Gemeente Rotselaar

Datum van de zitting: 17 december 2019

Om 20u30 tot 0u30

 

Aanwezig:

Bart De Vos, voorzitter;

Jelle Wouters, burgemeester;

Dirk Claes, Dirk Jacobs, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, schepenen;

Werner Mertens, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Nele Demuynck, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Ilse Michiels, Ingrid Van Steenberge, Noëlla D'Hooghe, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Ellen De Rijck, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens, Stella Beckx, raadsleden;

An Craninckx, algemeen directeur;

 

Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Goedkeuring notulen van de vorige vergadering

 

Juridische gronden

          Artikel 32 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De gemeenteraad keurt, mits eventuele aanpassingen, de notulen van de vorige zitting goed.

 

Besluit

Na beraadslaging,

25stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Dirk Jacobs, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Werner Mertens, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Nele Demuynck, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Ilse Michiels, Ingrid Van Steenberge, Noëlla D'Hooghe, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Ellen De Rijck, Bart De Vos, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens en Stella Beckx

Enig artikel:

De gemeenteraad keurt de notulen van de vergadering van 19 november 2019 goed.

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Verhoging van de tweede pensioenpijler voor contractuele personeelsleden - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis

          Gemeenteraadsbesluit van 29 november 2010: Invoering aanvullend pensioenstelsel voor de contractuele personeelsleden: pensioentoelage van 1% op het pensioengevend jaarloon.

 

Feiten en context

          De gemeenteraad voerde in 2010 een aanvullend pensioenstelsel in voor de contractuele personeelsleden.

          De Federale Pensioendienst trad op als opdrachtencentrale voor de gunning aan een verzekeringsinstelling waarbij de opdracht werd toegewezen aan een samenwerking tussen Dexia Verzekeringen (Belfius) en Ethias onder de vorm van een tijdelijke handelsvennootschap.

          De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid zorgt voor het doorsturen van de nodige gegevens (o.m. over tewerkstelling en salaris) aan de groepsverzekeraar.

          De wetswijziging van 30 maart 2018 maakt het voor een lokaal bestuur mogelijk om korting te krijgen op de responsabiliseringsbijdrage voor het statutair personeel wanneer zij een aanvullende pensioenregeling treft voor haar contractueel personeel, mits voldaan wordt aan een aantal belangrijke voorwaarden;

1)      Alle contractuele personeelsleden moeten kunnen genieten van een aanvullend pensioen, zonder onderscheid en zonder uitzondering.

2)      Er mag geen aansluitingsleeftijd vooropgesteld worden.

3)      De belangrijkste voorwaarde echter om de korting op de responsabiliseringsbijdrage te verkrijgen, is dat er minstens een bijdrage van 2% wordt toegepast voor het aanvullend pensioen vanaf 2020 en minstens 3% vanaf 2021.

 

Juridische gronden

          De wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid;

          Het sectoraal akkoord 2008-2013 voor het personeel van de lokale en provinciale besturen, afgesloten in het Vlaamse onderhandelingscomité C1 van 19 november 2008;

          Het kaderreglement tweede pensioenpijler contractanten dat met de representatieve vakorganisaties onderhandeld werd in het Vlaamse onderhandelingscomité C1 van 9 december 2009, zoals van toepassing vanaf 1 januari 2019;

          De wet op de overheidspensioenen van 30 maart 2018: een lokaal bestuur kan korting krijgen op de responsabiliseringsbijdrage bij het verhogen van de tweede pensioenpijler voor contractuelen;

          Rechtspositieregeling gemeente Rotselaar gecoördineerd van 20 november 2017;

          Het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017;

 

Argumentatie

          Er wordt voorgesteld om de pensioentoelage op het pensioengevend jaarloon van contractuele personeelsleden te verhogen van 1% naar 3 % vanaf 1 december 2019.

          De daartoe verschuldigde premie mag voor de helft in mindering gebracht worden van de voor het beschouwde kalenderjaar verschuldigde responsabiliseringsbijdrage.

          Ook de werkgeversbijdrage van 8,86% die op de premies wordt geheven, is begrepen in de kost die de betrokken overheidswerkgever mag aftrekken.

          Aangezien de wijzigingen ingaan vanaf 1 december 2019 zal de korting de eerste keer worden toegepast op de responsabiliseringsbijdragen betaald voor het jaar 2019.

          Het voordeel dat aldus wordt toegekend aan de contractuele personeelsleden wordt hiermee gekoppeld aan een verlaging van de verschuldigde bijdragen voor de statutaire personeelsleden.

          Het doel is om de kloof tussen het contractueel en het statutair personeel verder te verkleinen.

 

Adviezen

          Het protocol van akkoord van het hoger en bijzonder overlegcomité van 26 november 2019.

 

Besluit

Na beraadslaging,

25stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Dirk Jacobs, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Werner Mertens, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Nele Demuynck, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Ilse Michiels, Ingrid Van Steenberge, Noëlla D'Hooghe, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Ellen De Rijck, Bart De Vos, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens en Stella Beckx

Artikel 1:

De pensioentoelage voor contractuele personeelsleden bedraagt 3 % van het pensioengevend jaarloon met ingang van 1 december 2019.

Artikel 2:

De gemeenteraad gaat akkoord met het kaderreglement tweede pensioenpijler contractanten van 9 december 2009, zoals vervangen vanaf 1 januari 2019, dat als bijlage wordt toegevoegd.

Artikel 3:

De gemeenteraad zal het pensioenreglement, met name dit besluit en het kaderreglement tweede pensioenpijler contractanten (bijlage) ter beschikking stellen van zijn contractuele personeelsleden.

Artikel 4:

Een afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, Victor Hortaplein 11, 1060 Brussel.

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Aanpassing rechtspositieregeling - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis

          De rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel, na aanpassingen door de gemeenteraad in zitting van 26 april 2010, 28 juni 2010 en 26 april 2011, 28 april 2014, 17 december

2015 en 20 november 2017.

 

Feiten en context

          Binnen de huidige arbeidsmarkt heerst een trend van 'war for talent'. Als lokaal bestuur wordt het alsmaar moeilijker om geschikte werknemers te vinden, dit onder andere door de beperkte extralegale voordelen die kunnen aangeboden worden en de minder competitieve loonsvoorwaarden ten opzichte van de privé-arbeidsmarkt.

          Om zich te profileren als aantrekkelijkere werkgever wenst het bestuur een aantal wijzigingen door te voeren aan de rechtspositieregeling, dit binnen de mogelijkheden die hiervoor bestaan in het Besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het

gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de

rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk

welzijn.

 

Juridische gronden

          Wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel.

          Koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel.

          Artikel 186, §1 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017

De gemeenteraad stelt de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel op.

          Besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor

de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het

gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de

rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk

welzijn

Dit besluit regelt de minimale voorwaarden voor de lokale rechtspositieregeling.

 

Adviezen

          Het protocol van akkoord van het Bijzonder onderhandelingscomité van 26 november 2019 over de voorgestelde wijzigingen aan de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel.

 

Argumentatie

          Om enkele bepalingen in de huidige rechtspositieregeling te vereenvoudigen en via een aantal wijzigingen aanstellingen van nieuwe werknemers aantrekkelijker te maken, wenst het bestuur volgende wijzigingen aan de huidige rechtspositieregeling toe te passen:

          Volgens de huidige voorschriften dient bij een selectieprocedure met meer dan 30 kandidaten een preselectie met schriftelijke proef van het type meerkeuzevragen te worden georganiseerd.

Het bestuur wenst dit te vereenvoudigen door gebruik te maken van een 'betrouwbare selectietechniek voor preselectie'.

          Om in aanmerking te komen voor de bevorderingsprocedure wenst het bestuur de bevorderingsvoorwaarden te wijzigen in die zin dat het personeelslid dient te beschikken over 'een diploma vereist voor het onderliggende niveau'.

          Het bestuur wenst de anciënniteiten te laten meerekenen als volgt: volledige geldelijke, niveau-, graad- en schaalanciënniteit voor beroepservaring in overheid en relevante beroepservaring in privé-sector of als zelfstandige.

 

Besluit

Na beraadslaging,

25stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Dirk Jacobs, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Werner Mertens, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Nele Demuynck, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Ilse Michiels, Ingrid Van Steenberge, Noëlla D'Hooghe, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Ellen De Rijck, Bart De Vos, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens en Stella Beckx

Artikel 1: Preselectie

In artikel 18 wordt het woord 'schriftelijk' geschrapt:

 

'De algemene regels voor de selectie worden als volgt vastgesteld:

          Selectie-examens: de aanstellende overheid organiseert de examens. Indien het

aantal kandidaten meer dan 30 bedraagt, kan een schriftelijke preselectie georganiseerd

worden. De kandidaten worden ten minste 14 kalenderdagen vooraf schriftelijk op de

hoogte gebracht van de data en het uur waarop en de plaats waar de examens worden

afgenomen. Zij worden tegelijk in kennis gesteld van het examenprogramma.'

 

Artikel 2:

In artikel 19, §1 wordt 'De keuze van de selectietechnieken, uitgezonderd wat betreft een preselectie: deze bestaat uit een schriftelijke proef van het type meerkeuzevragen.' vervangen door:

 

'De keuze van de selectietechnieken, waaronder, in voorkomend geval, het gebruik van een betrouwbare selectietechniek voor preselectie.'

 

Artikel 3: Diplomavereiste bij bevordering

Artikel 40 §2 wordt aangevuld als volgt:

 

'§2 Voor de deelname aan een bevorderingsprocedure komen volgende personeelsleden in

aanmerking:

1° de vast aangestelde statutaire personeelsleden die aan de bevorderingsvoorwaarden voldoen, zoals vermeld in artikel 44 §1, met uitzondering van de diplomavereiste. Om in aanmerking te komen voor de bevorderingsprocedure dient het personeelslid te beschikken over een diploma vereist voor het onderliggende niveau;

ongeacht hun administratieve toestand;

2° de contractuele personeelsleden die aan de bevorderingsvoorwaarden voldoen, zoals vermeld in artikel 44 §1, met uitzondering van de diplomavereiste. Om in aanmerking te komen voor de bevorderingsprocedure dient het personeelslid te beschikken over een diploma vereist voor het onderliggende niveau.'

 

Artikel 4: Schaalanciënniteit

In artikel 112 wordt 'en schaalanciënniteit' toegevoegd:

'De graad-, niveau-, dienst- en schaalanciënniteit bestaan uit de werkelijke diensten die bij een overheid werden gepresteerd.'

 

Artikel 5:

In artikel 116 §2 wordt 'met uitzondering van de schaalanciënniteit' geschrapt:

 

'§2. De diensten die gepresteerd werden bij een andere overheid, worden in aanmerking

genomen voor de vaststelling van de administratieve anciënniteiten, met uitzondering van de schaalanciënniteit.'

 

Artikel 6:

In artikel 117 wordt 'en schaalanciënniteit' toegevoegd:

 

'Aan het personeelslid met beroepservaring in de privé-sector of als zelfstandige wordt

graadanciënniteit, niveauanciënniteit en dienstanciënniteit en schaalanciënniteit toegekend als die beroepservaring relevant is voor de functie waarin het personeelslid wordt aangesteld.'

 

Artikel 7:

In artikel 150 wordt 'tot maximum 10 jaar' vervangen door 'volledig':

 

'Beroepservaring in de privé-sector of als zelfstandige wordt volledig in aanmerking genomen, voor de toekenning van periodieke salarisverhogingen, op voorwaarde dat ze relevant is voor de uitoefening van de functie.'

 

Artikel 8:

Deze wijzigingen treden in werking met ingang van 1 januari 2020.

Artikel 9:

De artikelen 112, 116, 117 en 150 zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2020, voor de personeelsleden die in dienst zijn getreden sedert 1 januari 2015.

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Tweede beraadslaging: definitieve vaststelling rooilijnplan en afschaffing en verlegging van een deel van voetweg nr. 116

 

Voorgeschiedenis

          Het besluit van de gemeenteraad van 28 mei 2018.

De gemeenteraad besluit om in kader van algemeen belang de procedure op te starten van de gedeeltelijke verlegging van voetweg nr. 116 tussen de Kerkhofstraat en de Regastraat naar aanleiding van een omgevingsvergunning V 2018 6 voor het verkavelen van gronden in 4 loten bestemd voor eengezinswoningen in halfopen verband gelegen te Kerkhofstraat 55, 55A, 55B en 55C en verkavelingsvergunning V/970/RH (2006 43) voor het creëren van twee loten bestemd voor open bebouwing gelegen Regastraat 13 en 15.

          Het besluit van de gemeenteraad van 25 juni 2018.

De aanpassing op het besluit van de gemeenteraad van 28 mei 2019 waarbij wordt afgezien van de meerwaarde bij de procedure in het algemeen belang tot gedeeltelijke verlegging van voetweg nr. 116 tussen de Kerkhofstraat en de Regastraat, voor zover dit een regularisatie is door de gemeente naar de reële toestand.

          Het dossier in aanvraag, opgemaakt op 17 april 2019 door landmeetkantoor Artois BVBA, tot afschaffing en verlegging van een deel van voetweg nr. 116 (Rotselaar - Heikant) met inbegrip van het rooilijnplan ingediend door de aangelanden waaronder de gemeente Rotselaar.

          Het besluit van de gemeenteraad van 27 augustus 2019.

De gemeenteraad besluit om een principieel gunstig advies te verlenen voor de afschaffing en verlegging van een deel van voetweg nr. 116 volgens het plan opgemaakt door landmeetkantoor Artois BVBA van 21 februari 2019 en het rooilijnplan voorlopig vast te stellen.

          Het getuigschrift van bekendmaking van 25 november 2019 waarbij het college van burgemeester en schepenen bevestigt dat de formaliteiten aangaande het openbaar onderzoek behoorlijk werd nageleefd, derhalve dat de formaliteiten aangaande het openbaar onderzoek op vereiste manier werd bekendgemaakt en het dossier gedurende de juiste periode ter inzage werd gelegd.

          Het proces-verbaal van sluiting van openbaar onderzoek van 25 november 2019 waaruit blijkt dat er één bezwaarschrift tegen het ontwerp werd ingediend.

          Het schattingsverslag met dossiernummer 10825 opgemaakt door landmeetkantoor Artois BVBA op 7 november 2019 waarbij de eigenaars van de percelen waarop de aanvraag betrekking heeft vrijgesteld zijn van het betalen van een vergoeding.

 

Feiten en context

          De aanvraag heeft betrekking op de percelen kadastraal gekend als afdeling 1, sectie D, nrs. 510D (Regastraat 13), 513M (Kerkhofstraat 53), 513G (Kerkhofstraat 51), 513L (Kerkhofstraat 49) en 513V. Het perceel 513V werd gratis en voor openbaar nut aan de gemeente overgedragen per notariële akte van 27 november 2018.

          De percelen zijn volgens het gewestplan Leuven deels gelegen in woonparkgebied en deels gelegen in woongebied.

          De aanvraag omvat het voorstel om voetweg nr. 116, met een breedte van 1,65 meter en gelegen op de percelen 510D (Regastraat 13), 513M (Kerkhofstraat 53), 513G (Kerkhofstraat 51) en 513L (Kerkhofstraat 49), af te schaffen over de gehele lengte vanaf de Regastraat tot de Kerkhofstraat en deze te verleggen naar de grens van het perceel 510D, de grens van het perceel 513M en volledig over het perceel 513V, eveneens vanaf de Regastraat tot de Kerkhofstraat. De reden hiervoor is dat de huidige ligging van de voetweg volgens de Atlas der Buurtwegen door een aantal bestaande woningen loopt en ter plaatse dus niet meer zichtbaar is. Op dit moment is er reeds een verbinding is tussen de Regestraat en de Kerkhofstraat op de plaats waarnaar de voetweg nr. 116 zal verlegd worden. Deze verbinding betreft een private weg met openbaar karakter gelegen op de percelen kadastraal gekend als afdeling 1, sectie D, nrs. 510D (Regastraat ZN), 513M (Kerkhofstraat 53), en 513V (eigendom gemeente Rotselaar). De private weg met openbaar karakter is de niet officiële vervanging van een deel van voetweg nr. 116 die voornamelijk gebruikt wordt door schoolgaande kinderen van de gemeentelijke basisschool Rotselaar - Heikant. Deze weg ligt in het verlengde van de Sparrenstraat.

          Het tracé A-B-C-D-E met een oppervlakte van 180 m² betreft het af te schaffen gedeelte van voetweg nr. 116. Het tracé F-G-H-I met een oppervlakte van 134 m² is het nieuwe gedeelte van de voetweg dewelke momenteel reeds in gebruik is als trage weg.

          Af te schaffen oppervlakte per perceel:

          510D - 48 m²

          513M - 39 m²

          513G - 50 m²

          513L - 43 m²

          Nieuwe oppervlakte per perceel:

          510D - 29 m²

          513M - 41 m²

          513V - 64 m²

          Het gedeelte van voetweg nr. 116 dewelke deel uitmaakt van de aanvraag ligt schuin over de percelen kadastraal bekend als afd. 1, sectie D, nummer 513L (Kerkhofstraat 49), nummer 513G (Kerkhofstraat 51), nummer 513M (Kerkhofstraat 53) en nummer 510C/deel (Regastraat 13) en is niet toegankelijk om volgende redenen:

          Voor perceel nr. 513L (Kerkhofstraat 49) is op:

          28 januari 1970 een verkavelingsvergunning afgeleverd voor het creëren van 3 loten bestemd voor open bebouwing. Kerkhofstraat 49 betreft lot 2. Op het verkavelingsplan is voetweg nr. 116 niet weergegeven maar wel een erfdienstbaarheid die loopt over de percelen kadastraal bekend als afd. 1, sectie D, nr. 513N, nr. 513M en nr. 510C/deel;

          13 oktober 1971 een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd voor het bouwen van een woonhuis. De woning is gebouwd over de voetweg;

          Voor perceel nr. 513G (Kerkhofstraat 51) is op:

          14 juli 1967 een verkavelingsvergunning afgeleverd voor het creëren van één lot bestemd voor open bebouwing. Op het verkavelingsplan is voetweg nr. 116 niet weergeven;

          24 november 1971 een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd voor het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning;

          13 maart 1984 een wijziging van de verkavelingsvergunning afgeleverd betreffende de inplanting van een garage

          8 mei 1984 een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd voor het bouwen van een garage en terrasmuur.

          Voor perceel nr. 513M (Kerkhofstraat 53) is op:

          28 januari 1970 een verkavelingsvergunning afgeleverd voor het creëren van 3 loten bestemd voor open bebouwing. Kerkhofstraat 53 betreft lot 3. Op het verkavelingsplan is voetweg nr. 116 niet weergegeven maar wel een erfdienstbaarheid die loopt over de percelen kadastraal bekend als afd. 1, sectie D, nr. 513N en nr. 513M

          22 augustus 1973 een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd voor het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning

          26 juli 2006 een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd voor het verbouwen van uitbreiden van een eengezinswoning.

          30 juni 2014 een verkavelingswijziging afgeleverd voor het wijzigingen van de stedenbouwkundige voorschriften: verhogen maximaal bebouwbare oppervlakte naar 234 m² en materiaal buitenbekleding zink i.p.v. baksteen

          22 september 2014 een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd voor slopings-, verbouwings- en uitbreidingswerken bij een eengezinswoning in open verband.

          Voor het perceel nr. 510C (Regastraat 13 en 15) is op 10 december 2007 een verkavelingsvergunning afgeleverd voor het creëren van twee loten bestemd voor open bebouwing. Op het verkavelingsplan is voetweg nr. 116 niet weergegeven zoals deze werkelijk ligt volgens de Atlas der Buurtwegen maar wel op de erfdienstbaarheid zoals weergegeven op het verkavelingsplan van 28 januari 1970.

 

Juridische gronden

          Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

          De wet van 10 april 1841 op de buurtwegen, gewijzigd door de wetten van 20 mei 1863, 19 maart 1866, 9 augustus 1948 en 5 augustus 1953.

          Het decreet van 4 april 2014 houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot de ruimtelijke ordening en het grond- en pandenbeleid, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 15 april 2014, o.m. de artikelen 75 tot 78.

Bij dit decreet werden de wet op de buurtwegen van 10 april 1841 en het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen gewijzigd.

          Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juni 2014 tot vaststelling van nadere regels voor de organisatie van het openbaar onderzoek inzake buurt- en voetwegen.

 

Bijlage

          Het dossier rooilijnplan en afschaffing en verlegging van een deel van voetweg nr. 116 opgemaakt door landmeetkantoor Artois BVBA gevestigd te Herent (3020), Mechelsesteenweg 378 op 17 april 2019.

          Het schattingsverslag opgemaakt door landmeetkantoor Artois BVBA op 7 november 2019.

 

Argumentatie

          In het verleden zijn er vergunningen afgeleverd zonder rekening te houden met dit deel van voetweg nr. 116.

          Dit gedeelte van voetweg nr. 116 is gedurende een lange periode niet meer in gebruik.

          Dit gedeelte van voetweg nr. 116 kan niet meer open gesteld worden doordat er door de jaren heen constructies over geplaatst werden.

          Het ontoegankelijk gedeelte van voetweg nr. 116 staat niet weergegeven op de 'Tragewegenkaart Rotselaar'. De private weg met openbaar karakter, die in het verlengde loopt van Sparrenstraat, staat wel weergegeven op deze kaart als een trage weg, wandel- en of fietspad.

          Omwille van bovenstaande redenen, de goede ruimtelijke ordening en om de veiligheid van de schoolgaande kinderen te garanderen is de officiële verlegging van dit deel van voetweg nr. 116, met een breedte van 1,65 meter, naar de private weg met openbaar karakter die loopt over de percelen kadastraal bekend als afd. 1, sectie D, nr. 513M (Kerkhofstraat 53), nr. 513N (Kerkhofstraat 55) en nr. 510C (Regastraat 13 - onbebouwd perceel) van algemeen belang.

          De afschaffing en verlegging van voetweg nr. 116 is een regularisatie door de gemeente naar de reële toestand bijgevolg kan worden afgezien van het innen van de meerwaarde.

          Het rooilijnplan en de gedeeltelijke afschaffing en verlegging van voetweg nr. 116 werd onderworpen aan een openbaar onderzoek gedurende de periode van 27 september 2019 tot en met 26 oktober 2019. Tijdens het openbaar onderzoek werd één bezwaarschrift ingediend.

          Bezwaarschrift 1 van 27 september 2019:

          Bezwaar tegen de afschaffing/verlegging van voetweg nr. 116 om wille van 4 argumenten:

i)         Dit is een trage weg die frequent en al zeer lang dagelijks gebruikt wordt.

ii)       De weg is opgenomen in het Geoloket van Vlaams-Brabant.

iii)     Het gebruik van de weg voldoet aan de 4 erkenningsvoorwaarden tot buurtweg. Ik gebruik dit pad tot op heden. Volgens mijn familieleden is het pad zeker van voor 1980 vrij van gebruik.

iv)     Het arrest van het Hof van Cassatie van 13 januari 1994 AR. 9551 - Gemeente Plombières t., Leclercq - Eerste Kamer Fr., Uit: Recente Arresten van het Hof van Cassatie 1994 - pg. 93-97.

          Behandeling bezwaarschrift 1:

          Het bezwaarschrift is ongegrond. Het bezwaarschrift gaat over het afschaffen van de private weg met openbaar karakter die in het verlengde loopt van de Sparrenstraat. Deze staat wel weergegeven op deze kaart als een trage weg, wandel- en of fietspad. De voetweg nr. 116 wordt verlegd naar dit gedeelte met als bedoeling het gebruik van het "wegje" in de toekomst te kunnen blijven garanderen. De aanvraag werd bijgevolg verkeerd geïnterpreteerd.

          In navolging van art. 29 van de Wet op de Buurtwegen heeft landmeetkantoor Artois BVBA een schattingsverslag opgemaakt op 7 november 2019. De aangelanden zijn geen meerwaarde verschuldigd.

 

Besluit

Na beraadslaging,

25stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Dirk Jacobs, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Werner Mertens, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Nele Demuynck, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Ilse Michiels, Ingrid Van Steenberge, Noëlla D'Hooghe, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Ellen De Rijck, Bart De Vos, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens en Stella Beckx

Artikel 1:

Het rooilijnplan (deel) van voetweg nr. 116, zoals in een eerste beraadslaging voorlopig werd vastgesteld bij beslissing van de gemeenteraad van 27 augustus 2019, definitief vast te stellen.

Artikel 2:

Aan de deputatie voor te stellen om het rooilijnplan (deel) van voetweg nr. 116, opgemaakt door landmeetkantoor Artois BVBA, goed te keuren.

Artikel 3:

Aan de deputatie voor te stellen om voetweg nr. 116 gedeeltelijk af te schaffen en te verleggen, dit volgens het plan opgemaakt door landmeetkantoor Artois BVBA.

Artikel 4:

Zoals blijkt uit het schattingsverslag met dossiernummer 10825 opgemaakt door landmeetkantoor Artois BVBA op 7 november 2019 zijn de eigenaars van de percelen waarop de aanvraag betrekking heeft vrijgesteld van het betalen van een vergoeding.

Artikel 5:

Deze beslissing wordt samen met het volledig dossier toegezonden aan de deputatie van Vlaams-Brabant, Provincieplein 1 te 3010 Leuven.

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Beleidsplan Omgevingshandhaving 2020-2025 "Samen gericht handhaven" - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis

          Het beleidsplan Omgevinghandhaving kadert in de uitvoering van het gemeentelijke meerjarenplan 2020-2025, meer bepaald de beleidsdoelstelling:

          Rotselaar bewaart en bewaakt haar groene karakter met ruimte om te wonen, werken, te ontspannen en te ondernemen.

 

Feiten en context

          Het beleidsplan Omgevingshandhaving heeft als doel "samen gericht handhaven" in de gemeente waarbij gestreefd wordt naar de realisatie van een efficiënte, effectieve en doelmatige handhaving.

          Het handhavingsbeleidsplan is een samenwerking tussen Interleuven en de gemeente Rotselaar.

 

Juridische gronden

          Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

          De bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

          Het decreet algemene bepalingen milieubeleid van 5 april 1995.

 

Argumentatie

          Het beleidsplan, zoals gevoegd als bijlage, omvat volgende prioriteiten:

PRIORITAIRE OVERTREDINGEN RUIMTELIJKE ORDENING

1)      Vellen van hoogstambomen / ontbossen en het niet naleven van heraanplanting

2)      Reliëfwijzigingen, inclusief dempen van grachten

3)      Het wijzigen van het aantal woongelegenheden

4)      Weekendverblijven: nieuwe overtredingen kordaat aanpakken

5)      Misdrijven op gemeentelijke en provinciale RUP's

6)      Het plaatsen van constructies die voor bewoning kunnen worden gebruikt

NIET-PRIORITAIRE OVERTREDINGEN RUIMTELIJKE ORDENING - voorbeelden:

          Verhardingen

          Functiewijzigingen

          Visuele hinder zoals bv. grote reclamepanelen en - zuilen

PRIORITAIRE OVERTREDINGEN MILIEU

7)      Activiteiten met invloed op grondwater, hemelwater en waterlopen

8)      Activiteiten met een invloed op bodem

9)      Inrichtingen met een mogelijk hoog nadelig effect op de omgeving

10)  Zwerfvuil, sluikstorten en sluikstoken

          De afbakening van prioriteiten is noodzakelijk om de doelstelling te realiseren.

