en 363Y, zijnde respectievelijk de innemingen 001 en 013 op het grondinnameplan, door Aquafin worden gekocht aan de prijs van 590,13 euro.

        Deze verkoopbelofte is geldig voor een termijn van één jaar vanaf de datum van ondertekening. Aquafin staat in voor het bekomen van een bodemattest.

        Aquafin voorziet eveneens in de betaling van een vergoeding voor uitwinningsschade ten bedrage van 0,83 euro per m², hetzij in totaal 65,57 euro, zoals is opgenomen in de ontwerp-overeenkomst voor de uitwinningsvergoeding.

        De gemeente is bereid om de delen van de percelen 363X en 363Y, zoals hierboven bepaald, aan Aquafin te verkopen aan de prijs van 590,13 euro en gaat akkoord met de uitwinningsvergoeding van 65,57 euro.

        De goedkeuring van de gemeenteraad is vereist om de verkoopbelofte en de overeenkomst uitwinningsvergoeding namens de gemeente te ondertekenen.

        Notarissen Triau en Verwimp worden gelast met het opstellen van de notariële verkoopakte met de verkoopsvoorwaarden zoals hierboven uiteengezet.

 

Juridische gronden

        Artikel 41, tweede lid, 11° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad is bevoegd voor het stellen van daden van beschikking over onroerende goederen.

 

Financiële gevolgen

Ontvangst

Actieplan: 0203

Actie:020301

Budgetsleutel: 6479999/050000

Geraamd bedrag: 655,70 euro

 

Besluit

 

Na beraadslaging,

22 stemmen voor: Jelle Wouters, Werner Mertens, Piet De Bruyn, Bart De Vos, Carine Goris, Patrick Vervoort, Nele Demuynck, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Ilse Michiels, Maarten Mommaerts, Noëlla D'hooghe, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens, Lieve De Bondt, Gunther Dereze, Bart Lemmens en Tessa Heylighen

Artikel 1:

In het kader van het Aquafin project 22.289 Aansluiting Zallaken op Terheidelaan, gaat de gemeente Rotselaar als eigenaar, samen met het AGB Rotselaar als erfpachthouder, over tot de verkoop van de deelpercelen gelegen aan de Vakenstraat te Rotselaar, kadastraal gekend onder Rotselaar, eerste afdeling sectie D, nummer 363X (deel) met een oppervlakte van 62m² en nummer 363Y (deel) met een oppervlakte van 17m², respectievelijk aangeduid als inneming 001 en inneming 013 op het grondinnameplan van Aquafin van 27 juli 2021.

Artikel 2:

De verkoopprijs wordt vastgesteld op 590,13 euro, zijnde de prijs van 474 euro (79m² x 6 euro/m²) meer de wederbeleggingsvergoeding van 24,5%.

Artikel 3:

De vergoeding voor de uitwinningsschade wordt vastgesteld op 65,57 euro.

Artikel 4:

De gemeente Rotselaar en het AGB Rotselaar verdelen het totaal te ontvangen bedrag onder hen beiden volgens de verdeelsleutel: 60% voor de gemeente als eigenaar en 40% voor het AGB Rotselaar als erfpachthouder.

Artikel 5:

De gemeenteraad keurt de verkoopbelofte van Aquafin en de overeenkomst voor de vergoeding voor de uitwinningsschade goed.

Artikel 6:

Notarissen Triau en Verwimp worden gelast met het opstellen van de notariële verkoopakte met de verkoopsvoorwaarden zoals hierboven uiteengezet.

Artikel 7:

Alle kosten van en voortvloeiende uit de notariële verkoopakte worden door Aquafin gedragen.

Artikel 8:

De verkoop gebeurt met het oog op het algemeen nut, namelijk de aanleg van rioolwaterzuiveringsinfrastructuur. In toepassing van artikel 2.9.6.0.3 VFC wordt om kosteloze registratie verzocht.

Artikel 9:

De Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie wordt uitdrukkelijk ontslagen van het nemen van elke ambtshalve inschrijving.

Artikel 10:

De voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur of hun respectievelijke plaatsvervangers worden gemachtigd tot ondertekening van de verkoopbelofte; de overeenkomst voor de vergoeding van de uitwinningsschade en de notariële verkoopakte.

 

Publicatiedatum: 02/02/2023
Overzicht punten

Openbare zitting van 20 december 2022

 

Nieuwbouw jeugdhuis Mena - Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze

 

Feiten en context

  Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 19 april 2021 de ontwerpopdracht voor de opdracht “Nieuwbouw jeugdhuis Mena” toe te wijzen aan Fijn architectuur atelier bv bvba, Koetsweg 274 te 3010 Kessel-lo.

 

Juridische gronden

  De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

  De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36.

  Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

  Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

  De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

  Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

  Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

  Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

Argumenten

  In het kader van de opdracht “Nieuwbouw jeugdhuis Mena” werd een bestek met nr. 2022-I023 opgesteld door de ontwerper, Fijn architectuur atelier bv bvba, Koetsweg 274 te 3010 Kessel-lo.

  De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 599.320,09 excl. btw of € 725.177,31 incl. 21% btw.

  Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure.

 

Financiële gevolgen

Uitgave:

Jeugdhuis Mena

Actieplan: 0403

Actie: 040302

Budgetsleutel: 2210000/075000

Project: GIP11

Subproject: GIP1101

Budget meerjarenplan: € 706.659,86

Raming: € 690.177,31

 

Jeugdhuis Mena – overdekte fietsenstalling

Actieplan: 0705

Actoe: 070501

Budgetsleutel: 2300000/075000

Proejct: GIP11

Subproject: GIP1104

Budget meerjarenplan: € 25.000

Raming: € 25.000

 

Jeugdhuis Mena - bushalte

Actieplan: 0702

Actie: 070204

Budgetsleutel: 2250000/021000

Project: GIP11

Subproject: GIP1101

Budget meerjarenplan: € 20.000

Raming: € 10.000

Bijkomende kredieten worden voorzien bij de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan

 

Ontvangst

Actieplan: 0403

Actie: 040302

Budgetsleutel: 1500000/075000

Budget MJP: € 95.000

Raming: € 95.000

 

Besluit

 

Na beraadslaging,

22 stemmen voor: Jelle Wouters, Werner Mertens, Piet De Bruyn, Bart De Vos, Carine Goris, Patrick Vervoort, Nele Demuynck, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Ilse Michiels, Maarten Mommaerts, Noëlla D'hooghe, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens, Lieve De Bondt, Gunther Dereze, Bart Lemmens en Tessa Heylighen

Artikel 1:

Het bestek met nr. 2022-I023 en de raming voor de opdracht “Nieuwbouw jeugdhuis Mena”, opgesteld door de ontwerper, Fijn architectuur atelier bv bvba, Koetsweg 274 te 3010 Kessel-lo worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 599.320,09 excl. btw of € 725.177,31 incl. 21% btw.

Artikel 2:

Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de openbare procedure.

Artikel 3:

De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld, goedgekeurd en bekendgemaakt op nationaal niveau.

Artikel 4:

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het meerjarenplan, op budgetsleutel 221000/07500,  2300000/075000 en 2250000/021000 van de investeringen.

De ontvangst voor deze opdracht is voorzien in het meerjarenplan, op budgetsleutel 150000/075000.

Artikel 5:

Het krediet op budgetsleutel 2250000/021000 zal verhoogd worden bij de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan.

 

Publicatiedatum: 02/02/2023
Overzicht punten

Openbare zitting van 20 december 2022

 

Concessieovereenkomst tussen gemeente Rotselaar en TM Trajectcontrole as a Service (Macq-Trafiroad) - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis

        Het Zonale Veiligheidsplan van politiezone PZ BRT 2020-2025;

        Besluit van de gemeenteraad van 21 december 2021 over de goedkeuring van het gemeentelijke mobiliteitsplan Rotselaar 2022;

        Bespreking automatische snelheidshandhaving op de gemeenteraadscommissie openbare werken en mobiliteit van 20 oktober 2022;

        Besluit tot vaststelling van het reglement betreffende de beperkte snelheidsovertredingen op de gemeenteraadszitting van 29 november 2022;

        Besluit tot aanstelling van sanctionerend ambtenaar van de provincie Vlaams-Brabant op de gemeenteraadszitting van 29 november 2022;

        Besluit tot goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst inzake verkeershandhaving tussen de gemeente Rotselaar en de politiezone BRT op de gemeenteraadszitting van 29 november 2022.

 

Feiten en context

        Snelheidsovertredingen in het verkeer vormen een groot veiligheidsprobleem.

        In de Veiligheidsbarometer van PZ BRT 2021 met een algemene bevraging bij 447 personen blijkt dat onaangepaste snelheid als het grootste veiligheidsprobleem wordt ervaren door de bewoners. 68,75% ofwel 304 personen geven aan dat een onaangepaste snelheid een probleem is in hun buurt. Dit probleem staat duidelijk bovenaan op de lijst van verkeersproblemen.

        Dit blijkt niet enkel de grootste bezorgdheid inzake verkeer, maar ook in vergelijking met de andere veiligheidsthema's is onaangepaste snelheid in het verkeer de meest aangehaalde bekommernis van de inwoners.

        422 personen in de politiezone vulden de vraag in of ANPR-camera’s ten goede komen aan de veiligheid. 47,03% (of 198 personen) gaf hier het antwoord ‘ja’ ten opzichte van 13,27% (of 56 personen) ‘nee’.

        Zo geeft bijna de helft van de bevraagden aan dat ANPR-camera’s duidelijk ten goede komen aan de veiligheid in de politiezone terwijl er slechts 13% denkt dat dit geen effect zou hebben.

        De toegelaten snelheden handhaven door middel van trajectcontroles verhoogt de verkeersveiligheid in de gemeente Rotselaar, voornamelijk in het belang van de kwetsbare weggebruikers.

        Vanaf 1 februari 2021 is het voor lokale besturen mogelijk om kleine snelheidsovertredingen in zones waar de snelheid beperkt is tot 30 km/u of 50 km/u (minder dan 20 km/u hoger dan de snelheidslimiet) te sanctioneren via een gemeentelijke administratieve sanctie (GAS-boete).

        Het consortium TaaS (Trajectcontrole as a Service) biedt een integrale dienstverlening aan met de plaatsing, werking en onderhoud van trajectcontroles. De gemeente doet hiervoor zelf geen financiële investering.

        TM TAAS is een consortium bestaande uit de firma's Trafiroad en Macq Mobility.

        De concessieovereenkomst met TaaS bevat de volgende krijtlijnen:

        TaaS zorgt voor de installatie, ijking, onderhoud en werking van de camera's voor trajectcontrole;

        Het lokaal bestuur staat in voor het aanleveren van een energiecontract voor de camera's en een vaststeller, zijnde een operationeel lid van de politiezone PZ BRT;

        De camera's registreren snelheidsovertredingen die door de politie worden vastgesteld en worden overgemaakt aan de sanctionerend ambtenaar;

        De sanctionerend ambtenaar verwerkt de overtreding naar een GAS-boete;

        Het bedrag van de GAS-boete komt overeen met het bedrag voor onmiddellijke inningen bij dezelfde overtredingen en volgen dezelfde indexeringen. Momenteel  liggen deze bedragen tussen 53,00 EUR en 163,00 EUR, afhankelijk van de ernst van de overtreding;

        De vaste vergoeding voor TaaS bedraagt 24,00 EUR excl. btw of 29,04 EUR incl. btw per vastgestelde overtreding en wordt maandelijks gefactureerd aan de gemeente.

        De gemeente kiest de locaties waar een trajectcontrole uitgevoerd zal worden.

        De gemeente is wegbeheerder en houdt beslissingsrecht over de inrichting van de weg waar een trajectcontrole geplaatst wordt.

        Locaties waar trajecten gepland worden met gefaseerde invoering:

        Traject 1: Hellichtstraat, indienstnamedatum: 04/05/2023;

        Traject 2: Beverlaak, tussen Brouwerijstraat en grens met Tremelo, indienstnamedatum 04/05/2023;

        Traject 3: Sint-Jansstraat, tussen Tremelobaan en Werchterplein, indienstnamedatum 04/05/2023;

        Traject 4: Steenweg op Wezemaal, tussen nummer 69 en nummer 149, indienstnamedatum 04/08/2023;

        Traject 5: Walenstraat tussen Vrijheidsstraat en grens met Haacht, indienstnamedatum 04/08/2023;

        Traject 6: Hogeweg – Varentstraat, tussen Kleinstraat en Spandonck, indienstnamedatum 04/08/2023;

        Traject 7: Tremelobaan tussen nummer 2 en nummer 27, indienstnamedatum 04/11/2023;

        Traject 8: Torenstraat – Steenweg op Wezemaal, tussen Sint-Pietersstraat en Schoolstraat, Indienstnamedatum 4/11/2023;

        Traject 9: Steenweg op Nieuwrode tussen Vlasselaarweg en Groddeweg, indienstnamedatum 04/11/2023;

        Traject 10: Hogeweg tussen Kleinstraat en Tremelobaan, indienstnamedatum 04/02/2024.

        De middelen die voortkomen uit de snelheidshandhaving via GAS5 worden door de gemeente Rotselaar exclusief aangewend ten behoeve van de verkeersveiligheid, sensibilisering, mobiliteitsbeleid en de uitwerking van het gemeentelijke mobiliteitsplan en de daarbij horende acties en infrastructurele maatregelen.

 

Juridische gronden

        Artikel 40 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

        Decreet houdende diverse bepalingen over het gemeenschappelijk vervoer, het algemeen mobiliteitsbeleid, de weginfrastructuur en het wegenbeleid, en de waterinfrastructuur en het waterbeleid van 9 oktober 2020

        De wet van 16 maart 1968 inzake de politie over het wegverkeer, meer in het bijzonder artikel 29quater, zoals gewijzigd

        De wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties

        Het K.B. van 21 december 2013 tot vaststelling van de kwalificatie- en onafhankelijkheidsvoorwaarden van de ambtenaar belast met de oplegging van de administratieve geldboete en tot inning van de boetes in uitvoering van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties;

        De wet betreffende de concessieovereenkomsten van 17 juni 2016 en haar uitvoeringsbesluiten;

        Artikel 40 §1 en artikel 41 van het decreet lokaal bestuur dd. 22 december 2017 dat stelt dat de gemeenteraad haar bevoegdheden bij reglement kan toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen;

 

Bijlage

        Overeenkomst Concessie van diensten TaaS (Trajectcontrole as a Service) tussen de gemeente Rotselaar en TM TaaS (Macq-Trafiroad)

 

Adviezen

        De mobiliteitsraad gaf positief advies in de vergadering van 12 september 2022. De mobiliteitsraad staat achter de handhaving via TaaS, de geplande locaties hiervoor en de administratieve afhandeling via GAS5. Handhaving zal immers een verbetering van de verkeersveiligheid tot gevolg hebben.

 

Argumentatie

        VIAS Institute geeft aan dat er door trajectcontroles een daling van het aantal ernstige ongevallen is met meer dan 50%.

        In ongeveer één derde van alle verkeersongevallen met een dodelijke afloop speelt overdreven snelheid een rol. Trajectcontroles en vaste snelheidscamera’s hebben als doel het aantal ongevallen te verminderen door de snelheidslimieten te handhaven. Terwijl vaste snelheidscamera's de rijsnelheid op een bepaald punt meten, meet trajectcontrole de gemiddelde rijsnelheid over een langer weggedeelte.

        Uit internationaal en Belgisch onderzoek is gebleken dat zowel de vaste snelheidscamera’s als trajectcontroles een gunstige invloed hebben op de verkeersveiligheid. Vaste snelheidscamera’s verminderen het totale aantal letselongevallen met 20%. De gemiddelde vermindering van het aantal letselongevallen bij trajectcontroles ligt nog hoger. Zo is er een daling met 30% voor het totale aantal letselongevallen en zelfs 56% voor de ongevallen waarbij iemand sterft of zwaargewond is. Bovendien beperken de effecten van een trajectcontrole zich niet enkel tot de locatie waar de camera’s opgesteld staan.

        Uit een wetenschappelijke evaluatie van de 7 kilometer lange trajectcontrole op de E40 tussen Wetteren en Erpe-Mere bleek dat de snelheid op het traject daalde met gemiddeld 5 km per uur ten opzichte van de situatie voordien. Het aantal overtreders en zware overtreders daalde respectievelijk met gemiddeld 71% en 85%. Ook in een ruime zone voor en na de trajectcontrole daalde de snelheid en het aantal overtredingen De metingen gaven ook aan dat het systeem leidt tot een veel gelijkmatiger snelheidsprofiel.

 

Concessie

        Het consortium TaaS is de enige aanbieder van een gelijkaardige totale dienstverlening inzake trajectcontrolesystemen.

        Het consortium TaaS neemt de volledige investeringskost en onderhoudskost op zich. De gemeente moet zelf geen financiële provisies voorzien voor de aankoop, de ijking en het onderhoud van de infrastructuur. Zo ligt het financiële risico van de investering ligt integraal bij het consortium TaaS en niet bij de gemeente. 

        Door gebruik te maken van de diensten van het consortium TaaS kan de gemeente zonder financieel risico en op korte termijn snelheidshandhaving realiseren op meerdere locaties. De gemeente kan daarbij, zoals omschreven in de concessieovereenkomst, autonoom de meest gewenste trajecten kiezen.

        Het consortium TaaS garandeert door haar integrale dienstverlening bovendien een volledige ontzorging van de gemeentelijke diensten.