          De concrete gemeentelijke werkwijze in individuele dossiers, meer bepaald de methodiek, is preventief, proactief en reactief handelen.

 

Besluit

Na beraadslaging,

25stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Dirk Jacobs, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Werner Mertens, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Nele Demuynck, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Ilse Michiels, Ingrid Van Steenberge, Noëlla D'Hooghe, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Ellen De Rijck, Bart De Vos, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens en Stella Beckx

Artikel 1:

Het beleidsplan omgevingshandhaving 2020-2025 "Samen gericht handhaven", zoals gevoegd als bijlage, wordt definitief vastgesteld.

Artikel 2:

Het beleidsplan wordt ter kennisgeving voorgelegd aan de betrokken instanties.

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Verderzetting deelname van de gemeente aan het project "Intergemeentelijke Natuur & Landschapsploegen" in de periode 2020-2025.

 

Voorgeschiedenis

          De gemeenteraadsbeslissing van 17 december 2013: Goedkeuring IGO intergemeentelijke samenwerking - intekening op de wederzijdse exclusieve dienstverlening inzake natuurwerkzaamheden.

 

Feiten en context

          De samenwerkingsovereenkomst werd voor respectievelijk 2016, 2017 en 2018-2019 verlengd en loopt nog tot 31 december 2019.

          De gemeente Rotselaar maakt al verschillende jaren gebruik van de Intergemeentelijk Natuur- en Landschapsploegen (INL-ploegen). Zo leveren zij een belangrijke bijdrage aan het verhogen van de biodiversiteit en klimaatbestendigheid van het landschap en tegelijkertijd zorgen zij voor sociale tewerkstelling in de regio.

          De provincie Vlaams-Brabant voorziet een opvolging voor deze samenwerkingsovereenkomst voor de periode 2020-2025.

          De nieuwe samenwerkingsovereenkomst heeft als doel de algemene uitvoering van de gemeentelijke natuurprojecten door middel van sociale tewerkstelling.

 

Juridische gronden

          Het decreet van achttien januari 2013 houdende de wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking;

          Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Argumentatie

          Deze samenwerkingsovereenkomst met de Intergemeentelijke Natuur- en Landschapsploegen kan als sterk instrument worden beschouwd voor het realiseren van een klimaatbestendig en biodivers landschap via versterking van robuuste groen-blauwe netwerken in de open ruimte en in groen-blauwe dooradering tot in de bebouwde ruimte.

          Via deze samenwerkingsovereenkomst wordt jaarlijks een vooraf afgesproken actieprogramma uitgevoerd op basis van een gegarandeerd urenpakket.

 

Besluit

Na beraadslaging,

25stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Dirk Jacobs, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Werner Mertens, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Nele Demuynck, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Ilse Michiels, Ingrid Van Steenberge, Noëlla D'Hooghe, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Ellen De Rijck, Bart De Vos, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens en Stella Beckx

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist deel te nemen aan het project "Intergemeentelijke Natuur- en Landschapsploegen" voor de periode 2020-2025.

Artikel 2:

De gemeente Rotselaar neemt deel aan de Intergemeentelijke Natuur- en Landschapsploegen met 2044,5 uren, zijnde 1,41 VTE, (min 725 uren), waarbij 1450 uren = 1VTE, met als kostprijs een maximale bijdrage (vrijstelling btw mits exclusiviteit) van:

          € 49 500 per VTE voor 2020

          € 51 480 per VTE voor 2021

          € 51 995 per VTE voor 2022

          € 52 515 per VTE voor 2023

          € 53 040 per VTE voor 2024

          € 53 570 per VTE voor 2025.

Artikel 3:

Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan het provinciebestuur Vlaams-Brabant.

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Aanvullend reglement op de politie van het wegverkeer - knippen van de Hoevestraat ter hoogte van de Provinciebaan - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis

          Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 6 mei 2019.

De Hoevestraat wordt als proefopstelling geknipt ter hoogte van de Provinciebaan. Deze proefopstelling loopt tot 15 december 2019.

 

Juridische gronden

          Nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988.

          Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

          Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd door het Koninklijk besluit van 16 maart 1968.

          Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.

          Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.

          Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 betreffende de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden voor de verkeerstekens.

          Besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens.

          Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009.

 

Feiten en context

          De bewoners van de Hoevestraat vragen om hun straat te knippen ter hoogte van de Provinciebaan om het sluipverkeer uit hun straat te weren.

 

Argumentatie

          De proefopstelling kan positief worden beoordeeld, zodat de verkeerssituatie kan worden bestendigd in een aanvullend politiereglement.

 

Besluit

Na beraadslaging,

25stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Dirk Jacobs, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Werner Mertens, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Nele Demuynck, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Ilse Michiels, Ingrid Van Steenberge, Noëlla D'Hooghe, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Ellen De Rijck, Bart De Vos, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens en Stella Beckx

Artikel 1:

Het aanvullend reglement op de politie van het wegverkeer wordt goedgekeurd. De Hoevestraat wordt permanent geknipt ter hoogte van de Provinciebaan. Deze verkeersregeling wordt gesignaleerd door aangepaste wettelijke signalisatie.

Artikel 2:

Dit aanvullend reglement treedt in werking onmiddellijk na de bekendmaking ervan.

Artikel 3:

Dit aanvullend reglement wordt ter kennisgeving overgemaakt aan de Afdeling Beleid, Mobiliteit en Verkeersveiligheid van de Vlaamse Overheid.

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Aanvullend reglement op de politie van het wegverkeer - knippen van de Walstraat ter hoogte van de Nieuwebaan - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis

          De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 5 augustus 2019.

De Walstraat wordt als proefopstelling geknipt ter hoogte van de Nieuwebaan. Deze proefopstelling loopt tot 15 januari 2020.

 

Juridische gronden

          Nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988.

          Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

          Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd door het Koninklijk besluit van 16 maart 1968.

          Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.

          Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.

          Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 betreffende de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden voor de verkeerstekens.

          Besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens.

          Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009.

 

Feiten en context

          Om de verkeersveiligheid in de schoolomgeving optimaal te garanderen, is het aangewezen om het sluipverkeer te weren uit het centrum. Het knippen van de Walstraat draagt hier toe bij.

 

Argumentatie

          De proefopstelling kan positief worden beoordeeld, zodat de verkeerssituatie kan worden bestendigd in een aanvullend politiereglement.

 

Besluit

Na beraadslaging,

25stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Dirk Jacobs, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Werner Mertens, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Nele Demuynck, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Ilse Michiels, Ingrid Van Steenberge, Noëlla D'Hooghe, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Ellen De Rijck, Bart De Vos, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens en Stella Beckx

Artikel 1:

Het aanvullend reglement op de politie van het wegverkeer wordt goedgekeurd. De Walstraat wordt permanent geknipt ter hoogte van de Nieuwebaan. Deze verkeersregeling wordt gesignaleerd door aangepaste wettelijke signalisatie.

Artikel 2:

Dit aanvullend reglement treedt in werking onmiddellijk na de bekendmaking ervan.

Artikel 3:

Dit aanvullend reglement wordt ter kennisgeving overgemaakt aan de Afdeling Beleid, Mobiliteit en Verkeersveiligheid van de Vlaamse Overheid.

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Aanvullend reglement op de politie van het wegverkeer - knippen Kerkebroekstraat - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis

          De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 10 juli 2019.
De Kerkebroekstraat werd als proefopstelling geknipt ter hoogte van het brugje over de Grote Losting. Deze proefopstelling loopt tot 15 januari 2020.

 

Feiten en context

          De dienst mobiliteit ontving van 23 personen een reactie over deze proefopstelling. Hiervan wensen er 12, waaronder Scouts Wezemaal en ouders van leerlingen uit het Montfortcollege, dat de proefopstelling behouden blijft, de overige 11 personen, voornamelijk werknemers van bedrijven uit het Wingepark, vragen om een andere ingreep uit te voeren.

          Vanuit de bedrijven uit het Wingepark werd op 7 oktober 2019 een gebundelde vraag via VOKA gericht aan het gemeentebestuur. Hierop werd door het gemeentebestuur op 21 oktober 2019 geantwoord met een brief waarin de visie rond het invoeren van de knip wordt geschetst.

 

Juridische gronden

          Nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988.

          Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

          Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd door het Koninklijk besluit van 16 maart 1968.

          Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.

          Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.

          Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 betreffende de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden voor de verkeerstekens.

          Besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens.

          Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009.

 

Argumentatie

          De Kerkebroekstraat werd vorige zomer omgevormd tot fietsstraat. Deze wordt frequent gebruikt door fietsers zowel voor woon-werk-verkeer als recreatief fietsverkeer. Ook jonge fietsers gebruiken deze straat, ofwel als verbinding naar het Montfortcollege, ofwel naar de lokalen van de Scouts Wezemaal die in de Kerkebroekstraat gelegen zijn.

          De smalle landweg kan niet fungeren als veilige fietsstraat wanneer deze ook sluipverkeer moet verwerken.

          De proefopstelling kan positief worden beoordeeld, zodat de verkeerssituatie kan worden bestendigd in een aanvullend politiereglement.

 

Besluit

Na beraadslaging,

24stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Dirk Jacobs, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Werner Mertens, Nico Lodewijks, Nele Demuynck, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Ilse Michiels, Ingrid Van Steenberge, Noëlla D'Hooghe, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Ellen De Rijck, Bart De Vos, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens en Stella Beckx

1onthouding: Christel Hendrix

Artikel 1:

Het aanvullend reglement op de politie van het wegverkeer wordt goedgekeurd. De Kerkebroekstraat wordt permanent geknipt ter hoogte van het brugje over de Grote Losting.

Deze verkeersregeling wordt gesignaleerd door aangepaste wettelijke signalisatie.

Artikel 2:

Dit reglement treedt in werking onmiddellijk na de bekendmaking ervan.

Artikel 3:

Dit aanvullend reglement wordt ter kennisgeving overgemaakt aan de Afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid van de Vlaamse Overheid.

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Aanvullend reglement op de politie van het wegverkeer - Jan Bolsstraat - inrichting als schoolstraat - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis

          Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 19 augustus 2019.

De Jan Bolsstraat wordt als proefopstelling ingericht als schoolstraat.

          De mail van 25 november 2019 van de directeur van de gemeentelijke basisschool De Kameleon De school ervaart de proefopstelling als positief.

 

Feiten en context

          De Jan Bolsstraat werd ingericht als schoolstraat.

          Gemotoriseerd verkeer is er bij aanvang en einde van de school verboden, meer bepaald op:

          maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 8 uur tot 8.30 uur en van 15 uur tot 15.30 uur.

          woensdag van 8 uur tot 8.30 uur en van 11.45 uur tot 12.15 uur.

          De openbare weg is voorbehouden voor voetgangers, rijwielen en speed pedelecs. De schoolstraat blijft toegankelijk voor de hulpdiensten.

          De bewoners mogen in een schoolstraat rijden, maar doen dit stapvoets. Ze laten de doorgang vrij voor de voetgangers en fietsers, verlenen hen voorrang en stoppen er zo nodig voor. De bestuurders brengen de voetgangers en fietsers niet in gevaar en hinderen hen niet.

          Door de ingebruikname van de nieuwe kleuterschool, is de toegang zowel voor de lagere school als voor de kleuterschool gecentraliseerd in de Jan Bolsstraat. Deze straat is een doodlopende straat, wat keerbewegingen onveilig maakt. Het inrichten van de straat als een schoolstraat draagt bij tot de verkeersveiligheid.

 

Juridische gronden

          Nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988.

          Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

          Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd door het Koninklijk besluit van 16 maart 1968.

          Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.

          Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.

          Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 betreffende de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden voor de verkeerstekens.

          Besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens.

          Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009.

 

Argumentatie

          De proefopstelling kan positief worden beoordeeld, zodat de verkeerssituatie kan worden bestendigd in een aanvullend politiereglement.

 

Besluit

Na beraadslaging,

24stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Dirk Jacobs, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Werner Mertens, Nico Lodewijks, Nele Demuynck, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Ilse Michiels, Ingrid Van Steenberge, Noëlla D'Hooghe, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Ellen De Rijck, Bart De Vos, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens en Stella Beckx

Artikel 1:

Het aanvullend reglement op de politie van het wegverkeer wordt goedgekeurd. De Jan Bolsstraat wordt permanent ingericht als schoolstraat. Deze verkeersregeling wordt gesignaleerd door aangepaste wettelijke signalisatie.

Artikel 2:

Dit aanvullend reglement treedt in werking onmiddellijk na de bekendmaking ervan.

Artikel 3:

Dit aanvullend reglement wordt ter kennisgeving overgemaakt aan de Afdeling Beleid, Mobiliteit en Verkeersveiligheid van de Vlaamse Overheid.

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Aanvullend reglement op de politie van het wegverkeer - invoeren van eenrichtingsverkeer in de Eektstraat - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis

          De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 18 maart 2019.

In de Eektstraat werd tussen het kruispunt met de Vleugtweg en huisnummer 1 als proefopstelling eenrichtingsverkeer ingesteld en dit in de richting van de Vleugtweg naar de Aarschotsesteenweg. Deze proefopstelling liep oorspronkelijk van 1 april 2019 tot en met 30 september 2019.

          De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 17 juni 2019.

In de Eektstraat werd tussen het kruispunt met de Vleugtweg en huisnummer 1 als proefopstelling eenrichtingsverkeer ingesteld en dit in de richting van de Aarschotsesteenweg naar de Vleugtweg. Deze proefopstelling loopt van 1 juli 2019 tot en met 15 januari 2020.

 

Feiten en context

          Bij het instellen van het eenrichtingsverkeer in de richting van de Vleugtweg naar de Aarschotsesteenweg ontving de dienst Mobiliteit vijf reacties van bewoners met de vraag om de richting van het verkeer om te draaien. De gekozen richting veroorzaakte wegens beperkte zichtbaarheid onveilige situaties ter hoogte van het kruispunt van de Eektstraat met de Aarschotsesteenweg.

          Na het wijzigen van het eenrichtingsverkeer naar de richting van de Aarschotsesteenweg naar de Vleugtweg werden geen reacties van bewoners meer ontvangen. Hieruit wordt afgeleid dat de gewijzigde proefopstelling positief onthaald werd.

 

Juridische gronden

          Nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988.

          Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

          Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd door het Koninklijk besluit van 16 maart 1968.

          Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.

          Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.

          Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 betreffende de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden voor de verkeerstekens.

          Besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens.

          Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009.

 

Argumentatie

          De proefopstelling kan positief worden beoordeeld, zodat de verkeerssituatie kan worden bestendigd in een aanvullend politiereglement.

 

Besluit

Na beraadslaging,

24stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Dirk Jacobs, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Werner Mertens, Nico Lodewijks, Nele Demuynck, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Ilse Michiels, Ingrid Van Steenberge, Noëlla D'Hooghe, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Ellen De Rijck, Bart De Vos, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens en Stella Beckx

1onthouding: Christel Hendrix

Artikel 1:

Het aanvullend reglement op de politie van het wegverkeer wordt goedgekeurd. Er wordt permanent eenrichtingsverkeer ingesteld in het deel van de Eektstraat tussen het kruispunt met de Vleugtweg en huisnummer 1 en dit in de richting van de Aarschotsesteenweg naar de Vleugtweg.

Deze verkeersregeling wordt gesignaleerd door aangepaste wettelijke signalisatie.

Artikel 2:

Dit reglement treedt in werking onmiddellijk na de bekendmaking ervan.

Artikel 3:

Dit aanvullend reglement wordt ter kennisgeving overgemaakt aan de Afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid van de Vlaamse Overheid.

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Samenwerkingsovereenkomst Jeugdhuis Mena - gemeente Rotselaar 2020 - 2025

 

Voorgeschiedenis

          Besluit van de Gemeenteraad van 25 november 2013 over de samenwerkingsovereenkomst JH Mena en gemeente Rotselaar.

          Princiepsbeslissing college van burgemeester en schepenen van 25 november 2019 over de samenwerkingsovereenkomst Jeugdhuis Mena en gemeente Rotselaar.

 

Feiten en context

          De huidige samenwerkingsovereenkomst tussen Jeugdhuis Mena en de gemeente Rotselaar loopt tot en met 31 december 2019. De voorliggende overeenkomst is een verderzetting van de samenwerking tussen beide partners.

          De voorliggende overeenkomst is het resultaat van inhoudelijk overleg tussen het bestuur van Jeugdhuis Mena, de dienst Jeugd en de schepen voor Jeugd.

          Jeugdhuis Mena is een erkend jeugdwerkinitiatief van de gemeente Rotselaar.

 

Juridische gronden

          Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Argumentatie

          De dienst Jeugd, schepen voor Jeugd en de bestuursleden van Jeugdhuis Mena zijn sinds juni 2019 drie keer samengekomen om de samenwerkingsovereenkomst te evalueren en wijzigingen aan te brengen waarin beide partijen zich kunnen vinden.

          De voornaamste wijzigingen bevinden zich in de 'opdrachten van de gebruiker' en in artikels 10 en 11: 'huishoudelijk reglement en afspraken' en 'verzekeringen'. Alle wijzigingen zijn in het document als bijlage aangeduid in het geel.

          In kader van het huidige en toekomstige jeugdbeleid is de ondersteuning van onze jeugdhuizen op verschillende domeinen van groot belang. De jeugdhuizen hebben een belangrijke taak te vervullen in de vrijetijdsbesteding van tieners en jongeren en kunnen daarbij rekenen op logistieke, financiële en inhoudelijke ondersteuning van de gemeente.

 

Besluit

Na beraadslaging,

25stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Dirk Jacobs, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Werner Mertens, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Nele Demuynck, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Ilse Michiels, Ingrid Van Steenberge, Noëlla D'Hooghe, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Ellen De Rijck, Bart De Vos, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens en Stella Beckx

Artikel 1:

de Gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst tussen Jeugdhuis Mena en gemeente Rotselaar 2020 - 2025 goed. 

 

Samenwerkingsovereenkomst Jeugdhuis Mena – gemeente Rotselaar

 

IDENTIFICATIE PARTIJEN

Tussen het gemeentebestuur van Rotselaar, vertegenwoordigd door burgemeester Jelle Wouters, algemeen directeur An Craninckx en Jeugdhuis Mena, vertegenwoordigd door Jarne Vancriekinge (voorzitter) en Michiel Bosmans (secretaris), hierna vermeld als de gebruiker of het jeugdhuis, wordt het volgende overeengekomen.

 

VOORWERP VAN OVEREENKOMST

Deze overeenkomst regelt het gebruik van het gemeentelijk gebouw gelegen te Rotselaar, Torenstraat 2, voor de ontwikkeling van de activiteiten van Jeugdhuis Mena.

 

DUUR

Deze overeenkomst gaat in op 01/01/2020 en eindigt op 31/12/2025. Partijen treden uiterlijk 30/06/2024 in overleg over voortzetting van deze overeenkomst.

 

Beide partijen kunnen te allen tijde een herziening van de samenwerkingsovereenkomst aanvragen. Dergelijke herziening wordt door de vragende partij schriftelijk aan de andere partij gericht.

 

Beide partijen kunnen te allen tijde via aangetekend schrijven een einde stellen aan de overeenkomst, mits een vooropzeg van 3 maanden. Die opzeg start op de eerste dag van de maand volgend op deze waarin de opzeg gegeven wordt.

 

BELEIDSKADER

Deze overeenkomst kadert in de uitvoering van de doelstellingen van het jeugdwerkbeleid van de

gemeente Rotselaar.

 

ALGEMENE PRINCIPES EN WAARDEN

De gebruiker verklaart de onroerende goederen als een goede huisvader te beheren en

onderhouden en de duurzame gebruiksgoederen die nodig zijn voor de exploitatie en die ter

beschikking worden gesteld door de gemeente, met zorg te gebruiken en onderhouden.

 

OPDRACHTEN VAN DE GEBRUIKER

Het jeugdwerkinitiatief Jeugdhuis Mena heeft als doel om de volgende jeugdhuisfuncties realiseren:

 

Ontmoeten

Ontmoeten is elkaar tegenkomen, mensen leren kennen en met elkaar praten. Maar ontmoeten is ook ont-moeten: niets moet, alles moet kunnen.

De ontmoetingsfunctie is de basis voor alle andere functies die een jeugdhuis heeft. Het is vanuit

ontmoeting, vanuit openheid, dat jonge mensen uitgenodigd worden tot het opnemen van een

engagement.

Activeren

Een jeugdhuis schudt jonge mensen wakker en stimuleert hen om dingen te doen. Hun actieve inzet is het doel van de werking en zorgt ervoor dat het jeugdhuis voortdurend blijft evolueren. In een

jeugdhuis word je aangespoord om kritisch te zijn, actie te ondernemen en in de wereld te staan.

Samen

Een groep die een jeugdhuis draaiende houdt, is meer dan een groep individuen. Je bent samen, je werkt samen, je leeft samen.

Samenzijn: Iedereen hoort erbij en wordt in de groep opgenomen.

Samenwerken is een synoniem voor samen verantwoordelijkheid opnemen.

Samenleven: Jongeren die actief zijn in eenzelfde jeugdhuis maken samen een cultuur.

Educatie

In een jeugdhuis leren jonge mensen van elkaar. Door een cursus of al doende. In jeugdhuizen leer je over democratie, verantwoordelijkheid dragen voor anderen … Je leert er dingen die je ook buiten het jeugdhuis kan gebruiken.

 

OPDRACHTEN VAN DE GEMEENTE

De gemeente stelt het gebouw gelegen te Rotselaar, Torenstraat 2, ter beschikking van het

jeugdwerkinitiatief om deze overeengekomen jeugdhuisfuncties te verwezenlijken.

 

SPECIFIEKE ENGAGEMENTEN/VERBINTENISSEN

Artikel 1 - Algemeen

Het gemeentebestuur verklaart het eigendomsrecht te hebben van het volgend goed: een gebouw, gelegen te Rotselaar, Torenstraat 2.

Het gemeentebestuur stelt de bovengenoemde ruimtes, met inbegrip van de goederen, onroerend door bestemming ter beschikking van de gebruiker.

 

Jeugdhuis Mena dient de ter beschikking gestelde ruimtes met inbegrip van de goederen, onroerend door bestemming, te beheren als een goede huisvader.

 

Jeugdhuis Mena gaat ermee akkoord dat de gemeentelijke jeugdconsulent zetelt in de Algemene

Vergadering en volgens noodzaak kan deelnemen aan de Raad van Bestuur.

De jeugdconsulent krijgt een uitnodiging en een agenda van beide vergaderingen.

 

Jeugdhuis Mena beslist op zelfstandige basis over de inhoudelijke werking van het jeugdhuis.

 

Artikel 2 – Beschikbaarheid voor de gemeente en derden

a) Jeugdhuis Mena stelt de infrastructuur gratis ter beschikking van de gemeente voor eventuele activiteiten. Dit gebeurt altijd in overleg met het jeugdhuis en mag de normale werking van Jeugdhuis Mena niet verstoren.

b) In uitzonderlijke gevallen en bij hoogdringendheid kan het college van burgemeester en

schepenen bepaalde infrastructuur opeisen (vb. rampen, …).

c) De ter beschikking gestelde ruimtes mogen niet onderverhuurd of in bruikleen gegeven

worden aan andere verenigingen of personen, tenzij na voorafgaande en uitdrukkelijke

goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 3 - Meldingsplicht, schade en geluidsnormen

a) Jeugdhuis Mena heeft de plicht om alle defecten en gebreken die worden vastgesteld schrif-telijk te melden aan het college van burgemeester en schepenen. Dit kan via brief op het adres Provinciebaan 20, 3110 Rotselaar of per mail naar het officiële e-mailadres van de gemeentelijke dienst Vrije Tijd.

b) Ingeval van defecten of gebreken die de onmiddellijke veiligheid van de gebruikers en het  gebouw in gevaar kunnen brengen, dient Jeugdhuis Mena dit onmiddellijk en duidelijk

omschreven ter kennis te brengen van het college van burgemeester en schepenen via de burgemeester of zijn plaatsvervanger. Ondertussen moet het jeugdhuis de nodige stappen zetten om de veiligheid te garanderen.

c) Indien er door verwaarlozing, nalatigheid of onrechtmatig gebruik schade aan het gebouw of de infrastructuur wordt aangebracht kan het college van burgemeester en schepenen

beslissen om het jeugdhuis voor een bepaalde periode te sluiten. De kosten voor de

reparaties van de schade vallen dan ook ten laste van Jeugdhuis Mena.

d) Jeugdhuis Mena let er te allen tijde op dat de geluidsnormen gerespecteerd worden en zorgt er actief voor dat de geluidsnorm van 85 dB(A)LAeq, 15min. tijdens zijn reguliere werking niet wordt overschreden.

 

Artikel 4 - Inrichting

De aankoop van alle soorten meubilair en uitrustingstoestellen zijn ten laste van Jeugdhuis Mena. Dit materiaal dient te beantwoorden aan wettelijke voorschriften inzake veiligheid en hygiëne en andere wettelijke voorschriften en bepalingen gesteld in de codex over het welzijn op het werk. Het

gemeentebestuur kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor de beschadiging of ontvreemding van dergelijke toestellen. Onderhoud en herstelling van deze toestellen valt ten laste van Jeugdhuis Mena.

 

Artikel 5 - Kuisen

Het kuisen en ordelijk houden van de infrastructuur en het bijhorende buitenterrein is een

verantwoordelijkheid van Jeugdhuis Mena. Naargelang de noodzaak organiseert het jeugdhuis een

werkdag waarop de infrastructuur van het jeugdhuis wordt onderhouden en gekuist. Jeugdhuis Mena brengt de jeugdconsulent op de hoogte indien dergelijke werkdag wordt georganiseerd.

 

Artikel 6 - Onderhoud en herstellingen

De kosten voor noodzakelijke herstellingen aan de infrastructuur of installaties, met uitzondering van de goederen voor inrichting zoals bedoeld in artikel 4, zijn ten laste van het gemeentebestuur, met uitzondering van schadegevallen veroorzaakt door gebruikers of schadegevallen door nalatigheid of verwaarlozing. Er wordt steeds gestreefd naar een zo snel mogelijke herstelling.

 

Indien grote herstellingen of onderhoudswerken dienen te worden uitgevoerd, moet de gebruiker het gemeentebestuur tijdig inlichten over de noodzakelijkheid en hoogdringendheid van de uit te voeren werken.

 

De kosten voor herstellingen aan de drank-, muziek-, en lichtinstallaties en herstellingen van de

goederen voor inrichting zoals bedoeld in artikel 4, zijn ten laste van de gebruiker.

 

Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het college van burgemeester en schepenen

mogen geen wijzigingen aangebracht worden aan het ter beschikking gestelde gebouw en bijhorend buitenterrein.

Verbouwings- en renovatiewerken met inbegrip van werken voor buitenaanleg, moeten schriftelijk aan-gevraagd worden aan het college van burgemeester en schepenen. Na akkoord kunnen de

werken uitgevoerd worden. Jeugdhuis Mena komt hiervoor in aanmerking voor lokalensubsidies conform het subsidiereglement.

 

De gebruiker zal de uitvoering van werken moeten toelaten die het gemeentebestuur nuttig acht. Als omwille van onderhoudswerken de in gebruik genomen infrastructuur moet gesloten worden, is de gemeente geen schadevergoeding verschuldigd.

 

Het college van burgemeester en schepenen of zijn afgevaardigden hebben het recht de in gebruik gegeven lokalen te allen tijde te bezichtigen.

 

Artikel 7 - Nutsvoorzieningen

De kosten voor het verbruik van alle nutsvoorzieningen zoals water, gas, elektriciteit zijn ten laste van Jeugdhuis Mena. Eventuele kosten voor telefoon-, televisie- en internetaansluitingen of -abonnementen zijn eveneens ten laste van het jeugdhuis.

 

Indien Jeugdhuis Mena wijzigingen aanbrengt aan bestaande nutsvoorzieningen, of nieuwe nutsvoorzieningen wenst te voorzien, wordt dit schriftelijk gemeld aan het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 8 - Veiligheid en hygiëne

Interleuven en/of Hulpverleningszone Oost Vlaams-Brabant voeren in opdracht van het gemeentebestuur regelmatig veiligheidscontroles uit in de infrastructuur.

a) Een door de gemeente aangestelde firma controleert en keurt in opdracht van het gemeente-bestuur 1 maal per jaar de werking van de blusapparatuur aanwezig in de infrastructuur en doet indien nodig de herstellingen.

b) Het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen kan op eigen initiatief controles uitvoering met betrekking tot de hygiëne van de infrastructuur nodig voor het te koop aanbieden van drank en etenswaren.

De werken nodig om het gebouw brandveilig te maken, worden uitgevoerd door de gemeente

Rotselaar.

 

Jeugdhuis Mena zal erover waken dat alle wettelijke bepalingen inzake brandveiligheid door hen

nageleefd worden. Dit houdt onder meer volgende verantwoordelijkheden in:

• Aanleggen van een lokalenmap waarin alle documenten in het kader van brandveiligheid (keuringsattesten, brandveiligheidsattesten, onderhoudsattesten stookinstallaties,…) en vzw-wetgeving worden verzameld.

• Nooduitgangen beschikbaar houden.

• Doorgangen en vluchtwegen vrij van obstakels houden.

• Branddeuren steeds dicht houden en het deurpompsysteem op branddeuren niet uitschakelen.

• Geen brandversnellers of gasbussen in het jeugdhuis stockeren.

 

Artikel 9 – Financiën en vzw-wetgeving

Jeugdhuis Mena dient de verplichtingen die voortvloeien uit de vzw-wetgeving na te leven.

De jaarlijks op te maken en door de Algemene Vergadering goed te keuren jaarrekening en begroting wordt door Jeugdhuis Mena jaarlijks bezorgd aan de jeugdconsulent.

 

Artikel 10 - Huishoudelijk reglement en afspraken

Jeugdhuis Mena dient een huishoudelijk reglement op te maken. De volgende zaken moeten hierin zeker opgenomen worden:

 

• Het jeugdhuis is voor zijn reguliere werking toegankelijk voor iedereen ongeacht ras, politieke of religieuze overtuiging of seksuele geaardheid.

• Openingsuren van het jeugdhuis kunnen tussen:

oVrijdag vanaf 19u00 tot 03u00

oZaterdag vanaf 19u00 tot 03u00

oZondag, feestdagen en schoolvakanties vanaf 19u00 tot 24u00

oTijdens vooravonden van feestdagen vanaf 19u00 tot 03u00

 

Jeugdhuis Mena zal voor al zijn activiteiten het sluitingsuur respecteren. Na deze uren kan er nog worden opgekuist zonder dat de muziek storend of buiten hoorbaar is. Uitzonderingen hierop zijn alleen mogelijk mits schriftelijke toestemming van het college van burgemeester en schepenen.

 

Voor het organiseren van fuiven is het ‘fuifreglement Rotselaar – Tremelo – Begijnendijk/politiezone BRT’ van toepassing.

 

Minstens bij afwijkende openingsuren ontvangen buurtbewoners het activiteitenprogramma van het jeugdhuis in hun brievenbus of per e-mail met hierop het telefoonnummer en e-mailadres van de organisatie.

 

Het gebruik, bezit en/of verhandelen van sterke dranken en door de wet als illegaal omschreven drugs is verboden in en rond het jeugdhuis.

 

Bij gegronde klachten zullen sancties worden genomen door het college van burgemeester en schepenen na overleg met het bestuur van Jeugdhuis Mena en/of na overleg met de betrokken buurtbewoners.

 

Artikel 11 - Verzekeringen

Het gebouw dat ter beschikking wordt gesteld van Jeugdhuis Mena, gelegen te Rotselaar, Torenstraat 2,  wordt door de gemeente Rotselaar verzekerd voor brand en aanverwante gevaren (d.d. 01/01/2015 polisnummer 38.141.347 Ethias). In deze polis zijn de clausules ‘afstand van verhaal’, ‘verhaal van derden’ en ‘schade aan onroerende goederen’ opgenomen. Jeugdhuis Mena staat zelf in voor alle andere verzekeringen (verzekering burgerlijke aansprakelijkheid en lichamelijke ongevallen, objectieve aansprakelijkheid bij brand en ontploffing, (brand)verzekering van de inboedel enz.). Een kopie van de verzekeringspolissen wordt overgemaakt aan de gemeente.

 

Het jeugdhuis mag niet gebruikt worden zonder in orde te zijn met de verplichte verzekeringen.

 

Artikel 12 - Vergunningen

a) Auteursrechten voortvloeiend uit de activiteiten van de gebruikers vallen ten laste van de

gebruiker.

b) De billijke vergoeding voortvloeiend uit de activiteiten van de gebruikers vallen ten laste van de gebruiker.

 

Aldus opgemaakt te Rotselaar op 17 december 2019 in twee exemplaren, waarvan iedere partij

verklaart een exemplaar te hebben ontvangen.

 

(handtekeningen)

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Subsidiereglement cultuur voor erkende socio-culturele verenigingen binnen de cultuurraad  - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis

          Het besluit van de gemeenteraad over het subsidiereglement cultuur van 24 maart 2014.

          De princiepsbeslissing over de aanpassing van het subsidiereglement cultuur van het college van burgemeester en schepenen van 25 november 2019.

 

Feiten en context

          Socio-culturele verenigingen erkend binnen de Rotselaarse cultuurraad komen in aanmerking voor werkings- en projectsubsidie.

          Na eerdere besprekingen binnen de algemene vergadering van de cultuurraad is het de intentie, mede op vraag van de socio-culturele verenigingen zelf, om het huidige subsidiereglement cultuur aan te passen zodat de aanvraagprocedure en bewijsvoering voor erkende socio-culturele verenigingen binnen de cultuurraad administratief wordt vereenvoudigd.

          In het vernieuwde subsidiereglement cultuur wordt voor het aanvragen van een werkingssubsidie, enerzijds een vast gedeelte, en anderzijds een variabel gedeelte, door middel van een puntensysteem geïntegreerd.

          Voor het variabel gedeelte wordt rekening gehouden met het advies en de besprekingen binnen de algemene vergaderingen van de cultuurraad. Zo kunnen er punten worden verdiend op basis van volgende factoren:

- samenwerking tussen verenigingen (organisatie culturele activiteiten i.s.m. andere erkende verenigingen of scholen binnen de gemeente Rotselaar)

- participatie (deelname algemene vergaderingen cultuurraad en deelname aan culturele activiteiten van andere verenigingen)

- sociaal aspect (integratie omnio-statuut)

- promotie (integratie UiT-kalender)

 

Juridische gronden

          Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

          Decreet lokaal cultuurbeleid van 6 juli 2012.

 

Adviezen

          Advies van de cultuurraad van 13 november 2019: unaniem positief advies over het voorstel van het nieuwe subsidiereglement cultuur.

          Advies van de cultuurraad van 13 november 2019: positief advies bij meerderheid van stemmen over het voorstel dat het subsidiereglement ingaat vanaf het werkingsjaar 2019.

 

Besluit

Na beraadslaging,

25stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Dirk Jacobs, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Werner Mertens, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Nele Demuynck, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Ilse Michiels, Ingrid Van Steenberge, Noëlla D'Hooghe, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Ellen De Rijck, Bart De Vos, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens en Stella Beckx

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt het subsidiereglement cultuur voor erkende socio-culturele verenigingen binnen de cultuurraad goed.

 

SUBSIDIEREGLEMENT CULTUUR voor erkende socio-culturele verenigingen binnen de cultuurraad

 

ALGEMEEN

Artikel 1

- Werkings- en projectsubsidie wordt enkel toegekend aan een door het college van burgemeester en schepenen (CBS) erkende socio-culturele vereniging binnen de cultuurraad.

- Komen niet in aanmerking voor subsidiëring van welke aard ook:

- Commerciële socio-culturele organisaties en instellingen.

- Individuelen / deskundigen.

Artikel 2

Vanaf de datum van erkenning en na 1 jaar werking binnen de cultuurraad komt een socio-culturele vereniging in aanmerking voor werkings- en projectsubsidie.

Artikel 3

Werkings- en projectsubsidie wordt toegekend na advies van de cultuurraad.

Artikel 4

Het uitrekenen van de subsidieverdeling gebeurt door de cultuurbeleidscoördinator.

Artikel 5

Een enkele erkenning als socio-culturele vereniging binnen de cultuurraad door het CBS houdt het recht niet in op subsidie van welke aard ook.

Artikel 6

Het totale jaarlijkse subsidiebudget (werkings- en projectsubsidie) wordt per beleidsperiode opgenomen binnen het meerjarenplan van de gemeente Rotselaar.

 

WERKINGSSUBSIDIE

Artikel 7

De deadline voor aanvraag van werkingssubsidie is vastgelegd uiterlijk 31 januari van het jaar volgend op het werkingsjaar. Een werkingsjaar begint op 1 januari en eindigt op 31 december van hetzelfde jaar.

Artikel 8

De totale werkingssubsidie bedraagt 70% van het totale subsidiebudget.

Artikel 9

Het in aanmerking komen voor werkingssubsidie is voor geen enkele socio-culturele vereniging een verworven recht.

Artikel 10

Werkingssubsidie wordt in eerste instantie verdeeld op basis van een basisbedrag met een minimaal bedrag van 200 euro. Dit basisbedrag per vereniging is het gemiddelde cijfer van de uitgekeerde bedragen voor werkingssubsidie verminderd met 25% dat de vereniging tijdens de voorbije legislatuur (werkingsjaren 2013 tot en met 2018) heeft ontvangen.

Voor de volgende legislaturen wordt het gemiddelde cijfer opnieuw berekend op basis van de uitgekeerde basisbedragen van de voorbije legislatuur aangevuld met de variabele bedragen verkregen via het puntensysteem binnen de voorbije legislatuur.

Voor nieuwe verenigingen (na 1 jaar werking, zie art.2 algemeen van dit subsidiereglement) en verengingen die eerder slechts twee keer werkingssubsidie ontvingen, wordt een basisbedrag van 200 euro voorzien. Dit basisbedrag wordt binnen 1 legislatuur jaarlijks met 30 euro vermeerderd indien de vereniging minimaal 10 activiteiten organiseert en minimaal 1 keer per jaar aanwezig is op de algemene vergaderingen van de cultuurraad.

Werkingssubsidie wordt in tweede instantie verdeeld op basis van een variabel bedrag via een puntensysteem. De waarde van één punt wordt bepaald door het totale werkingssubsidiebedrag (variabel deel aangevuld met mogelijks restbedrag overhevel projectsubsidie) te delen door het totaal aantal behaalde punten van alle erkende socio-culturele verenigingen samen. De uitkomst van deze deling is de waarde van één punt.

Artikel 11 Puntenverdeling

Ingevoerde activiteiten en informatie waar punten tegenover staan die niet worden bewezen zoals gevraagd, komen niet in aanmerking voor subsidie.

Volgende criteria komen in aanmerking:

11.1. Algemene werking en informatie

* Aantal bijgewoonde algemene vergaderingen van de cultuurraad:

- per vergadering15 punten

- geen enkele deelname-20 punten

Bewijs: Aanwezigheidslijst algemene vergaderingen cultuurraad.

* Aantal activiteiten in eigen beheer van de vereniging geplaatst in de kalender UiT in Rotselaar:

- maximaal 12 activiteiten per jaar

- per activiteit5 punten

Bewijs: Per activiteit, screenshot van UiT in Rotselaar / Uittreksel agendapagina’s magazine Trots.

* Sociaal tarief

Aantal betalende activiteiten in eigen beheer van de vereniging met vermelding van omnio-statuut.

- maximaal 12 activiteiten per jaar

- per activiteit5 punten

Bewijs: Per activiteit, promotieartikel met opname van omnio-statuut (verkoopsprijs ligt minimaal 30% lager dan normale prijs).

11.2 Activiteiten

Eenzelfde activiteit kan slechts 1 keer worden ingevuld in deze rubriek.

* De vereniging organiseert samen met een andere erkende vereniging of school in de gemeente culturele activiteiten voor de ganse bevolking.

Voorbeelden: toneel | literatuur | muziek | ballet | dans | poppentheater | tentoonstelling | cultuurhistorische activiteit | fietstocht/wandeling met theater/tentoonstelling.

- maximaal 5 activiteiten per jaar

- eerste activiteit50 punten

- vanaf de tweede activiteit, per activiteit20 punten

Bewijs: Per activiteit, promotieartikel van de activiteit.

* Deelname in verenigingsverband aan door derde verenigingen in de gemeente georganiseerde culturele activiteiten voor de ganse bevolking.

Voorbeelden: toneel | literatuur | muziek | ballet | dans | poppentheater | tentoonstelling | cultuurhistorische activiteit | fietstocht/wandeling met theater/tentoonstelling.

- minimaal 5 deelnemers (maximaal 10 activiteiten per jaar)

- per activiteit 5 punten

- minimaal 10 deelnemers (maximaal 10 activiteiten per jaar)

- per activiteit10 punten

Bewijs: Per activiteit:

- Groep met minimaal 5 deelnemers, attest van deelname met overzicht deelnemers uitgegeven door de organisator + promotieartikel of uitnodiging van de culturele activiteit.

- Groep met minimaal 10 deelnemers, attest van deelname met overzicht deelnemers uitgegeven door de organisator + promotieartikel of uitnodiging van de culturele activiteit.

Artikel 12

De door het CBS goedgekeurde werkingssubsidie wordt uitgekeerd door overschrijving op rekeningnummer van de socio-culturele vereniging en niet op een particuliere rekening van een medewerker.

Artikel 13

Het CBS houdt de toegekende subsidie in wanneer blijkt dat de verstrekte informatie door de socio-culturele vereniging niet strookt met de werkelijkheid.

Artikel 14

De socio-culturele vereniging verklaart zich steeds akkoord met controle door het CBS of zijn aangestelde.

Artikel 15

Socio-culturele verenigingen die ophouden te bestaan, komen niet meer in aanmerking voor subsidiëring en worden als dusdanig evenmin nog erkend.

Artikel 16

Gemotiveerde bezwaren, met betrekking tot de goedkeuring van verdeling van de werkingssubsidies, dienen binnen een termijn van 15 kalenderdagen, na datum van ontvangst van de beslissing van het CBS, schriftelijk worden gericht aan het CBS.

 

PROJECTSUBSIDIE

Artikel 17

De deadline voor aanvraag voor projectsubsidie is vastgelegd uiterlijk 31 augustus van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin het project plaatsvindt.

Artikel 18

De totale projectsubsidie bedraagt 30% van het totale subsidiebudget.

Artikel 19

Het in aanmerking komen voor projectsubsidie is voor geen enkele socio-culturele vereniging een verworven recht.

Artikel 20

Een project wordt goedgekeurd op basis van een concrete aanvraag op het daartoe bestemde aanvraagformulier en het daarbij horende dossier dat een degelijke financiële en pedagogische aanpak waarborgt.

Artikel 21

Onder een ‘project’ wordt verstaan elke welomschreven culturele activiteit:

- beperkt in ruimte en tijd (binnen een tijdspanne van 1 jaar).

- dat zich afspeelt binnen de gemeentegrenzen.

- dat de specifieke jaarwerking van de socio-culturele vereniging overstijgt.

- gericht op een brede doelgroep zonder afbakening van leeftijd.

- met duidelijk een zelfstandige identiteit. Als het project deel uitmaakt van een groter organisatorisch geheel, moet het ingediende project getuigen van een grote zelfstandigheid en herkenbaarheid.

- dat is georganiseerd uit een maatschappelijk engagement waarin de eerbied en stimuli voor meer democratie, verdraagzaamheid, burgerzin, gelijkheid, openheid en creativiteit duidelijk blijken.

- waarvan de organisatie van het project een aanwijsbaar financieel risico inhoudt.

Artikel 22

Projectsubsidie wordt éénmaal per jaar uitbetaald, na voorlegging van facturen en een gedetailleerde staat van inkomsten en uitgaven. Een project wordt voor maximaal tot 50% van het totale bedrag gesubsidieerd.

- Indien het voorziene budget voor projectsubsidie ontoereikend is, wordt het aan elke rechthebbende toekomende bedrag proportioneel verminderd.

- Indien het voorziene budget voor projectsubsidie niet is opgebruikt, wordt het resterende bedrag overgeheveld naar de post werkingssubsidie.

Artikel 23

De door het CBS goedgekeurde projectsubsidie wordt uitgekeerd door overschrijving op rekeningnummer van de socio-culturele vereniging en niet op een particuliere rekening van een medewerker.

Artikel 24

Het CBS houdt de toegekende subsidie in wanneer blijkt dat de verstrekte informatie door de socio-culturele vereniging niet strookt met de werkelijkheid.

Artikel 25

De socio-culturele vereniging verklaart zich steeds akkoord met controle door het CBS of zijn aangestelde.

Artikel 26

Socio-culturele verenigingen die ophouden te bestaan of wiens activiteiten tot een minimum zijn teruggevallen, komen niet meer in aanmerking voor subsidiëring en worden als dusdanig evenmin nog erkend.

Artikel 27

Gemotiveerde bezwaren, met betrekking tot de goedkeuring van aanvragen voor projectsubsidies, dienen binnen een termijn van 15 kalenderdagen, na datum van ontvangst van de beslissing van het CBS, schriftelijk worden gericht aan het CBS.

 

INWERKINGTREDING

Artikel 28

Dit subsidiereglement gaat in voege voor erkende socio-culturele verenigingen binnen de cultuurraad vanaf de subsidieverdeling voor het werkingsjaar 2019.

 

Artikel 2:

Het subsidiereglement cultuur wordt overgemaakt aan alle betrokken socio-culturele verenigingen binnen de cultuurraad.

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Goedkeuring exclusiviteitsovereenkomst met de zelfstandige groepering 'Interleuven ondersteunende activiteiten': Ruimtelijke ordening

 

Voorgeschiedenis

          Het besluit van de raad van bestuur van Interleuven van 22 mei 2019 houdende het voorstel tot aanpassing van de statuten van Interleuven en met betrekking tot de omschrijving van de diensten waarop de deelnemers beroep kunnen doen in het kader van wederzijdse exclusiviteit.

          Het besluit van de gemeenteraad van 27 augustus 2019 waarbij werd beslist akkoord te gaan met de voorgestelde aanpassingen in de statuten en in de bijlagen.

          Het besluit van de bijzondere algemene vergadering van Interleuven van 11 september 2019 waarbij de statutenwijziging werd goedgekeurd.

 

Feiten en context

          De gemeente is in de mogelijkheid om als deelnemer van Interleuven als dienstverlenende vereniging en als deelnemer van de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten beroep te doen op de diensten van haar intercommunale, alsook op deze diensten dewelke in exclusiviteit worden aangeboden.

          Volgens de als bijlage gevoegde lijst bij de statuten van Interleuven blijkt dat :

2.2. Uitvoering ruimtelijk vergunningenbeleid

2.3. Huis voor omgevingsKwaliteit (ad hoK)

2.4. Adviesverlening ruimtelijke ordening

kan worden gerealiseerd.

          De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ is er bij de uitvoering van deze diensten in opdracht van een deelnemer zelf toe gehouden om de overheidsopdrachtenwetgeving na te leven.

          De toekenning bij exclusiviteit van voornoemde opdrachten aan de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ onder meer tot voordeel heeft dat er op de door de eigen personeelsleden van de zelfstandige groepering ‘InterLeuven ondersteunende activiteiten’ geleverde prestaties geen btw zal worden doorgerekend naar de deelnemer toe; dat op alle andere prestaties en kosten uiteraard wel btw verschuldigd blijft.

          Daarenboven wordt in de statuten van Interleuven voorzien in een vergoedingssysteem waarbij op transparante basis de kosten kunnen worden toegewezen;

          Er zal inzonderheid bij exclusiviteit worden gewerkt op basis van een kosten- en expertisedelend principe waarbij in artikel 14.2 van de statuten uitdrukkelijk wordt bepaald: “De kosten verbonden aan de exclusieve dienstverlening, zoals omschreven in art. 3 worden verrekend aan de deelnemers op basis van het kosten- en expertisedelend principe. Voor de aanrekening van de prestaties verleend in het kader van de wederzijdse exclusiviteit, zal gewerkt worden met een open boekhouding”.

          Het systeem van de open boekhouding laat toe om permanent de kosten van het project op te volgen.

          De uurlonen voor de personeelsleden worden door de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ op basis van de reële kostprijs als volgt bepaald (toestand op 01-10-2019):

          Projectleider/specialist-expert: 88,00 euro

: (basis na de komma 88,28 euro)

          Projectmedewerker-expert: 78,00 euro

: (basis na de komma 78,33 euro)

          Projectmedewerker: 72,00 euro

: (basis na de komma 72,12 euro)

          Administratieve ondersteuning: 65,00 euro

: (basis na de komma 64,66 euro).

De hier opgegeven uurlonen zijn gekoppeld aan de indexaanpassing van de lonen zoals toepasselijk in de openbare sector. Alle andere kosten, zoals verplaatsingskosten, uitrustingskosten, enz. zijn begrepen in deze uurprijs.

          De uurlonen worden telkens berekend op een cijfer na de komma waarna overgegaan wordt tot afronding op het lagere of hogere eenheidscijfer. Bij een volgende indexering wordt terug uitgegaan van het vorige, na de komma bekomen cijfer, zodat telkens een correcte berekening van de uurtarieven plaatsvindt.

          Het afsluiten van deze exclusiviteitsovereenkomst heeft tevens tot gevolg dat de gemeente zich ertoe verbindt om voor de diensten dewelke in deze overeenkomst worden omschreven, uitsluitend een beroep te doen op de diensten van de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’, en dit voor een welomschreven periode dewelke echter de duur van zes jaar niet mag overschrijden.

          De gemeente kan aldus kiezen om voor de betrokken diensten een beroep te doen op de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’, dan wel om deze diensten zelf uit te oefenen, doch ziet hierbij wel af van de mogelijkheid om de dienst, gedurende de looptijd van de exclusiviteit, te laten uitvoeren door derden.

          De gemeenteraad beperkt aldus de duurtijd van de betrokken diensten tot en met 31-12-2025 met dien verstande dat opdrachten dewelke werden toegekend vóór het verstrijken van voormelde periode zullen worden afgewerkt onder het systeem van de exclusieve dienstverlening en aldus zonder aanrekening van btw.

          Voor de uitvoering van deze exclusieve taken wordt gewerkt overeenkomstig in bijlage toegevoegde samenwerkingsovereenkomsten.

 

Juridische gronden

          Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

          De thans van kracht zijnde statuten van Interleuven zoals gepubliceerd in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 9 oktober 2019 onder nummer 19134061.

 

Adviezen

          De financieel directeur verleende op 4 december 2019 gunstig advies op voorwaarde van goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025 en het niet overschrijden van de voorziene kredieten.

 

Argumentatie

          Ter ondersteuning van de gemeentelijke diensten en omwille van bovenvermelde argumenten is het aangewezen om de diensten

2.2. Uitvoering ruimtelijk vergunningenbeleid

2.3. Huis voor omgevingsKwaliteit (ad hoK)

2.4. Adviesverlening ruimtelijke ordening

bij exclusiviteit toe te kennen aan de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ en de desbetreffende samenwerkingsovereenkomst goed te keuren.

 

Financiële gevolgen

Uitgave

Actieplan: 0204

Actie: 020401

Budgetsleutel: 6131002/060000/0204/020401

Beschikbaar budget: € 110.000 in 2020

Geraamd bedrag: € 110.000 in 2020

 

Besluit

Na beraadslaging,

24stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Dirk Jacobs, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Nele Demuynck, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Ilse Michiels, Ingrid Van Steenberge, Noëlla D'Hooghe, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Ellen De Rijck, Bart De Vos, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens en Stella Beckx

Artikel 1:

De volgende diensten, zoals voorzien in de bijlagen van de statuten van Interleuven, worden in exclusiviteit toegekend aan de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ met ingang van 01-01-2020 tot en met 31-12-2025:

 

2.2. Uitvoering ruimtelijk vergunningenbeleid

2.3. Huis voor omgevingsKwaliteit (ad hoK)

2.4. Adviesverlening ruimtelijke ordening.

 

Artikel 2:

Onderhavige overeenkomst ter uitvoering van deze exclusieve diensten wordt goedgekeurd:

 

Artikel 1: VOORWERP EXCLUSIEVE DIENST

 

§1. Huidige overeenkomst wordt tussen partijen gesloten in uitvoering van het besluit van de gemeenteraad van Rotselaar genomen in zitting van 17-12-2019 waarbij de volgende diensten in exclusiviteit worden toegekend aan de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ voor een periode van 01-01-2020 tot en met 31-12-2025, met dien verstande dat opdrachten die werden toegekend vóór het verstrijken van voormelde periode, zullen worden uitgevoerd onder het systeem van de exclusieve dienstverlening tot datum van definitieve oplevering:

 

2.2. Uitvoering ruimtelijk vergunningenbeleid

2.3. Huis voor omgevingsKwaliteit (ad hoK)

2.4. Adviesverlening ruimtelijke ordening.

 

§2. De overeenkomst heeft tot doel de voorwaarden en modaliteiten van deze samenwerking vast te leggen.

 

Artikel 2: OMSCHRIJVING VAN DE EXCLUSIEVE DIENSTVERLENING - DEFINITIE

 

De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ zal voor de in artikel 1 bepaalde periode instaan voor:

 

2.2. Het begeleiden, ondersteunen en adviseren van de gemeente bij haar taken inzake vergunningenbeleid.

2.3. Het begeleiden, ondersteunen en adviseren van de gemeente om de omgevingskwaliteit te verhogen, evenals bij de uitvoering van de ruimtelijke visie van het lokale bestuur.

2.3.1. Kwaliteitskamer.

2.3.2. Open oproep.

2.4. Het adviseren en ondersteunen van de gemeente bij vragen of knelpunten inzake ruimtelijke ordening, - planning en stedenbouw.

 

Artikel 3: WERKWIJZE - ADMINISTRATIEVE EN TECHNISCHE CONTRACTUELE BEPALINGEN

 

WERKWIJZE 2.2.