 

Ontvangst

Actieplan: 0703

Actie: 070301

Budgetsleutel:

        rekening: 7450200

        beleidsitem: 048000

Geraamd bedrag: €117.000,00

 

Uitgave

Actieplan: 0701

Actie: 070101

Budgetsleutel:

        rekening: 2250000

        beleidsitem: 020000

Geraamd bedrag: €130.000,00

 

Besluit

 

Na beraadslaging,

12 stemmen voor: Jelle Wouters, Werner Mertens, Piet De Bruyn, Bart De Vos, Carine Goris, Patrick Vervoort, Nele Demuynck, Frans Vansteenbeeck, Ilse Michiels, Noëlla D'hooghe, Lieve De Bondt en Tessa Heylighen

3 stemmen tegen: Jeroen Janssens, Maarten Mommaerts en Farida Tierens

7 onthoudingen: Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Jeroen Degent, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Gunther Dereze en Bart Lemmens

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt de overeenkomst 'Concessie van diensten TaaS (Trajectcontrole as a Service) tussen de gemeente Rotselaar en TM TaaS (Macq-Trafiroad) goed.

Artikel 2:

Het college van burgemeester en schepenen wordt gemandateerd om trajecten in het kader van de trajectcontrole, zoals opgenomen in de voorliggende overeenkomst, aan te passen of nieuwe trajecten toe te voegen, en dit met het oog op het verhogen van de verkeersveiligheid.

 

Publicatiedatum: 02/02/2023
Overzicht punten

Openbare zitting van 20 december 2022

 

Uitleenreglement – Uitleendienst gemeente Rotselaar - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis

        Het besluit van de gemeenteraad van 29 juni 2021

De gemeenteraad keurt het reglement van de gemeentelijke uitleendienst goed.

 

Feiten en context

        Binnen het kader van het reglement van de gemeentelijke uitleendienst kunnen, enerzijds, erkende verenigingen of instanties van de gemeente Rotselaar en, anderzijds, erkende verenigingen of instanties van de intergemeentelijke culturele samenwerking (IGCS) beroep doen op de gemeentelijke uitleendienst voor het organiseren van activiteiten.

        De provinciale uitleendienst heeft een ruim aanbod aan technisch materiaal dat wordt gepromoot bij alle lokale verenigingen. Het aanbod van de gemeentelijke uitleendienst wordt hierop afgestemd, waardoor infrastructureel materiaal in het gemeentelijk aanbod wordt voorzien.

 

Juridische gronden

        Artikel 40 §3 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast.

 

Argumentatie

        Het stelselmatig vernieuwen en/of uitbreiden van het materiaal van de gemeentelijke uitleendienst is een actie binnen het meerjarenplan 2020-2025.

        Omwille van een nieuwe reglementering voor het plaatsen van standpijpen voor waterafname bij drinkwaterbedrijf de Watergroep kunnen standpijpen voor waterafname enkel nog worden geplaatst door deskundigen. Bijgevolg worden standpijpen voor waterafname enkel nog geplaatst door deskundig personeel van de technische uitvoeringsdienst.

        Naar aanleiding van het zonaal evenementenreglement, opgesteld door de Hulpverleningszone Vlaams-Brabant Oost en goedgekeurd door de gemeenteraad op 22 februari 2022, is het noodzakelijk om ook het uitleenreglement verder te optimaliseren door integratie van blusapparaten ten voordele van de gebruikers van de gemeentelijke uitleendienst.

 

Besluit

 

Na beraadslaging,

22 stemmen voor: Jelle Wouters, Werner Mertens, Piet De Bruyn, Bart De Vos, Carine Goris, Patrick Vervoort, Nele Demuynck, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Ilse Michiels, Maarten Mommaerts, Noëlla D'hooghe, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens, Lieve De Bondt, Gunther Dereze, Bart Lemmens en Tessa Heylighen

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt het hiernavolgend uitleenreglement van de gemeentelijke uitleendienst goed:

Het uitleenreglement van de gemeentelijke uitleendienst maakt integraal deel uit van elke overeenkomst tussen de gemeente Rotselaar, als uitlener, en elke andere vereniging of instantie als ontlener.

1. De uitgeleende goederen kunnen enkel worden aangewend door een erkende vereniging of instantie van de gemeente Rotselaar en door een erkende vereniging of instantie van de Intergemeentelijke Culturele Samenwerking (IGCS). Van deze regel kan enkel worden afgeweken na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen (CBS).

2. Alle gratis te ontlenen goederen staan vermeld in een lijst met uitleenmaterialen op de gemeentelijke website.

3. Bij het ontlenen van een goed verleent de gemeente Rotselaar steeds een machtiging naar de vereniging of instantie met vermelding van de uitleentermijn. Indien een activiteit niet plaatsvindt en bijgevolg het ontleende goed niet meer nodig is, dient de ontlener tijdig (minimaal 3 werkdagen voor de geplande activiteit) het bevestigde materiaal te annuleren door middel van een melding op de eerder bezorgde machtiging.

4. De ontlener moet volgende richtlijnen ten allen tijde strikt naleven:

- Ontleende goederen moeten in oorspronkelijke staat worden terugbezorgd.

- Voor ontleende goederen moet worden gezorgd als een goede huisvader.

- Bij gebruik van ontleende goederen moet de gebruiksaanwijzing strikt worden opgevolgd.

- In geen enkel geval mogen ontleende goederen worden ter beschikking gesteld van derden.

- Alle ontleende materialen moeten op dezelfde wijze (correct gestapeld) en op dezelfde locatie van levering en tijdig (conform de machtiging van uitleentermijn) door de ontlener worden aangeboden bij ophaal door de technische uitvoeringsdienst.

5. De gemeente Rotselaar kan niet worden aansprakelijk gesteld bij een mogelijk defect of storing van een uitgeleend goed, mits de ontlener bij ontvangst van het goed een eerder gebrek of defect niet vooraf heeft gemeld bij de technische dienst. Ook kan de gemeente Rotselaar niet aansprakelijk worden gesteld voor ongevallen en schade die voortvloeien uit het gebruik van ontleende goederen.

6. De laatst genoteerde ontlener neemt er kennis van dat hij persoonlijk aansprakelijk wordt gesteld voor eventuele schade, verlies, diefstal of vernietiging van ontleende goederen. De gemeente Rotselaar zal de kosten die voortvloeien uit schade, verlies, diefstal of vernietiging van ontleende goederen terugvorderen van de ontlener.

- Bij schade: de herstellingskosten.

- Bij verlies, diefstal of vernietiging: de geschatte prijs.

In beide gevallen baseert de gemeente Rotselaar zich op de bevindingen van een deskundige.

7. Ontleende goederen (voorbeelden: podiumelementen, tafels, banken, klapstoelen, statafels, nadars en bekercollectoren) worden door de gemeentelijke technische uitvoeringsdienst enkel tijdens werkdagen aan Rotselaarse verenigingen of instanties afgeleverd. Dit is beperkt tot leveringsadressen op het grondgebied Rotselaar. Vanaf het aflevermoment is de ontlener persoonlijk aansprakelijk voor het ontleende goed. Voor leveringsadressen buiten Rotselaar moet de vereniging of instantie ten allen tijde de goederen zelf ophalen na afspraak met de verantwoordelijke van de technische uitvoeringsdienst.

8. Een uitzondering wordt gemaakt bij het ontlenen van een muziekinstallatie, een blusapparaat of een tent. Deze goederen moeten door alle verenigingen en instanties zelf worden afgehaald op de technische uitvoeringsdienst, Beversluis 7 te 3110 Rotselaar. Afhalen kan uitsluitend na afspraak tijdens de openingsuren (maandag t.e.m. donderdag van 9u tot 12u en van 13u tot 16u, vrijdag enkel van 9u tot 12u). Uitgeleende goederen dienen de eerstvolgende werkdag na de activiteit voor 12 uur te worden teruggebracht (voor het terugbrengen van tenten kan dit uiterlijk tot de eerstvolgende tweede werkdag). Bij het ontlenen van een standpijp voor waterafname wordt de standpijp geplaatst en opgehaald door de technische uitvoeringsdienst en wordt het waterverbruik door de technische uitvoeringsdienst gefactureerd (conform de dan geldende watertarieven) aan de ontlener.

Bij het niet respecteren van de uitleentermijn wordt aan de ontlener een forfaitaire schadevergoeding van 100 euro aangerekend.

9. Een andere uitzondering wordt gemaakt bij het ontlenen van tentoonstellingspanelen. Deze kunnen enkel worden ontleend voor kunsttentoonstellingen. De panelen worden geleverd en geplaatst (enkel tijdens werkuren) door de technische uitvoeringsdienst.

In geen enkel geval kan de ontlener zelf de panelen (ver)plaatsen!

10. Niet voorziene betwistingen inzake de gemeentelijke uitleendienst worden voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen.

11. In uitzonderlijke gevallen kan het college van burgemeester en schepenen een verstrekte machtiging herroepen en het ontleende goed terugvorderen. Indien dit gebeurt motiveert het college van burgemeester en schepenen deze beslissing.

Artikel 2:

Het uitleenreglement van de gemeentelijke uitleendienst treedt in werking op 1 januari 2023 na bekendmaking overeenkomstig artikel 286 van het decreet over het lokaal bestuur.

 

Publicatiedatum: 02/02/2023
Overzicht punten

Openbare zitting van 20 december 2022

 

Toekenning toelage Steenen Muur vzw - aanleg wijngaard op Wijngaardberg

 

Voorgeschiedenis

        Aanvraag van Steenen Muur vzw tot een toelage voor de aanleg van een wijngaard op de Wijngaardberg.

 

Feiten en context

        In het begin van de jaren negentig lag de ijzerzandstenen muur boven op de Wijngaardberg erg verkommerd bij. Om te voorkomen dat de stenen muur zou verdwijnen, nam de gemeente Rotselaar het initiatief om de stenen muur te laten klasseren als monument (9 maart 1995). Om de unieke wijnmuur beter te ontsluiten en opnieuw in de aandacht te brengen ondernam de gemeente Rotselaar een aantal acties. In de loop van 1998 werden nieuwe wandelpaden aangelegd op de zuidflank van de Wijngaardberg en werden er opnieuw wijngaarden aangelegd. Zo kreeg de muur zijn vroegere functie terug, namelijk het beschermen van de wijngaarden tegen de noordenwind. Om de ontsluiting helemaal te voltooien werd het voormalige gemeentehuis van Wezemaal omgevormd tot bezoekerscentrum van de Hagelandse wijn. De gewelfde benedenverdieping werd door Steenen Muur vzw ingericht als degustatieruimte en wijnkelder.

        Steenen Muur vzw ontstond uit het project ‘Ontsluiting van de Wijngaardberg in Wezemaal’ van de gemeente Rotselaar. Steenen Muur vzw startte haar werking in 1997. Reeds 25 jaar lang baat Steenen Muur vzw enkele wijngaarden uit op de Wezemaalse Wijngaardberg, bottelen ze wijn die jaarlijks in de prijzen valt tijdens de uitreiking van 'de beste Brabantse wijnen' van de Commanderij Hageland en ontvangen ze wekelijks tal van groepen in de wijnkelder van het bezoekerscentrum van de Hagelandse wijn voor een wijnproeverij en wandeling op de Wijngaardberg. Hierdoor zorgt de socio-culturele vereniging mee voor de toeristische promotie van de wijncultuur in het Hageland, in de gemeente Rotselaar en in deelgemeente Wezemaal in het bijzonder.

        Steenen Muur vzw is reeds 25 jaar actief op de flanken van de Wijngaardberg. De vereniging doet er aan wijnbouw en gebruikt de wijnen voor het organiseren van degustaties in de wijnkelder van het bezoekerscentrum van de Hagelandse wijn, gecombineerd met begeleide wandelingen naar de Wijngaardberg.

        De wandelingen op de Wijngaardberg hebben de afgelopen jaren enorm aan populariteit gewonnen. Ook het aantal groepsbezoeken in het bezoekerscentrum en wijnproeverijen in de wijnkelder neemt toe. Om een voldoende grote wijncapaciteit te behouden en om aan de vraag naar wijnproeverijen te kunnen voldoen, was het noodzakelijk de wijngaard uit te breiden.

        Steenen Muur vzw legde daarom een nieuwe wijngaard aan op de Wijngaardberg, gelegen langs de Weg beneden de Wijngaard, perceel sectie B, 199K7, aansluitend aan de bestaande wijngaard en met een oppervlakte van 30 are en vraagt hiervoor een subsidie aan de gemeente.

 

Juridische gronden

        Artikel 41, tweede lid, 23° van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad is bevoegd voor het toekennen van nominatieve subsidies.

 

Argumentatie

        Steenen Muur vzw is door de organisatie van begeleide wandelingen op de Wijngaardberg en het aanbieden van groepsbezoeken met wijnproeverijen al jarenlang een belangrijke partner voor de toeristische promotie binnen de gemeente Rotselaar en in deelgemeente Wezemaal in het bijzonder.

        Met de aanleg van een nieuwe wijngaard op de Wijngaardberg, die ook wordt opengesteld voor toeristische doeleinden, vergroot het toeristische potentieel en de aantrekkelijkheid van de gemeente Rotselaar als toeristische wijngemeente in het Hageland.

        De aanleg van de nieuwe wijngaard garandeert een voldoende grote wijnproductie, waardoor de wijnproeverijen in de wijnkelder van het bezoekerscentrum ook in de toekomst kunnen blijven plaatsvinden.

        Er kan derhalve ingegaan worden op de vraag van de Steenen muur vzw toe het toekennen van een subsidie van 2.500 euro voor de aanleg van de nieuwe wijngaard.

 

Financiële gevolgen

Uitgave

Actieplan: 0404

Actie: 040401

Budgetsleutel: 6143007/0520/052000

Laatst goedgekeurd budget: 4.050,00 euro (+ 2.950,00 euro bij budgetwijziging)

Beschikbaar budget: 259,10 euro

Geraamd bedrag: 2.500,00 euro

 

Besluit

 

Na beraadslaging,

16 stemmen voor: Jelle Wouters, Werner Mertens, Piet De Bruyn, Bart De Vos, Carine Goris, Patrick Vervoort, Nele Demuynck, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Frans Vansteenbeeck, Ilse Michiels, Noëlla D'hooghe, Heidi Pittomvils, Lieve De Bondt, Gunther Dereze en Tessa Heylighen

3 stemmen tegen: Jeroen Degent, Liesbet Serneels en Bart Lemmens

3 onthoudingen: Jeroen Janssens, Maarten Mommaerts en Farida Tierens

Artikel 1:

De gemeenteraad verklaart zich akkoord voor het toekennen van een toelage aan Steenen Muur vzw voor de aanleg van een nieuwe wijngaard op de Wijngaardberg ten bedrage van 2.500 euro.

Artikel 2:

De financieel directeur kan tot betaling van dit bedrag op rekeningnummer BE12850826323392 van Steenen Muur vzw, overgaan.

Artikel 3:

De beslissing wordt overgemaakt aan dhr. Theo Peeters, secretaris van Steenen Muur vzw.

 

Publicatiedatum: 02/02/2023
Overzicht punten

Openbare zitting van 20 december 2022

 

Goedkeuring wedstrijdreglement - Eindejaarsactie 'Hier is 't te doen' 2022-2023 - i.s.m. provincie Vlaams-Brabant

 

Feiten, context en argumentatie

        De promoactie betreft een wedstrijd waaraan prijzen zijn verbonden en loopt onder de ludieke slogan "Hier is 't te doen".

        Voor de eindejaarsactie wordt er nauw samengewerkt met Unizo Rotselaar

        De gemeente bepaalt in samenspraak met Unizo Rotselaar het aantal winnaars, de waarde en vorm van de prijzen.

        Zowel de gemeente Rotselaar als Unizo Rotselaar stellen hiervoor een budget van € 500 ter beschikking. Daarnaast voorziet de gemeente Rotselaar 4 cadeaucheques van 'Logeren in Vlaanderen Vakantieland', telkens voor een bedrag van € 100.

        De wedstrijd wordt niet ingericht als kansspel.

        De organisator, provincie Vlaams-Brabant, stelde een reglement op waarin de verbintenissen en de rechten van alle betrokken partijen worden bepaald. Door deelname aan deze provinciale actie, aanvaardt de gemeente Rotselaar de bepalingen in dit reglement.

        In overeenstemming met de bepalingen van het hiervoor genoemde reglement, is het wenselijk dat de gemeente Rotselaar een wedstrijdreglement opmaakt waarin de specifieke bepalingen worden opgenomen, die voor de handelaars en deelnemers in Rotselaar van toepassing zijn.

 

Juridische gronden

        Artikel 40 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Financiële gevolgen

Uitgave (voor de prijzen ter waarde van € 500,00. Cadeaubonnen 'Logeren in Vlaanderen Vakantieland' werden reeds in 2021 aangekocht.)

Actieplan: 0104

Actie: 010401

Budgetsleutel: 2023/6139999/050000

Laatst goedgekeurd budget: € 3.000,00

Beschikbaar budget: € 3.000,00

Geraamd bedrag: € 500,00

 

Besluit

 

Na beraadslaging,

22 stemmen voor: Jelle Wouters, Werner Mertens, Piet De Bruyn, Bart De Vos, Carine Goris, Patrick Vervoort, Nele Demuynck, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Ilse Michiels, Maarten Mommaerts, Noëlla D'hooghe, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens, Lieve De Bondt, Gunther Dereze, Bart Lemmens en Tessa Heylighen

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt het volgende wedstrijdreglement voor de eindejaarsactie 'Hier is 't te doen' goed:

Algemeen

1)      De gemeente Rotselaar neemt deel aan de eindejaarspromotieactie van de provincie Vlaams-Brabant waarvan de procedures in dit reglement worden uiteengezet.