 

§1. De taken inzake uitvoering ruimtelijke vergunningenbeleid vinden plaats onder leiding van een ruimtelijk planner van de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’. Zij gebeuren altijd volledig overeenkomstig alle geldende wetten en richtlijnen ter zake. Dit kunnen zowel inhoudelijk-stedenbouwkundige als administratief-stedenbouwkundige taken betreffen.

 

          Inhoudelijk-stedenbouwkundige taken betreffen de inhoudelijke behandeling en advisering van omgevingsaanvragen ro.

 

          Administratief-stedenbouwkundige taken betreffen (niet-limitatief) bijvoorbeeld:

          het behandelen van notarisinlichtingen;

          het nazicht van vergunningsaanvragen op volledigheid & ontvankelijkheid;

          het aanvragen van adviezen bij diverse instanties in kader van een vergunningsprocedure;

          de opmaak van de affiche en uitvoeren van andere administratieve taken inzake het te voeren openbaar onderzoek in kader van een vergunningsprocedure;

          het administratief klaarmaken van dossiers ter voorlegging aan het college van burgemeester en schepenen in kader van een vergunningsprocedure.

 

§2. De taken kunnen worden uitgevoerd op basis van een ‘ad hoc’-ondersteuning of een periodieke ondersteuning, waarbij ook kan worden gekozen voor een continue ondersteuning gedurende de beleidsperiode + 1 jaar.

 

Ad hoc-ondersteuning is een punctuele, kortstondige ondersteuning, bijvoorbeeld (niet-limitatief):

          bij kortstondige onderbezetting van de betreffende gemeentelijke dienst;

          voor het wegwerken van een opeenstapeling van te behandelen omgevingsdossiers-ro bij piekmomenten;

          bij de behandeling van complexere en/of in de betreffende gemeente minder vaak voorkomende omgevingsdossiers-ro.

 

Een periodieke ondersteuning is een ondersteuning gedurende een (op voorhand bepaalde en onderling afgesproken) langere periode à rato van gemiddeld 1 tot 2d/w, bijvoorbeeld (niet-limitatief):

          bij langdurige afwezigheid (ziekte, zwangerschap, ontslag/vertrek, loopbaanonderbreking, …) van een gemeentelijke inhoudelijke ro-omgevingsdossierbehandelaar;

          voor de behandeling van complexe omgevingsdossiers-ro;

          als klankbord voor de gemeentelijke omgevingsambtenaar ro en de betreffende gemeentelijke dienst voor de inhoudelijke bespreking van vergunningsaanvragen en overleg over de aanpak van complexere en binnen de betreffende gemeente minder vaak voorkomende omgevingsdossiers-ro.

 

De continue ondersteuning gedurende de beleidsperiode + 1 jaar betreft het inzetten van een intergemeentelijke omgevingsambtenaar ro op basis van een aantal specifieke afspraken (zie verder).

 

De betaling van deze ondersteuning gebeurt op basis van een maandelijkse standaardfactuur en driemaandelijkse afrekening.

 

§3. Zowel voor de activering van de ad hoc-ondersteuning als van de periodieke ondersteuning contacteert de gemeente het diensthoofd ruimtelijke ordening van de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’.

Voor de periodieke ondersteuning geeft de gemeente daarbij aan:

          voor welke periode zij van de ondersteuning wenst gebruik te maken;

          hoeveel dagen/week zij de ondersteuning wenst in te zetten, 1 of 2d/week.

 

§4. Welke taken concreet worden opgenomen en/of ondersteund, wordt bij aanvang van de opdracht in onderling overleg met de gemeente afgesproken. Op basis daarvan wordt, eveneens in onderling overleg, het werkregime bepaald. Dit takenpakket dient altijd in verhouding te zijn met het afgesproken werkregime.

 

Bij de continue ondersteuning gedurende de beleidsperiode + 1 jaar wordt, afhankelijk van het aldus bepaalde takenpakket en werkregime, bepaald hoeveel planners worden ingezet. De gemeente wijst bij gemeenteraadsbeslissing de ruimtelijk planner(s) die als intergemeentelijke omgevingsambtenaar ro wordt ingezet, nominatief aan en dit voor de duurtijd van de samenwerkingsovereenkomst.

 

§5. Wat de locatie voor de uitvoering van de ondersteuning betreft, wordt in overleg met de gemeente (gemeentelijk omgevingsambtenaar-ro en/of betreffend diensthoofd, bevoegde schepen, algemeen directeur) bepaald of de afgesproken taken al dan niet deels of volledig worden voorbereid en/of uitgewerkt in het gemeentehuis, dan wel in de kantoren van de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’.

 

WERKWIJZE 2.3.

 

Kwaliteitskamer

 

§1. Wanneer de gemeente een dossier/project heeft waarover ze graag een advies wil inwinnen bij de kwaliteitskamer, neemt zij contact op met de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’. Samen wordt de concrete adviesvraag in kaart gebracht (status dossier, procedurefase, voorgeschiedenis, visie gemeente, … specifieke vragen, …) en wordt bekeken op welke wijze een advies best vorm wordt gegeven, welke experten aanwezig moeten zijn en in welke mate de bouwheer/architect/ontwerper betrokken wordt. Er zijn daarbij verschillende adviesformules mogelijk:

 

          éénmalig advies: in het kader van bijvoorbeeld een ingediend ontwerp, een lopend dossier of ter voorbereiding van een vergunningsprocedure wenst de gemeente een advies van de kwaliteitskamer te bekomen. Op basis van het advies van de kwaliteitskamer kan de gemeente het dossier verder behandelen.

 

          adviestraject: in het kader van een dossier wordt een trajectbegeleiding opgestart, waarbij de kwaliteitskamer 2 of meerdere adviezen zal uitbrengen over hetzelfde dossier. Op basis van de adviezen kan de bouwheer/architect/ontwerper het project voort uittekenen en kan het dossier evolueren.

 

§2. Het dossier wordt door de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ geagendeerd op de eerstvolgende bijeenkomst van de kwaliteitskamer. Om kort op de bal te kunnen spelen, wordt voor een volledig jaar een periodiek vergadermoment voor de kwaliteitskamer vastgelegd.

 

§3. Minstens 1 week voorafgaand aan de vergadering van de kwaliteitskamer bezorgt de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ een digitaal dossier aan de leden van de kwaliteitskamer. Dit digitaal dossier wordt opgemaakt en aangeleverd door de gemeente (in PDF) aan de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ .

Het omvat:

          een fiche met basisinformatie en contextgegevens, zoals de voorgeschiedenis, screening van de planologische en juridische context, een overzicht van dossierstukken.

          de dossierstukken zelf.

 

§4. De kwaliteitskamer bestaat minstens uit:

          2 externe experten uit de expertenpool, aangeduid door de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ .

          eventueel aangevuld met maximum 1 lokaal expert, aangeduid door de gemeente.

          2 vertegenwoordigers van de gemeente, bijvoorbeeld de bevoegde schepen en de omgevingsambtenaar.

          1 secretaris, met name de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’

 

De bijeenkomst wordt gemodereerd door de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ en start met een toelichting van het dossier door de gemeente (circa 30 min.). De gemeente kan er ook voor kiezen om de bouwheer/architect/ontwerper hiervoor uit te nodigen. Na een eventuele vragenronde wordt het dossier inhoudelijk besproken en beoordeeld (circa 1u30). Na de bespreking van het dossier wordt een concreet advies geformuleerd door de kwaliteitskamer.

 

De bouwheer/architect/ontwerper is in principe niet betrokken bij de inhoudelijke bespreking van het dossier. Samen met de gemeente bekijkt de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ hoe er met de initiatiefnemer wordt omgegaan. Bij een adviestraject, waarbij verschillende opeenvolgende adviezen worden gegeven, is het wenselijk om de initiatiefnemer actief te betrekken.

 

§5. Na de vergadering maakt de secretaris/de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ een uitgebreid verslag op, waarbij zowel de bespreking als de conclusies worden weergegeven. Het advies wordt via mail teruggekoppeld met de leden van de kwaliteitskamer en uiterlijk 1 week na de bijeenkomst gefinaliseerd.

 

De taken van de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ omvatten:

          coördineren van de procedure;

          voorbereiden overleg met de gemeente;

          overleg met de gemeente;

          overleg met initiatiefnemer project;

          aanstellen van de externe experten;

          organisatie en voorbereiding van de kwaliteitskamer;

          voorbereiding van het dossier op basis van het beschikbare digitaal dossier;

          plaatsbezoek (indien van toepassing);

          bijeenkomst van de kwaliteitskamer;

          schrijven van het ontwerp van advies;

          redigeren van het ontwerp van advies op basis van de input van de externe experten;

          afwerken van het advies;

          eventueel verdere toelichting advies aan college en/of initiatiefnemer.

 

De externe experten krijgen een forfaitaire vergoeding die volgende taken omvat:

          voorbereiding van het dossier op basis van het beschikbare digitaal dossier;

          plaatsbezoek (indien van toepassing);

          bijeenkomst van de kwaliteitskamer;

          aanpassen en aanvullen van het ontwerp van advies opgemaakt door de secretaris;

          verplaatsingskosten

.

De kost van de kwaliteitskamer omvat 2 aspecten: de experten en de ondersteuning en begeleiding door de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’. De experten krijgen een forfaitaire vergoeding, de ondersteuning en begeleiding wordt per gepresteerd uur gefactureerd (zie Art 4).

 

Oproep ad hoK (Open Oproep)

 

§1. Als partner in ad hoK begeleidt de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ de gemeente om, via de Oproep ad hoK, de juiste ontwerper voor het juiste project te vinden.

 

§2. De gemeente sluit een samenwerkingsprotocol met de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ af over alle afspraken die cruciaal zijn voor het welslagen van de Oproep ad hoK. Dit betreft o.a. het ambitieniveau van de opdracht, het budget en de beschikbare middelen, de timing van de procedure en de voorziene vergoedingen voor de ontwerpers. Hierbij verleent de gemeente het mandaat aan Interleuven om het project op te nemen in de publicatie van de Oproep ad hoK.

 

§3. Het procesverloop van de Oproep ad hoK is gebaseerd op dit van de open oproep van Team Vlaams Bouwmeester. Bij opstart van de Oproep ad hoK wordt een overlegvergadering gehouden met de betreffende gemeentelijke verantwoordelijke(n) op basis waarvan een projectnota wordt opgemaakt waarin het procesverloop wordt omschreven, evenals een voorstel van termijnen en een raming van het te presteren aantal uren worden aangegeven. Deze projectnota wordt met de gemeente besproken en ter goedkeuring aan haar voorgelegd. Na ontvangst van een positieve CBS-beslissing wordt gestart met de concrete uitvoering conform de door de gemeente goedgekeurde projectnota.

 

WERKWIJZE 2.4.

 

§1. De adviesverlening en ondersteuning vindt plaats onder leiding van een ruimtelijk planner van de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’.

 

§2. De adviesverlening en ondersteuning gebeurt altijd na vraag van de gemeente. In onderling overleg met de betreffende gemeentelijke medewerker en/of schepen wordt bepaald of deze taken al dan niet deels of volledig worden voorbereid en/of uitgewerkt in het gemeentehuis, dan wel in de kantoren van de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’.

Indien gewenst, kan een voor de materie bevoegde medewerker van de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ tijdelijk of voor de duur van de samenwerking periodiek aanwezig zijn in het gemeentehuis. Deze aanwezigheid wordt dan in samenspraak met de betreffende gemeentelijke medewerker(s) en in functie van de gemeentelijke nood afgesproken.

 

§3. Bij aanvang van een onder deze samenwerkingsovereenkomst vallende opdracht wordt, specifiek voor die bepaalde opdracht, een overlegvergadering gehouden met de betreffende gemeentelijke verantwoordelijke(n) op basis waarvan een projectnota wordt opgemaakt met de wijze van uitvoering (stappenplan, overleg en communicatie, …) evenals een ruwe raming van uitvoeringstermijnen en verwacht te presteren aantal uren. Deze projectnota wordt met de gemeente besproken en ter goedkeuring aan haar voorgelegd. Na ontvangst van een positieve CBS-beslissing wordt gestart met de uitvoering conform de door de gemeente goedgekeurde projectnota.

 

ADMINISTRATIEVE EN TECHNISCHE CONTRACTUELE BEPALINGEN

 

Exclusieve dienstverlening

 

Partijen verklaren kennis te hebben genomen van de als bijlage gevoegde nota De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’, die integraal deel uitmaakt van huidige overeenkomst.

 

Documenten/Producten

 

Alle documenten, tekeningen, specificaties, meetstaten, verslagen, datasets, enz. zullen in het Nederlands worden opgesteld.

Het aantal te leveren producten, afdrukken van plannen en documenten bedraagt per fase 2 stuks.

 

Privacy van gegevens

 

De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ zal in haar procedures en processen het nodige ondernemen om geen afbreuk te doen aan het recht op privacy van gegevens. De opdrachtgever tekent een verwerkersovereenkomst met de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ die de concrete afspraken hieromtrent bevat.

 

Verzekeringen

 

De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ verzekert haar burgerlijke aansprakelijkheid. Op eenvoudig verzoek van de opdrachtgever dient de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ een attest van deze verzekeringen voor te leggen.

 

Eigendomsrecht

 

De resultaten van de intellectuele prestaties zijn eigendom van de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’. Ze kunnen door de opdrachtgever slechts worden aangewend voor de doeleinden die het voorwerp uitmaken van deze overeenkomst en mits bronvermelding.

 

Artikel 4: KOSTENVERREKENING

 

§1. Bij de in exclusiviteit toegewezen diensten zal worden gewerkt op basis van een kosten- en expertisedelend principe waarbij in artikel 14.2 van de statuten uitdrukkelijk wordt bepaald: “De kosten verbonden aan de exclusieve dienstverlening, zoals omschreven in art. 3 worden verrekend aan de deelnemers op basis van het kosten- en expertisedelend principe. Voor de aanrekening van de prestaties verleend in het kader van de wederzijdse exclusiviteit, zal worden gewerkt met een open boekhouding”.

 

§2. De uurlonen voor de personeelsleden worden door de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ op basis van de reële kostprijs als volgt bepaald (toestand op 01-10-2019):

 

          Projectleider/specialist-expert : 88,00 euro

: (basis na de komma 88,28 euro)

          Projectmedewerker-expert : 78,00 euro

: (basis na de komma 78,33 euro)

          Projectmedewerker : 72,00 euro

: (basis na de komma 72,12 euro)

          Administratieve ondersteuning : 65,00 euro

: (basis na de komma 64,66 euro)

 

De hier opgegeven uurlonen zijn gekoppeld aan de indexaanpassing van de lonen zoals toepasselijk in de openbare sector. Alle andere kosten, zoals verplaatsingskosten, uitrustingskosten, ... zijn begrepen in deze uurprijs.

 

De uurlonen worden telkens berekend op een cijfer na de komma waarna overgegaan wordt tot afronding op het lagere of hogere eenheidscijfer. Bij een volgende indexering wordt terug uitgegaan van het vorige, na de komma bekomen cijfer, zodat telkens een correcte berekening van de uurtarieven plaatsvindt.

 

§3. Enkel de effectief gepresteerde uren worden aangerekend.

Bij een interventie wordt eveneens de verplaatsingstijd aangerekend.

 

§4. Voor de prestaties die moeten worden geleverd na 20.00 uur en vóór 07.00 uur tijdens de normale werkdagen, en op zaterdag, zondag en feestdagen, wordt deze uurprijs met 50% verhoogd.

 

Artikel 5: BETALINGSMODALITEITEN

 

De kostenverrekening gebeurt op basis van een driemaandelijks detail (afrekening) van de door de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ gepresteerde uren die aan de opdrachtgever wordt voorgelegd. De eerste verrekening wordt door de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ opgemaakt na het verstrijken van de eerste driemaandelijkse periode die ingaat op het ogenblik dat de uitvoering van deze samenwerkingsovereenkomst aanvangt.

Indien er maandelijkse voorschotten worden opgevraagd, wordt bij de driemaandelijks afrekening het saldo opgevraagd of teruggestort. Dit op basis van de vergelijking van de in die periode effectief gepresteerde uren met de reeds aangerekende uren. In het geval er geen voorschotten werden aangerekend, zal de driemaandelijkse afrekening de totaliteit van de desbetreffende periode omvatten.

De beslissing tot opmaak van maandelijkse voorschotten hangt onder meer af van het aantal geschatte te presteren uren en zal in onderling overleg met de opdrachtgever worden vastgelegd.

 

Artikel 3:

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van huidig besluit.

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Goedkeuring exclusiviteitsovereenkomst met de zelfstandige groepering 'Interleuven ondersteunende activiteiten': GIS begeleiding en ondersteuning en Inventarisatie van ruimtelijke situeerbare gegevens

 

Voorgeschiedenis

          Het besluit van de raad van bestuur van Interleuven van 22 mei 2019 houdende het voorstel tot aanpassing van de statuten van Interleuven en met betrekking tot de omschrijving van de diensten waarop de deelnemers beroep kunnen doen in het kader van wederzijdse exclusiviteit.

          Het besluit van de gemeenteraad van 27 augustus 2019 waarbij werd beslist akkoord te gaan met de voorgestelde aanpassingen in de statuten en in de bijlagen.

          Het besluit van de bijzondere algemene vergadering van Interleuven van 11 september 2019 waarbij de statutenwijziging werd goedgekeurd.

 

Feiten en context

          De gemeente is in de mogelijkheid om als deelnemer van Interleuven als dienstverlenende vereniging en als deelnemer van de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten beroep te doen op de diensten van haar intercommunale, alsook op deze diensten dewelke in exclusiviteit worden aangeboden.

          Volgens de als bijlage gevoegde lijst bij de statuten van Interleuven blijkt dat :

7.1. GIS begeleiding en ondersteuning

7.2. Inventarisatie en/of actualisatie van ruimtelijke situeerbare gegevens

kan worden gerealiseerd.

          De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ is er bij de uitvoering van deze diensten in opdracht van een deelnemer zelf toe gehouden om de overheidsopdrachtenwetgeving na te leven.

          De toekenning bij exclusiviteit van voornoemde opdrachten aan de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ onder meer tot voordeel heeft dat er op de door de eigen personeelsleden van de zelfstandige groepering ‘InterLeuven ondersteunende activiteiten’ geleverde prestaties geen btw zal worden doorgerekend naar de deelnemer toe; dat op alle andere prestaties en kosten uiteraard wel btw verschuldigd blijft.

          Daarenboven wordt in de statuten van Interleuven voorzien in een vergoedingssysteem waarbij op transparante basis de kosten kunnen worden toegewezen;

          Er zal inzonderheid bij exclusiviteit worden gewerkt op basis van een kosten- en expertisedelend principe waarbij in artikel 14.2 van de statuten uitdrukkelijk wordt bepaald: “De kosten verbonden aan de exclusieve dienstverlening, zoals omschreven in art. 3 worden verrekend aan de deelnemers op basis van het kosten- en expertisedelend principe. Voor de aanrekening van de prestaties verleend in het kader van de wederzijdse exclusiviteit, zal gewerkt worden met een open boekhouding”.

          Het systeem van de open boekhouding laat toe om permanent de kosten van het project op te volgen.

          De uurlonen voor de personeelsleden worden door de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ op basis van de reële kostprijs als volgt bepaald (toestand op 01-10-2019):

          Projectleider/specialist-expert: 88,00 euro

: (basis na de komma 88,28 euro)

          Projectmedewerker-expert: 78,00 euro

: (basis na de komma 78,33 euro)

          Projectmedewerker: 72,00 euro

: (basis na de komma 72,12 euro)

          Administratieve ondersteuning: 65,00 euro

: (basis na de komma 64,66 euro).

De hier opgegeven uurlonen zijn gekoppeld aan de indexaanpassing van de lonen zoals toepasselijk in de openbare sector. Alle andere kosten, zoals verplaatsingskosten, uitrustingskosten, enz. zijn begrepen in deze uurprijs.

          De uurlonen worden telkens berekend op een cijfer na de komma waarna overgegaan wordt tot afronding op het lagere of hogere eenheidscijfer. Bij een volgende indexering wordt terug uitgegaan van het vorige, na de komma bekomen cijfer, zodat telkens een correcte berekening van de uurtarieven plaatsvindt.

          Het afsluiten van deze exclusiviteitsovereenkomst heeft tevens tot gevolg dat de gemeente zich ertoe verbindt om voor de diensten dewelke in deze overeenkomst worden omschreven, uitsluitend een beroep te doen op de diensten van de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’, en dit voor een welomschreven periode dewelke echter de duur van zes jaar niet mag overschrijden.

          De gemeente kan aldus kiezen om voor de betrokken diensten een beroep te doen op de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’, dan wel om deze diensten zelf uit te oefenen, doch ziet hierbij wel af van de mogelijkheid om de dienst, gedurende de looptijd van de exclusiviteit, te laten uitvoeren door derden.

          De gemeenteraad beperkt aldus de duurtijd van de betrokken diensten tot en met 31-12-2025 met dien verstande dat opdrachten dewelke werden toegekend vóór het verstrijken van voormelde periode zullen worden afgewerkt onder het systeem van de exclusieve dienstverlening en aldus zonder aanrekening van btw.

 

Juridische gronden

          Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

          De thans van kracht zijnde statuten van Interleuven zoals gepubliceerd in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 9 oktober 2019 onder nummer 19134061.

 

Adviezen

De financieel directeur verleende op 4 december 2019 gunstig advies op voorwaarde van goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025 en het niet overschrijden van de voorziene kredieten.

 

Argumentatie

          Ter ondersteuning van de gemeentelijke diensten en omwille van bovenvermelde argumenten is het aangewezen om de diensten

7.1. GIS begeleiding en ondersteuning

7.2. Inventarisatie en/of actualisatie van ruimtelijke situeerbare gegevens

bij exclusiviteit toe te kennen aan de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ en de desbetreffende samenwerkingsovereenkomst goed te keuren.

 

Financiële gevolgen

Uitgave

Actieplan: 0204

Actie: 020401

Budgetsleutel: 6131002/39000 (milieu) en 6139999/060000 (RO)

Beschikbaar budget:

€ 10.000 (2020 t.e.m. 2022) (milieu)

€ 5.000 (2020), € 15.000 (2021, 2022) (RO)

Geraamd bedrag:

 

Besluit

Na beraadslaging,

24stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Dirk Jacobs, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Nele Demuynck, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Ilse Michiels, Ingrid Van Steenberge, Noëlla D'Hooghe, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Ellen De Rijck, Bart De Vos, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens en Stella Beckx

Artikel 1:

De volgende diensten, zoals voorzien in de bijlagen van de statuten van Interleuven, worden in exclusiviteit toegekend aan de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ met ingang van 01-01-2020 tot en met 31-12-2025:

 

7.1. GIS begeleiding en ondersteuning

7.2. Inventarisatie en/of actualisatie van ruimtelijke situeerbare gegevens

 

Artikel 2:

Onderhavige overeenkomst ter uitvoering van deze exclusieve diensten wordt goedgekeurd:

 

Artikel 1: VOORWERP EXCLUSIEVE DIENST

 

§1. Huidige overeenkomst wordt tussen partijen gesloten in uitvoering van het besluit van de gemeenteraad van Rotselaar genomen in zitting van 17-12-2019 waarbij de volgende diensten in exclusiviteit worden toegekend aan de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ voor een periode van 01-01-2020 tot en met 31-12-2025, met dien verstande dat opdrachten die werden toegekend vóór het verstrijken van voormelde periode, zullen worden uitgevoerd onder het systeem van de exclusieve dienstverlening tot datum van definitieve oplevering:

 

7.1. GIS begeleiding en ondersteuning

7.2. Inventarisatie en/of actualisatie van ruimtelijke situeerbare gegevens

 

§2. De overeenkomst heeft tot doel de voorwaarden en modaliteiten van deze samenwerking vast te leggen.

 

Artikel 2: OMSCHRIJVING VAN DE EXCLUSIEVE DIENSTVERLENING - DEFINITIE

 

De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ zal voor de in artikel 1 bepaalde periode instaan voor:

 

7.1. Het begeleiden en ondersteunen van de deelnemers bij de conceptontwikkeling en integratie van GIS in hun werking en dienstverlening.

7.2. Het inventariseren, digitaliseren en/of actualiseren van ruimtelijk situeerbare gegevens.

 

Artikel 3: WERKWIJZE - ADMINISTRATIEVE EN TECHNISCHE CONTRACTUELE BEPALINGEN

 

WERKWIJZE 7.1.

 

§1. Deze exclusieve dienstverlening houdt in het op vraag van de deelnemers begeleiden en ondersteunen van de deelnemers bij de conceptontwikkeling en integratie van GIS in haar werking en dienstverlening.

 

§2. Hieronder valt ook het inzetten van een intergemeentelijke GIS-coördinator, ter ondersteuning van de gemeentelijke GIS-coördinator, die altijd het GIS-aanspreekpunt blijft voor de medewerkers van de gemeente. De intergemeentelijke GIS-coördinator werkt samen met de gemeente een langetermijnvisie uit en realiseert quickwins. Hij wendt zijn expertise aan om (externe en/of interne) blokkeringen te detecteren en te rapporteren en om oplossingen aan te reiken. Hij zorgt voor actuele

GIS-data in het eigen gemeentelijk systeem en zet in op datakwaliteit en intragemeentelijke communicatie rond nuttige (geo)databanken en stimulatie van het GIS-gebruik.

 

§3. Bij aanvang van elk project dat hieromtrent wordt uitgewerkt, wordt een overlegvergadering gehouden met de betreffende (gemeentelijke) verantwoordelijke(n) op basis waarvan een projectnota wordt opgemaakt waarin het project wordt omschreven, evenals een voorstel van termijnen en een raming van het te presteren aantal uren worden aangegeven. Deze projectnota wordt met de deelnemer besproken en ter goedkeuring aan haar voorgelegd. Na ontvangst van een positieve (CBS-)beslissing wordt gestart met de uitvoering conform de (door de gemeente) goedgekeurde projectnota.

 

WERKWIJZE 7.2.

 

§1. Deze exclusieve dienstverlening houdt in het op vraag van de deelnemers inventariseren, digitaliseren en/of actualiseren van ruimtelijk situeerbare gegevens.

 

§2. Bij aanvang van elke inventarisatie, digitalisering en/of actualisatie wordt een overlegvergadering gehouden met de betreffende (gemeentelijke) verantwoordelijke(n) op basis waarvan een projectnota wordt opgemaakt waarin de inventarisatie-, digitalisatie- en/of actualisatieopdracht wordt omschreven, evenals een voorstel van termijnen en een raming van het te presteren aantal uren worden aangegeven. Deze projectnota wordt met de deelnemer besproken en ter goedkeuring aan haar voorgelegd. Na ontvangst van een positieve (CBS-)beslissing wordt gestart met de uitvoering conform de (door de gemeente) goedgekeurde projectnota.

 

ADMINISTRATIEVE EN TECHNISCHE CONTRACTUELE BEPALINGEN

 

Exclusieve dienstverlening

 

Partijen verklaren kennis te hebben genomen van de als bijlage gevoegde nota De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’, die integraal deel uitmaakt van huidige overeenkomst.

 

Documenten/Producten

 

Alle documenten, tekeningen, specificaties, meetstaten, verslagen, datasets, enz. zullen in het Nederlands worden opgesteld.