2)      De eindejaarsactie ‘Hier is ’t te doen’ in Vlaams-Brabant begint op 15 december 2022 en eindigt op 15 januari 2023.

Verbintenissen van de Provincie

3)      Volgende tools worden door de provincie Vlaams-Brabant gratis ter beschikking gesteld aan de gemeente Rotselaar:

          opmaak van een advertentie voor inlassing in gemeentelijk infoblad (A4 advertentie)

          digitale communicatie voor de gemeentelijke website en facebookpagina

          digitale campagne informeren handelaars

          A2 affiches

          A5 flyers

          deelnamekaarten

          deelnamekaarten promotour

          promotour komt 1 keer per gemeente langs tijdens de actieperiode

          digitale app Happy Hageland

          1 cadeaubon t.w.v. 25 euro

          persmoment start promotieactie

          persbericht

4)      De verdeling van het promotiemateriaal aan de gemeente Rotselaar gebeurt door de provincie.

Verbintenissen van de deelnemende Gemeente

5)      De gemeente Rotselaar plaatst de advertentie voor de promotieactie in de gemeentelijke communicatiekanalen. Unizo Rotselaar promoot eveneens de actie via de eigen kanalen.

6)      De gemeente Rotselaar financiert naar eigen keuze de prijzen verbonden aan de promoactie. Het bepalen van het bedrag, de aard en de vorm van de prijzen gebeurt in overleg met Unizo Rotselaar.

7)      De gemeente Rotselaar schrijft de lokale handelaars aan met de vraag om deel te nemen aan de actie.

8)      De gemeente Rotselaar levert aan de provincie een lijst van deelnemende handelaars aan de eindejaarsactie, conform de bepalingen van de GDPR-wetgeving. Op basis van deze lijst worden de QR-codes gegenereerd per deelnemende handelaar.

9)      De gemeente Rotselaar levert aan de provincie een lijst met de gewenste hoeveelheid aan promomateriaal.  

10)  De gemeente Rotselaar levert, in samenwerking met Unizo Rotselaar, het door de provincie bezorgde promomateriaal aan de deelnemende handelaars.   

Inhoud van de Eindejaarsactie

11)  De actie gebeurt door middel van het verzamelen van deelnamebonnen of scans tijdens de actieperiode. Het verzamelen van deelnamebonnen wordt door de gemeente Rotselaar zelf georganiseerd en valt niet onder de verantwoordelijkheid van de provincie Vlaams-Brabant.  De scans worden via het digitaal systeem automatisch verzameld conform de GDPR-regels. 

12)  De uitreiking van de cadeaubonnen/prijzen wordt door de gemeente Rotselaar zelf georganiseerd, in samenspraak met Unizo Rotselaar.

13)  Er is maximum 1 cadeaubon/prijs per persoon te winnen. De winnaars moeten de cadeaubonnen afhalen op een door de gemeente Rotselaar bepaalde locatie. Indien de winnaar zijn cadeaubon/prijs niet binnen de 60 kalenderdagen na de verwitting van de winnaars heeft opgehaald, wordt hij/zij geschrapt als winnaar en heeft hij/zij geen recht meer op de cadeaubon/prijs. 

14)  Elke deelnemer aan de actie verleent automatisch toestemming voor het gebruik van zijn gegevens met het oog op publicitaire doeleinden die betrekking hebben op de eindejaarsactie, welke loopt van 15 december 2022 tot 15 januari 2023.

15)  Als in geval van overmacht (o.a. corona) de actie ingekort, gewijzigd, geannuleerd of uitgesteld dient te worden of de prijzen moeten gewijzigd worden, kunnen de provincie noch de gemeente Rotselaar, hiervoor in geen geval verantwoordelijk worden gesteld.

16)  In geval van misbruiken, misleiding of bedrog behouden de provincie en de gemeente Rotselaar zich uitdrukkelijk het recht voor om de betrokken deelnemer(s) zonder meer van deelname aan deze actie uit te sluiten.

Aansprakelijkheid

17)  De provincie/de gemeente Rotselaar kunnen niet aansprakelijk worden gesteldvoor eventuele ongevallen, lichamelijke, materiele, of andere schade die een deelnemer tijdens zijn deelname aan de promoactie heeft opgelopen.

18)  Deze actie gaat niet door als kansspel.

19)  Over de actie worden geen briefwisseling noch telefoongesprekken gevoerd. Alle bijkomende mededelingen en/of publicaties in verband met deze promotieactie gelden als punt van het reglement.

20)  Deelname aan de promotieactie houdt de aanvaarding in zonder voorbehoud van onderhavig reglement.

V.U. : gemeente Rotselaar, Provinciebaan 20, 3110 Rotselaar.

Artikel 2:

Een kopie van het wedstrijdreglement zal gepubliceerd worden op de website van de gemeente Rotselaar en zal bezorgd worden aan de deelnemende handelaars en aan Unizo Rotselaar.

 

Publicatiedatum: 02/02/2023
Overzicht punten

Openbare zitting van 20 december 2022

 

Reglement terbeschikkingstelling gemeentelijke schoolsportzalen Rotselaar - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis

        Het besluit van de Raad van Bestuur van het AGB Rotselaar van 25 maart 2013 over het tarievenreglement Rotselaarse sportaccommodaties.

        Het besluit van de Raad van Bestuur van het AGB Rotselaar van 22 mei 2013 over het gebruikersreglement gemeentelijke turnzalen voor sportactiviteiten.

 

Feiten, context en argumentatie

        In de gemeente Rotselaar zijn er meerdere gemeentelijke schoolsportzalen die naschools verhuurd worden aan verenigingen, organisaties en particulieren voor het organiseren van activiteiten.

        De gemeente Rotselaar wenst de schoolsportinfrastructuur, centraal gelegen binnen de verschillende deelgemeenten van de gemeente Rotselaar, verder uit te baten met als doelstelling om via deze ontmoetingsplaatsen een zo breed mogelijk vrijetijdsaanbod te creëren op ieders maat voor elke vereniging, organisatie of (niet-)inwoner.

        Erkende Rotselaarse verenigingen worden gestimuleerd door hen een voordeliger tarief toe te kennen.

        De opvolging van naschoolse reservaties van de gemeentelijke schoolsportzalen gebeurt door de sportdienst, na overleg met de directies van de gemeentelijke scholen.

        Enerzijds naar externe communicatie toe, ten aanzien van de gebruiker, worden de artikels binnen de huidige reglementering verder geoptimaliseerd en duidelijker geformuleerd. Door anderzijds het optimaliseren van het reglement en de tarieven resulteert dit in een betere samenwerking tussen de verschillende gebruikers, de verschillende scholen en de gemeente Rotselaar. Dit reglement betreft dus een integratie van gebruikers- en tarievenreglement.

        Voor het optimaliseren van de uitbating van de gemeentelijke schoolsportzalen is het bijgevolg noodzakelijk om het bestaande tarievenreglement te herbekijken, rekening houdende met volgende parameters:

        Sinds 2013 zijn de tarieven niet meer aangepast noch geïndexeerd;

        De stijgende kosten voor de uitbating en het onderhoud van de gemeentelijke schoolsportzalen.

        De recente vernieuwingen en investeringen van de schoolsportzalen.

 

Juridische gronden

        Artikel 40 §3 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglement vast.

 

Besluit

 

Na beraadslaging,

19 stemmen voor: Jelle Wouters, Werner Mertens, Piet De Bruyn, Bart De Vos, Carine Goris, Patrick Vervoort, Nele Demuynck, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Ilse Michiels, Noëlla D'hooghe, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Lieve De Bondt, Gunther Dereze, Bart Lemmens en Tessa Heylighen

3 onthoudingen: Jeroen Janssens, Maarten Mommaerts en Farida Tierens

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt het hiernavolgend reglement terbeschikkingstelling gemeentelijke schoolsportzalen goed.

Deze terbeschikkingstellingsvoorwaarden maken integraal deel uit van elke overeenkomst tussen de ‘Gemeente Rotselaar’ als eerste partij en elke andere persoon, vereniging of instantie als tweede partij met name ‘de gebruiker’.

1. Gemeentelijke schoolsportzalen:

Het ter beschikking stellen van onderstaande sportzalen kan worden aangewend door elke individuele persoon, vereniging of instantie. Van deze regel kan enkel worden afgeweken na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen.

        Schoolsportzaal GBS De Straal Rotselaar

        Adres: Kapelstraat 45, 3110 Rotselaar

        Kenmerken: lengte 20 meter / breedte 10 meter / hoogte 5 meter.

        Schoolsportzaal GBS De Kameleon Werchter

        Adres: Sint-Jansstraat 82-87, 3118 Werchter

        Kenmerken: lengte 20 meter / breedte: 12 meter / hoogte 7 meter.

        Schoolsportzaal GBS Het Nest Wezemaal

        Adres: Steenweg op Nieuwrode 43, 3111 Wezemaal

        Kenmerken: parketvloer / lengte 18 meter / breedte 12 meter / hoogte 6 meter.

2. Terbeschikkingstelling van een infrastructuur:

De terbeschikkingstellingsperiode omvat telkens een volledig sportseizoen, lopende van 1 augustus tot en met 31 juli.

Elke aanvraag voor frequent (wekelijks of tweewekelijks) gebruik van een schoolsportzaal moet voor 1 april ingediend worden bij de sportdienst van de gemeente Rotselaar via het daartoe voorziene aanvraagformulier.

Elke aanvraag voor occasioneel gebruik van een schoolsportzaal moet ingediend worden bij de sportdienst van de gemeente Rotselaar. Een toelating voor occasioneel gebruik van een schoolsportzaal wordt door de sportdienst telkens getoetst aan het frequente gebruik van de schoolsportzaal.

Op basis van alle ingediende aanvragen, maakt de sportdienst van de gemeente Rotselaar een zaalbezetting van de verschillende schoolsportzalen op.

Rotselaarse scholen hebben voorrang tijdens de schooluren en bij belangrijke naschoolse schoolactiviteiten. Terbeschikkingstellingsperiodes mogen in geen enkel geval de schoolwerking hinderen. Erkende Rotselaarse verenigingen en inwoners van Rotselaar krijgen voorrang bij frequente reservaties.

Voor reservaties tijdens een schoolvakantie hebben erkende Rotselaarse verenigingen met een reguliere werking (wekelijks of tweewekelijks) voorrang.

3. Terbeschikkingstellingsovereenkomst:

De terbeschikkingstelling van een schoolsportzaal wordt, op basis van de verschillende aanvragen, vastgelegd in een terbeschikkingstellingsovereenkomst. De overeenkomst dient ondertekend terugbezorgd te worden vóór 1 augustus. Met deze overeenkomst verbindt de individuele persoon, vereniging of instantie zich er toe, de door haar aangevraagde en toegekende terbeschikkingstellingsuren te betalen voor de volledige termijn van de overeenkomst, ook indien niet alle terbeschikkingstellingsuren worden gebruikt.

4. Onderverhuring:

Het verder ter beschikking stellen door de gebruiker is ten allen tijde verboden.

Bij inbreuk op deze regel wordt een administratieve kost van 500,00 euro aangerekend.

5. Gebruikersvoorwaarden:

De gebruiker draagt als een goede huisvader zorg voor de terbeschikkinggestelde infrastructuur. De gebruiker bevestigt dat de terbeschikkinggestelde infrastructuur in goede staat is en geeft ze in dezelfde staat terug.

De gebruiker verklaart zich ook akkoord met de bestaande inventaris.

Het gebruikersrecht geldt voor de tijd en voor de schoolsportzaal die aan het gebruik is toegewezen. Het opstellen en afbreken van sportmateriaal en -toestellen door de gebruiker is inbegrepen in de tijdsduur van de terbeschikkingstelling. De gebruiker heeft geen recht op verlenging.

Kleedkamers kunnen worden gebruikt, 30 minuten voor aanvang van de activiteit tot 30 minuten na afloop van de activiteit.

De sportvloer van de schoolsportzaal mag alleen betreden worden met aangepast sportschoeisel dat netjes is en geen strepen maakt.

Het materieel en/of toestellen moet op correcte wijze worden opgesteld, gebruikt en teruggezet. Het plaatsen van eigen materieel en toestellen, van welke aard ook, in de schoolsportzaal is verboden behoudens toestemming van de sportdienst, en geschiedt op eigen risico. Het materieel moet in onberispelijke staat verkeren.

In de schoolsportzaal mag geen drank en/of voedsel verkocht of verbruikt worden. Gebruikers mogen tijdens het sporten wel water drinken uit onbreekbaar materiaal. Het gebruik van kauwgum is verboden.

De bergruimte voor materiaal, de hal en de gang kan niet als speelterrein gebruikt worden.

Bij het verlaten van de infrastructuur moeten alle lichten worden uitgeschakeld, moet de verwarming op minimum staan en moet alles veilig afgesloten worden.

Bij inbreuk op één van deze regels wordt een administratieve kost van 100 euro aangerekend.

6. Verbod:

In en rond de schoolsportzaal gelden volgende verboden:

        roken

        achterlaten van papier en/of afval

        toelaten van dieren

        gebruik van toestellen en/of voorwerpen die lawaai maken

        drijven van commerciële handel en maken van publiciteit

Gebruikers kunnen een toelating krijgen voor het vragen van inkomgelden mits schriftelijke toelating van de gemeente Rotselaar.

7. Waarborg:

De waarborg van 400,00 euro moet steeds vóór 1 augustus van het beginnende sportseizoen worden overgeschreven op het rekeningnummer van de gemeente Rotselaar, BE75 0910 0017 6851 met vermelding van het kenmerk aangegeven op de terbeschikkingstellingsovereenkomst.

Indien er reeds een waarborg werd betaald, omwille van een vroegere overeenkomst, dan kan deze aangewend worden voor de nieuwe overeenkomst.

8. Betaling:

De terbeschikkingstelling van de gemeentelijke schoolsportzalen wordt twee maal per jaar gefactureerd:

        Terbeschikkingstelling van het voorjaar (januari t.e.m. juli) wordt gefactureerd in juli

        Terbeschikkingstelling van het najaar (augustus t.e.m. december) wordt gefactureerd in januari

Bij niet betaling wordt een herinnering gestuurd. Indien de factuur 14 dagen na de herinnering nog niet is betaald, wordt een aangetekend schrijven verstuurd en wordt een administratieve kost van 25,00 euro aangerekend.

Bij niet betaling wordt de toegang tot de schoolsportzaal ontzegd.

9. Verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid:

Ongevallen, die voorkomen tijdens de terbeschikkinggestelde periode in de zaal, de bijhorende lokalen en de parking, vallen nooit onder de verantwoordelijkheid van de gemeente Rotselaar. Noch kan de gemeente Rotselaar aansprakelijk worden gesteld voor verlies, beschadiging of diefstal van persoonlijke bezettingen, sportkledij, sportmateriaal, enz.

De gebruiker dient zelf een verzekering tegen burgerlijke aansprakelijkheid af te sluiten.

10. Schade

De gebruiker is verantwoordelijk voor alle eventuele schade aan gebouwen, installaties of materieel. Van de vooraf betaalde waarborgsom worden automatisch alle kosten m.b.t. tot de eventuele gebreken of schade ingehouden. De gemeente Rotselaar kan ten allen tijde uitspraak doen over een extra op te leggen waarborg.

De gebruiker maakt op eigen risico gebruik van de schoolsportzaal binnen de grenzen van de hem verleende toelating. De gebruiker is verantwoordelijk voor iedere schade die door hem, zijn leden of zijn bezoekers aan de schoolsportzaal, de aanhorigheden en uitrusting wordt toegebracht. Bij vernieling of beschadiging kan de verdere terbeschikkingstelling van de schoolsportzaal ontzegd worden met inhouding van de gelden voor de verdere reservatie, onafgezien van de strafrechterlijke vervolging en burgerrechterlijke schadevergoedingseisen.

De toegebrachte schade moet aan de sportdienst gemeld worden en de herstellingskosten moeten op het eerste verzoek vereffend worden.

Gebruikers die bij het betreden van de schoolsportzaal vernielingen of beschadigingen vaststellen, moeten dat bij de sportdienst melden. Bij het nalaten hiervan kunnen zij zelf verantwoordelijk gesteld worden indien na hun vertrek schade vastgesteld wordt.

11. Terbeschikkingsgestelde infrastructuur:

De terbeschikkinggestelde infrastructuur is ter beschikking van de gebruiker vanaf de datum en uur vermeld in de door de gemeente Rotselaar opgemaakte terbeschikkingstellingsovereenkomst. Een afgevaardigde van de gemeente Rotselaar, met name de sportdienst, heeft ten allen tijde recht tot toegang en toezicht tijdens de terbeschikkinggestelde periode.

Niet terbeschikkinggestelde ruimtes mogen nooit worden betreden door de gebruiker.

De verantwoordelijke gebruiker kijkt hier nauwlettend op toe.

12. Billijke vergoeding:

De gemeente Rotselaar draagt voor de schoolsportzalen bij tot betaling van de billijke vergoeding voor alle activiteiten met achtergrondmuziek (basistarief sociale en culturele activiteiten). Alle andere of bijkomende taksen, auteursrechten en kosten van eender welke aard zijn ten laste van de gebruiker.