Het aantal te leveren producten, afdrukken van plannen en documenten bedraagt per fase 2 stuks.

 

Privacy van gegevens

 

De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ zal in haar procedures en processen het nodige ondernemen om geen afbreuk te doen aan het recht op privacy van gegevens. De opdrachtgever tekent een verwerkersovereenkomst met de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ die de concrete afspraken hieromtrent bevat.

 

Verzekeringen

 

De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ verzekert haar burgerlijke aansprakelijkheid. Op eenvoudig verzoek van de opdrachtgever dient de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ een attest van deze verzekeringen voor te leggen.

 

Eigendomsrecht

 

De resultaten van de intellectuele prestaties zijn eigendom van de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’. Ze kunnen door de opdrachtgever slechts worden aangewend voor de doeleinden die het voorwerp uitmaken van deze overeenkomst en mits bronvermelding.

 

Artikel 4: KOSTENVERREKENING

 

§1. Bij de in exclusiviteit toegewezen diensten zal worden gewerkt op basis van een kosten- en expertisedelend principe waarbij in artikel 14.2 van de statuten uitdrukkelijk wordt bepaald: “De kosten verbonden aan de exclusieve dienstverlening, zoals omschreven in art. 3 worden verrekend aan de deelnemers op basis van het kosten- en expertisedelend principe. Voor de aanrekening van de prestaties verleend in het kader van de wederzijdse exclusiviteit, zal worden gewerkt met een open

boekhouding”.

 

§2. De uurlonen voor de personeelsleden worden door de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ op basis van de reële kostprijs als volgt bepaald (toestand op 01-10-2019):

          Projectleider/specialist-expert : 88,00 euro

: (basis na de komma 88,28 euro)

          Projectmedewerker-expert : 78,00 euro

: (basis na de komma 78,33 euro)

          Projectmedewerker : 72,00 euro

: (basis na de komma 72,12 euro)

          Administratieve ondersteuning : 65,00 euro

: (basis na de komma 64,66 euro)

 

De hier opgegeven uurlonen zijn gekoppeld aan de indexaanpassing van de lonen zoals toepasselijk in de openbare sector. Alle andere kosten, zoals verplaatsingskosten, uitrustingskosten, ... zijn begrepen in deze uurprijs.

 

De uurlonen worden telkens berekend op een cijfer na de komma waarna overgegaan wordt tot afronding op het lagere of hogere eenheidscijfer. Bij een volgende indexering wordt terug uitgegaan van het vorige, na de komma bekomen cijfer, zodat telkens een correcte berekening van de uurtarieven plaatsvindt.

 

§3. Enkel de effectief gepresteerde uren worden aangerekend.

Bij een interventie wordt eveneens de verplaatsingstijd aangerekend.

 

§4. Voor de prestaties die moeten worden geleverd na 20.00 uur en vóór 07.00 uur tijdens de normale werkdagen, en op zaterdag, zondag en feestdagen, wordt deze uurprijs met 50% verhoogd.

 

Artikel 5: BETALINGSMODALITEITEN

 

De kostenverrekening gebeurt op basis van een driemaandelijks detail (afrekening) van de door de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ gepresteerde uren die aan de opdrachtgever wordt voorgelegd. De eerste verrekening wordt door de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ opgemaakt na het verstrijken van de eerste driemaandelijkse periode die ingaat op het ogenblik dat de uitvoering van deze samenwerkingsovereenkomst aanvangt.

Indien er maandelijkse voorschotten worden opgevraagd, wordt bij de driemaandelijks afrekening het saldo opgevraagd of teruggestort. Dit op basis van de vergelijking van de in die periode effectief gepresteerde uren met de reeds aangerekende uren. In het geval er geen voorschotten werden aangerekend, zal de driemaandelijkse afrekening de totaliteit van de desbetreffende periode omvatten.

 

De beslissing tot opmaak van maandelijkse voorschotten hangt onder meer af van het aantal geschatte te presteren uren en zal in onderling overleg met de opdrachtgever worden vastgelegd.

 

Artikel 3:

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van huidig besluit.

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Goedkeuring exclusiviteitsovereenkomst met de zelfstandige groepering 'Interleuven ondersteunende activiteiten': Gebouwen en infrastructuur: Technische en administratieve begeleiding, adviseren en coördineren van projecten

 

Voorgeschiedenis

          Het besluit van de raad van bestuur van Interleuven van 22 mei 2019 houdende het voorstel tot aanpassing van de statuten van Interleuven en met betrekking tot de omschrijving van de diensten waarop de deelnemers beroep kunnen doen in het kader van wederzijdse exclusiviteit.

          Het besluit van de gemeenteraad van 27 augustus 2019 waarbij werd beslist akkoord te gaan met de voorgestelde aanpassingen in de statuten en in de bijlagen.

          Het besluit van de bijzondere algemene vergadering van Interleuven van 11 september 2019 waarbij de statutenwijziging werd goedgekeurd.

 

Feiten en context

          De gemeente is in de mogelijkheid om als deelnemer van Interleuven als dienstverlenende vereniging en als deelnemer van de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten beroep te doen op de diensten van haar intercommunale, alsook op deze diensten dewelke in exclusiviteit worden aangeboden.

          Volgens de als bijlage gevoegde lijst bij de statuten van Interleuven blijkt dat :

1.5. Gebouwen en infrastructuur: Technische en administratieve begeleiding, adviseren en               coördineren van projecten

kan worden gerealiseerd.

          De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ is er bij de uitvoering van deze diensten in opdracht van een deelnemer zelf toe gehouden om de overheidsopdrachtenwetgeving na te leven.

          De toekenning bij exclusiviteit van voornoemde opdrachten aan de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ onder meer tot voordeel heeft dat er op de door de eigen personeelsleden van de zelfstandige groepering ‘InterLeuven ondersteunende activiteiten’ geleverde prestaties geen btw zal worden doorgerekend naar de deelnemer toe; dat op alle andere prestaties en kosten uiteraard wel btw verschuldigd blijft.

          Daarenboven wordt in de statuten van Interleuven voorzien in een vergoedingssysteem waarbij op transparante basis de kosten kunnen worden toegewezen;

          Er zal inzonderheid bij exclusiviteit worden gewerkt op basis van een kosten- en expertisedelend principe waarbij in artikel 14.2 van de statuten uitdrukkelijk wordt bepaald: “De kosten verbonden aan de exclusieve dienstverlening, zoals omschreven in art. 3 worden verrekend aan de deelnemers op basis van het kosten- en expertisedelend principe. Voor de aanrekening van de prestaties verleend in het kader van de wederzijdse exclusiviteit, zal gewerkt worden met een open boekhouding”.

          Het systeem van de open boekhouding laat toe om permanent de kosten van het project op te volgen.

          De uurlonen voor de personeelsleden worden door de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ op basis van de reële kostprijs als volgt bepaald (toestand op 01-10-2019):

          Projectleider/specialist-expert: 88,00 euro

: (basis na de komma 88,28 euro)

          Projectmedewerker-expert: 78,00 euro

: (basis na de komma 78,33 euro)

          Projectmedewerker: 72,00 euro

: (basis na de komma 72,12 euro)

          Administratieve ondersteuning: 65,00 euro

: (basis na de komma 64,66 euro).

De hier opgegeven uurlonen zijn gekoppeld aan de indexaanpassing van de lonen zoals toepasselijk in de openbare sector. Alle andere kosten, zoals verplaatsingskosten, uitrustingskosten, ... zijn begrepen in deze uurprijs.

          De uurlonen worden telkens berekend op een cijfer na de komma waarna overgegaan wordt tot afronding op het lagere of hogere eenheidscijfer. Bij een volgende indexering wordt terug uitgegaan van het vorige, na de komma bekomen cijfer, zodat telkens een correcte berekening van de uurtarieven plaatsvindt.

          Het afsluiten van deze exclusiviteitsovereenkomst heeft tevens tot gevolg dat de gemeente zich ertoe verbindt om voor de diensten dewelke in deze overeenkomst worden omschreven, uitsluitend een beroep te doen op de diensten van de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’, en dit voor een welomschreven periode dewelke echter de duur van zes jaar niet mag overschrijden.

          De gemeente kan aldus kiezen om voor de betrokken diensten een beroep te doen op de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’, dan wel om deze diensten zelf uit te oefenen, doch ziet hierbij wel af van de mogelijkheid om de dienst, gedurende de looptijd van de exclusiviteit, te laten uitvoeren door derden.

          De gemeenteraad beperkt aldus de duurtijd van de betrokken diensten tot en met 31-12-2025 met dien verstande dat opdrachten dewelke werden toegekend vóór het verstrijken van voormelde periode zullen worden afgewerkt onder het systeem van de exclusieve dienstverlening en aldus zonder aanrekening van btw.

          Voor de uitvoering van deze exclusieve taken wordt gewerkt overeenkomstig in bijlage toegevoegde samenwerkingsovereenkomsten.

 

Juridische gronden

          Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

          De thans van kracht zijnde statuten van Interleuven zoals gepubliceerd in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 9 oktober 2019 onder nummer 19134061.

 

Adviezen

          Voorwaardelijk gunstig advies van de financieel directeur van 4 december 2019: op voorwaarde van goedkeuring meerjarenplan 2020-2025 en het niet overschrijden van de voorziene kredieten.

 

Argumentatie

          Ter ondersteuning van de gemeentelijke diensten en omwille van bovenvermelde argumenten is het aangewezen om de diensten 'Technische en administratieve begeleiding, adviseren en coördineren van projecten' voor het werkgebied 'Gebouwen en infrastructuur' bij exclusiviteit toe te kennen aan de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ en de desbetreffende samenwerkingsovereenkomst goed te keuren.

 

Financiële gevolgen

Uitgave

Actieplan: 0705

Actie: 070501

Budgetsleutel: 6131003/020000/0705/070501

Beschikbaar budget: € 40.000/jaar

Geraamd bedrag: € 40.000/jaar

 

Besluit

Na beraadslaging,

24stemmen voor: Dirk Claes, Dirk Jacobs, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Werner Mertens, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Nele Demuynck, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Ilse Michiels, Ingrid Van Steenberge, Noëlla D'Hooghe, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Ellen De Rijck, Bart De Vos, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens en Stella Beckx

Artikel 1:

De volgende diensten, zoals voorzien in de bijlagen van de statuten van Interleuven, worden in exclusiviteit toegekend aan de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ met ingang van 01-01-2020 tot en met 31-12-2025, met dien verstande dat opdrachten die werden toegekend vóór het verstrijken van voormelde periode, zullen worden afgewerkt onder het systeem van de exclusieve dienstverlening:

 

1.5. Gebouwen en infrastructuur: Technische en administratieve begeleiding, adviseren en               coördineren van projecten

 

Artikel 2:

Onderhavige overeenkomst ter uitvoering van deze exclusieve diensten wordt goedgekeurd:

 

Artikel 1: VOORWERP EXCLUSIEVE DIENST

 

§1. Huidige overeenkomst wordt tussen partijen gesloten in uitvoering van het besluit van de gemeenteraad van Rotselaar genomen in zitting van 17-12-2019 waarbij de volgende diensten in exclusiviteit worden toegekend aan de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ voor een periode van 01-01-2020 tot en met 31-12-2025, met dien verstande dat opdrachten die werden toegekend vóór het verstrijken van voormelde periode, zullen worden uitgevoerd onder het systeem van de exclusieve dienstverlening tot datum van definitieve oplevering:

 

1.5. Technische en administratieve begeleiding, adviseren en coördineren van projecten

 

§2. De overeenkomst heeft tot doel de voorwaarden en modaliteiten van deze samenwerking vast te leggen.

 

Artikel 2: OMSCHRIJVING VAN DE EXCLUSIEVE DIENSTVERLENING - DEFINITIE

 

De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ zal voor de in artikel 1 bepaalde periode instaan voor:

 

1.5. Een project opzetten, inspireren, adviseren en coördineren om op een gestructureerde

manier tot een goede ontwikkeling te komen.

 

Artikel 3: WERKWIJZE - ADMINISTRATIEVE EN TECHNISCHE CONTRACTUELE BEPALINGEN

WERKWIJZE

 

1. Het ondersteunen van de technische dienst / dienst omgeving:

          Het opmaken en opvolgen van eenvoudige aanbestedingsdossiers van gebouwen en infrastructuurwerken.

          Het opmaken van de nodige vergunningen voor deze werken.

          Het opvolgen van de werken uitgevoerd door de gemeentelijke werklieden en/of aannemers.

          Het opmaken van haalbaarheidsstudies in het kader van mogelijke toekomstige ontwikkelingen.

          Het verstrekken van technische raadgevingen.

          Doorlichting van bestaande gebouwen in zijn huidige configuratie : beschrijving van de bouwkundige staat en technische installaties, oplijsting van technische gebreken, in kaart brengen van knelpunten in de organisatie van het gebouw, toetsing gebouw aan de vigerende wetgeving (brandpreventie, toegankelijkheid, energieprestatie , …), oplijsten en analyseren huidige kosten.

          Opmaak van een schetsvoorstel met een betere organisatie van gebouwen en met een voorstel van ingrepen o.a. ter verbetering van de energieprestatie van het gebouw, zonder wijzigingen aan te brengen aan de bestaande volumes, en met een raming van de voorgestelde maatregelen.

          Het uitvoeren van meetwerk en de opmaak van nodige rooilijnplannen indien vereist.

          Indien er voor deze werken veiligheidscoördinatie (ontwerp en verwezenlijking) verplicht is, zit deze mee vervat in de opdracht. De nodige verplichte documenten (veiligheids- en gezondheidsplan, coördinatiedagboek, postinterventiedossier, …) zullen opgesteld worden.

         

 

2. Indien de mogelijkheid voorhanden is kan deze ondersteuning ook gebeuren in de

burelen van de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’, na

onderlinge afspraak met het bestuur.

 

ADMINISTRATIEVE EN TECHNISCHE CONTRACTUELE BEPALINGEN

 

Exclusieve dienstverlening

 

Partijen verklaren kennis te hebben genomen van de als bijlage gevoegde nota De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’, die integraal deel uitmaakt van huidige overeenkomst.

 

Documenten/Producten

 

Alle documenten, tekeningen, specificaties, meetstaten, verslagen, datasets, enz. zullen in

het Nederlands worden opgesteld.

 

Het aantal te leveren producten, afdrukken van plannen en documenten bedraagt per fase

2 stuks.

 

Privacy van gegevens

 

De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ zal in haar procedures en processen het nodige ondernemen om geen afbreuk te doen aan het recht op privacy van gegevens. De opdrachtgever tekent een verwerkersovereenkomst met de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ die de concrete afspraken hieromtrent bevat.

 

Verzekeringen

 

De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ verzekert zijn burgerlijke aansprakelijkheid, met inbegrip van zijn tienjarige aansprakelijkheid volgens de bepalingen van de artikelen 1792 en 2270 van het Burgerlijk Wetboek.

De verzekering van de beroepsaansprakelijkheid zal uitwerking blijven behouden gedurende een periode van tien jaar vanaf de voorlopige oplevering der werken.

Op eenvoudig verzoek van de opdrachtgever dient de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ een attest van deze verzekeringen voor te leggen.

 

Eigendomsrecht

 

De resultaten van de intellectuele prestaties zijn eigendom van de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’. Ze kunnen door de opdrachtgever slechts worden aangewend voor de doeleinden die het voorwerp uitmaken van deze overeenkomst en mits bronvermelding.

 

Artikel 4: KOSTENVERREKENING

 

§1. Bij de in exclusiviteit toegewezen diensten zal worden gewerkt op basis van een kosten- en expertisedelend principe waarbij in artikel 14.2 van de statuten uitdrukkelijk wordt bepaald: “De kosten verbonden aan de exclusieve dienstverlening, zoals omschreven in art. 3 worden verrekend aan de deelnemers op basis van het kosten- en expertisedelend principe. Voor de aanrekening van de prestaties verleend in het kader van de wederzijdse exclusiviteit, zal worden gewerkt met een open boekhouding”.

 

§2. De uurlonen voor de personeelsleden worden door de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ op basis van de reële kostprijs als volgt bepaald (toestand op 01-10-2019):

 

          Projectleider/specialist-expert : 88,00 euro

: (basis na de komma 88,28 euro)

          Projectmedewerker-expert : 78,00 euro

: (basis na de komma 78,33 euro)

          Projectmedewerker : 72,00 euro

: (basis na de komma 72,12 euro)

          Administratieve ondersteuning : 65,00 euro

: (basis na de komma 64,66 euro)

 

De hier opgegeven uurlonen zijn gekoppeld aan de indexaanpassing van de lonen zoals toepasselijk in de openbare sector. Alle andere kosten, zoals verplaatsingskosten, uitrustingskosten, ... zijn begrepen in deze uurprijs.

De uurlonen worden telkens berekend op een cijfer na de komma waarna overgegaan

wordt tot afronding op het lagere of hogere eenheidscijfer. Bij een volgende indexering

wordt terug uitgegaan van het vorige, na de komma bekomen cijfer, zodat telkens een

correcte berekening van de uurtarieven plaatsvindt.

 

§3. Enkel de effectief gepresteerde uren worden aangerekend.

Bij een interventie wordt eveneens de verplaatsingstijd aangerekend.

 

§4. Voor de prestaties die moeten worden geleverd na 20.00 uur en vóór 07.00 uur tijdens de normale werkdagen, en op zaterdag, zondag en feestdagen, wordt deze uurprijs met 50% verhoogd.

 

Artikel 5: BETALINGSMODALITEITEN

 

De kostenverrekening gebeurt op basis van een driemaandelijks detail (afrekening) van de door de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ gepresteerde uren die aan de opdrachtgever wordt voorgelegd. De eerste verrekening wordt door de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ opgemaakt na het verstrijken van de eerste driemaandelijkse periode die ingaat op het ogenblik dat de uitvoering van deze samenwerkingsovereenkomst aanvangt.

Indien er maandelijkse voorschotten worden opgevraagd, wordt bij de driemaandelijks afrekening het saldo opgevraagd of teruggestort. Dit op basis van de vergelijking van de in die periode effectief gepresteerde uren met de reeds aangerekende uren. In het geval er geen voorschotten werden aangerekend, zal de driemaandelijkse afrekening de totaliteit van de desbetreffende periode omvatten.

De beslissing tot opmaak van maandelijkse voorschotten hangt onder meer af van het aantal geschatte te presteren uren en zal in onderling overleg met de opdrachtgever worden vastgelegd.

 

Artikel 3:

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van huidig besluit.

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Goedkeuring exclusiviteitsovereenkomst met de zelfstandige groepering 'Interleuven ondersteunende activiteiten': Milieu en klimaat - Basisondersteuning

 

Voorgeschiedenis

          Het besluit van de raad van bestuur van Interleuven van 22 mei 2019 houdende het voorstel tot aanpassing van de statuten van Interleuven en met betrekking tot de omschrijving van de diensten waarop de deelnemers beroep kunnen doen in het kader van wederzijdse exclusiviteit.

          Het besluit van de gemeenteraad van 27 augustus 2019 waarbij werd beslist akkoord te gaan met de voorgestelde aanpassingen in de statuten en in de bijlagen.

          Het besluit van de bijzondere algemene vergadering van Interleuven van 11 september 2019 waarbij de statutenwijziging werd goedgekeurd.

 

Feiten en context

          De gemeente is in de mogelijkheid om als deelnemer van Interleuven als dienstverlenende vereniging en als deelnemer van de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten beroep te doen op de diensten van haar intercommunale, alsook op deze diensten dewelke in exclusiviteit worden aangeboden.

          Volgens de als bijlage gevoegde lijst bij de statuten van Interleuven blijkt dat :

3.1 Milieu en klimaat - Basisondersteuning

kan worden gerealiseerd.

          De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ is er bij de uitvoering van deze diensten in opdracht van een deelnemer zelf toe gehouden om de overheidsopdrachtenwetgeving na te leven.

          De toekenning bij exclusiviteit van voornoemde opdrachten aan de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ onder meer tot voordeel heeft dat er op de door de eigen personeelsleden van de zelfstandige groepering ‘InterLeuven ondersteunende activiteiten’ geleverde prestaties geen btw zal worden doorgerekend naar de deelnemer toe; dat op alle andere prestaties en kosten uiteraard wel btw verschuldigd blijft.

          Daarenboven wordt in de statuten van Interleuven voorzien in een vergoedingssysteem waarbij op transparante basis de kosten kunnen worden toegewezen;

          Er zal inzonderheid bij exclusiviteit worden gewerkt op basis van een kosten- en expertisedelend principe waarbij in artikel 14.2 van de statuten uitdrukkelijk wordt bepaald: “De kosten verbonden aan de exclusieve dienstverlening, zoals omschreven in art. 3 worden verrekend aan de deelnemers op basis van het kosten- en expertisedelend principe. Voor de aanrekening van de prestaties verleend in het kader van de wederzijdse exclusiviteit, zal gewerkt worden met een open boekhouding”.

          Het systeem van de open boekhouding laat toe om permanent de kosten van het project op te volgen.

          De uurlonen voor de personeelsleden worden door de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ op basis van de reële kostprijs als volgt bepaald (toestand op 01-10-2019):

          Projectleider/specialist-expert: 88,00 euro

: (basis na de komma 88,28 euro)

          Projectmedewerker-expert: 78,00 euro

: (basis na de komma 78,33 euro)

          Projectmedewerker: 72,00 euro

: (basis na de komma 72,12 euro)

          Administratieve ondersteuning: 65,00 euro

: (basis na de komma 64,66 euro).

De hier opgegeven uurlonen zijn gekoppeld aan de indexaanpassing van de lonen zoals toepasselijk in de openbare sector. Alle andere kosten, zoals verplaatsingskosten, uitrustingskosten, enz. zijn begrepen in deze uurprijs.

          De uurlonen worden telkens berekend op een cijfer na de komma waarna overgegaan wordt tot afronding op het lagere of hogere eenheidscijfer. Bij een volgende indexering wordt terug uitgegaan van het vorige, na de komma bekomen cijfer, zodat telkens een correcte berekening van de uurtarieven plaatsvindt.

          Het afsluiten van deze exclusiviteitsovereenkomst heeft tevens tot gevolg dat de gemeente zich ertoe verbindt om voor de diensten dewelke in deze overeenkomst worden omschreven, uitsluitend een beroep te doen op de diensten van de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’, en dit voor een welomschreven periode dewelke echter de duur van zes jaar niet mag overschrijden.

          De gemeente kan aldus kiezen om voor de betrokken diensten een beroep te doen op de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’, dan wel om deze diensten zelf uit te oefenen, doch ziet hierbij wel af van de mogelijkheid om de dienst, gedurende de looptijd van de exclusiviteit, te laten uitvoeren door derden.

          De gemeenteraad beperkt aldus de duurtijd van de betrokken diensten tot en met 31-12-2025 met dien verstande dat opdrachten dewelke werden toegekend vóór het verstrijken van voormelde periode zullen worden afgewerkt onder het systeem van de exclusieve dienstverlening en aldus zonder aanrekening van btw.

          Voor de uitvoering van deze exclusieve taken wordt gewerkt overeenkomstig in bijlage toegevoegde samenwerkingsovereenkomsten.

 

Juridische gronden

          Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

          De thans van kracht zijnde statuten van Interleuven zoals gepubliceerd in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 9 oktober 2019 onder nummer 19134061.

 

Adviezen

          De financieel directeur verleende op 4 december 2019 gunstig advies op voorwaarde van goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025 en het niet overschrijden van de voorziene kredieten.

 

Argumentatie

          Ter ondersteuning van de gemeentelijke diensten en omwille van bovenvermelde argumenten is het aangewezen om de diensten

3.1 Milieu en klimaat - Basisondersteuning

bij exclusiviteit toe te kennen aan de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ en de desbetreffende samenwerkingsovereenkomst goed te keuren.

 

Financiële gevolgen

Uitgave

Actieplan: 0204

Actie: 020401

Budgetsleutel: 6131002/039000/0204/020401

Beschikbaar budget: € 47.000,33/jaar, geïndexeerd, voor basisondersteuning en taakondersteuning

Geraamd bedrag: € 47.000,33/jaar, geïndexeerd, voor basisondersteuning en taakondersteuning

 

Besluit

Na beraadslaging,

24stemmen voor: Dirk Claes, Dirk Jacobs, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Werner Mertens, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Nele Demuynck, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Ilse Michiels, Ingrid Van Steenberge, Noëlla D'Hooghe, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Ellen De Rijck, Bart De Vos, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens en Stella Beckx

Artikel 1:

De volgende diensten, zoals voorzien in de bijlagen van de statuten van Interleuven, worden in exclusiviteit toegekend aan de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ met ingang van 01-01-2020 tot en met 31-12-2025:

 

3.1 Milieu en klimaat - Basisondersteuning

 

Artikel 2:

Onderhavige overeenkomst ter uitvoering van deze exclusieve diensten wordt goedgekeurd:

 

Artikel 1: VOORWERP EXCLUSIEVE DIENST

 

§1. Huidige overeenkomst wordt tussen partijen gesloten in uitvoering van het besluit van de gemeenteraad van Rotselaar genomen in zitting van 17-12-2019 waarbij de volgende diensten in exclusiviteit worden toegekend aan de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ voor een periode van 01-01-2020 tot en met 31-12-2025, met dien verstande dat opdrachten die werden toegekend vóór het verstrijken van voormelde periode, zullen worden uitgevoerd onder het systeem van de exclusieve dienstverlening tot datum van definitieve oplevering:

 

3.1. Basisondersteuning

 

§2. De overeenkomst heeft tot doel de voorwaarden en modaliteiten van deze samenwerking vast te leggen.

 

Artikel 2: OMSCHRIJVING VAN DE EXCLUSIEVE DIENSTVERLENING - DEFINITIE

 

De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ zal voor de in artikel 1 bepaalde periode instaan voor:

 

3.1. Een basisondersteuning van de milieudienst van de deelnemers bij de uitvoering van haar takenpakket en verplichtingen inzake milieu/duurzaamheid en klimaat.

 

Artikel 3: WERKWIJZE - ADMINISTRATIEVE EN TECHNISCHE CONTRACTUELE BEPALINGEN

 

De basisondersteuning milieu/klimaat omvat:

          Intergemeentelijke bezoeken (IGB) op periodieke basis van de verantwoordelijke van de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ aan de opdrachtgever voor bespreking van projecten, dossiers, adviezen, wijzigingen wetgeving, …

          Ondersteuning bij afwezigheid van de omgevingsambtenaar milieu-klimaat. Deze ondersteuning omvat zowel de aanwezigheid in de gemeente onder de vorm van zitdagen in het gemeentehuis, als de administratieve opvolging van dossiers in de kantoren van de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’. Het concrete takenpakket wordt in onderling overleg met de medewerker van de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ op voorhand besproken en bepaald, rekening houdend met het aantal gevraagde/voorziene zitdagen per week in de gemeente.

          Kort eerstelijnsadvies (zowel schriftelijk als telefonisch) rond milieuproblemen, duurzaamheid, hinderproblematiek, wetgeving, klimaat, energie, ...

          Ondersteuning van de opdrachtgever van diverse verplichtingen in kader van wetgeving, richtlijnen of tendensen inzake milieu- en klimaataangelegenheden (materialen, water, energie, mobiliteit, groen).