13. Wettelijke verplichtingen:

Alle wetten, politiereglementen en voorschriften dienen nageleefd te worden. In het bijzonder de wet van 18/07/1973 en het K.B. van 24/02/1977 betreffende de geluidsnormen van muziek in openbare en private inrichtingen en het K.B. van 13/12/2005 betreffende het algemeen rookverbod in openbare gebouwen.

Met de campagne 'Generatie Rookvrij' wordt gestimuleerd dat roken enkel gebeurd uit het zicht van anderen (o.a. kinderen).

14. Brandverzekering:

De gemeente Rotselaar sluit voor de gebouwen en alle inboedel een brandverzekering af met afstand van verhaal t.o.v. de gebruiker.

15. Annulatie en uitsluiting:

Iedere wijziging aan het uurrooster (o.a. het niet gebruiken van de gereserveerde schoolsportzaal of het staken van de activiteiten) moet door de gebruiker minstens 30 dagen op voorhand schriftelijk gemeld worden aan de sportdienst.

De gemeente Rotselaar kan de verleende toelating betreffende de terbeschikkingstelling van de schoolsportzalen ten allen tijde wijzigen of intrekken. Indien van dit recht wordt gebruik gemaakt, wordt vooraf overleg gepleegd met de betrokken gebruiker. De gemeente Rotselaar is gemachtigd de zalen te sluiten en de terbeschikkingstelling ervan te verbieden om redenen van overmacht, herstellingswerken, veiligheid of alle andere verantwoorde redenen, met terugbetaling van de eventueel ten onrechte betaalde prijs, met uitsluiting van enige schadevergoeding.

16. Betwisting:

Bij elke betwisting of bij niet voorziene gevallen volgt er steeds een beslissing van de gemeente Rotselaar.

17. Akkoord:

Door het gebruik van de schoolsportzaal verklaart de gebruiker zich akkoord met dit huishoudelijk reglement. Iedere bezoeker wordt verondersteld het huishoudelijk reglement te kennen en moet het stipt en volledig naleven.

Dit huishoudelijk reglement is steeds terug te vinden op de gemeentelijke website, www.rotselaar.be. Artikel 2:

De gemeenteraad keurt het hiernavolgende tarievenreglement terbeschikkingstelling gemeentelijke schoolsportzalen goed.

        Erkende Rotselaarse vereniging:

        met jeugdactiviteit (waarbij alle deelnemers jonger zijn dan 18 jaar): gratis

        met activiteit voor volwassenen: 7,00 euro per uur

        Niet erkende Rotselaarse vereniging, particulieren en/of instanties:

        met jeugdactiviteit (waarbij alle deelnemers jonger zijn dan 18 jaar): 7,00 euro per uur

        met activiteit voor volwassenen: 10,00 euro per uur

Voor activiteiten voor personen met een beperking geldt steeds een korting van 50% op de hierboven vastgestelde tarieven. Het voordeeltarief wordt enkel toegekend indien dit door de aanvrager wordt vermeld op het aanvraagformulier.

Artikel 3:

Het reglement voor terbeschikkingstelling van de gemeentelijke schoolsportzalen en het tarievenreglement treedt in werking op 1 augustus 2023 na bekendmaking overeenkomstig artikel 286 van het decreet over het lokaal bestuur.

 

Publicatiedatum: 02/02/2023
Overzicht punten

Openbare zitting van 20 december 2022

 

Speelpleinwerking 'de Schavuit' - tarieven vanaf het werkingsjaar 2023 - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis

        Besluit van de gemeenteraad van 28 januari 2019

Goedkeuring van de tarieven van speelpleinwerking 'de Schavuit'.

 

Feiten en context

        Speelpleinwerking 'de Schavuit' wordt in de  paas- en zomervakantie georganiseerd.

        Om deze speelpleinwerking te verwezenlijken, wordt er sterk ingezet op een kwalitatieve werking, met nadruk op vorming en begeleiding van de (hoofd)animatoren.

        Speelpleinwerking 'de Schavuit' is uitgegroeid tot een kwalitatief opvanginitiatief in de gemeente Rotselaar.

        Een dag speelpleinwerking 'de Schavuit' bestaat uit:

7u30-9u: opvang met toezicht.

9u-10u: start speelplein met toneel en kennismakingsspelletjes.

10u-12u: spelen in leeftijdsgroep onder begeleiding.

12u-14u: middagpauze met aparte ruimte voor kleuters en lagere school, een gezond drankje wordt voorzien voor ieder kind. Tijdens de middag worden er dagelijks andere spelprikkels aangeboden, andere kinderen spelen onder toezicht.

14u-16u: spelen in leeftijdsgroep of open speelplein (niet-leeftijdsgebonden activiteiten).

16u-16u30: gezond vieruurtje voor ieder kind. De speelpleindag wordt afgesloten met toneel, en een tekenwedstrijd met een kleine attentie voor de winnaar.

16u30-18u: opvang onder toezicht.

        De aangeboden activiteiten zijn zeer gevarieerd: crea, sport, koken, alle soorten spelvormen, pleinspelen, toneel en inleving, dans, fantasietochten en tweewekelijks een grote activiteit op het speelplein (springkastelen, blotevoetenpad, kinderboerderij, ...).

        Speelplein 'de Schavuit' wordt feestelijk afgesloten op de laatste dag. Dan kunnen ook ouders tijdens de namiddag deelnemen aan allerlei activiteiten.

 

Juridische gronden

        Artikel 40 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Argumentatie

        Het dagtarief van 7,50 euro wordt gehanteerd sinds 2013. De onkosten (fruit, drank, activiteiten, vergoedingen, materiaal, ...) zijn de laatste jaren sterk gestegen, waardoor een aanpassing van het tarief aangewezen is.

        De korting voor het sociaal tarief voor personen met een verhoogde tegemoetkoming wordt verhoogd van 30% naar 35%.

 

Besluit

 

Na beraadslaging,

22 stemmen voor: Jelle Wouters, Werner Mertens, Piet De Bruyn, Bart De Vos, Carine Goris, Patrick Vervoort, Nele Demuynck, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Ilse Michiels, Maarten Mommaerts, Noëlla D'hooghe, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens, Lieve De Bondt, Gunther Dereze, Bart Lemmens en Tessa Heylighen

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt het dagtarief van 8,50 euro per deelnemer aan de speelpleinwerking 'de Schavuit' vanaf het werkingsjaar 2023 goed.

Artikel 2:

De gemeenteraad keurt het sociaal tarief voor personen die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming van 35% korting op het dagtarief goed en maakt deze tegemoetkoming breed bekend.

 

Publicatiedatum: 02/02/2023
Overzicht punten

Openbare zitting van 20 december 2022

 

Aanpassing belastingreglement op de afgifte van administratieve stukken

 

Voorgeschiedenis

        De beslissing van de gemeenteraad van 26 januari 2021 - goedkeuring aanpassing belastingreglement op de afgifte van administratieve stukken.

 

Feiten en context

        Door de indexaanpassingen, inflatie en prijsstijgingen worden de lokale besturen geconfronteerd met omstandigheden die redelijkerwijze niet voorzienbaar waren en ook niet konden ontweken worden.

 

Juridische gronden

        Artikel 170 §4 van de Grondwet. Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.

        Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen.

        Artikel 40 §3 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017. De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglementen.

        Artikel 41, tweede lid, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017. De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van retributies en de voorwaarden ervan, is niet delegeerbaar aan het college van burgemeester en schepenen.

        Artikel 286 §1, 1° en artikel 287 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017. De reglementen worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de gemeente. De bekendmaking van de lijst van reglementen zoals bepaald in artikel 286 §1, 1° gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt en de datum waarop ze zijn aangenomen.

        Artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017. De gemeenteoverheid brengt de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking. Dit gebeurt op dezelfde dag als de bekendmaking van de reglementen op de webtoepassing van de gemeente.

 

Argumentatie

        De gemeente is bevoegd om voor zijn inwoners voor de uitreiking te zorgen van verschillende administratieve stukken, onder meer identiteitskaarten, reispaspoorten, rijbewijzen, uittreksels van de akten van burgerlijke stand en allerhande getuigschriften.

        De aanmaak en de afgifte van deze administratieve stukken en het verstrekken van inlichtingen uit de registers geeft aanleiding tot verhoogde kosten voor de gemeente.

        Door de verhoogde werkingskosten waaronder personeelskosten en materiaalkosten is het aangewezen om voor elk administratief stuk een gemeentebelasting te voorzien die de aanvrager dient te betalen bovenop de eventuele aanmaakkost die door een hogere overheid aan de gemeente wordt aangerekend. Het is aangewezen om hiervoor een herziening op basis van de stijging van de gezondheidsindex toe te passen.

 

Besluit

 

Na beraadslaging,

20 stemmen voor: Jelle Wouters, Werner Mertens, Piet De Bruyn, Bart De Vos, Carine Goris, Patrick Vervoort, Nele Demuynck, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Ilse Michiels, Maarten Mommaerts, Noëlla D'hooghe, Liesbet Serneels, Farida Tierens, Lieve De Bondt, Bart Lemmens en Tessa Heylighen

2 onthoudingen: Heidi Pittomvils en Gunther Dereze

Artikel 1:

Met ingang van 1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2025 wordt een gemeentebelasting gevestigd op de afgifte van administratieve stukken.

 

Artikel 2:

De belasting is verschuldigd door de personen of instellingen aan wie deze stukken door de gemeente op hun verzoek of ambtshalve worden uitgereikt.

 

Artikel 3:

Volgende tarieven zijn van toepassing:

 

1. Op de afgifte van een identiteitskaart van Belg wordt het bedrag van de gemeentebelasting, onafhankelijk van de aanmaakkosten, vastgesteld op:

12 euro voor een eerste identiteitskaart.

14 euro voor een duplicaat.

 

2. Op de afgifte van een A, B, C, D of H verblijfstitel van een niet-EU vreemdeling of zijn familielid en op de afgifte van een E kaart, een E+ kaart, een F kaart of een F+ kaart van een EU-onderdaan of zijn familielid en op de afgifte van een M kaart van een begunstigde van het terugtrekkingsakkoord of zijn familielid en op de afgifte van een M kaart met vermelding duurzaam verblijf van een begunstigde van het terugtrekkingsakkoord of zijn familielid en op de afgifte van een N kaart voor klein grensverkeer van een begunstigde van het terugtrekkingsakkoord wordt het bedrag van de gemeentebelasting,

onafhankelijk van de aanmaakkosten, vastgesteld op:

12 euro voor een eerste vreemdelingenkaart,

14 euro voor een duplicaat.

 

3. Op de afgifte van een attest van immatriculatie: 3 euro.

 

4. Op de afgifte van een elektronisch identiteitsdocument voor een Belgisch kind jonger dan 12 jaar, wordt het bedrag van de gemeentebelasting, onafhankelijk van de aanmaakkosten, vastgesteld op:

5 euro voor een eerste elektronisch identiteitsdocument,

7 euro voor een duplicaat.

Op de afgifte van een identiteitsbewijs voor een niet-Belgisch kind jonger dan twaalf jaar wordt de gemeentebelasting vastgesteld op 2 euro.

 

5. Op de afgifte van reispaspoorten en reisdocumenten:

° voor de aanmaak van reispaspoorten voor Belgen en Belgen op doorreis – gewone procedure:

18 euro verhoogd met de aanmaakkosten van de Federale overheid en

10 euro verhoogd met de aanmaakkosten van de Federale overheid voor de aanmaak van reispaspoorten voor kinderen jonger dan 18 jaar,

° voor de aanmaak van reispaspoorten voor Belgen en Belgen op doorreis – spoedprocedure:

20 euro verhoogd met de aanmaakkosten van de Federale overheid en

12 euro verhoogd met de aanmaakkosten van de Federale overheid voor de aanmaak van reispaspoorten voor kinderen jonger dan 18 jaar,

° voor de aanmaak van reisdocumenten voor vluchtelingen, staatlozen en vreemdelingen die geen nationaal paspoort of reisdocument kunnen krijgen - gewone procedure:

18 euro verhoogd met de aanmaakkosten van de Federale overheid en

10 euro verhoogd met de aanmaakkosten van de Federale overheid voor de aanmaak van reisdocumenten voor kinderen jonger dan 18 jaar,

° voor de aanmaak van reisdocumenten voor vluchtelingen, staatlozen en vreemdelingen die geen nationaal paspoort of reisdocument kunnen krijgen - spoedprocedure:

20 euro verhoogd met de aanmaakkosten van de Federale overheid en

12 euro verhoogd met de aanmaakkosten van de Federale overheid voor de aanmaak van reisdocumenten voor kinderen jonger dan 18 jaar.

 

 

6. Op de afgifte van allerlei getuigschriften, uittreksels, eensluidend verklaringen, legalisaties handtekening, adresaanvraag,...:

6 euro voor een enig exemplaar,

3 euro voor elk exemplaar waarvan er gelijktijdig meerdere exemplaren worden afgeleverd.

 

7. Voor een huwelijkssluiting en de bijhorende afgifte van uittreksels uit de huwelijksakte: 62 euro.

 

8. Op de afgifte van een slachtbewijs: 41 euro.

 

9. Op de afgifte van rijbewijzen:

° voor de aanmaak van een voorlopig rijbewijs in bankkaartmodel, een rijbewijs in bankkaartmodel en de hernieuwing ervan: 7 euro verhoogd met de kosten van de Federale overheid.

° voor de aanmaak van een internationaal rijbewijs: 15 euro verhoogd met de leveringskosten van de Federale overheid.

 

10. Voor het verzoek tot voornaamsverandering en de opmaak van de akte van voornaamsverandering wordt het bedrag van de gemeentebelasting vastgesteld op:

° 117 euro voor de aanvragen van Belgen en de als vluchtelingen of staatloze erkende personen die hun gewone verblijfplaats op het Belgische grondgebied hebben.

° 12 euro (10 procent van het gewone tarief) voor de aanvragen door transgenders.

 

11. Voor de aanvraag en de afgifte van nieuwe pin- en pukcodes wordt het bedrag van de gemeentebelasting vastgesteld op 14 euro.

 

Artikel 4:

De belasting is niet verschuldigd voor:

- De stukken welke krachtens de wet, een koninklijk besluit of een andere overheidsreglementering kosteloos door de gemeenten moeten afgeleverd worden.

- De stukken welke aan behoeftige personen worden afgegeven, de behoeftigheid wordt vastgesteld door elk overtuigend bewijsstuk.

- De machtiging met betrekking tot activiteiten, die als dusdanig reeds het voorwerp zijn van de heffing van een belasting of retributie ten behoeve van de gemeente.

- De machtigingen met betrekking tot godsdienstige of politieke demonstraties.

- De aanvragen in naam van door de gemeente erkende verenigingen.

- De mededelingen van de politie aan verzekeringsmaatschappijen van inlichtingen omtrent het gevolg dat gegeven wordt inzake verkeersongevallen op de openbare weg.

- De stukken die via e-loket, via e-mail, via brief of telefonisch worden aangevraagd en elektronisch worden ondertekend en afgegeven.

- De getuigschriften, uittreksels, legalisaties, vergunningen, enz. dienstig voor een sollicitatie van een persoon die als werkzoekende bekend staat. Hiertoe wordt een stempel aangebracht met de tekst:

'Enkel dienstig voor sollicitatie'.

- Geldigheidsverklaringen van aanvraagformulieren voor de aanvraag voor een reductiekaart voor grote gezinnen voor het openbaar vervoer.

- De uittreksels uit het Centraal strafregister voor vrijwilligers in het kader van de bewakingswetgeving.

- De verzoeken tot voornaamstoevoeging door personen die een verzoek tot verkrijging van de Belgische nationaliteit hebben ingediend en geen voorna(a)m(en) hebben en dit willen verhelpen.

 

Artikel 5:

De belasting is niet toepasselijk op de afgifte van stukken welke krachtens de wet, een koninklijk besluit of een overheidsverordening reeds aan de betaling van een recht ten behoeve van de gemeenten onderworpen zijn.

 

Artikel 6:

Zijn van de belasting vrijgesteld: de gerechtelijke overheden, de openbare besturen en de daarmee gelijkgestelde instellingen, alsook de instellingen van openbaar nut, sociale verzekeringsfondsen en ziekenfondsen.

 

Artikel 7:

De belasting wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke aan contante inning wordt de belasting ingekohierd en wordt ze een kohierbelasting.

 

Artikel 8:

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2023.

 

Publicatiedatum: 02/02/2023
Overzicht punten

Openbare zitting van 20 december 2022

 

Goedkeuring van de aanpassing van het belastingreglement op omgevingsvergunningen

 

Voorgeschiedenis

        Gemeenteraadsbeslissing van 17 december 2019 houdende de goedkeuring van de belasting op omgevingsvergunningen.

 

Feiten en context

        Door de indexaanpassingen, inflatie en prijsstijgingen worden de lokale besturen geconfronteerd met omstandigheden die redelijkerwijze niet voorzienbaar waren en ook niet konden ontweken worden.

 

Juridische gronden

        Artikel 170 §4 van de Grondwet
Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.

        Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

        Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

        Besluit Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014, publicatie B.S. 23 februari 2016.

        Decreet van 3 februari 2017 houdende nadere regels tot implementatie van de omgevingsvergunning.

        Vanaf 1 juni 2017: volledige toepassing van het Omgevingsvergunningendecreet.

        Spoeddecreet van 2 juni 2017 dat de startdatum van 1 juni 2017 naar 1 januari 2018 brengt.