          Adviesverlening voor zowel niet-ingedeelde inrichtingen/activiteiten, als omgevingsvergunningsdossiers inzake ingedeelde inrichtingen of activiteiten. Indien gewenst wordt het advies inzake de stedenbouwkundige handelingen mee opgenomen in een geïntegreerd advies.

          Advies over bodemsaneringsprojecten.

          Deelname aan en terugkoppeling van relevante overlegplatforms op gewestelijk, provinciaal en regionaal vlak inzake milieu, duurzaamheid, klimaat en energie.

          Informeren rond alle relevante beleidsmatige ontwikkelingen en projecten via:

          digitale nieuwsbrief

          intergemeentelijke bezoeken

          thematische milieuoverlegplatformen

          Op vraag van een bestuur ondersteuning bij het samenstellen en inhoudelijk invullen van subsidiedossiers, met het oog op eventuele financiële ondersteuning op provinciaal en gewestelijk niveau.

          Deelname aan de specifieke projecten/acties, in afwachting dat de van toepassing zijnde exclusiviteitsovereenkomst 3.2 en/of 3.3, waaronder deze projecten/acties vallen, binnen een periode van 6 maanden na deelname aan het eerste project, wordt onderschreven.

 

WERKWIJZE

 

§1. Er wordt per bestuur één contactpersoon binnen de intergemeentelijke milieudienst aangeduid die zal instaan voor de coördinatie van de diverse taken en acties, opgenomen onder de basisondersteuning. De opdrachtgever wijst eveneens een eigen contactpersoon aan in zijn bestuur.

 

§2. Alle medewerkers van de milieudienst kunnen, in functie van hun specialisatie, kennis en ervaring, worden ingezet bij het uitwerken, organiseren, begeleiden en opvolgen van de diverse acties/projecten. Ook andere deskundigen, werkzaam binnen de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’, kunnen worden ingeschakeld.

 

§3. Ook derden kunnen worden ingeschakeld bij het uitvoeren van de diverse acties/projecten. De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ waakt in dat geval over de kwaliteitsvolle uitvoering.

 

§4. De realisatie van de opdracht en de begeleiding van de diverse acties/projecten zal in samenspraak verlopen met de aangestelde verantwoordelijke binnen het bestuur. Mogelijk kan de medewerking vereist zijn van diverse personeelsleden binnen verschillende diensten van de opdrachtgever.

 

§5. De dienstverlening zal voornamelijk verlopen vanuit de kantoren van de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’. Mits afspraak met alle betrokken partijen en in functie van de noodzaak en efficiëntie kan de dienstverlening gebeuren door middel van effectieve zitdagen op de zetel van het bestuur.

 

§6. De intergemeentelijke milieudienst zal jaarlijks een aantal projecten voorbereiden en uitwerken. Deze projecten worden voorgelegd aan de opdrachtgever. De algemene ontwikkelings- en opvolgingskosten van deze projecten worden verdeeld onder elke deelnemende opdrachtgever.

 

ADMINISTRATIEVE EN TECHNISCHE CONTRACTUELE BEPALINGEN

 

Exclusieve dienstverlening

 

Partijen verklaren kennis te hebben genomen van de als bijlage gevoegde nota De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’, die integraal deel uitmaakt van huidige overeenkomst.

 

Documenten/Producten

 

Alle documenten, tekeningen, specificaties, meetstaten, verslagen, datasets, enz. zullen in het Nederlands worden opgesteld.

Het aantal te leveren producten, afdrukken van plannen en documenten bedraagt per fase 2 stuks.

 

Privacy van gegevens

 

De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ zal in haar procedures en processen het nodige ondernemen om geen afbreuk te doen aan het recht op privacy van gegevens. De opdrachtgever tekent een verwerkersovereenkomst met de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ die de concrete afspraken hieromtrent bevat.

 

Verzekeringen

 

De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ verzekert haar burgerlijke aansprakelijkheid. Op eenvoudig verzoek van de opdrachtgever dient de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ een attest van deze verzekeringen voor te leggen.

 

Eigendomsrecht

 

De resultaten van de intellectuele prestaties zijn eigendom van de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’. Ze kunnen door de opdrachtgever slechts worden aangewend voor de doeleinden die het voorwerp uitmaken van deze overeenkomst en mits bronvermelding.

 

Artikel 4: KOSTENVERREKENING

 

§1. Bij de in exclusiviteit toegewezen diensten zal worden gewerkt op basis van een kosten- en expertisedelend principe waarbij in artikel 14.2 van de statuten uitdrukkelijk wordt bepaald: “De kosten verbonden aan de exclusieve dienstverlening, zoals omschreven in art. 3 worden verrekend aan de deelnemers op basis van het kosten- en expertisedelend principe. Voor de aanrekening van de prestaties verleend in het kader van de wederzijdse exclusiviteit, zal worden gewerkt met een open boekhouding”.

 

§2. Deze overeenkomst voorziet de verplichte afname van een minimum aantal uren op jaarbasis, gelinkt aan de aard van de opdrachtgever en het aantal inwoners namelijk voor

          OCMW’s/politiezones/zorgverleningszones : 20 uren;

          gemeenten met minder dan 10.000 inwoners : 40 uren;

          gemeenten tussen de 10.000 en 15.000 inwoners : 50 uren;

          gemeenten tussen de 15 en 25.000 inwoners : 80 uren;

          gemeenten met meer dan 25.000 inwoners : 130 uren.

 

§3. De uurlonen voor de personeelsleden worden door de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ op basis van de reële kostprijs als volgt bepaald (toestand op 01-10-2019):

          Projectleider/specialist-expert : 88,00 euro

: (basis na de komma 88,28 euro)

          Projectmedewerker-expert : 78,00 euro

: (basis na de komma 78,33 euro)

          Projectmedewerker : 72,00 euro

: (basis na de komma 72,12 euro)

          Administratieve ondersteuning : 65,00 euro

: (basis na de komma 64,66 euro).

 

De hier opgegeven uurlonen zijn gekoppeld aan de indexaanpassing van de lonen zoals toepasselijk in de openbare sector. Alle andere kosten, zoals verplaatsingskosten, uitrustingskosten, ... zijn begrepen in deze uurprijs.

 

De uurlonen worden telkens berekend op een cijfer na de komma waarna overgegaan wordt tot afronding op het lagere of hogere eenheidscijfer. Bij een volgende indexering wordt terug uitgegaan van het vorige, na de komma bekomen cijfer, zodat telkens een correcte berekening van de uurtarieven plaatsvindt.

 

§4. Enkel de effectief gepresteerde uren worden aangerekend.

Bij een interventie wordt eveneens de verplaatsingstijd aangerekend.

 

§5. Voor de prestaties die moeten worden geleverd na 20.00 uur en vóór 07.00 uur tijdens de normale werkdagen, en op zaterdag, zondag en feestdagen, wordt deze uurprijs met 50% verhoogd.

 

Artikel 5: BETALINGSMODALITEITEN

 

De kostenverrekening gebeurt op basis van een driemaandelijks detail (afrekening) van de door de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ gepresteerde uren die aan de opdrachtgever wordt voorgelegd. De eerste verrekening wordt door de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ opgemaakt na het verstrijken van de eerste driemaandelijkse periode die ingaat op het ogenblik dat de uitvoering van deze samenwerkingsovereenkomst aanvangt.

Indien er maandelijkse voorschotten worden opgevraagd, wordt bij de driemaandelijks afrekening het saldo opgevraagd of teruggestort. Dit op basis van de vergelijking van de in die periode effectief gepresteerde uren met de reeds aangerekende uren. In het geval er geen voorschotten werden aangerekend, zal de driemaandelijkse afrekening de totaliteit van de desbetreffende periode omvatten.

 

De beslissing tot opmaak van maandelijkse voorschotten hangt onder meer af van het aantal geschatte te presteren uren en zal in onderling overleg met de opdrachtgever worden vastgelegd.

 

Artikel 3:

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van huidig besluit.

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Goedkeuring exclusiviteitsovereenkomst met de zelfstandige groepering 'Interleuven ondersteunende activiteiten': Klimaatondersteuning

 

Voorgeschiedenis

          Het besluit van de raad van bestuur van Interleuven van 22 mei 2019 houdende het voorstel tot aanpassing van de statuten van Interleuven en met betrekking tot de omschrijving van de diensten waarop de deelnemers beroep kunnen doen in het kader van wederzijdse exclusiviteit.

          Het besluit van de gemeenteraad van 27 augustus 2019 waarbij werd beslist akkoord te gaan met de voorgestelde aanpassingen in de statuten en in de bijlagen.

          Het besluit van de bijzondere algemene vergadering van Interleuven van 11 september 2019 waarbij de statutenwijziging werd goedgekeurd.

 

Feiten en context

          De gemeente is in de mogelijkheid om als deelnemer van Interleuven als dienstverlenende vereniging en als deelnemer van de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten beroep te doen op de diensten van haar intercommunale, alsook op deze diensten dewelke in exclusiviteit worden aangeboden.

          Volgens de als bijlage gevoegde lijst bij de statuten van Interleuven blijkt dat :

3.2 Milieu en klimaat - Klimaatondersteuning

kan worden gerealiseerd.

          De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ is er bij de uitvoering van deze diensten in opdracht van een deelnemer zelf toe gehouden om de overheidsopdrachtenwetgeving na te leven.

          De toekenning bij exclusiviteit van voornoemde opdrachten aan de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ onder meer tot voordeel heeft dat er op de door de eigen personeelsleden van de zelfstandige groepering ‘InterLeuven ondersteunende activiteiten’ geleverde prestaties geen btw zal worden doorgerekend naar de deelnemer toe; dat op alle andere prestaties en kosten uiteraard wel btw verschuldigd blijft.

          Daarenboven wordt in de statuten van Interleuven voorzien in een vergoedingssysteem waarbij op transparante basis de kosten kunnen worden toegewezen;

          Er zal inzonderheid bij exclusiviteit worden gewerkt op basis van een kosten- en expertisedelend principe waarbij in artikel 14.2 van de statuten uitdrukkelijk wordt bepaald: “De kosten verbonden aan de exclusieve dienstverlening, zoals omschreven in art. 3 worden verrekend aan de deelnemers op basis van het kosten- en expertisedelend principe. Voor de aanrekening van de prestaties verleend in het kader van de wederzijdse exclusiviteit, zal gewerkt worden met een open boekhouding”.

          Het systeem van de open boekhouding laat toe om permanent de kosten van het project op te volgen.

          De uurlonen voor de personeelsleden worden door de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ op basis van de reële kostprijs als volgt bepaald (toestand op 01-10-2019):

          Projectleider/specialist-expert: 88,00 euro

: (basis na de komma 88,28 euro)

          Projectmedewerker-expert: 78,00 euro

: (basis na de komma 78,33 euro)

          Projectmedewerker: 72,00 euro

: (basis na de komma 72,12 euro)

          Administratieve ondersteuning: 65,00 euro

: (basis na de komma 64,66 euro).

De hier opgegeven uurlonen zijn gekoppeld aan de indexaanpassing van de lonen zoals toepasselijk in de openbare sector. Alle andere kosten, zoals verplaatsingskosten, uitrustingskosten, enz. zijn begrepen in deze uurprijs.

          De uurlonen worden telkens berekend op een cijfer na de komma waarna overgegaan wordt tot afronding op het lagere of hogere eenheidscijfer. Bij een volgende indexering wordt terug uitgegaan van het vorige, na de komma bekomen cijfer, zodat telkens een correcte berekening van de uurtarieven plaatsvindt.

          Het afsluiten van deze exclusiviteitsovereenkomst heeft tevens tot gevolg dat de gemeente zich ertoe verbindt om voor de diensten dewelke in deze overeenkomst worden omschreven, uitsluitend een beroep te doen op de diensten van de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’, en dit voor een welomschreven periode dewelke echter de duur van zes jaar niet mag overschrijden.

          De gemeente kan aldus kiezen om voor de betrokken diensten een beroep te doen op de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’, dan wel om deze diensten zelf uit te oefenen, doch ziet hierbij wel af van de mogelijkheid om de dienst, gedurende de looptijd van de exclusiviteit, te laten uitvoeren door derden.

          De gemeenteraad beperkt aldus de duurtijd van de betrokken diensten tot en met 31-12-2025 met dien verstande dat opdrachten dewelke werden toegekend vóór het verstrijken van voormelde periode zullen worden afgewerkt onder het systeem van de exclusieve dienstverlening en aldus zonder aanrekening van btw.

 

Juridische gronden

          Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

          De thans van kracht zijnde statuten van Interleuven zoals gepubliceerd in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 9 oktober 2019 onder nummer 19134061.

 

Adviezen

          De financieel directeur verleende op 4 december 2019 gunstig advies op voorwaarde van goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025 en het niet overschrijden van de voorziene kredieten.

 

Argumentatie

          Ter ondersteuning van de gemeentelijke diensten en omwille van bovenvermelde argumenten is het aangewezen om de diensten

3.2 Milieu en klimaat - Klimaatondersteuning

bij exclusiviteit toe te kennen aan de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ en de desbetreffende samenwerkingsovereenkomst goed te keuren.

 

Financiële gevolgen

Uitgave

Actieplan: 0601 (klimaatplan)

Actie: 060102

Budgetsleutel: 6139999/035000

Beschikbaar budget: € 18.860 (2020), € 15.600 (2021), € 2.340 (2022), € 2.340 (2023), € 2.340 (2024), € 2.340 (2025) voor de opmaak van het klimaatplan in totaliteit

Geraamd bedrag:

 

Actieplan: 0604 (klimaatprojecten)

Actie: 060401

Budgetsleutel: 6139999/035000

Beschikbaar budget: €  2.850 (2020), € 3.550 (2021), € 15.850 (2022); € 15.850 (2023), € 11.850 (2024), € 10.000 (2025) voor klimaatprojecten

Geraamd bedrag:

 

Besluit

Na beraadslaging,

25stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Dirk Jacobs, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Werner Mertens, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Nele Demuynck, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Ilse Michiels, Ingrid Van Steenberge, Noëlla D'Hooghe, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Ellen De Rijck, Bart De Vos, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens en Stella Beckx

Artikel 1:

De volgende diensten, zoals voorzien in de bijlagen van de statuten van Interleuven, worden in exclusiviteit toegekend aan de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ met ingang van 01-01-2020 tot en met 31-12-2025:

 

3.2 Klimaatondersteuning

 

Artikel 2:

Onderhavige overeenkomst ter uitvoering van deze exclusieve diensten wordt goedgekeurd:

 

Artikel 1: VOORWERP EXCLUSIEVE DIENST

 

§1. Huidige overeenkomst wordt tussen partijen gesloten in uitvoering van het besluit van de gemeenteraad van Rotselaar genomen in zitting van 17-12-2019 waarbij de volgende diensten in exclusiviteit worden toegekend aan de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ voor een periode van 01-01-2020 tot en met 31-12-2025, met dien verstande dat opdrachten die werden toegekend vóór het verstrijken van voormelde periode, zullen worden uitgevoerd onder het systeem van de exclusieve dienstverlening tot datum van definitieve oplevering:

 

3.2. Klimaatondersteuning

 

§2. De overeenkomst heeft tot doel de voorwaarden en modaliteiten van deze samenwerking vast te leggen.

 

Artikel 2: OMSCHRIJVING VAN DE EXCLUSIEVE DIENSTVERLENING - DEFINITIE

 

De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ zal voor de in artikel1 bepaalde periode instaan voor:

 

3.2. Een klimaatondersteuning van de gemeente bij het vormgeven van het beleid en uitvoeren van haar acties inzonderheid bij de invulling van de burgemeesters-convenant.

 

Artikel 3: WERKWIJZE - ADMINISTRATIEVE EN TECHNISCHE CONTRACTUELE BEPALINGEN

 

De klimaatondersteuning omvat:

de begeleiding aan/van de gemeente bij de uitwerking van de doelstellingen van het

Burgemeestersconvenant 2030 voor Klimaat en Energie, als Europese beweging, namelijk:

 

          minder CO2 uit te stoten (40% CO2-reductie), door energie te besparen, het gebruik van fossiele brandstoffen af te bouwen, in te zetten op hernieuwbare energie en door te kiezen voor efficiënte, schone technieken;

          de effecten van de klimaatverandering, zoals hitte, droogte en wateroverlast, te milderen (adaptatie);

          alle relevante actoren te betrekken bij de opmaak en de uitvoering van het lokaal klimaatbeleid;

          zelf het goede voorbeeld te geven.

 

Meer concreet bestaat deze klimaatondersteuning uit:

 

          Ondersteuning bij de opmaak van het gemeentelijk duurzaam energie- en klimaatplan (SECAP):

          De evaluatie van het huidige gemeentelijke klimaatplan voorafgaand aan het proces van de opmaak van het nieuwe klimaatplan (SECAP);

          ondersteuning tijdens het ontwikkelingsproces van het klimaatplan, meer specifiek als enerzijds intern aanspreekpunt en coördinator van de interne stuurgroep, en anderzijds aanspreekpunt voor externe partners;

          ontwikkeling en uitwerking van een participatietraject naar externe doelgroepen op (inter)gemeentelijk niveau;

          zorgen voor de continuïteit van de interne stuurgroep na opmaak van het klimaatplan, door periodieke bijeenkomsten voor de bespreking van nieuwe en/of lopende projecten, opportuniteiten, …

          specifieke vragen van gemeenten over taken en/of taakverdeling worden steeds in

onderling overleg met andere betrokken partners besproken.

 

          Ter uitvoering van het klimaatplan ondersteunt de intergemeentelijke milieudienst de gemeente in de uitwerking en implementatie van de eigen gemeentelijke voorstellen/maatregelen/acties/projecten, die kaderen in de uitvoering van het Burgemeestersconvenant voor Klimaat en Energie, en stelt de intergemeentelijke milieudienst zelf jaarlijks (inter)gemeentelijke acties/projecten voor onder de verschillende thema’s inzake klimaatmitigatie en -adaptatie:

          Energie

          Groen

          Materialen

          Mobiliteit

          Participatie

          Water.

 

De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ doet een voorstel van acties binnen elk thema, rekening houdend met de bepalingen en doelstellingen opgenomen in het gemeentelijk klimaatplan. De weerhouden acties moeten ofwel een wezenlijke en meetbare/opvolgbare positieve invloed hebben op CO2–reductie of bijdragen aan de aanpassing aan de gevolgen van de klimaatverandering.

Het bestuur engageert zich om tenminste binnen elke thema één concrete actie te realiseren binnen de looptijd van deze overeenkomst. Indien gewenst kan de opdrachtgever zelf een voorstel inzake concrete actie doen, passend in een van de bovenvermelde thema’s. In het 1e jaar wordt de keuze gemaakt binnen de 6 maand na onderschrijving van deze overeenkomst.

Er wordt over gewaakt dat deze concrete acties passen, en niet tegenstrijdig zijn, met een eventuele globale visie en aanpak. De uitvoering wordt in hoofdlijnen vastgelegd in een projectfiche, die kan worden aangepast in functie van de wensen en mogelijkheden van elk individueel bestuur.

 

          De intergemeentelijke milieudienst helpt de gemeente bij de tweejaarlijkse rapportering naar Europa door het verzamelen van de nodige gegevens voor de CO2-inventaris en het monitoren van de uitgevoerde acties.

 

          De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ zal actief en continu op zoek gaan naar mogelijkheden inzake samenwerking en ondersteuning voor de uitvoering en realisaties van de acties en projecten die kaderen in de uitvoering van het Burgemeestersconvenant voor Klimaat en Energie.

 

          De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ zal continu op zoek gaan naar (Europese, gewestelijke en provinciale) financierings- en subsidiemogelijkheden voor de uitvoering van de klimaatstrategie van het bestuur.

Bovendien krijgt de gemeente ondersteuning in de administratieve behandeling ervan (projectaanmelding, aanvraag, indiening, rapportering, opvolging, …)

 

WERKWIJZE

 

§1. Door de onderschrijving van dit exclusiviteitspakket maakt het bestuur eveneens gebruik van de ondersteuning, die voorzien wordt onder de 3.1. basisondersteuning milieu-klimaat.

 

§2. Voor elk bestuur wordt één specifieke verantwoordelijke binnen de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ aangeduid als contactpersoon die instaat voor de uitvoering of de coördinatie van de diverse onderdelen, voorzien in deze ondersteuning en in de basisondersteuning. Het bestuur wijst eveneens een contactpersoon aan.

 

§3. Deze medewerker zal de diverse acties/projecten voorbereiden, uitwerken en de nodige afspraken maken met het bestuur inzake de concrete uitvoering ervan. In samenspraak met het bestuur zal de medewerker de acties zelf uitvoeren en/of aanwezig zijn bij de uitvoering.

 

§4. Alle medewerkers, die deel uitmaken van de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ kunnen, in functie van hun specialisatie, kennis, ervaring en tijd, worden ingezet ten behoeve van het uitwerken van de diverse acties.

 

§5. De gemeente/stad beslist zelf op welke onderdelen van de ondersteuning zij beroep wenst te doen en in welke mate er beroep wordt gedaan op externe partners. Dit wordt jaarlijks afgesproken, zodat een planning kan worden opgemaakt, die wordt goedgekeurd door het college.

 

§6. De dienstverlening zal voornamelijk verlopen vanuit de kantoren van de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’. Mits afspraak en in functie van de noodzaak en efficiëntie kan de dienstverlening gebeuren door middel van effectieve zitdagen in de kantoren van de opdrachtgever.

 

§7. Het concept klimaatneutraliteit wordt gesteund en gedragen door verschillende externe partners, die het bestuur kunnen helpen bij de uitvoering van de klimaatacties. Ze worden gekozen in functie van hun maatschappelijk belang binnen de regio, van hun expertise en raakvlakken inzake klimaatneutraliteit. Ze zullen regelmatig, en waar relevant, worden geraadpleegd en betrokken bij de opmaak, ontwikkeling en uitvoering van diverse projecten en acties. Het bestuur en de intergemeentelijke milieudienst waken erover dat de gemeentelijke eigenheid van de diverse acties gewaarborgd blijft.

 

ADMINISTRATIEVE EN TECHNISCHE CONTRACTUELE BEPALINGEN

 

Exclusieve dienstverlening

 

Partijen verklaren kennis te hebben genomen van de als bijlage gevoegde nota De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’, die integraal deel uitmaakt van huidige overeenkomst.

 

Documenten/Producten

 

Alle documenten, tekeningen, specificaties, meetstaten, verslagen, datasets, enz. zullen in het Nederlands worden opgesteld.

Het aantal te leveren producten, afdrukken van plannen en documenten bedraagt per fase 2 stuks.

 

Privacy van gegevens

 

De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ zal in haar procedures en processen het nodige ondernemen om geen afbreuk te doen aan het recht op privacy van gegevens. De opdrachtgever tekent een verwerkersovereenkomst met de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ die de concrete afspraken hieromtrent bevat.

 

Verzekeringen

 

De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ verzekert haar burgerlijke aansprakelijkheid. Op eenvoudig verzoek van de opdrachtgever dient de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ een attest van deze verzekeringen voor te leggen.

 

Eigendomsrecht

 

De resultaten van de intellectuele prestaties zijn eigendom van de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’. Ze kunnen door de opdrachtgever slechts worden aangewend voor de doeleinden die het voorwerp uitmaken van deze overeenkomst en mits bronvermelding.

 

Artikel 4: KOSTENVERREKENING

 

§1. Bij de in exclusiviteit toegewezen diensten zal worden gewerkt op basis van een kosten- en expertisedelend principe waarbij in artikel 14.2 van de statuten uitdrukkelijk wordt bepaald: “De kosten verbonden aan de exclusieve dienstverlening, zoals omschreven in art. 3 worden verrekend aan de deelnemers op basis van het kosten- en expertisedelend principe. Voor de aanrekening van de prestaties verleend in het kader van de wederzijdse exclusiviteit, zal worden gewerkt met een open

boekhouding”.

 

§2. Deze overeenkomst voorziet de verplichte afname van een minimum aantal uren op jaarbasis, gelinkt aan de aard van het bestuur en het aantal inwoners. De uren, voorzien onder de 3.1. basisondersteuning milieu/klimaat, zijn hier in vervat.

De jaarlijks af te nemen uren zijn als volgt vastgelegd :

          gemeenten met minder dan 10.000 inwoners : 100 uren;

          gemeenten tussen de 10.000 en 15.000 inwoners : 150 uren;

          gemeenten tussen de 15.000 en 25.000 inwoners : 250 uren;

          gemeenten met meer dan 25.000 inwoners : 350 uren.

 

§3. De uurlonen voor de personeelsleden worden door de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ op basis van de reële kostprijs als volgt bepaald (toestand op 01-10-2019):

          Projectleider/specialist-expert : 88,00 euro

: (basis na de komma 88,28 euro)

          Projectmedewerker-expert : 78,00 euro

: (basis na de komma 78,33 euro)

          Projectmedewerker : 72,00 euro

: (basis na de komma 72,12 euro)

          Administratieve ondersteuning : 65,00 euro

: (basis na de komma 64,66 euro)

 

De hier opgegeven uurlonen zijn gekoppeld aan de indexaanpassing van de lonen zoals toepasselijk in de openbare sector. Alle andere kosten, zoals verplaatsingskosten, uitrustingskosten, ... zijn begrepen in deze uurprijs.

 

De uurlonen worden telkens berekend op een cijfer na de komma waarna overgegaan wordt tot afronding op het lagere of hogere eenheidscijfer. Bij een volgende indexering wordt terug uitgegaan van het vorige, na de komma bekomen cijfer, zodat telkens een correcte berekening van de uurtarieven plaatsvindt.

 

§4. Enkel de effectief gepresteerde uren worden aangerekend.

Bij een interventie wordt eveneens de verplaatsingstijd aangerekend.

 

§5. Voor de prestaties die moeten worden geleverd na 20.00 uur en vóór 07.00 uur tijdens de normale werkdagen, en op zaterdag, zondag en feestdagen, wordt deze uurprijs met 50% verhoogd.

 

Artikel 5: BETALINGSMODALITEITEN

 

De kostenverrekening gebeurt op basis van een driemaandelijks detail (afrekening) van de door de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ gepresteerde uren die aan de opdrachtgever wordt voorgelegd. De eerste verrekening wordt door de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ opgemaakt na het verstrijken van de eerste driemaandelijkse periode die ingaat op het ogenblik dat de uitvoering van deze samenwerkingsovereenkomst aanvangt.

Indien er maandelijkse voorschotten worden opgevraagd, wordt bij de driemaandelijks afrekening het saldo opgevraagd of teruggestort. Dit op basis van de vergelijking van de in die periode effectief gepresteerde uren met de reeds aangerekende uren. In het geval er geen voorschotten werden aangerekend, zal de driemaandelijkse afrekening de totaliteit van de desbetreffende periode omvatten.

De beslissing tot opmaak van maandelijkse voorschotten hangt onder meer af van het aantal geschatte te presteren uren en zal in onderling overleg met de opdrachtgever worden vastgelegd.

 

Artikel 3:

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van huidig besluit.