        Artikel 40 §3 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglementen.

        Artikel 41, tweede lid, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van retributies en de voorwaarden ervan, is niet delegeerbaar aan het college van burgemeester en schepenen.

        Artikel 286 §1, 1° en artikel 287 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De reglementen worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de gemeente. De bekendmaking van de lijst van reglementen zoals bepaald in artikel 286 §1, 1° gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt en de datum waarop ze zijn aangenomen.

        Artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De gemeenteoverheid brengt de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking. Dit gebeurt op dezelfde dag als de bekendmaking van de reglementen op de webtoepassing van de gemeente.

 

Argumentatie

        Het behandelen van meldingen en aanvragen in het kader van het omgevingsvergunningendecreet en daarmee vergelijkbare procedures inzake ioniserende stralingen en springstoffen vergt een aanzienlijke inzet van het gemeentelijk personeel en de middelen waardoor het billijk is om deze inzet door middel van een belasting door te rekenen aan degene op wiens initiatief en in wiens voordeel de meldings- en vergunningsprocedures worden doorlopen.

        De belasting bestaat uit een bedrag per dossiertype (3.1), welk bedrag nog wordt verhoogd met een bedrag per procedurestap (3.2).

        De aanmaak en de afgifte van deze administratieve stukken en het verstrekken van inlichtingen uit de registers geeft aanleiding tot verhoogde kosten voor de gemeente.

        Door de verhoogde werkingskosten waaronder personeelskosten en materiaalkosten is het aangewezen om een herziening op basis van de stijging van de gezondheidsindex toe te passen.

 

Besluit

 

Na beraadslaging,

18 stemmen voor: Jelle Wouters, Werner Mertens, Piet De Bruyn, Bart De Vos, Carine Goris, Patrick Vervoort, Nele Demuynck, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Ilse Michiels, Maarten Mommaerts, Noëlla D'hooghe, Liesbet Serneels, Farida Tierens, Lieve De Bondt, Bart Lemmens en Tessa Heylighen

4 onthoudingen: Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Heidi Pittomvils en Gunther Dereze

Artikel 1: Belastbaar feit

De gemeente Rotselaar heft, met ingang op 1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2025, een belasting op de meldingen en aanvragen bedoeld in het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunningen, het K.B. 23.09.1958 houdende algemeen reglement betreffende het fabriceren, opslaan, onder zich houden, verkopen, vervoeren en gebruiken van springstoffen en het K.B. 20.07.2001 houdende Algemeen Reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen.

Artikel 2: Belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door degene die de aanvraag of melding heeft ingediend en bij gebreke daarvan de vergunninghouder of exploitant.

Artikel 3: Bedrag van de belasting

De belasting bestaat uit een bedrag per dossiertype (3.1) verhoogd met een bedrag per procedurestap (3.2). De bedragen per dossiertype worden cumulatief aangerekend.

3.1. Belasting per dossiertype

 

Bedrag

1. Melding van een ingedeelde inrichting of activiteit

€ 30

2. Melding voor het uitvoeren van stedenbouwkundige handelingen

€ 30

3. Aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van stedenbouwkundige handelingen

        Gewone procedure

        Vereenvoudigde procedure

Per bijkomende woonentiteit

 

€ 75

€ 40

€ 125

4. Aanvraag voor een omgevingsvergunning voor een ingedeelde inrichting of activiteit (klasse1 of 2)

        Gewone procedure

  1. Klasse 1
  2. Klasse 2

        Vereenvoudigde procedure (o.a. beperkte verandering of tijdelijke activiteit

 

 

 

 

€ 615

€ 245

€ 95

5. Aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden

        Zonder wegenis

 

 

 

 

 

 

        Zonder wegenis in functie van meergezinswoningprojecten

 

 

 

 

 

        Met wegenis

 

€ 160 tot maximaal 2 bouwloten,

 + € 75 per bijkomend bouwlot

 

 

€ 615 tot maximaal 2 bouwloten,

+ € 190 per bijkomend bouwlot

 

€ 615 tot maximaal 2 bouwloten

+ € 125 per

bijkomend bouwlot

+ forfaitaire kost van € 310

6. Vraag tot omzetting van een milieuvergunning verleend voor 20 jaar naar een permanente vergunning (art. 390 omgevingsvergunningendecreet)

 

 

€ 310

7 Bekendmaking van het verstrijken van elke geldigheidsperiode van twintig jaar van een omgevingsvergunning van onbepaalde duur (art. 83,§1, lid 3 omgevingsvergunningendecreet)

 

 

€ 310

8 Verzoek tot bijstelling van de milieuvoorwaarden

€ 310

9. Verzoek tot bijstelling van een verkavelingsvergunning

        Per bijkomend bouwlot

€ 75

€ 75

 

10. Afstand van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden (art. 104 omgevingsvergunningendecreet)

 

 

€ 65

 

11. Melding van de overdracht van de vergunning voor een ingedeelde inrichting of activiteit

        Volledige overdracht

        Gedeeltelijke overdracht

 

 

 

€ 65

€ 65

12. Aanvraag van een stedenbouwkundig attest (art. 5.3.1. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

 

 

€ 65

13. Aanvraag van een planologisch attest (art. 4.4.24 e.v. VCRO)

€ 620

14. Verstrekken van omstandige stedenbouwkundige inlichtingen (afleveren van een stedenbouwkundig uittreksel uit het plannen- en vergunningenregister) betreffende onroerende goederen met het oog op de verkoop of overdracht van eigendom

 

 

€ 160

15. Opname in het vergunningenregister

€ 65

16. Vergunningsaanvraag springstoffen (K.B. 23.09.1958)

€ 65

17. Vergunningsaanvraag ioniserende stralingen (K.B. 20.07.2001)

€ 65

 

Zijn er meerdere bedragen uit deze tabel van toepassing, dan geldt alleen het hoogste bedrag.

3.2. Belasting per procedurestap

 

 

 

Bedrag

 

1. Voor het digitaliseren van een analoog ingediend dossier (art. 156 omgevingsvergunningenbesluit)

€ 95

2. Voor het organiseren van een openbaar onderzoek (art. 23

omgevingsvergunningenbesluit)

        Per gewone brief

        Per aangetekende brief

 

 

€ 7

€ 13

 

3. Openbaar onderzoek na wijzigingen aan vergunningsaanvraag (art.

30 omgevingsvergunningenbesluit)

        Per gewone brief

        Per aangetekende brief

 

 

€ 310

  7

€ 13

 

4. Voor het in kennis brengen van kadastrale eigenaars en omwonenden (o.a. art. 23 en 62 omgevingsvergunningenbesluit)

        Per gewone brief

        Per aangetekende brief

 

 

 

  7

€ 13

5. Voor het wijzigingen van het voorwerp van de aanvraag (art. 30 of 45 omgevingsvergunningendecreet)

€ 35

 

6. Voor het aanplakken van een bericht van bekendmaking in het kader van een openbaar onderzoek of bij een genomen beslissing in kader van meergezinswoningprojecten (o.a. art. 20 en 59 omgevingsvergunningsbesluit)

 

 

€ 60

7. Voor het aanplakken van een bericht van bekendmaking in het kader van een openbaar onderzoek of bij een genomen beslissing afgeleverd door de bevoegde overheid, zijnde niet de gemeente

 

€ 60

8. Voor het publiceren van berichten in dag- of weekbladen (o.a. art. 22 en 61 omgevingsvergunningendecreet)

 

€ 490

9. Voor het aangetekend verzenden van een beslissing

 

€ 13

 

10. Voor het organiseren van een informatievergadering (art. 25

omgevingsvergunningenbesluit)

 

 

€ 125

11. Voor het organiseren van een projectvergadering (art. 8

omgevingsvergunningenbesluit)

 

 

€ 125

Artikel 4:Verhogingen

Voor regularisatievergunningen (art. 81 omgevingsvergunningendecreet) wordt een bijkomend bedrag van 195 euro geheven op het bedrag te betalen volgens art. 3.1. en 3.2.

Artikel 5: Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor:

        een nieuwe omgevingsvergunningsaanvraag binnen de 6 maanden na het intrekken van het vorige dossier, of het ontvangen van een stilzwijgende weigering op voorwaarde dat de nieuwe omgevingsvergunningsaanvraag een gelijkaardige aanvraag betreft die rekening houdt met de redenen voor intrekking en/of de opmerkingen in de stilzwijgende weigering;

        voor gerechtelijke overheden;

        voor openbare besturen en de daarmee gelijkgestelde instellingen, evenals de instellingen van openbaar nut;

        voor de Vlaamse Huisvestingsmaatschappijen en de door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij erkende sociale huisvestingsmaatschappijen;

        voor aanvragen voor het uitvoeren van beheerswerken in het kader van beheersovereenkomsten Natuur en Erosie;

        dossiers die niet op vraag van de vergunninghouder werden opgestart wanneer het gaat over een exploitatie (bv. omzetting vergunning op proef, gerichte evaluatie, bijstelling voorwaarden, schorsing/opheffing...), met uitzondering van de bekendmaking van het verstrijken van elke geldigheidsperiode van twintig jaar van een omgevingsvergunning van onbepaalde duur (art. 83§1, lid 3 omgevingsvergunningendecreet);

        dossiers waarin de gemeente niet tijdig een beslissing nam (stilzwijgende weigering, art. 32, §4 en 46, §2 omgevingsvergunningendecreet).

Artikel 6:Betaling

De betaling is verschuldigd binnen de 15 dagen na ontvangst van het verzoek tot betalen. Bij gebreke aan betaling binnen de gestelde termijn, wordt de belasting ingevorderd door middel van een kohier.

De kohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. De kohierbelasting moet betaald worden binnen de twee maanden vanaf de datum van verzending van het aanslagbiljet.

Artikel 7:Inwerkingtreding

Dit reglement geldt voor meldingen en aanvragen ingediend vanaf de inwerkingtreding op 1 januari 2023.

 

Publicatiedatum: 02/02/2023
Overzicht punten

Openbare zitting van 20 december 2022

 

Goedkeuring van de aanpassing van het belastingreglement op tweede verblijven

 

Voorgeschiedenis

        De gemeenteraadsbeslissing van 17 december 2019 houdende de gemeentebelasting op tweede verblijven.

 

Feiten en context

        Door de indexaanpassingen, inflatie en prijsstijgingen worden de lokale besturen geconfronteerd met omstandigheden die redelijkerwijze niet voorzienbaar waren en ook niet konden ontweken worden.

 

Juridische gronden

        Artikel 170 §4 van de Grondwet.

Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.

        Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen.

        Artikel 40 §3 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglementen.

        Artikel 41, tweede lid, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van retributies en de voorwaarden ervan, is niet delegeerbaar aan het college van burgemeester en schepenen.

        Artikel 286 §1, 1° en artikel 287 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De reglementen worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de gemeente. De bekendmaking van de lijst van reglementen zoals bepaald in artikel 286 §1, 1° gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt en de datum waarop ze zijn aangenomen.

        Artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De gemeenteoverheid brengt de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking. Dit gebeurt op dezelfde dag als de bekendmaking van de reglementen op de webtoepassing van de gemeente.

 

Argumentatie

        Het is in het belang van de gemeente om het gebruik van woningen als hoofdverblijfplaats te bevorderen en om een gezond en bestendig sociaal leven te vrijwaren.

        De belasting op tweede verblijven is eveneens verantwoord omwille van het weeldekarakter van het tweede verblijf.

        De aanmaak en de afgifte van deze administratieve stukken en het verstrekken van inlichtingen uit de registers geeft aanleiding tot verhoogde kosten voor de gemeente.

        Door de verhoogde werkingskosten waaronder personeelskosten en materiaalkosten is het aangewezen om een herziening op basis van de stijging van de gezondheidsindex toe te passen.

 

Besluit

 

Na beraadslaging,

18 stemmen voor: Jelle Wouters, Werner Mertens, Piet De Bruyn, Bart De Vos, Carine Goris, Patrick Vervoort, Nele Demuynck, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Ilse Michiels, Maarten Mommaerts, Noëlla D'hooghe, Liesbet Serneels, Farida Tierens, Lieve De Bondt, Bart Lemmens en Tessa Heylighen

4 onthoudingen: Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Heidi Pittomvils en Gunther Dereze

Artikel 1:

Met ingang van 1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2025 wordt een gemeentebelasting gevestigd op de tweede verblijven.

Artikel 2:

Als tweede verblijf wordt beschouwd elke constructie met woon- of verblijfsgelegenheid waarvoor niemand is ingeschreven in de bevolkingsregisters of het vreemdelingenregister voor het hoofdverblijf.

Het kan hierbij gaan om landhuizen, bungalows, appartementen, weekendhuisjes, optrekjes en alle andere vaste woongelegenheden, daarbij inbegrepen de met chalets gelijkgestelde caravans. De inschrijving in de kadastrale legger is van geen belang voor de vaststelling van de belastbare materie.

Als tweede verblijf worden niet beschouwd:

  1. het lokaal of gebouw uitsluitend bestemd voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit;
  2. de tenten en woonaanhangwagens;
  3. verplaatsbare caravans, tenzij deze ten minste zes maanden van het aanslagjaar opgesteld blijven om als woongelegenheid aangewend te worden;
  4. de leegstaande woongelegenheid waarvan het bewijs voorgelegd wordt dat ze opgenomen is op de lijst van de leegstand.

Artikel 3:

De belasting is ondeelbaar en voor het ganse aanslagjaar verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die eigenaar is van het tweede verblijf op 1 januari van het aanslagjaar.

Artikel 4:

De belasting wordt vastgesteld op 700 euro per tweede verblijf.

Artikel 5:

De belasting wordt ingevorderd door opname in een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

Artikel 6:

De belastingplichtige moet uiterlijk op 1 maart van het aanslagjaar bij het gemeentebestuur aangifte doen van elk tweede verblijf dat hij in de gemeente bezit door middel van het aangifteformulier waarvan het model door het college van burgemeester en schepenen werd vastgesteld.

Artikel 7:

Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 6 gestelde termijn of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd.

Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag brengt het college van burgemeester en schepenen de belastingplichtige met een aangetekende brief op de hoogte van de redenen waarom het gebruik maakt van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van die elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

Artikel 8:

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 120 euro. Het bedrag van deze verhoging wordt ook ingekohierd.

Artikel 9:

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.

Artikel 10:

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2023.

 

Publicatiedatum: 02/02/2023
Overzicht punten

Openbare zitting van 20 december 2022

 

Goedkeuring van de aanpassing van het belastingreglement op leegstaande woningen en gebouwen

 

Voorgeschiedenis

        Het besluit van de gemeenteraad van 17 december 2007 waarin deze besliste om deel te nemen aan het project lokaal woonbeleid en om het projectvoorstel waarin de opmaak, opbouw, beheer en actualisering van het leegstandsregister door IGO inbegrepen is, goed te keuren.

        De besluiten van de gemeenteraad van 30 augustus 2010, 27 mei 2013, 22 december 2016 en 27 augustus 2019 waarin de gemeente besliste om het project lokaal woonbeleid telkens met drie jaar te verlengen.

        De gemeenteraadsbeslissing van 17 december 2019 betreffende de opmaak leegstandsregister en belasting op leegstaande gebouwen.

 

Feiten en context

        Door de indexaanpassingen, inflatie en prijsstijgingen worden de lokale besturen geconfronteerd met omstandigheden die redelijkerwijze niet voorzienbaar waren en ook niet konden ontweken worden.

        Het schrijven van Vlaanderen van 3 augustus 2020, waarin gewezen wordt op het feit dat er geen verval van recht gekoppeld mag worden aan de termijn om een vrijstelling aan te vragen alsook de verwijzing naar het WIB niet gewenst is.

 

Juridische gronden

        Artikel 170 §4 van de Grondwet.

        Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.

        Het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, met latere wijzigingen.

        Artikel 2.2° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten.

        Het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.

        Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de

        geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen.

        Artikel 2.2.6 van het decreet grond- en pandenbeleid van 27 maart 2009, met latere wijzigingen, meer specifiek die van 14 oktober 2016.

        Gemeenten kunnen een register van leegstaande gebouwen en woningen bijhouden.

        Een woning wordt als leegstaand beschouwd wanneer zij gedurende een termijn van ten minste

        twaalf opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met de woonfunctie;

        of met elke andere (bij gemeentelijke verordening) omschreven functie die een effectief en niet-occasioneel gebruik van de woning met zich meebrengt.

        Het besluit van de Vlaamse regering van 16 november 2018 houdende de subsidiëring van intergemeentelijke projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid, dat gemeenten oplegt om leegstaande woningen en gebouwen op te nemen in een register conform artikel 2.2.6 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het Grond- en Pandenbeleid;

        Het decreet houdende de omgevingsvergunning van 25 april 2014.

        Artikel 40 §3 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

        De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglementen.

        Artikel 41, tweede lid, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

        De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van retributies en de voorwaarden ervan, is niet delegeerbaar aan het college van burgemeester en schepenen.

        Artikel 286 §1, 1° en artikel 287 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De reglementen worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de gemeente. De bekendmaking van de lijst van reglementen zoals bepaald in artikel 286 §1, 1° gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt en de datum waarop ze zijn aangenomen.

        Artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De gemeenteoverheid brengt de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking. Dit gebeurt op dezelfde dag als de bekendmaking van de reglementen op de webtoepassing van de gemeente.

 

Argumentatie

        Het is wenselijk dat het beschikbare woningen- en gebouwenbestand op het grondgebied van de gemeente optimaal benut wordt, omdat leegstand leidt tot verloedering wat extra taken meebrengt voor de gemeente wegens de groter wordende ecologische en maatschappelijke druk.