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Goedkeuring exclusiviteitsovereenkomst met de zelfstandige groepering 'Interleuven ondersteunende activiteiten': Milieu en klimaat - Taakondersteuning

 

Voorgeschiedenis

          Het besluit van de raad van bestuur van Interleuven van 22 mei 2019 houdende het voorstel tot aanpassing van de statuten van Interleuven en met betrekking tot de omschrijving van de diensten waarop de deelnemers beroep kunnen doen in het kader van wederzijdse exclusiviteit.

          Het besluit van de gemeenteraad van 27 augustus 2019 waarbij werd beslist akkoord te gaan met de voorgestelde aanpassingen in de statuten en in de bijlagen.

          Het besluit van de bijzondere algemene vergadering van Interleuven van 11 september 2019 waarbij de statutenwijziging werd goedgekeurd.

 

Feiten en context

          De gemeente is in de mogelijkheid om als deelnemer van Interleuven als dienstverlenende vereniging en als deelnemer van de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten beroep te doen op de diensten van haar intercommunale, alsook op deze diensten dewelke in exclusiviteit worden aangeboden.

          Volgens de als bijlage gevoegde lijst bij de statuten van Interleuven blijkt dat :

3.3 Milieu en klimaat - Taakondersteuning

kan worden gerealiseerd.

          De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ is er bij de uitvoering van deze diensten in opdracht van een deelnemer zelf toe gehouden om de overheidsopdrachtenwetgeving na te leven.

          De toekenning bij exclusiviteit van voornoemde opdrachten aan de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ onder meer tot voordeel heeft dat er op de door de eigen personeelsleden van de zelfstandige groepering ‘InterLeuven ondersteunende activiteiten’ geleverde prestaties geen btw zal worden doorgerekend naar de deelnemer toe; dat op alle andere prestaties en kosten uiteraard wel btw verschuldigd blijft.

          Daarenboven wordt in de statuten van Interleuven voorzien in een vergoedingssysteem waarbij op transparante basis de kosten kunnen worden toegewezen;

          Er zal inzonderheid bij exclusiviteit worden gewerkt op basis van een kosten- en expertisedelend principe waarbij in artikel 14.2 van de statuten uitdrukkelijk wordt bepaald: “De kosten verbonden aan de exclusieve dienstverlening, zoals omschreven in art. 3 worden verrekend aan de deelnemers op basis van het kosten- en expertisedelend principe. Voor de aanrekening van de prestaties verleend in het kader van de wederzijdse exclusiviteit, zal gewerkt worden met een open boekhouding”.

          Het systeem van de open boekhouding laat toe om permanent de kosten van het project op te volgen.

          De uurlonen voor de personeelsleden worden door de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ op basis van de reële kostprijs als volgt bepaald (toestand op 01-10-2019):

          Projectleider/specialist-expert: 88,00 euro

: (basis na de komma 88,28 euro)

          Projectmedewerker-expert: 78,00 euro

: (basis na de komma 78,33 euro)

          Projectmedewerker: 72,00 euro

: (basis na de komma 72,12 euro)

          Administratieve ondersteuning: 65,00 euro

: (basis na de komma 64,66 euro).

De hier opgegeven uurlonen zijn gekoppeld aan de indexaanpassing van de lonen zoals toepasselijk in de openbare sector. Alle andere kosten, zoals verplaatsingskosten, uitrustingskosten, enz. zijn begrepen in deze uurprijs.

          De uurlonen worden telkens berekend op een cijfer na de komma waarna overgegaan wordt tot afronding op het lagere of hogere eenheidscijfer. Bij een volgende indexering wordt terug uitgegaan van het vorige, na de komma bekomen cijfer, zodat telkens een correcte berekening van de uurtarieven plaatsvindt.

          Het afsluiten van deze exclusiviteitsovereenkomst heeft tevens tot gevolg dat de gemeente zich ertoe verbindt om voor de diensten dewelke in deze overeenkomst worden omschreven, uitsluitend een beroep te doen op de diensten van de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’, en dit voor een welomschreven periode dewelke echter de duur van zes jaar niet mag overschrijden.

          De gemeente kan aldus kiezen om voor de betrokken diensten een beroep te doen op de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’, dan wel om deze diensten zelf uit te oefenen, doch ziet hierbij wel af van de mogelijkheid om de dienst, gedurende de looptijd van de exclusiviteit, te laten uitvoeren door derden.

          De gemeenteraad beperkt aldus de duurtijd van de betrokken diensten tot en met 31-12-2025 met dien verstande dat opdrachten dewelke werden toegekend vóór het verstrijken van voormelde periode zullen worden afgewerkt onder het systeem van de exclusieve dienstverlening en aldus zonder aanrekening van btw.

 

Juridische gronden

          Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

          De thans van kracht zijnde statuten van Interleuven zoals gepubliceerd in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 9 oktober 2019 onder nummer 19134061.

 

Adviezen

          De financieel directeur verleende op 4 december 2019 gunstig advies op voorwaarde van goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025 en het niet overschrijden van de voorziene kredieten.

 

Argumentatie

          Ter ondersteuning van de gemeentelijke diensten en omwille van bovenvermelde argumenten is het aangewezen om de diensten

3.3 Milieu en klimaat - Taakondersteuning

bij exclusiviteit toe te kennen aan de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ en de desbetreffende samenwerkingsovereenkomst goed te keuren.

 

Financiële gevolgen

Uitgave

Actieplan: 0204

Actie: 020401

Budgetsleutel: 6131002/039000/0204/020401

Beschikbaar budget: € 47.000,33/jaar, geïndexeerd, voor basisondersteuning en taakondersteuning

Geraamd bedrag: € 47.000,33/jaar, geïndexeerd, voor basisondersteuning en taakondersteuning

 

Besluit

Na beraadslaging,

25stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Dirk Jacobs, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Werner Mertens, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Nele Demuynck, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Ilse Michiels, Ingrid Van Steenberge, Noëlla D'Hooghe, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Ellen De Rijck, Bart De Vos, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens en Stella Beckx

Artikel 1:

De volgende diensten, zoals voorzien in de bijlagen van de statuten van Interleuven, worden in exclusiviteit toegekend aan de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ met ingang van 01-01-2020 tot en met 31-12-2025:

 

3.3 Milieu en klimaat - Taakondersteuning

 

Artikel 2:

Onderhavige overeenkomst ter uitvoering van deze exclusieve diensten wordt goedgekeurd:

 

Artikel 1: VOORWERP EXCLUSIEVE DIENST

 

§1. Huidige overeenkomst wordt tussen partijen gesloten in uitvoering van het besluit van de gemeenteraad van Rotselaar genomen in zitting van 17-12-2019 waarbij de volgende diensten in exclusiviteit worden toegekend aan de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ voor een periode van 01-01-2020 tot en met 31-12-2025, met dien verstande dat opdrachten die werden toegekend vóór het verstrijken van voormelde periode, zullen worden

uitgevoerd onder het systeem van de exclusieve dienstverlening tot datum van definitieve oplevering:

 

3.3. Milieu en klimaat - Taakondersteuning

 

§2. De overeenkomst heeft tot doel de voorwaarden en modaliteiten van deze samenwerking vast te leggen.

 

Artikel 2: OMSCHRIJVING VAN DE EXCLUSIEVE DIENSTVERLENING - DEFINITIE

 

De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ zal voor de in artikel

1 bepaalde periode instaan voor:

 

3.3. Een specifieke taakondersteuning van projecten en acties die op zichzelf staan en niet

zijn opgenomen in de andere pakketten, voor zover deze vallen onder de bevoegdheid en taakstelling van de gemeente.

 

Artikel 3: WERKWIJZE - ADMINISTRATIEVE EN TECHNISCHE CONTRACTUELE BEPALINGEN

 

De taakondersteuning omvat inhoudelijke voorbereiding en organisatorische

begeleiding van en opmaak van de volgende projecten:

 

          Opmaak, bijhouden en actualiseren van de milieu- en klimaatdata met het oog op een goede werking en beleidsvoering van de opdrachtgever of in functie van diverse decretale verplichtingen.

          Opmaak van omgevingsvergunningsdossiers voor de inrichtingen/exploitaties van de opdrachtgever zelf.

          Inzet van een intergemeentelijke energiecoördinator voor het verhogen van de energie-efficiëntie en toepassen van hernieuwbare energie in het gemeentelijk gebouwenpatrimonium.

          Opmaak van energieprestatiecertificaten voor gemeentelijke gebouwen, in beheer van de opdrachtgevers.

          Opmaak slibruimingsplan/bekenbeheersplan.

          Ondersteuning en begeleiding bij de ruiming van beken/grachten.

          Opmaak van een hemelwaterplan.

          Ontwikkelen, opzetten, begeleiden en opvolgen van campagnes betreffende ontdubbelen en aansluiting van diverse afvalwaterstromen.

          Opmaak van onkruidbeheersplannen.

          Ondersteuning en begeleiding bij onkruidbeheersing op het gemeentelijk domein.

          Onderzoek en monitoring van de biologische en chemische oppervlaktewaterkwaliteit.

          Onderzoek en monitoring van slib-, grondwater-, bodem- , lucht- en geluidskwaliteit.

          Opvolging van de werking en het zuiveringsrendement van IBA’s.

          Begeleiding en ondersteuning van het bestuur bij controle en nazicht van diverse milieuaspecten bij particulieren en bedrijven.

          Opmaak en implementatie/uitrol van reglementen op milieu- en klimaatvlak.

          Onderzoek van diverse problematieken inzake milieu, duurzaamheid, klimaat en energie, gekoppeld aan oplossingsgerichte acties.

          Ontwikkeling, opvolging en coördinatie van bodemprojecten.

          Ontwikkeling, opvolging en coördinatie van circulaire projecten met het oog op efficiënt gebruik van grondstoffen.

          Uitvoeren van geluidsmetingen bij gemeentelijke activiteiten in openlucht of in gemeentelijke infrastructuur/gebouwen.

          Het organiseren van intergemeentelijke milieugerelateerde initiatieven in gemeenten, ten behoeve van de opdrachtgevers en dit met het oog op het bewerkstelligen van schaalvoordelen. Deze initiatieven kunnen o.a. zijn: het organiseren van gezamenlijke prijs- en offertevragen voor milieugerelateerde diensten of werken, het gezamenlijk opmaken en indienen van subsidiedossiers bij overheden inzake milieu-aangelegenheden, of de gezamenlijke aankoop van bepaalde goederen.

          Het faciliteren bij complexe milieu-, klimaat- en natuurprojecten en taken in opdracht van de opdrachtgever.

 

De projecten opgenomen in deze lijst worden uitgewerkt in een projectfiche, met vermelding van het kader/belang/doelstellingen/aanpak en kostprijs. De aanpak kan worden aangepast aan de behoefte van de gemeenten.

 

Deze niet-limitatieve lijst kan aangevuld worden naar aanleiding van nieuwe verplichtingen en opportuniteiten doorheen de looptijd van de overeenkomst.

 

WERKWIJZE

 

§1. Door de onderschrijving van dit exclusiviteitspakket maakt het bestuur eveneens

gebruik van de ondersteuning, die voorzien wordt onder de 3.1. basisondersteuning

milieu-klimaat.

 

§2. Voor elk bestuur wordt één specifieke verantwoordelijke binnen de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ aangeduid als contactpersoon die instaat voor de uitvoering of de coördinatie van de diverse onderdelen, voorzien in deze ondersteuning en in de basisondersteuning. Het bestuur wijst eveneens een contactpersoon aan.

 

§3. Alle medewerkers van de milieudienst kunnen, in functie van hun specialisatie, kennis en ervaring, worden ingezet bij het uitwerken, organiseren, begeleiden en opvolgen van de diverse acties/projecten, voorzien in deze overeenkomst.

 

§4. Ook derden kunnen worden ingeschakeld bij het uitvoeren van de diverse acties/projecten, voorzien in deze overeenkomst, in overleg met de opdrachtgever. Indien nodig wordt een aparte overeenkomst afgesloten of wordt er een prijsvraag georganiseerd. De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ waakt over de kwaliteitsvolle uitvoering.

 

§5. De dienstverlening zal voornamelijk verlopen vanuit de kantoren van de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’. Mits afspraak met alle betrokken partijen en in functie van de noodzaak en efficiëntie, kan de dienstverlening gebeuren door middel van effectieve zitdagen op de zetel van het bestuur door de medewerker van de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’.

 

ADMINISTRATIEVE EN TECHNISCHE CONTRACTUELE BEPALINGEN

 

Exclusieve dienstverlening

 

Partijen verklaren kennis te hebben genomen van de als bijlage gevoegde nota De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’, die integraal deel uitmaakt van huidige overeenkomst.

 

Documenten/Producten

 

Alle documenten, tekeningen, specificaties, meetstaten, verslagen, datasets, enz. zullen in het Nederlands worden opgesteld.

Het aantal te leveren producten, afdrukken van plannen en documenten bedraagt per fase 2 stuks.

 

Privacy van gegevens

 

De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ zal in haar procedures en processen het nodige ondernemen om geen afbreuk te doen aan het recht op privacy van gegevens. De opdrachtgever tekent een verwerkersovereenkomst met de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ die de concrete afspraken hieromtrent bevat.

 

Verzekeringen

 

De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ verzekert haar burgerlijke aansprakelijkheid. Op eenvoudig verzoek van de opdrachtgever dient de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ een attest van deze verzekeringen voor te leggen.

 

Eigendomsrecht

 

De resultaten van de intellectuele prestaties zijn eigendom van de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’. Ze kunnen door de opdrachtgever slechts worden aangewend voor de doeleinden die het voorwerp uitmaken van deze overeenkomst en mits bronvermelding.

 

Artikel 4: KOSTENVERREKENING

 

§1. Bij de in exclusiviteit toegewezen diensten zal worden gewerkt op basis van een kosten- en expertisedelend principe waarbij in artikel 14.2 van de statuten uitdrukkelijk wordt bepaald: “De kosten verbonden aan de exclusieve dienstverlening, zoals omschreven in art. 3 worden verrekend aan de deelnemers op basis van het kosten- en expertisedelend principe. Voor de aanrekening van de prestaties verleend in het kader van de wederzijdse exclusiviteit, zal worden gewerkt met een open

boekhouding”.

 

§2. De uurlonen voor de personeelsleden worden door de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ op basis van de reële kostprijs als volgt bepaald (toestand op 01-10-2019):

 

          Projectleider/specialist-expert: 88,00 euro

: (basis na de komma 88,28 euro)

          Projectmedewerker-expert : 78,00 euro

: (basis na de komma 78,33 euro)

          Projectmedewerker : 72,00 euro

: (basis na de komma 72,12 euro)

          Administratieve ondersteuning : 65,00 euro

: (basis na de komma 64,66 euro)

 

De hier opgegeven uurlonen zijn gekoppeld aan de indexaanpassing van de lonen zoals toepasselijk in de openbare sector. Alle andere kosten, zoals verplaatsingskosten, uitrustingskosten, ... zijn begrepen in deze uurprijs.

 

De uurlonen worden telkens berekend op een cijfer na de komma waarna overgegaan wordt tot afronding op het lagere of hogere eenheidscijfer. Bij een volgende indexering wordt terug uitgegaan van het vorige, na de komma bekomen cijfer, zodat telkens een correcte berekening van de uurtarieven plaatsvindt.

 

§3. Enkel de effectief gepresteerde uren worden aangerekend.

Bij een interventie wordt eveneens de verplaatsingstijd aangerekend.

 

§4. Voor de prestaties die moeten worden geleverd na 20.00 uur en vóór 07.00 uur tijdens de normale werkdagen, en op zaterdag, zondag en feestdagen, wordt deze uurprijs met 50% verhoogd.

 

Artikel 5: BETALINGSMODALITEITEN

 

De kostenverrekening gebeurt op basis van een driemaandelijks detail (afrekening) van de door de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ gepresteerde uren die aan de opdrachtgever wordt voorgelegd. De eerste verrekening wordt door de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ opgemaakt na het verstrijken van de eerste driemaandelijkse periode die ingaat op het ogenblik dat de uitvoering van deze samenwerkingsovereenkomst aanvangt.

Indien er maandelijkse voorschotten worden opgevraagd, wordt bij de driemaandelijks afrekening het saldo opgevraagd of teruggestort. Dit op basis van de vergelijking van de in die periode effectief gepresteerde uren met de reeds aangerekende uren. In het geval er geen voorschotten werden aangerekend, zal de driemaandelijkse afrekening de totaliteit van de desbetreffende periode omvatten.

De beslissing tot opmaak van maandelijkse voorschotten hangt onder meer af van het aantal geschatte te presteren uren en zal in onderling overleg met de opdrachtgever worden vastgelegd.

 

Artikel 3:

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van huidig besluit.

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Goedkeuring exclusiviteitsovereenkomst met de zelfstandige groepering 'Interleuven ondersteunende activiteiten': Geïntegreerde omgevingshandhaving

 

Voorgeschiedenis

          Het besluit van de raad van bestuur van Interleuven van 22 mei 2019 houdende het voorstel tot aanpassing van de statuten van Interleuven en met betrekking tot de omschrijving van de diensten waarop de deelnemers beroep kunnen doen in het kader van wederzijdse exclusiviteit.

          Het besluit van de gemeenteraad van 27 augustus 2019 waarbij werd beslist akkoord te gaan met de voorgestelde aanpassingen in de statuten en in de bijlagen.

          Het besluit van de bijzondere algemene vergadering van Interleuven van 11 september 2019 waarbij de statutenwijziging werd goedgekeurd.

 

Feiten en context

          De gemeente is in de mogelijkheid om als deelnemer van Interleuven als dienstverlenende vereniging en als deelnemer van de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten beroep te doen op de diensten van haar intercommunale, alsook op deze diensten dewelke in exclusiviteit worden aangeboden.

          Volgens de als bijlage gevoegde lijst bij de statuten van Interleuven blijkt dat :

4.2 Geïntegreerde omgevingshandhaving

kan worden gerealiseerd.

          De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ is er bij de uitvoering van deze diensten in opdracht van een deelnemer zelf toe gehouden om de overheidsopdrachtenwetgeving na te leven.

          De toekenning bij exclusiviteit van voornoemde opdrachten aan de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ onder meer tot voordeel heeft dat er op de door de eigen personeelsleden van de zelfstandige groepering ‘InterLeuven ondersteunende activiteiten’ geleverde prestaties geen btw zal worden doorgerekend naar de deelnemer toe; dat op alle andere prestaties en kosten uiteraard wel btw verschuldigd blijft.

          Daarenboven wordt in de statuten van Interleuven voorzien in een vergoedingssysteem waarbij op transparante basis de kosten kunnen worden toegewezen;

          Er zal inzonderheid bij exclusiviteit worden gewerkt op basis van een kosten- en expertisedelend principe waarbij in artikel 14.2 van de statuten uitdrukkelijk wordt bepaald: “De kosten verbonden aan de exclusieve dienstverlening, zoals omschreven in art. 3 worden verrekend aan de deelnemers op basis van het kosten- en expertisedelend principe. Voor de aanrekening van de prestaties verleend in het kader van de wederzijdse exclusiviteit, zal gewerkt worden met een open boekhouding”.

          Het systeem van de open boekhouding laat toe om permanent de kosten van het project op te volgen.

          De uurlonen voor de personeelsleden worden door de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ op basis van de reële kostprijs als volgt bepaald (toestand op 01-10-2019):

          Projectleider/specialist-expert: 88,00 euro

: (basis na de komma 88,28 euro)

          Projectmedewerker-expert: 78,00 euro

: (basis na de komma 78,33 euro)

          Projectmedewerker: 72,00 euro

: (basis na de komma 72,12 euro)

          Administratieve ondersteuning: 65,00 euro

: (basis na de komma 64,66 euro).

De hier opgegeven uurlonen zijn gekoppeld aan de indexaanpassing van de lonen zoals toepasselijk in de openbare sector. Alle andere kosten, zoals verplaatsingskosten, uitrustingskosten, enz. zijn begrepen in deze uurprijs.

          De uurlonen worden telkens berekend op een cijfer na de komma waarna overgegaan wordt tot afronding op het lagere of hogere eenheidscijfer. Bij een volgende indexering wordt terug uitgegaan van het vorige, na de komma bekomen cijfer, zodat telkens een correcte berekening van de uurtarieven plaatsvindt.

          Het afsluiten van deze exclusiviteitsovereenkomst heeft tevens tot gevolg dat de gemeente zich ertoe verbindt om voor de diensten dewelke in deze overeenkomst worden omschreven, uitsluitend een beroep te doen op de diensten van de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’, en dit voor een welomschreven periode dewelke echter de duur van zes jaar niet mag overschrijden.

          De gemeente kan aldus kiezen om voor de betrokken diensten een beroep te doen op de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’, dan wel om deze diensten zelf uit te oefenen, doch ziet hierbij wel af van de mogelijkheid om de dienst, gedurende de looptijd van de exclusiviteit, te laten uitvoeren door derden.

          De gemeenteraad beperkt aldus de duurtijd van de betrokken diensten tot en met 31-12-2025 met dien verstande dat opdrachten dewelke werden toegekend vóór het verstrijken van voormelde periode zullen worden afgewerkt onder het systeem van de exclusieve dienstverlening en aldus zonder aanrekening van btw.

 

Juridische gronden

          Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

          De thans van kracht zijnde statuten van Interleuven zoals gepubliceerd in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 9 oktober 2019 onder nummer 19134061.

 

Adviezen

          De financieel directeur verleende op 4 december 2019 gunstig advies op voorwaarde van goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025 en het niet overschrijden van de voorziene kredieten.

 

Argumentatie

          Ter ondersteuning van de gemeentelijke diensten en omwille van bovenvermelde argumenten is het aangewezen om de diensten

4.2 Geïntegreerde omgevingshandhaving

bij exclusiviteit toe te kennen aan de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ en de desbetreffende samenwerkingsovereenkomst goed te keuren.

 

Financiële gevolgen

Uitgave

Actieplan: 0102

Actie: 010201

Budgetsleutel: 6131002/060000/0102/010201

Beschikbaar budget: € 22.000 (2020), € 44.880 (2021), € 45.778 (2022), € 46.693 (2023), € 47.627 (2024), € 48.580 (2025)

Geraamd bedrag:

 

Besluit

Na beraadslaging,

25stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Dirk Jacobs, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Werner Mertens, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Nele Demuynck, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Ilse Michiels, Ingrid Van Steenberge, Noëlla D'Hooghe, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Ellen De Rijck, Bart De Vos, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens en Stella Beckx

Artikel 1:

De volgende diensten, zoals voorzien in de bijlagen van de statuten van Interleuven, worden in exclusiviteit toegekend aan de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ met ingang van 01-01-2020 tot en met 31-12-2025:

 

4.2 Geïntegreerde omgevingshandhaving

 

Artikel 2:

Onderhavige overeenkomst ter uitvoering van deze exclusieve diensten wordt goedgekeurd:

 

Artikel 1: VOORWERP EXCLUSIEVE DIENST

 

§1. Huidige overeenkomst wordt tussen partijen gesloten in uitvoering van het besluit van de gemeenteraad van Rotselaar genomen in zitting van 17-12-2019 waarbij de volgende diensten in exclusiviteit worden toegekend aan de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ voor een periode van 01-01-2020 tot en met 31-12-2025, met dien verstande dat opdrachten die werden toegekend vóór het verstrijken van voormelde periode, zullen worden uitgevoerd onder het systeem van de exclusieve dienstverlening tot datum van definitieve oplevering:

 

4.2. Geïntegreerde omgevingshandhaving

 

§2. De overeenkomst heeft tot doel de voorwaarden en modaliteiten van deze samenwerking vast te leggen.

 

Artikel 2: OMSCHRIJVING VAN DE EXCLUSIEVE DIENSTVERLENING - DEFINITIE

 

De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ zal voor de in artikel 1 bepaalde periode instaan voor:

 

4.2. Het begeleiden, ondersteunen en adviseren van de gemeente/politiezone bij het uitvoeren van de taken inzake omgevingshandhaving (m.i.v. onroerend erfgoed), ofwel door :

4.2.1. het ter beschikking stellen van gekwalificeerde intergemeentelijke handhavingsmedewerkers, zowel voor het milieu-, het ruimtelijke ordenings- als het onroerend erfgoedluik.

4.2.2. het ter beschikking stellen van gekwalificeerde intergemeentelijke

handhavingsmedewerkers met focus op het milieuluik.

4.2.3. het ter beschikking stellen van gekwalificeerde intergemeentelijke

handhavingsmedewerkers met focus op het ruimtelijke ordeningsluik.

 

Artikel 3: WERKWIJZE - ADMINISTRATIEVE EN TECHNISCHE CONTRACTUELE BEPALINGEN

 

De geïntegreerde omgevingshandhaving (4.2.1.) omvat:

 

          Het opstellen en laten goedkeuren van een gemeentelijk handhavingsbeleidsplan inzake omgeving waarin de strategische en de operationele doelstellingen worden opgenomen en waarin uitgebreid aandacht wordt besteed aan de handhavingsprioriteiten en het versterken van de samenwerking tussen de verschillende partners.

          Het ter beschikking stellen van een intergemeentelijke toezichthouder die alle taken en verplichtingen uitvoert overeenkomstig de bepalingen van het handhavingsdecreet en haar uitvoeringsbesluiten en op basis van het goedgekeurde gemeentelijke handhavingsbeleidsplan.

          Het ter beschikking stellen van een intergemeentelijke verbalisant ruimtelijke ordening die alle taken en verplichtingen uitvoert overeenkomstig de bepalingen van het handhavingsdecreet en haar uitvoeringsbesluiten en op basis van het goedgekeurde gemeentelijke handhavingsbeleidsplan.

          Optie tot het bijkomend ter beschikking stellen van een intergemeentelijke stedenbouwkundige inspecteur die alle taken en verplichtingen uitvoert overeenkomstig de bepalingen van het handhavingsdecreet en haar uitvoeringsbesluiten en op basis van het goedgekeurde gemeentelijke handhavingsbeleidsplan.

          Het ter beschikking stellen van een intergemeentelijke verbalisant onroerend erfgoed die alle taken en verplichtingen uitvoert overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk 11 van het decreet betreffende het onroerend erfgoed van 12 juli 2013 en op basis van het goedgekeurde gemeentelijke handhavingsbeleidsplan.

          Het uitvoeren van proactieve controles inzake handhaving milieu, ruimtelijke ordening en onroerend erfgoed en het controleren van vergunningsvoorwaarden. De uitvoering van gezamenlijke en/of gemeentelijke (communicatie- en sensibilisatie-) acties en projecten behoort eveneens tot de taken. Deze kunnen worden uitgevoerd in samenwerking met/door een derde partij.

 

De geïntegreerde omgevingshandhaving (4.2.2.) met de focus op milieu omvat:

 

          Het opstellen en laten goedkeuren van een gemeentelijk handhavingsbeleidsplan inzake omgeving waarin de strategische en de operationele doelstellingen worden opgenomen en waarin uitgebreid aandacht wordt besteed aan de handhavingsprioriteiten en het versterken van de samenwerking tussen de verschillende partners.

          Het ter beschikking stellen van een intergemeentelijke toezichthouder die alle taken en verplichtingen uitvoert overeenkomstig de bepalingen van het handhavingsdecreet en haar uitvoeringsbesluiten en op basis van het goedgekeurde gemeentelijke handhavingsbeleidsplan.