        Leegstaande woningen en gebouwen brengen een schaarste aan betaalbare en kwaliteitsvolle woningen en gebouwen mee, met een stijging van huur-en verkoopprijzen tot gevolg.

        Leegstaande woningen en gebouwen kunnen een negatieve impact hebben op de leefomgeving en de uitstraling ervan.

        Bewoonde woningen zorgen voor een levendige omgeving, meer sociale controle en een groter veiligheidsgevoel.

        De strijd tegen de leegstaande woningen en gebouwen zal maar een effect hebben als de opname van dergelijke gebouwen en woningen in een leegstandsregister ook daadwerkelijk leidt tot een belasting.

        Een heffing heeft een ontradend effect en is een instrument om het aanbod aan beschikbare panden te bevorderen.

        De vrijstellingen van leegstandsbelasting die in dit reglement zijn opgenomen, sluiten het best aan bij de noden en het beleid van de gemeente.

        Door de verhoogde werkingskosten waaronder personeelskosten en materiaalkosten is het aangewezen om een herziening op basis van de stijging van de gezondheidsindex toe te passen.

 

Besluit

 

Na beraadslaging,

21 stemmen voor: Jelle Wouters, Werner Mertens, Piet De Bruyn, Bart De Vos, Carine Goris, Patrick Vervoort, Nele Demuynck, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Ilse Michiels, Maarten Mommaerts, Noëlla D'hooghe, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens, Lieve De Bondt, Bart Lemmens en Tessa Heylighen

1 onthouding: Gunther Dereze

Enig artikel:

Het reglement opmaak leegstandsregister en belasting op leegstaande gebouwen en woningen wordt als volgt vastgesteld en goedgekeurd:

 

Reglement opmaak leegstandsregister en belasting op leegstaande gebouwen en woningen

 

Artikel 1:

Voor de toepassing van dit reglement worden volgende definities of indicaties gehanteerd:

1) IGO div : de intergemeentelijke administratieve eenheid die conform art 2.2.6 §1 tweede lid, van het Grond- en Pandendecreet door de gemeente is belast met de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het leegstandsregister.

2) beveiligde zending:

- een aangetekend schrijven.

- een afgifte tegen ontvangstbewijs.

3) gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten. Een bedrijfsruimte is de verzameling van alle percelen waarop zich minstens één bedrijfsgebouw bevindt, als één geheel te beschouwen en die toebehoren aan dezelfde eigenaar. Deze verzameling heeft een minimale oppervlakte van 5 aren. Uitgesloten is het perceel waarop zich een bedrijfsgebouw bevindt waarin de woning van de eigenaar een niet afsplitsbaar onderdeel uitmaakt en dat nog effectief wordt benut als verblijfplaats.

4) leegstaand gebouw: een gebouw waarvan meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een periode van ten minste twaalf opeenvolgende maanden. Daarbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw.

Een nieuw gebouw wordt als een leegstaand gebouw beschouwd indien dat gebouw binnen zeven jaar na de afgifte van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig zijn functie.

De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan afgeleverde omgevingsvergunning of meldingsakte zoals vermeld in artikel 6 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.

Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2, 2° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een gedeelte is eerst afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

5) leegstaande woning: een woning die gedurende een periode van ten minste twaalf opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met de woonfunctie. Een  nieuwe woning wordt als een leegstaande woning beschouwd indien die woning binnen 7 jaar na de afgifte van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig zijn functie.

6) leegstandsregister: het gemeentelijk register dat de lijst bevat van leegstaande woningen en gebouwen.

7) opnamedatum: de datum waarop het gebouw of de woning voor de eerste maal in het leegstandsregister wordt opgenomen.

8) registerbeheerder: de door IGO div aangestelde personeelsleden die belast worden met de opmaak, het beheer en de actualisering van het gemeentelijk leegstandsregister voor woningen en gebouwen.

9) verjaardag: het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de opnamedatum, zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt.

10) woning: elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande.

11) zakelijk gerechtigde: de houder van een van de volgende zakelijke rechten:

- de volle eigendom.

- het recht van opstal of van erfpacht.

- het vruchtgebruik.

 

Hoofdstuk 1. Leegstandsregistratie

 

Artikel 2: Bevoegdheid inzake opmaak, het beheer en de actualisering van het leegstandsregister

§ 1. De gemeente draagt in navolging van de overeenkomst inzake ondersteuning van het lokaal woonbeleid met IGO div, de bevoegdheid tot opmaak, het beheer en de actualisering van het gemeentelijk leegstandsregister over aan de dienstverlenende intergemeentelijke vereniging IGO.

Concreet betekent dit dat de door IGO div aangeduide personeelsleden, de registerbeheerders, belast worden met volgende taken:

a) de opsporing en vaststelling van leegstand: vermoedenslijst trekken uit het bevolkingsregister, uitzuiveren van deze lijst, uiterlijke schouwing, opstellen beschrijvend verslag en fotodossier, opvragen gegevens nutsbedrijven.

b) opmaak en ondertekening van het opnameattest.

c) de kennisgeving van de beslissing tot opname aan de zakelijk gerechtigde(n).

d) de opname van woningen / gebouwen in het leegstandsregister.

e) de beoordeling van de verzoeken tot schrapping uit het leegstandsregister.

f) de schrapping van woningen / gebouwen uit het leegstandsregister.

 

§ 2. Het college van burgemeester en schepenen blijft exclusief bevoegd voor de beroepen tegen de opname in het leegstandsregister, de beslissingen inzake het toekennen van vrijstellingen met betrekking tot de gemeentelijke leegstandsbelasting, de bezwaren tegen het aanslagbiljet en de beroepen tegen de beslissing over het verzoek tot schrapping.

 

Artikel 3: Leegstandsregister

§ 1. De registerbeheerder maakt een lijst met leegstaande woningen en gebouwen op die worden

opgenomen in het leegstandsregister.

§ 2. Elk register bevat minimum volgende gegevens:

a) het adres van de leegstaande woning of het leegstaande gebouw;

b) de kadastrale gegevens van de leegstaande woning of het leegstaande gebouw;

c) het nummer en de datum van het opnameattest;

De opnamedatum is de datum waarop de woning of het gebouw voor de eerste keer in het leegstandsregister wordt opgenomen. Als datum geldt de datum van opmaak van het opnameattest tot vaststelling van de leegstand.

§ 3. De opnamedatum is ook het referentiepunt om de verjaardag te bepalen.

 

Artikel 4: Registratie van leegstand

§ 1. De registerbeheerder spoort de leegstand op en maakt en een verslag op van de indicaties die de leegstand staven. De beoordeling van leegstand gebeurt op basis van één of meerdere objectieve indicaties zoals vermeld in de volgende lijst:

a) het ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister op het adres van de woning;

b) het ontbreken van aansluitingen voor nutsvoorzieningen of het vermoeden van een dermate laag verbruik van de nutsvoorzieningen dat een gebruik overeenkomstig de woonfunctie of het normale gebruik van het gebouw kan worden uitgesloten;

c) de vermindering van het kadastraal inkomen overeenkomstig artikel 15 van het wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992;

d) de aanvraag om vermindering van de onroerende voorheffing naar aanleiding van leegstand of improductiviteit;

e) indien het een gebouw betreft: het ontbreken van een vestigings-/ondernemingsnummer in de Kruispuntbank van Ondernemingen.

f) de toegang is geblokkeerd of verzegeld of wordt bemoeilijkt door obstakels, versperring en/of dichte begroeiing;

g) dichtgemaakte raam- en deuropeningen;

h) geen winddichtheid en/of waterdichtheid van het gebouw of de woning;

i) de woning/het gebouw bevat ernstige vernielingen;

j) structurele verbouwingswerkzaamheden;

k) het langdurig aanbieden van het gebouw of van de woning als “te huur” of “te koop”;

l) geblindeerde ramen;

m) langdurig neergelaten rolluiken en/of gesloten klapluiken;

n) ernstige uitwendige bevuiling;

o) afwezige, onbruikbare of overvolle brievenbus;

p) een bij de woning of het gebouw horende tuin die langdurig niet of slecht onderhouden is;

q) het niet of niet volledig bemeubeld zijn van de woning;

r) de vloeroppervlakte van het gebouw is voor meer dan 50% niet in gebruik.

§ 2. Een tweede verblijf dat niet als zodanig wordt gebruikt zal opgenomen worden in het leegstandsregister.

§ 3. Een woning of gebouw dat geïnventariseerd staat als verwaarloosd, kan eveneens opgenomen worden in het leegstandsregister en omgekeerd.

§ 4. Een woning die geïnventariseerd is als ongeschikt en/of onbewoonbaar, kan niet worden opgenomen in het leegstandsregister. Een woning die eerst is opgenomen in het leegstandsregister kan daarna ook worden opgenomen in de inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen.

 

Artikel 5: Kennisgeving van de registratie

§ 1. Elk opnameattest bevat volgende gegevens:

- het adres en de kadastrale gegevens van de leegstaande woning of het leegstaande gebouw;

- de identiteit en het adres van de zakelijk gerechtigde;

- het nummer en de datum van het opnameattest;

- de indicaties die de leegstand staven;

- een fotodossier.

§ 2. De zakelijk gerechtigde(n) worden per beveiligde zending in kennis gesteld van de beslissing tot opname in het leegstandsregister.

De kennisgeving bevat:

- het opnameattest met inbegrip van het beschrijvend verslag;

- informatie over de gevolgen van de opname in het leegstandsregister;

- informatie met betrekking tot de beroepsprocedure tegen de opname in het leegstandsregister;

- informatie over de mogelijkheid tot schrapping uit het leegstandsregister.

De beveiligde zending wordt gericht aan de woonplaats van de houder van het zakelijk recht. Is de woonplaats van een houder van het zakelijk recht niet bekend, dan wordt de beveiligde zending gericht aan zijn verblijfplaats. Is de verblijfplaats van een houder van het zakelijk recht niet bekend, dan wordt de beveiligde zending gericht aan het adres van de woning of het gebouw waarop het opnameattest betrekking heeft.

 

Artikel 6: Beroep tegen opname in het leegstandsregister

§ 1. Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand de dag van de beveiligde zending van het opnameattest, kan de zakelijk gerechtigde bij het college van burgemeester en schepenen beroep aantekenen tegen de beslissing tot opname in het leegstandsregister. Het beroepschrift moet ondertekend zijn en per beveiligde zending overgemaakt worden. Het dient minstens volgende gegevens te bevatten:

- identiteit en adres van de indiener;

- vermelding van het nummer van het opnameattest en het adres van de woning of het gebouw waarop het beroepschrift betrekking heeft;

- één of meer bewijsstukken die aantonen dat de woning of het gebouw niet leeg staat.

Als datum van het beroepschrift wordt de datum van de beveiligde zending gehanteerd.

Als het beroepschrift wordt ingediend door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat- stagiair.

§ 2. Aan de indiener van een beroepschrift wordt een ontvangstbevestiging verstuurd.

§ 3. Het beroepschrift is onontvankelijk als:

- het beroepschrift te laat is ingediend;

- het beroepschrift niet uitgaat van een zakelijk gerechtigde of zijn gemachtigde;

- het beroepschrift niet is ondertekend.

Als het beroep onontvankelijk is, wordt dat aan de indiener meegedeeld.

§ 4. Als het beroep ontvankelijk is, wordt de gegrondheid onderzocht. Dit kan gebeuren op basis van bijgevoegde stukken maar ook door een feitenonderzoek ter plaatse. Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot de woning of het gebouw geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.

§ 5. Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over het beroepschrift en betekent zijn beslissing aan de indiener binnen een termijn van negentig dagen, die ingaan op de dag na deze van de betekening van het beroepschrift.  De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend.

§ 6. Indien het beroep onontvankelijk of ongegrond verklaard wordt, is de opname van de woning of het gebouw in het leegstandsregister definitief. De datum van opname is de datum van het opnameattest.

 

Artikel 7: Schrapping uit het leegstandsregister

§ 1. De zakelijk gerechtigde kan een gemotiveerd verzoek tot schrapping richten tot de registerbeheerder. Dit verzoek bevat:

- de identiteit en het adres van de indiener;

- de vermelding van het nummer van de opnameattest en het adres van de woning of het gebouw waarop de vraag tot schrapping betrekking heeft;

- de bewijsstukken die aantonen dat het gebouw of woning geschrapt mag worden uit het leegstandsregister.

§ 2. Als datum van het verzoek wordt de datum van de aangetekende verzending gehanteerd.

§ 3. Een woning wordt uit het leegstandsregister geschrapt, als de zakelijk gerechtigde bewijst dat deze woning gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden wordt gebruikt in overeenstemming met haar functie. De datum van schrapping is de eerste dag van de aanwending overeenkomstig haar functie.

§ 4. Een gebouw wordt uit het leegstandsregister geschrapt als de zakelijk gerechtigde bewijst dat meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte overeenkomstig de functie aangewend wordt gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden. De datum van schrapping is de eerste dag van de aanwending overeenkomstig haar functie.

§ 5. Een gesloopte leegstaande woning of een gesloopt leegstaand gebouw wordt als onbestaande beschouwd en geschrapt uit het leegstandsregister van zodra de werken beëindigd zijn en alle puin van het perceel is verwijderd. Als schrappingsdatum geldt de datum van het oudste bewijsstuk dat de beëindiging van de sloopwerken en het geruimd puin kan verifiëren. De bewijslast ligt bij de zakelijk gerechtigde en kan op verschillende wijzen aangeleverd worden.

Als de zakelijk gerechtigde conform artikel 7 §1. geen bewijsstukken bij het gemotiveerd verzoek tot schrapping voegt, neemt de registerbeheerder de dag van melding van de sloop als schrappingsdatum na onderzoek ter plaatse dat de beëindiging van de sloopwerken en de ruiming van het puin bevestigt.

§ 6. Na onderzoek neemt de registerbeheerder een beslissing binnen een termijn van orde van  negentig dagen na ontvangst van het verzoek.

§ 7. Tegen de beslissing over het verzoek tot schrapping kan de zakelijk gerechtigde beroep aantekenen volgens de procedure, vermeld in artikel 6 § 1.

 

Hoofdstuk 2: Belastingen

 

Artikel 8: Belastingtermijn en belastbare grondslag

§ 1. Er wordt voor de aanslagjaren 2023 tot en met 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het leegstandsregister.

§ 2. De belasting voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het leegstandsregister.

Zolang de leegstaande woning of het leegstaand gebouw niet uit het leegstandsregister is geschrapt en er geen lopende vrijstelling van de leegstandsbelasting is, is deze verschuldigd op het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden.

 

Artikel 9: Belastingplichtige

§ 1. Belastingplichtig is diegene die op het ogenblik van het verschuldigd worden van de belasting zakelijk gerechtigde is van de leegstaande woning of het leegstaand gebouw.

Als er meerdere zakelijk gerechtigden zijn, zijn deze hoofdelijk aansprakelijk voor de totale belastingschuld, dat wil zeggen dat het volledige bedrag van de belasting bij één van hen kan worden opgeëist.

§ 2. Bij overdracht van het zakelijk recht moet de overdrager de verkrijger op de hoogte brengen van de opname van het gebouw of woning in het leegstandsregister.

Daarnaast moet de overdrager van het zakelijk recht de gemeente per aangetekend schrijven een kopie van de notariële akte of een attest van de notaris bezorgen, binnen twee maanden na het verlijden van deze akte.

De kopie bevat minstens volgende gegevens:

1. naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel en de aard van het zakelijk recht dat wordt overgedragen;

2. datum van de akte, naam en standplaats van de notaris;

3. nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw, dit wil zeggen: het adres en kadastraal nummer van het overgedragen goed en de oppervlakte.

Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van het zakelijk recht als belastingplichtige beschouwd voor het eerstvolgende aanslagjaar.

 

Artikel 10: Tarief en berekening

§ 1. Als de woning of het gebouw een eerste termijn van twaalf opeenvolgend maanden in het leegstandregister is opgenomen, bedraagt de belasting:

1 500 euro voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw;

Als de woning of het gebouw een tweede opeenvolgende termijn van twaalf maanden in het leegstandsregister staat bedraagt de belasting:

3 000 euro voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw;

Als de woning of het gebouw een derde opeenvolgende termijn van twaalf maanden in het leegstandsregister staat bedraagt de belasting:

4 550 euro voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw; 

Als de woning of het gebouw een vierde en elke verdere termijn van twaalf opeenvolgende maanden in het leegstandsregister staat bedraagt de belasting:

6 000 euro voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw.

 

Artikel 11: Vrijstellingen

§ 1. Uitsluitend de vrijstellingen die opgesomd zijn in artikel 11 §4 van dit reglement worden toegepast en kunnen slechts aangevraagd worden via het daartoe bestemde aanvraagformulier, dat als bijlage aan dit reglement opgenomen werd. Dit aanvraagformulier wordt, vergezeld van de nodige bewijsstukken, per beveiligde zending bezorgd aan het college van burgemeester en schepenen.

§ 2. Een aanvraag van een vrijstelling via het aanvraagformulier vermeld in artikel 11 §1 moet het college van burgemeester en schepenen bereikt hebben voor het verstrijken van de eerste of een volgende termijn van twaalf maanden na datum van opname in het leegstandsregister.

§ 3. Een aanvraag van een verlenging van een vrijstelling via het aanvraagformulier vermeld in artikel 11 §1 moet het college van burgemeester en schepenen bereikt hebben voor de verjaardag van de inventarisatie.

§ 4. Op basis van volgende gronden kan een vrijstelling verleend worden:

1) De woning of het gebouw is vrijgesteld als de belastingplichtige minder dan twaalf maanden het zakelijk recht over het gebouw of de woning heeft. Deze vrijstelling geldt tot twee jaar na het verkrijgen van het zakelijk recht op deze woning of dit gebouw. Dit bewijs dient afgeleverd te worden door het voorleggen van een attest van de notaris waaruit blijkt vanaf welke datum de belastingplichtige eigenaar is geworden of door het voorleggen van de notariële akte.

2) De woning is vrijgesteld als minimum één belastingplichtige, zakelijk gerechtigde in een erkende ouderenvoorziening verblijft, of minstens voor één jaar werd opgenomen in een (psychiatrische) instelling of ziekenhuis. De belastingplichtige moet tot op het ogenblik dat hij/zij in de ouderenvoorziening, instelling of ziekenhuis opgenomen werd deze woning als officiële hoofdverblijfplaats gebruikt hebben en de woning mag niet tegelijk voorkomen op het leegstandsregister en het register verwaarloosde woningen en/of gebouwen. Een attest van verblijf in de ouderenvoorziening of instelling moet worden voorgelegd. Deze vrijstelling wordt toegekend voor een periode van drie jaar vanaf de opname in de voorziening.

3) De woning of het gebouw is vrijgesteld wanneer het gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan of geen voorwerp meer kan uitmaken van een omgevingsvergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld.

4) De woning of het gebouw is vrijgesteld wanneer het vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, voor zover kan worden aangetoond dat dit de rechtstreekse oorzaak is van de leegstand. Deze vrijstelling geldt gedurende een periode van drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging.

5) De woning of het gebouw is vrijgesteld wanneer het gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen omgevingsvergunning voor zover kan worden aangetoond dat de vergunning de gebreken betreft die aanleiding geven tot de leegstand. Deze vrijstelling geldt gedurende een termijn van drie jaar volgend op de datum van aflevering van de omgevingsvergunning.

6) De woning of het gebouw is vrijgesteld wanneer het gerenoveerd wordt zonder dat er een omgevingsvergunning vereist is voor zover kan worden aangetoond dat die renovatie de gebreken hersteld die aanleiding geven tot de leegstand. In dit geval moet er een renovatiedossier voorgelegd worden dat minstens de volgende elementen bevat:

a) een plan of tekening en enkele foto’s van de bestaande toestand van het te renoveren gedeelte;

b) een plan of tekening van de toestand na renovatie als deze verschillend is van a;

c) een overzicht van de niet vergunningsplichtige werken die uitgevoerd worden;

d) een raming van de kosten met de offertes en/of facturen van de reeds uitgevoerde werken en nog uit te voeren werken;

e) een gedetailleerd tijdschema dat aangeeft wanneer de werken uitgevoerd worden;

f) een akkoord van de mede-zakelijk gerechtigden (indien van toepassing)

De aanvrager geeft toelating om de woning of het gebouw en de geplande en uitgevoerde werken te controleren. De bevoegde overheid kan de aanvraag weigeren wanneer de bedoelde werken en investeringen onvoldoende zijn om één jaar te duren en/of wanneer de woning na de werken nog niet zou voldoen aan de normen van de Vlaamse wooncode.

Deze vrijstelling geldt per woning of gebouw voor een periode van één jaar en is tweemaal aaneensluitend verlengbaar voor telkens één jaar. Een eerste en tweede verlenging dient te worden aangevraagd voor het verstrijken van de lopende vrijstelling. De aanvrager voegt bij de verlengingsaanvraag:

a) één of meer facturen van maximum twaalf maanden oud die betrekking heeft of hebben op de uitgevoerde renovatiewerken;

b) in geval punt e) van bovenstaande paragraaf niet meer realiseerbaar is: een verantwoording waaruit blijkt dat de werken niet konden worden afgerond en een aangepast tijdsschema.

7) De woning of het gebouw is vrijgesteld wanneer een omgevingsvergunning afgeleverd werd voor sloopwerkzaamheden. Deze vrijstelling geldt gedurende een termijn van één jaar volgend op de datum van aflevering van de omgevingsvergunning en kan per woning of gebouw slechts één keer aangevraagd worden.

8) De woning of het gebouw is vrijgesteld als ze het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente of het OCMW verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel 90 van de Vlaamse Wooncode.

9) De woning of het gebouw is vrijgesteld wanneer deze reeds eerder is opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en/of gebouwen en er hiervoor een belasting verschuldigd is door de zakelijk gerechtigde conform het gemeentelijk belastingreglement.

10) De woning of het gebouw is vrijgesteld wanneer het beschermd is als monument, voor zover kan worden aangetoond dat dit de rechtstreekse oorzaak is van de leegstand. Deze vrijstelling geldt voor een periode van drie jaar vanaf de beslissing tot bescherming of vanaf de opname in het leegstandsregister en is eenmaal aansluitend verlengbaar voor een periode van twee jaar.

11) De woning of het gebouw is vrijgesteld wanneer het onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure. Deze vrijstelling geldt voor een periode van één jaar volgend op de aanvang van de onmogelijkheid tot daadwerkelijk gebruik. De vrijstelling kan telkens aansluitend met één jaar verlengd worden. De bewijslast hiervan ligt bij de belastingplichtige.

§ 5. De vrijstelling van belasting heeft geen impact op de opname van de woning of het gebouw in het leegstandsregister. De anciënniteit van opname in het leegstandsregister blijft doorlopen tijdens de periode van vrijstelling. Dit betekent dat wanneer de reden tot vrijstelling komt weg te vallen, de belasting zal worden berekend op basis van de opnamedatum.

 

Artikel 11: Inkohiering

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 12: Betalingstermijn

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 13: Bezwaar

§1. Binnen een termijn van drie maanden, te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet, kan de zakelijk gerechtigde bij het college van burgemeester en schepenen bezwaar aantekenen tegen de aanslag.

§2. Het bezwaarschrift wordt gedagtekend en per beveiligde zending of aangetekende brief overgemaakt. Het moet ondertekend en gemotiveerd zijn en dient minstens de volgende gegevens te bevatten:

- identiteit en adres van de indiener;

- verwijzing naar het opnameattest van leegstand en van het gebouw of de woning waarop het bezwaarschrift betrekking heeft;

- één of meer bewijsstukken die aantonen dat de aanslag ten onrechte zou gebeurd zijn.

§3. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding afgegeven binnen vijftien kalenderdagen na de indiening ervan.

 

Artikel 14: Toepasselijke wetgeving

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 zijn de bepalingen van titel VII (vestiging en invordering van de belastingen) van toepassing, voor zover zij niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

 

Artikel 15: Overgangsmaatregel

Vrijstellingen die toegekend zijn op basis van het leegstandsreglement van 24 april 2017 blijven geldig voor de looptijd bepaald in dat reglement.

 

Artikel 16: Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2023.

 

Publicatiedatum: 02/02/2023
Overzicht punten

Openbare zitting van 20 december 2022

 

Goedkeuring van de aanpassing van het belastingreglement op verwaarloosde woningen en gebouwen

 

Voorgeschiedenis

        De gemeenteraadsbeslissing van 17 december 2019 juni houdende het gemeentelijk reglement voor de registratie en de belasting van verwaarloosde woning en gebouwen.

        De gemeenteraadsbeslissing van 27 augustus 2019 waarin de gemeenteraad besliste om deel te nemen aan het project lokaal woonbeleid en om het projectvoorstel waarin de opmaak, opbouw, beheer en actualisering van het verwaarlozingsregister inbegrepen is door het intergemeentelijk samenwerkingsverband Wonen aan de Dijle Zuid van IGO div goed te keuren

 

Feiten en context

        Door de indexaanpassingen, inflatie en prijsstijgingen worden de lokale besturen geconfronteerd met omstandigheden die redelijkerwijze niet voorzienbaar waren en ook niet konden ontweken worden.

 

Juridische gronden

        Artikel 170, §4, van de Grondwet.

        Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.

        Het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, in het bijzonder de artikelen 24 en 25 dat stelt dat gemeenten een register van verwaarloosde woningen en gebouwen kunnen bijhouden.

        Het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten.

        Het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode dat de gemeente aanstelt als coördinator en regisseur van het lokale woonbeleid.

        Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

        Artikel 40 §3 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglementen.

        Artikel 41, tweede lid, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van retributies en de voorwaarden ervan, is niet delegeerbaar aan het college van burgemeester en schepenen.

        Artikel 286 §1, 1° en artikel 287 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De reglementen worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de gemeente. De bekendmaking van de lijst van reglementen zoals bepaald in artikel 286 §1, 1° gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt en de datum waarop ze zijn aangenomen.

        Artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De gemeenteoverheid brengt de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking. Dit gebeurt op dezelfde dag als de bekendmaking van de reglementen op de webtoepassing van de gemeente.

        Het besluit van de Vlaamse regering van 16 november 2018 houdende de subsidiëring van intergemeentelijke projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid.

 

Argumentatie

        Het gemeentelijk reglement registratie en belasting verwaarloosde woningen en gebouwen is aanvullend op het gemeentelijk reglement opmaak leegstandsregister en belasting op leegstaande woningen en gebouwen. De beschikbare woningen en gebouwen op het grondgebied van de gemeente moeten niet alleen gebruikt worden maar ook in goede staat blijven. Verwaarlozing leidt namelijk tot verloedering van de leef- en woonomgeving wat extra taken meebrengt voor de gemeente

        De strijd tegen de verwaarloosde woningen en gebouwen zal maar een effect hebben als de opname in een verwaarlozingsregister ook leidt tot een belasting.

        De vrijstellingen van belasting die opgenomen zijn in dit reglement, sluiten het best aan bij de noden en het beleid van de gemeente.

        Door de verhoogde werkingskosten waaronder personeelskosten en materiaalkosten is het aangewezen om een herziening op basis van de stijging van de gezondheidsindex toe te passen.

 

Besluit

 

Na beraadslaging,

21 stemmen voor: Jelle Wouters, Werner Mertens, Piet De Bruyn, Bart De Vos, Carine Goris, Patrick Vervoort, Nele Demuynck, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Ilse Michiels, Maarten Mommaerts, Noëlla D'hooghe, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens, Lieve De Bondt, Bart Lemmens en Tessa Heylighen

1 onthouding: Gunther Dereze

Enig artikel:

Het gemeentelijk reglement voor de registratie van en de belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen wordt als volgt vastgesteld en goedgekeurd:

 

Gemeentelijk reglement voor de registratie van en de belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen

 

Artikel 1: Begrippen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  1. beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

        een aangetekend schrijven,

        een afgifte tegen ontvangstbewijs;

  1. gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2,1° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, zoals vermeld in artikel 24, 2° van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996;
  2. IGO div: de intergemeentelijke administratieve eenheid die door de gemeente is belast met de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het register verwaarlozing;
  3. opnamedatum: de datum waarop de woning of het gebouw opgenomen wordt in het verwaarlozingsregister;
  4. registerbeheerder: De door IGO div aangeduide personeelsleden die belast worden met volgende taken: de opsporing en vaststelling van verwaarlozing, de kennisgeving van de beslissing tot opname aan de zakelijk gerechtigde, de opname van woningen/gebouwen in het verwaarlozingsregister, de beoordeling van de verzoeken tot schrapping uit het verwaarlozingsregister, de schrapping van woningen/gebouwen uit het verwaarlozingsregister;
  5. verjaardag: het ogenblik waarop een nieuwe periode van twaalf maanden verstreken is sinds de opnamedatum, zolang de woning of het gebouw niet uit het verwaarlozingsregister is geschrapt;
  6. verwaarlozingsregister: het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen, vermeld in artikel 3 van dit reglement;
  7. woning: elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande;
  8. zakelijk gerechtigde: de houder van een van de volgende zakelijke rechten:

        de volle eigendom;

        het recht van opstal of van erfpacht;

        het vruchtgebruik.

 

Artikel 2:Bevoegdheid inzake de inventarisatie van verwaarlozing

De gemeente draagt in navolging van de overeenkomst inzake ondersteuning van het lokaal woonbeleid met IGO div, de bevoegdheid tot opmaak en opbouw van het verwaarlozingsregister over aan de dienstverlenende intergemeentelijke vereniging ‘IGO’. Concreet betekent dit dat de door ‘IGO div’ aangeduide personeelsleden, de registerbeheerders, belast worden met volgende taken:

  1. de opsporing en vaststelling van verwaarlozing: uiterlijke schouwing, opstellen beschrijvend verslag en fotodossier;
  2. opmaak en ondertekening van het opnameattest;
  3. de kennisgeving van de beslissing tot opname aan de zakelijk gerechtigde;
  4. de opname van woningen/gebouwen in het verwaarlozingsregister;
  5. de beoordeling van de verzoeken tot schrapping uit het verwaarlozingsregister;
  6. de schrapping van woningen/gebouwen uit het verwaarlozingsregister.

Het college van burgemeester en schepenen blijft exclusief bevoegd voor de beroepen tegen de opname in het verwaarlozingsregister en de beslissingen inzake het toekennen van vrijstellingen met betrekking tot de gemeentelijke verwaarlozingsheffing.

 

Hoofdstuk 1: Registratie van verwaarloosde woningen en gebouwen

 

Artikel 3: Verwaarlozingsregister

§1. Het door IGO div met de opsporing van leegstand belastte personeelslid, de registerbeheerder, houdt een register bij van verwaarloosde woningen en gebouwen.

§2. In het verwaarlozingsregister worden de volgende gegevens opgenomen:

  1. het adres van de verwaarloosde woning of het verwaarloosde gebouw,
  2. de kadastrale gegevens van de verwaarloosde woning of het verwaarloosde gebouw,
  3. de identiteit en het adres van alle houders van het zakelijk recht,
  4. het nummer en de datum van het opnameattest.

 

Artikel 4:Registratie van verwaarlozing

§1. Een gebouw, ongeacht of het dienst doet als woning, wordt beschouwd als verwaarloosd, wanneer het ernstige zichtbare en storende gebreken of tekenen van verval vertoont aan buitenmuren, voegwerk, schoorstenen, dakbedekking, dakgebinte, buitenschrijnwerk, kroonlijst of dakgoten.

Als ernstige zichtbare en storende gebreken en tekenen van verval worden beschouwd de gebreken die verder verval op korte termijn in de hand werken. Dit geldt in het bijzonder wanneer bij hoofd- en/of bijgebouw(en):

  1. de water- of winddichtheid is aangetast en/of
  2. de stabiliteit is aangetast en/of
  3. onderdelen dreigen los te komen en/of
  4. voorgaande gebreken met voorlopige of ontoereikende maatregelen werden verholpen.

§2. Een verwaarloosde woning of een verwaarloosd gebouw worden opgenomen in het verwaarlozingsregister aan de hand van een genummerd opnameattest waaraan minstens één foto wordt toegevoegd. Het opnameattest bevat een beschrijvend verslag met een opsomming van alle gebreken die aanleiding gaven tot de opname in het verwaarlozingsregister. De datum van de vaststelling is de datum van het opnameattest, en geldt eveneens als opnamedatum in het verwaarlozingsregister.

§3. Een woning die opgenomen is in de gewestelijke inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, kan eveneens opgenomen worden in het verwaarlozingsregister, en omgekeerd.

§4. Een woning die of een gebouw dat in het gemeentelijke leegstandsregister staat, kan eveneens opgenomen worden in het verwaarlozingsregister, en omgekeerd.

 

Artikel 5: Kennisgeving van de registratie

Alle houders van het zakelijk recht, zoals bekend bij de registratie van het Kadaster, de Registratie en de Domeinen, worden met een beveiligde zending in kennis gesteld van de beslissing tot opname in het verwaarlozingsregister.

De kennisgeving bevat:

  1. het opnameattest met het beschrijvend verslag,
  2. informatie over de gevolgen van de opname in het verwaarlozingsregister,
  3. informatie over de beroepsprocedure tegen de opname in het verwaarlozingsregister,
  4. informatie over het schrappingsverzoek uit het verwaarlozingsregister.

De beveiligde zending wordt gericht aan de woonplaats van de houder van het zakelijk recht. Is de woonplaats van een houder van het zakelijk recht niet bekend, dan wordt de beveiligde zending gericht aan zijn verblijfplaats. Is de verblijfplaats van een houder van het zakelijk recht niet bekend, dan wordt de beveiligde zending gericht aan het adres van de woning of het gebouw waarop het opnameattest betrekking heeft.

 

Artikel 6: Beroep tegen registratie

§1. Binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat de dag na de datum van de beveiligde zending vermeld in artikel 5, kan een houder van het zakelijk recht bij het college van burgemeester en schepenen beroep aantekenen tegen de beslissing tot opname in het verwaarlozingsregister. Het beroep wordt per beveiligde zending betekend. Het beroepschrift moet ondertekend zijn en moet minimaal volgende gegevens bevatten:

  1. de identiteit en het adres van de indiener,
  2. de vermelding van het nummer van het opnameattest en het adres van de woning of het gebouw waarop het beroepschrift betrekking heeft,
  3. de bewijsstukken die aantonen dat de opname van de woning of het gebouw in het verwaarlozingsregister ten onrechte is gebeurd. De registratie kan betwist worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed.

Als datum van het beroepschrift geldt de datum van de beveiligde zending.

Als het beroepschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de houder van het zakelijk recht, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

§2. De registerbeheerder stuurt aan de indiener van een beroepschrift een ontvangstbevestiging.

§3. Het beroepschrift is onontvankelijk als het niet is ingediend overeenkomstig de bepalingen in §1.

§4. Als het beroepschrift onontvankelijk is, deelt het college van burgemeester en schepenen dit onverwijld mee aan de indiener. Het indienen van een aangepast of nieuw beroep is mogelijk zolang de beroepstermijn van §1 niet verstreken is.

§5. Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling. Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met de opsporing van verwaarloosde gebouwen en woningen belaste personeelsleden.

§6. Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat op de dag na de betekening van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend.

§7. Als de beslissing tot opname in het verwaarlozingsregister niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de houder van het zakelijk recht onontvankelijk of ongegrond verklaard wordt, blijft de woning of het gebouw opgenomen in het verwaarlozingsregister.

§8. Wordt het beroep ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw geschrapt uit het verwaarlozingsregister.

 

Artikel 7: Schrapping uit het verwaarlozingsregister

§1. Een woning of een gebouw wordt geschrapt uit het verwaarlozingsregister wanneer de houder van het zakelijk recht bewijst dat alle gebreken die op korte termijn verder verval in de hand werken, zoals omschreven in artikel 4, §1 en zoals opgenomen in het beschrijvend verslag, hersteld zijn of verwijderd. In geval van sloop moet alle puin geruimd zijn.

De beëindiging van de staat van verwaarlozing kan aangetoond worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed. Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de registerbeheerder.

§2. Voor de schrapping uit het verwaarlozingsregister richt de houder van het zakelijk recht een ondertekend en gemotiveerd verzoek aan de registerbeheerder via beveiligde zending. Dit verzoek bevat:

  1. de identiteit en het adres van de indiener,
  2. de vermelding van het nummer van het opnameattest en het adres van de woning of het gebouw waarop de vraag tot schrapping betrekking heeft,
  3. de bewijsstukken overeenkomstig §1 die aantonen dat de woning of het gebouw geschrapt mag worden uit het verwaarlozingsregister.

Als datum van het schrappingsverzoek geldt de datum van de beveiligde zending.

Als het verzoek ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de houder van het zakelijk recht, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

De registerbeheerder onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het verwaarlozingsregister en neemt een beslissing binnen een termijn van 90 dagen na de ontvangst van het verzoek. De registerbeheerder brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending. Als de kennisgeving niet is gebeurd binnen de voorziene termijn, wordt het schrappingsverzoek geacht te zijn ingewilligd.

Wordt het verzoek ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw geschrapt uit het verwaarlozingsregister. De indieningsdatum van het schrappingsverzoek geldt als datum waarop de woning of het gebouw uit het verwaarlozingsregister wordt geschrapt.

Tegen de beslissing over het verzoek tot schrapping kan de houder van het zakelijk recht beroep aantekenen volgens de procedure, vermeld in artikel 6.

 

Hoofdstuk 2: Belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen

 

Artikel 8: Belastingstermijn en belastbare grondslag

§1. Er wordt voor de jaren 2023 tot en met 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden opgenomen zijn in het verwaarlozingsregister.

§2. De belasting is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat de woning of het gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden opgenomen is in het verwaarlozingsregister.

Zolang de woning of het gebouw niet is geschrapt uit het verwaarlozingsregister, blijft de belasting verschuldigd bij elke verjaardag van de opname.

 

Artikel 9: Belastingplichtige

§1. De belasting is verschuldigd door de houder van het zakelijk recht op de verwaarloosde woning of het verwaarloosd gebouw op de verjaardag van de opname.

§2. Indien er meerdere houders van het zakelijk recht zijn, zijn zij allen hoofdelijk gehouden tot betaling van de totale belastingschuld.

§3. Bij overdracht van het zakelijk recht moet de overdrager de verkrijger op de hoogte brengen van de opname van de woning of het gebouw in het verwaarlozingsregister.

Daarnaast moet de overdrager van het zakelijk recht de gemeente per beveiligde zending een kopie van de notariële akte of een attest van de notaris bezorgen, binnen twee maanden na het verlijden van deze akte. De kopie of het attest bevat minstens volgende gegevens:

  1. naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht, zijn eigendomsaandeel en de aard van het zakelijk recht dat wordt overgedragen;
  2. datum van de akte, naam en standplaats van de notaris;
  3. nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw, dit wil zeggen:  het adres en kadastraal nummer van het overgedragen goed en de oppervlakte.

Als de overdrager van het zakelijk recht nalaat deze kennisgeving te doen, wordt hij, in afwijking van artikel 9 §1, als belastingplichtige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.

 

Artikel 10: Tarief van de belasting

 

 

 

Bedrag

 

1. Als het gebouw of de woning een eerste termijn van twaalf opeenvolgende maanden in het register van verwaarlozing is opgenomen

 

 

€ 1 500

2. Als het gebouw of de woning een tweede opeenvolgende termijn van twaalf maanden in het leegstandsregister staat

 

 

€ 3 000

3. Als het gebouw of de woning een derde opeenvolgende termijn van twaalf maanden in het leegstandsregister staat

 

 

€ 4 500

4. Als het gebouw of de woning een vierde opeenvolgende termijn van twaalf maanden in het leegstandsregister staat

 

 

€ 6 000

 

Artikel 11: Vrijstellingen

§1. De houder van het zakelijk recht kan beroep doen op de hieronder vermelde vrijstellingen. Indien hij van een bepaalde vrijstelling gebruik wenst te maken moet hij zelf de nodige bewijsstukken voorleggen aan de registerbeheerder.

§2. Een aanvraag van een vrijstelling moet het college van burgemeester en schepenen bereikt hebben voor het verstrijken van de eerste of een volgende termijn van twaalf maanden na datum van opname in het verwaarlozingsregister. Eens de verjaardag van de opnamedatum is verlopen, kan er geen vrijstelling meer gevraagd worden voor de voorbije termijn en is de belasting verschuldigd .

§3 Een aanvraag van een verlenging van een vrijstelling moet het college van burgemeester en schepenen bereikt hebben voor het einde van de lopende vrijstelling. Eens de lopende vrijstelling verstreken is, kan er geen verlenging van deze vrijstelling meer gevraagd worden.

§4. Op basis van volgende gronden kan een vrijstelling verleend worden:

  1. De belastingplichtige die de verwaarloosde woning volledig en uitsluitend gebruikt als zijn hoofdverblijfplaats en die niet over een andere woning beschikt;
  1. De belastingplichtige die minder dan twaalf maanden het zakelijk recht over het gebouw of de woning heeft. Deze vrijstelling geldt tot twee jaar na het verkrijgen van het zakelijk recht op dit gebouw of deze woning. Dit bewijs dient afgeleverd te worden door het voorleggen van een attest van de notaris waaruit blijkt vanaf welke datum de belastingplichtige eigenaar is geworden of door het voorleggen van de notariële akte;
  2. Wegens overmacht, als de belastingplichtige aantoont dat de woning of het gebouw opgenomen blijft in het register van verwaarloosde woningen en gebouwen om redenen die onafhankelijk zijn van zijn wil. Die vrijstelling wordt verleend voor een termijn van één jaar, maar wordt jaarlijks verlengd als de overmacht aanhoudt;
  3. De woning of het gebouw is vrijgesteld wanneer het gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan of geen voorwerp meer kan uitmaken van een omgevingsvergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld;
  4. De woning of het gebouw is vrijgesteld wanneer het vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, voor zover kan worden aangetoond dat dit de rechtstreekse oorzaak is van de verwaarlozing. Onder een ramp wordt verstaan elke gebeurtenis die uiterlijk waarneembare schade veroorzaakt aan de woning of het gebouw, waardoor de bewoning van de woning of het gebruik van het gebouw geheel of ten dele onmogelijk wordt. Dit dient door de belastingplichtige met alle mogelijke bewijsvoeringen en verklaringen aangetoond te worden. Deze vrijstelling geldt gedurende een periode van drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging.
  5. De woning of het gebouw is vrijgesteld wanneer het gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen omgevingsvergunning voor zover kan worden aangetoond dat de vergunning de gebreken aanpakt die aanleiding geven tot de verwaarlozing. Deze vrijstelling geldt gedurende een termijn van drie jaar volgend op de datum van aflevering van de vergunning.
  6. De woning of het gebouw is vrijgesteld wanneer het gerenoveerd wordt zonder dat er een omgevingsvergunning vereist is voor zover kan worden aangetoond dat deze werken de gebreken aanpakt die aanleiding geven tot de verwaarlozing. In dit geval moet er een renovatiedossier voorgelegd worden dat minstens de volgende elementen bevat:
    1. een plan of tekening en enkele foto’s van de bestaande toestand van het te renoveren gedeelte;
    2. een plan of tekening van de toestand na renovatie als deze verschillend is van a;
    3. een overzicht van de werken die uitgevoerd worden;
    4. een raming van de kosten met de offertes en/of facturen van de reeds uitgevoerde werken;
    5. een gedetailleerd tijdschema dat aangeeft wanneer de werken uitgevoerd worden
    6. een akkoord van de mede-zakelijk gerechtigden (indien van toepassing)

De aanvrager geeft toelating om de woning of het gebouw en de geplande en uitgevoerde werken te controleren. De bevoegde overheid kan de aanvraag weigeren wanneer de bedoelde werken en investeringen onvoldoende zijn om twaalf maanden te duren en/of wanneer de woning na de werken nog niet zou voldoen aan de normen van de Vlaamse wooncode.

Deze vrijstelling geldt per woning of gebouw voor een periode van twaalf maanden en is tweemaal aaneensluitend verlengbaar voor telkens twaalf maanden. De aanvrager voegt bij de verlengingsaanvraag:

  1. één of meer facturen van maximum twaalf maanden oud die betrekking heeft of hebben op de uitgevoerde renovatiewerken
  2. in geval punt e. van bovenstaande paragraaf niet meer realiseerbaar is: een verantwoording waaruit blijkt dat de werken niet konden worden afgerond en een aangepast tijdsschema.
  1. De woning of het gebouw is vrijgesteld wanneer een omgevingsvergunning afgeleverd werd voor sloopwerkzaamheden. Deze vrijstelling geldt gedurende een termijn van twaalf maanden volgend op de datum van aflevering van de omgevingsvergunning en kan per woning of gebouw slechts één keer aangevraagd worden.
  2. Het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente of het OCMW verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel 90 van de Vlaamse Wooncode.
  3. De woning of het gebouw is vrijgesteld wanneer deze reeds eerder is opgenomen in het gemeentelijk register van leegstaande woningen en/of gebouwen en er hiervoor een gemeentelijke belasting verschuldigd is door de zakelijk gerechtigde conform het gemeentelijk belastingreglement.
  4. De woning of het gebouw is vrijgesteld wanneer het beschermd is als monument voor zover kan worden aangetoond dat dit de rechtstreekse oorzaak is van de verwaarlozing. Deze vrijstelling geldt tot drie jaar vanaf de beslissing tot bescherming of vanaf de opname op de inventaris en is eenmaal aansluitend verlengbaar met twee jaar. 
  5. De woning of het gebouw is vrijgesteld wanneer het onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure. Deze vrijstelling geldt gedurende een periode van één jaar volgend op de aanvang van de onmogelijkheid tot daadwerkelijk gebruik. Deze vrijstelling kan telkens voor een periode van één jaar verlengd worden. De bewijslast hiervan ligt bij de belastingplichtige.

§4. De vrijstelling van belasting heeft geen impact op de opname van de woning of het gebouw in het register van verwaarlozing. De anciënniteit van opname in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen blijft doorlopen tijdens de periode van vrijstelling. Dit betekent dat wanneer de reden tot vrijstelling komt weg te vallen, de belasting zal worden berekend op basis van de opnamedatum.

 

Artikel 12: Inkohiering

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 13: Betalingstermijn

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 14:Bezwaar tegen de belasting

§1. De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.

§2. De indiening en de behandeling van het bezwaar gebeurt volgens de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

Binnen een termijn van drie maanden, te rekenen vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet, kan de zakelijk gerechtigde bij het college van burgemeester en schepenen bezwaar aantekenen tegen de beslissing tot de belasting.

Het bezwaarschrift wordt gedagtekend en per beveiligde zending overgemaakt, ondertekend en gemotiveerd zijn en dient minstens de volgende gegevens te bevatten:

  1. identiteit en adres van de indiener;
  2. verwijzing naar de opnameattest van verwaarlozing en van het gebouw of de woning waarop het bezwaarschrift betrekking heeft;
  3. één of meer bewijsstukken die aantonen dat de aanslag ten onrechte gebeurd zou zijn.

De indiener van het bezwaarschrift ontvangt een ontvangstmelding binnen vijftien kalenderdagen na ontvangst van het bezwaarschrift.

Het college van burgemeester en schepenen doet een uitspraak over het bezwaar binnen een redelijke termijn.

 

Artikel 15: Toepasselijke regelgeving

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing, voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

 

Artikel 16: Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2023.

 

Publicatiedatum: 02/02/2023
Overzicht punten

Openbare zitting van 20 december 2022

 

Mondelinge vragen

 

Publicatiedatum: 02/02/2023
Overzicht punten

Besloten zitting van 20 december 2022

 

Gemeentelijke Commissie Ruimtelijke Ordening (Gecoro) - samenstelling - wijziging

 

Voorgeschiedenis

        Het besluit van de gemeenteraad van 7 januari 2019 tot installatie van de nieuwe gemeenteraad.

        Het besluit van de gemeenteraad van 26 februari 2019 houdende het principe en de werking van de Gecoro.

        Het besluit van de gemeenteraad van 23 april 2019 houdende de samenstelling van de Gemeentelijk Commissie voor Ruimtelijke Ordening - aanduiding leden.

        Het besluit van de gemeenteraad van 2 maart 2021 tot wijziging van de samenstelling van de Gecoro.

 

Feiten en context

        De samenstelling van de Gecoro werd bevestigd op de gemeenteraad van 23 april 2019.

        Via mail heeft de penningmeester van Unizo Rotselaar op 8 november 2022 aangegeven dat Marco Ringoet wordt vervangen als effectief lid in de Gecoro door Jan Schrijvers als vaste vertegenwoordiger van Unizo.

 

 

Juridische gronden

        De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 1 september 2009 en latere wijzigingen

Artikel 1.3.3. en 1.3.4. uit de Vlaamse Codex betreffende de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening.

        Besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 2000 tot vaststelling van nadere regels voor de samenstelling, de organisatie en de werkwijze van de gemeentelijke commissies voor ruimtelijke ordening.

        Artikel 28 §1, 1° van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

Aangelegenheden die de persoonlijke levenssfeer raken, moeten in besloten zitting worden behandeld. Bij een beraadslaging over de samenstelling van de Gecoro komen bekwaamheden en cv's aan bod, en dus moet er in besloten zitting worden vergaderd.

        Artikel 34 tweede lid van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

De stemmingen in de gemeenteraad zijn niet geheim. Geen van de uitzonderingen uit dit artikel is van toepassing. De Gecoro is geen gemeentelijk bestuursorgaan, noch een vertegenwoordigend orgaan van de gemeente, want raadsleden kunnen geen deel uitmaken van de Gecoro.

        Artikel 304 §3 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

Binnen een overlegstructuur mag hoogstens twee derde van de leden van hetzelfde geslacht zijn.

 

Argumentatie

        De wijziging betreft:

        het vervangen van een effectief lid van Unizo.

        De verhouding in de samenstelling en het aantal leden wijzigt niet. De Gecoro blijft bestaan uit negen leden waarvan vier deskundigen inzake ruimtelijke ordening en vijf leden vanuit de maatschappelijke geledingen (Natuurpunt Rotselaar, CIB Vlaanderen, UNIZO, ACV, Boerenbond). Hiermee is voldaan aan de bepalingen van de VCRO waarbij voor gemeenten van meer dan 10.000 inwoners tot 30.000 inwoners minimum negen en maximum dertien leden kunnen zetelen in de Gecoro. Van deze leden moet minstens één vierde deskundigen zijn inzake ruimtelijke ordening. Van de voorgestelde leden zijn vier van de negen leden aangeduid als deskundige. Er is ook voldaan aan de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 2000: er zetelen immers vijf leden uit verschillende maatschappelijke geledingen in de Gecoro. Het besluit stelt dat er minstens vier verschillende maatschappelijke geledingen opgeroepen moesten worden om een vertegenwoordiger voor te dragen. Met maatschappelijke geledingen wordt hier bedoeld: milieu- en natuurverenigingen, werkgevers of zelfstandigen, verenigingen van handelaars, verenigingen van landbouwers en verenigingen van werknemers.

        Met de nieuwe samenstelling is ook voldaan aan het maximum van twee derde leden van hetzelfde geslacht.

 

Besluit

 

Na beraadslaging,

21 stemmen voor: Jelle Wouters, Werner Mertens, Piet De Bruyn, Bart De Vos, Carine Goris, Patrick Vervoort, Nele Demuynck, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Ilse Michiels, Maarten Mommaerts, Noëlla D'hooghe, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens, Lieve De Bondt, Bart Lemmens en Tessa Heylighen

1 niet gestemd: Gunther Dereze

Artikel 1:

De gemeenteraad stelt Jan Schrijvers aan als effectief lid deskundige en vaste vertegenwoordiger van Unizo, ter vervanging van ontslagnemend lid Marco Ringoet.

 

Publicatiedatum: 02/02/2023