          Het ter beschikking stellen van een intergemeentelijke verbalisant onroerend erfgoed die alle taken en verplichtingen uitvoert overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk 11 van het decreet betreffende het onroerend erfgoed van 12 juli 2013.

          Het uitvoeren van proactieve controles inzake milieuhandhaving. Het controleren van vergunningsvoorwaarden en de uitvoering van gezamenlijke en/of gemeentelijke (communicatie- en sensibilisatie-) acties en projecten m.b.t. milieu behoren eveneens tot de taken. Deze kunnen worden uitgevoerd in samenwerking met/door een derde partij.

          Het verstrekken van een minimale ondersteuning aan de gemeentelijke verbalisant RO/omgevingsambtenaar RO in de vorm van overleg en deskundig advies.

 

De geïntegreerde omgevingshandhaving (4.2.3.) met de focus op ruimtelijke

ordening omvat:

 

          Het opstellen en laten goedkeuren van een gemeentelijk handhavingsbeleidsplan inzake omgeving waarin de strategische en de operationele doelstellingen worden opgenomen en waarin uitgebreid aandacht wordt besteed aan de handhavingsprioriteiten en het versterken van de samenwerking tussen de verschillende partners.

          Het ter beschikking stellen van een intergemeentelijke verbalisant RO die alle taken en verplichtingen uitvoert overeenkomstig de bepalingen van het handhavingsdecreet en haar uitvoeringsbesluiten.

          Optie tot het bijkomend ter beschikking stellen van een intergemeentelijke stedenbouwkundige inspecteur die alle taken en verplichtingen uitvoert overeenkomstig de bepalingen van het handhavingsdecreet en haar uitvoeringsbesluiten.

          Het ter beschikking stellen van een intergemeentelijke verbalisant onroerend erfgoed die alle taken en verplichtingen uitvoert overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk 11 van het decreet betreffende het onroerend erfgoed van 12 juli 2013.

          Het uitvoeren van proactieve controles inzake handhaving RO. Het controleren van vergunningsvoorwaarden en de uitvoering van gezamenlijke en/of gemeentelijke (communicatie- en sensibilisatie-)acties en projecten m.b.t. ruimtelijke ordening behoren eveneens tot de taken. Deze kunnen worden uitgevoerd in samenwerking met/door een derde partij.

          Het verstrekken van een minimale ondersteuning aan de gemeentelijke toezichthouder/omgevingsambtenaar milieu in de vorm van overleg en deskundig advies.

 

WERKWIJZE

 

§1. Overlegstructuur

 

De realisatie van deze dienstverlening verloopt in samenspraak met de gemeentelijke dienst omgeving (of met de dienst bevoegd voor milieu en/of de dienst bevoegd voor ruimtelijke ordening) en kan ook de medewerking vereisen van personeelsleden binnen de verschillende diensten van het bestuur. De gemeente/stad/politiezone garandeert een vlotte en maximale medewerking.

Zowel de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ als het bestuur duiden elk één contactpersoon aan. Samen staan zij in voor de opvolging, de coördinatie en de uitvoering van het gemeentelijke handhavingsbeleid.

De contactpersoon binnen de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ kan zich laten bijstaan door een andere medewerker. Hij/zij kan zich laten vervangen door een andere medewerker van de handhavingscel.

Alle medewerkers van de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ kunnen, in functie van hun specialisatie, kennis, ervaring en tijd, worden ingezet ter invulling van deze dienstverlening.

 

Binnen deze dienstverlening zal er regelmatig overleg worden gepleegd met alle handhavingsactoren, met het oog op een goede communicatie tussen alle betrokkenen en om de aanpak op elkaar af te stemmen.

 

§2. Aanpak

 

Informatieverstrekking

 

Voor de goede uitvoering van deze dienstverlening kan de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ een beroep doen op alle nodige administratieve stukken die betrekking hebben op de uitvoering van deze opdracht en beschikbaar zijn bij het bestuur, zoals o.a.:

          een volledig overzicht van alle gemelde en vergunningsplichtige hinderlijke inrichtingen, zoals bepaald in bijlage I van Vlarem I,

          het vergunningenregister en het gemeentelijk opvolgsysteem inzake aanvragen tot omgevingsvergunning.

Deze gegevens worden vertrouwelijk behandeld en enkel geraadpleegd met het oog

op het correct uitvoeren van de toegewezen taken.

 

Afhandeling van voorvallen

 

Voor zover gekozen wordt voor de opties ‘geïntegreerde omgevingshandhaving’, ‘omgevingshandhaving met de focus op milieu’ of ‘omgevingshandhaving met de focus op ruimtelijke ordening’, wordt door de gemeente een centraal meldpunt geïnstalleerd waar klachten en meldingen (hierna: voorval) inzake omgevingshandhaving worden geregistreerd. Dit centraal meldpunt is altijd

raadpleegbaar door de intergemeentelijke toezichthouder/verbalisant ruimtelijke ordening.

Na registratie wordt het voorval ingedeeld naar prioriteit zoals opgenomen in het gemeentelijke handhavingsbeleidsplan. De categorisering bepaalt de verdere afhandeling van het voorval.

 

Rapportering en contacten

 

Op geregelde tijdstippen, in onderling overleg te bepalen met het bestuur, wordt gerapporteerd over de voorvallen en hun afhandeling.

De intergemeentelijke medewerkers rapporteren over de voorvallen aan de bevoegde gemeentelijke diensten, het gemeentebestuur en, in voorkomend geval, aan de politiezone, de hogere overheid of het parket. Rechtstreekse contacten met betrokkenen van de diverse voorvallen vinden plaats in functie van de goede afhandeling/opvolging.

Tijdens plaatsbezoeken is het in sommige gevallen aangewezen om assistentie te krijgen. Indien hiervoor bij het bestuur niemand ter beschikking is, zal een collega vanuit deze assistentie verlenen.

 

§3. Beschikbaarheid en permanentie

 

Binnen deze dienstverlening zijn de medewerkers/toezichthouders/verbalisanten/ inspecteurs van de handhavingscel ter beschikking tijdens de normale werkuren, zijnde elke werkdag tussen 9 u.-12 u. en 13 u.-17 u. Indien vereist voor de goede werking en mits afspraak met de gemeente/stad/politiezone, kunnen tussenkomsten buiten de normale werkuren worden voorzien.

Er wordt geen permanentie voorzien buiten de normale werkuren. Slechts bij uitzonderlijke omstandigheden kunnen de intergemeentelijke toezichthouders/ verbalisanten worden opgeroepen, en dit enkel door de contactpersoon binnen het bestuur (zie §1.).

 

§4. Verantwoordelijkheden en aansprakelijkheid

 

De medewerkers van de intergemeentelijke dienst omgevingshandhaving oefenen hun taak onafhankelijk en neutraal uit. Zij moeten hun taak naar behoren kunnen vervullen en krijgen daartoe de nodige middelen en informatie van het lokaal bestuur ter beschikking.

Het bestuur wordt op de hoogte gehouden van de genomen stappen in elk dossier en krijgt de kans hierover opmerkingen te maken. De handhaver behoudt een duidelijk overzicht over alle genomen stappen in de dossiers.

De praktische werking wordt vastgelegd in het gemeentelijk handhavingsbeleidsplan.

 

§5. Materiële Aspecten

 

          De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ staat in voor de uitrusting van haar medewerkers. Deze medewerkers beschikken over een vaste standplaats binnen de gebouwen van de dienstverlenende vereniging. Zij beschikken over de nodige monstername- en meetapparatuur, hard- en software en communicatiemiddelen, nodig om deze opdracht naar behoren te kunnen vervullen of kunnen daarvoor derden inschakelen. Tevens beschikken zij over de nodige mobiliteit.

          In functie van de effectieve aanwezigheid van de intergemeentelijke toezichthouder en/of verbalisant ruimtelijke ordening bij het bestuur zelf, stelt het bestuur de nodige faciliteiten ter beschikking onder de vorm van een niet-permanente werkruimte.

          De veiligheids- en preventieaspecten van de medewerkers zijn van groot belang voor de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ en krijgen alle prioriteit. Alle nodige maatregelen worden getroffen om de gevarenrisico’s tot een absoluut minimum te beperken. Indien nodig, wordt daarbij de nodige bijstand van de gemeente/stad/politie gevorderd of wordt de verbalisant/toezichthouder vergezeld van een collega-expert.

 

ADMINISTRATIEVE EN TECHNISCHE CONTRACTUELE BEPALINGEN

 

Exclusieve dienstverlening

 

Partijen verklaren kennis te hebben genomen van de als bijlage gevoegde nota De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’, die integraal deel uitmaakt van huidige overeenkomst.

 

Documenten/Producten

 

Alle documenten, tekeningen, specificaties, meetstaten, verslagen, datasets, enz.

zullen in het Nederlands worden opgesteld.

Het aantal te leveren producten, afdrukken van plannen en documenten bedraagt per

fase 2 stuks.

 

Privacy van gegevens

 

De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ zal in haar procedures en processen het nodige ondernemen om geen afbreuk te doen aan het recht op privacy van gegevens. De opdrachtgever tekent een verwerkersovereenkomst met de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ die de concrete afspraken hieromtrent bevat.

 

Verzekeringen

 

De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ verzekert haar burgerlijke aansprakelijkheid. Op eenvoudig verzoek van de opdrachtgever dient de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ een attest van deze verzekeringen voor te leggen.

 

Eigendomsrecht

 

De resultaten van de intellectuele prestaties zijn eigendom van de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’. Ze kunnen door de opdrachtgever slechts worden aangewend voor de doeleinden die het voorwerp uitmaken van deze overeenkomst en mits bronvermelding.

 

Artikel 4: KOSTENVERREKENING

 

§1. Bij de in exclusiviteit toegewezen diensten zal worden gewerkt op basis van een kosten- en expertisedelend principe waarbij in artikel 14.2 van de statuten uitdrukkelijk wordt bepaald: “De kosten verbonden aan de exclusieve dienstverlening, zoals omschreven in art. 3 worden verrekend aan de deelnemers op basis van het kosten- en expertisedelend principe. Voor de aanrekening van de prestaties verleend in het kader van de wederzijdse exclusiviteit, zal worden gewerkt met een open boekhouding”.

 

§2. De uurlonen voor de personeelsleden worden door de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ op basis van de reële kostprijs als volgt bepaald (toestand op 01-10-2019):

          Projectleider/specialist-expert: 88,00 euro

: (basis na de komma 88,28 euro)

          Projectmedewerker-expert: 78,00 euro

: (basis na de komma 78,33 euro)

          Projectmedewerker : 72,00 euro

: (basis na de komma 72,12 euro)

          Administratieve ondersteuning : 65,00 euro

: (basis na de komma 64,66 euro)

 

De hier opgegeven uurlonen zijn gekoppeld aan de indexaanpassing van de lonen zoals toepasselijk in de openbare sector. Alle andere kosten, zoals verplaatsingskosten, uitrustingskosten, ... zijn begrepen in deze uurprijs.

De uurlonen worden telkens berekend op een cijfer na de komma waarna overgegaan wordt tot afronding op het lagere of hogere eenheidscijfer. Bij een volgende indexering wordt terug uitgegaan van het vorige, na de komma bekomen cijfer, zodat telkens een correcte berekening van de uurtarieven plaatsvindt.

 

§3. Enkel de effectief gepresteerde uren worden aangerekend.

Bij een interventie wordt eveneens de verplaatsingstijd aangerekend.

 

§4. Voor de prestaties die moeten worden geleverd na 20.00 uur en vóór 07.00 uur tijdens de normale werkdagen, en op zaterdag, zondag en feestdagen, wordt deze uurprijs met 50% verhoogd.

 

Artikel 5: BETALINGSMODALITEITEN

 

De kostenverrekening gebeurt op basis van een driemaandelijks detail (afrekening) van de door de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ gepresteerde uren die aan de opdrachtgever wordt voorgelegd. De eerste verrekening wordt door de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ opgemaakt na het verstrijken van de eerste driemaandelijkse periode die ingaat op het ogenblik dat de uitvoering van deze samenwerkingsovereenkomst aanvangt.

Indien er maandelijkse voorschotten worden opgevraagd, wordt bij de driemaandelijks afrekening het saldo opgevraagd of teruggestort. Dit op basis van de vergelijking van de in die periode effectief gepresteerde uren met de reeds aangerekende uren. In het geval er geen voorschotten werden aangerekend, zal de driemaandelijkse afrekening de totaliteit van de desbetreffende periode omvatten.

 

De beslissing tot opmaak van maandelijkse voorschotten hangt onder meer af van het aantal geschatte te presteren uren en zal in onderling overleg met de opdrachtgever worden vastgelegd.

 

Artikel 3:

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van huidig besluit.

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Goedkeuring exclusiviteitsovereenkomst met de zelfstandige groepering 'Interleuven ondersteunende activiteiten': Lokaal woonbeleid - Woononderzoeken en -studies

 

Voorgeschiedenis

          Het besluit van de raad van bestuur van Interleuven van 22 mei 2019 houdende het voorstel tot aanpassing van de statuten van Interleuven en met betrekking tot de omschrijving van de diensten waarop de deelnemers beroep kunnen doen in het kader van wederzijdse exclusiviteit.

          Het besluit van de gemeenteraad van 27 augustus 2019 waarbij werd beslist akkoord te gaan met de voorgestelde aanpassingen in de statuten en in de bijlagen.

          Het besluit van de bijzondere algemene vergadering van Interleuven van 11 september 2019 waarbij de statutenwijziging werd goedgekeurd.

 

Feiten en context

          De gemeente is in de mogelijkheid om als deelnemer van Interleuven als dienstverlenende vereniging en als deelnemer van de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten beroep te doen op de diensten van haar intercommunale, alsook op deze diensten dewelke in exclusiviteit worden aangeboden.

          Volgens de als bijlage gevoegde lijst bij de statuten van Interleuven blijkt dat :

11.1. Woononderzoeken en -studies

kan worden gerealiseerd.

          De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ is er bij de uitvoering van deze diensten in opdracht van een deelnemer zelf toe gehouden om de overheidsopdrachtenwetgeving na te leven.

          De toekenning bij exclusiviteit van voornoemde opdrachten aan de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ onder meer tot voordeel heeft dat er op de door de eigen personeelsleden van de zelfstandige groepering ‘InterLeuven ondersteunende activiteiten’ geleverde prestaties geen btw zal worden doorgerekend naar de deelnemer toe; dat op alle andere prestaties en kosten uiteraard wel btw verschuldigd blijft.

          Daarenboven wordt in de statuten van Interleuven voorzien in een vergoedingssysteem waarbij op transparante basis de kosten kunnen worden toegewezen;

          Er zal inzonderheid bij exclusiviteit worden gewerkt op basis van een kosten- en expertisedelend principe waarbij in artikel 14.2 van de statuten uitdrukkelijk wordt bepaald: “De kosten verbonden aan de exclusieve dienstverlening, zoals omschreven in art. 3 worden verrekend aan de deelnemers op basis van het kosten- en expertisedelend principe. Voor de aanrekening van de prestaties verleend in het kader van de wederzijdse exclusiviteit, zal gewerkt worden met een open boekhouding”.

          Het systeem van de open boekhouding laat toe om permanent de kosten van het project op te volgen.

          De uurlonen voor de personeelsleden worden door de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ op basis van de reële kostprijs als volgt bepaald (toestand op 01-10-2019):

          Projectleider/specialist-expert: 88,00 euro

: (basis na de komma 88,28 euro)

          Projectmedewerker-expert: 78,00 euro

: (basis na de komma 78,33 euro)

          Projectmedewerker: 72,00 euro

: (basis na de komma 72,12 euro)

          Administratieve ondersteuning: 65,00 euro

: (basis na de komma 64,66 euro).

De hier opgegeven uurlonen zijn gekoppeld aan de indexaanpassing van de lonen zoals toepasselijk in de openbare sector. Alle andere kosten, zoals verplaatsingskosten, uitrustingskosten, enz. zijn begrepen in deze uurprijs.

          De uurlonen worden telkens berekend op een cijfer na de komma waarna overgegaan wordt tot afronding op het lagere of hogere eenheidscijfer. Bij een volgende indexering wordt terug uitgegaan van het vorige, na de komma bekomen cijfer, zodat telkens een correcte berekening van de uurtarieven plaatsvindt.

          Het afsluiten van deze exclusiviteitsovereenkomst heeft tevens tot gevolg dat de gemeente zich ertoe verbindt om voor de diensten dewelke in deze overeenkomst worden omschreven, uitsluitend een beroep te doen op de diensten van de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’, en dit voor een welomschreven periode dewelke echter de duur van zes jaar niet mag overschrijden.

          De gemeente kan aldus kiezen om voor de betrokken diensten een beroep te doen op de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’, dan wel om deze diensten zelf uit te oefenen, doch ziet hierbij wel af van de mogelijkheid om de dienst, gedurende de looptijd van de exclusiviteit, te laten uitvoeren door derden.

          De gemeenteraad beperkt aldus de duurtijd van de betrokken diensten tot en met 31-12-2025 met dien verstande dat opdrachten dewelke werden toegekend vóór het verstrijken van voormelde periode zullen worden afgewerkt onder het systeem van de exclusieve dienstverlening en aldus zonder aanrekening van btw.

 

Juridische gronden

          Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

          De thans van kracht zijnde statuten van Interleuven zoals gepubliceerd in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 9 oktober 2019 onder nummer 19134061.

 

Adviezen

          De financieel directeur verleende op 4 december 2019 gunstig advies op voorwaarde van goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025 en het niet overschrijden van de voorziene kredieten.

 

Argumentatie

          Ter ondersteuning van de gemeentelijke diensten en omwille van bovenvermelde argumenten is het aangewezen om de diensten

11.1. Woononderzoeken en -studies

bij exclusiviteit toe te kennen aan de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ en de desbetreffende samenwerkingsovereenkomst goed te keuren.

 

Financiële gevolgen

Uitgave

Actieplan: 0101

Actie: 010101

Budgetsleutel: 6139999/060000

Beschikbaar budget: € 15.000 (2020, 2021, 2022)

Geraamd bedrag:

 

Besluit

Na beraadslaging,

25stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Dirk Jacobs, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Werner Mertens, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Nele Demuynck, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Ilse Michiels, Ingrid Van Steenberge, Noëlla D'Hooghe, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Ellen De Rijck, Bart De Vos, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens en Stella Beckx

Artikel 1:

De volgende diensten, zoals voorzien in de bijlagen van de statuten van Interleuven, worden in exclusiviteit toegekend aan de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ met ingang van 01-01-2020 tot en met 31-12-2025:

 

11.1. Lokaal woonbeleid: Woononderzoeken en -studies

 

Artikel 2:

Onderhavige overeenkomst ter uitvoering van deze exclusieve diensten wordt goedgekeurd:

 

Artikel 1: VOORWERP EXCLUSIEVE DIENST

 

§1. Huidige overeenkomst wordt tussen partijen gesloten in uitvoering van het besluit van de gemeenteraad van Rotselaar genomen in zitting van 17-12-2019 waarbij de volgende diensten in exclusiviteit worden toegekend aan de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ voor een periode van 01-01-2020 tot en met 31-12-2025, met dien verstande dat opdrachten die werden toegekend vóór het verstrijken van voormelde periode, zullen worden uitgevoerd onder het systeem van de exclusieve dienstverlening tot datum van definitieve oplevering:

 

11.1. Lokaal woonbeleid: Woononderzoeken en -studies

 

§2. De overeenkomst heeft tot doel de voorwaarden en modaliteiten van deze samenwerking vast te leggen.

 

Artikel 2: OMSCHRIJVING VAN DE EXCLUSIEVE DIENSTVERLENING - DEFINITIE

 

De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ zal voor de in artikel 1 bepaalde periode instaan voor:

 

11.1. Het begeleiden, adviseren en ondersteunen van onderzoeken en studies inzake

woonaspecten.

 

Artikel 3: WERKWIJZE - ADMINISTRATIEVE EN TECHNISCHE CONTRACTUELE

BEPALINGEN

 

WERKWIJZE

 

§1. De adviesverlening en ondersteuning gebeurt altijd na vraag van de gemeente. In onderling overleg met de betreffende gemeentelijke medewerker en/of schepen wordt bepaald of deze taken al dan niet deels of volledig worden voorbereid en/of uitgewerkt in het gemeentehuis, dan wel in de kantoren van de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’.

 

§2. Bij aanvang van elke adviesverlening en/of ondersteuning wordt een overlegvergadering gehouden met de gemeentelijke verantwoordelijke(n) inzake de opdracht en worden de wijze van aanpak en de inhoud afgesproken, evenals een voorstel van termijnen en een raming van het te presteren aantal uren. Deze projectnota wordt met de gemeente besproken en ter goedkeuring aan haar voorgelegd. Na ontvangst van een positieve CBS-beslissing wordt gestart met de uitvoering conform de door de gemeente goedgekeurde projectnota.

 

ADMINISTRATIEVE EN TECHNISCHE CONTRACTUELE BEPALINGEN

 

Exclusieve dienstverlening

 

Partijen verklaren kennis te hebben genomen van de als bijlage gevoegde nota De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’, die integraal deel uitmaakt van huidige overeenkomst.

 

Documenten/Producten

 

Alle documenten, tekeningen, specificaties, meetstaten, verslagen, datasets, enz. zullen in het Nederlands worden opgesteld.

Het aantal te leveren producten, afdrukken van plannen en documenten bedraagt per fase 2 stuks.

 

Privacy van gegevens

 

De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ zal in haar procedures en processen het nodige ondernemen om geen afbreuk te doen aan het recht op privacy van gegevens. De opdrachtgever tekent een verwerkersovereenkomst met de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ die de concrete afspraken hieromtrent bevat.

 

Verzekeringen

 

De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ verzekert haar burgerlijke aansprakelijkheid. Op eenvoudig verzoek van de opdrachtgever dient de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ een attest van deze verzekeringen voor te leggen.

 

Eigendomsrecht

 

De resultaten van de intellectuele prestaties zijn eigendom van de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’. Ze kunnen door de opdrachtgever slechts worden aangewend voor de doeleinden die het voorwerp uitmaken van deze overeenkomst en mits bronvermelding.

 

Artikel 4: KOSTENVERREKENING

 

§1. Bij de in exclusiviteit toegewezen diensten zal worden gewerkt op basis van een kosten- en expertisedelend principe waarbij in artikel 14.2 van de statuten uitdrukkelijk wordt bepaald: “De kosten verbonden aan de exclusieve dienstverlening, zoals omschreven in art. 3 worden verrekend aan de deelnemers op basis van het kosten- en expertisedelend principe. Voor de aanrekening van de prestaties verleend in het kader van de wederzijdse exclusiviteit, zal worden gewerkt met een open boekhouding”.

 

§2. De uurlonen voor de personeelsleden worden door de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ op basis van de reële kostprijs als volgt bepaald (toestand op 01-10-2019):

          Projectleider/specialist-expert : 88,00 euro

: (basis na de komma 88,28 euro)

          Projectmedewerker-expert : 78,00 euro

: (basis na de komma 78,33 euro)

          Projectmedewerker : 72,00 euro

: (basis na de komma 72,12 euro)

          Administratieve ondersteuning : 65,00 euro

: (basis na de komma 64,66 euro)

 

De hier opgegeven uurlonen zijn gekoppeld aan de indexaanpassing van de lonen zoals toepasselijk in de openbare sector. Alle andere kosten, zoals verplaatsingskosten, uitrustingskosten, ... zijn begrepen in deze uurprijs.

De uurlonen worden telkens berekend op een cijfer na de komma waarna overgegaan wordt tot afronding op het lagere of hogere eenheidscijfer. Bij een volgende indexering wordt terug uitgegaan van het vorige, na de komma bekomen cijfer, zodat telkens een correcte berekening van de uurtarieven plaatsvindt.

 

§3. Enkel de effectief gepresteerde uren worden aangerekend.

Bij een interventie wordt eveneens de verplaatsingstijd aangerekend.

 

§4. Voor de prestaties die moeten worden geleverd na 20.00 uur en vóór 07.00 uur tijdens de normale werkdagen, en op zaterdag, zondag en feestdagen, wordt deze uurprijs met 50% verhoogd.

 

Artikel 5: BETALINGSMODALITEITEN

 

De kostenverrekening gebeurt op basis van een driemaandelijks detail (afrekening) van de door de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ gepresteerde uren die aan de opdrachtgever wordt voorgelegd. De eerste verrekening wordt door de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ opgemaakt na het verstrijken van de eerste driemaandelijkse periode die ingaat op het ogenblik dat de uitvoering van deze samenwerkingsovereenkomst aanvangt.

Indien er maandelijkse voorschotten worden opgevraagd, wordt bij de driemaandelijks afrekening het saldo opgevraagd of teruggestort. Dit op basis van de vergelijking van de in die periode effectief gepresteerde uren met de reeds aangerekende uren. In het geval er geen voorschotten werden aangerekend, zal de driemaandelijkse afrekening de totaliteit van de desbetreffende periode omvatten.

De beslissing tot opmaak van maandelijkse voorschotten hangt onder meer af van het aantal geschatte te presteren uren en zal in onderling overleg met de opdrachtgever worden vastgelegd.

 

Artikel 3:

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van huidig besluit.

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Goedkeuring exclusiviteitsovereenkomst met de zelfstandige groepering 'Interleuven ondersteunende activiteiten': Realisatie en optimalisatie van bedrijventerreinen

 

Voorgeschiedenis

          Het besluit van de raad van bestuur van Interleuven van 22 mei 2019 houdende het voorstel tot aanpassing van de statuten van Interleuven en met betrekking tot de omschrijving van de diensten waarop de deelnemers beroep kunnen doen in het kader van wederzijdse exclusiviteit.

          Het besluit van de gemeenteraad van 27 augustus 2019 waarbij werd beslist akkoord te gaan met de voorgestelde aanpassingen in de statuten en in de bijlagen.

          Het besluit van de bijzondere algemene vergadering van Interleuven van 11 september 2019 waarbij de statutenwijziging werd goedgekeurd.

 

Feiten en context

          De gemeente is in de mogelijkheid om als deelnemer van Interleuven als dienstverlenende vereniging en als deelnemer van de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten beroep te doen op de diensten van haar intercommunale, alsook op deze diensten dewelke in exclusiviteit worden aangeboden.

          Volgens de als bijlage gevoegde lijst bij de statuten van Interleuven blijkt dat :

12.3. Realisatie en optimalisatie van bedrijventerreinen

kan worden gerealiseerd.

          De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ is er bij de uitvoering van deze diensten in opdracht van een deelnemer zelf toe gehouden om de overheidsopdrachtenwetgeving na te leven.

          De toekenning bij exclusiviteit van voornoemde opdrachten aan de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ onder meer tot voordeel heeft dat er op de door de eigen personeelsleden van de zelfstandige groepering ‘InterLeuven ondersteunende activiteiten’ geleverde prestaties geen btw zal worden doorgerekend naar de deelnemer toe; dat op alle andere prestaties en kosten uiteraard wel btw verschuldigd blijft.

          Daarenboven wordt in de statuten van Interleuven voorzien in een vergoedingssysteem waarbij op transparante basis de kosten kunnen worden toegewezen;

          Er zal inzonderheid bij exclusiviteit worden gewerkt op basis van een kosten- en expertisedelend principe waarbij in artikel 14.2 van de statuten uitdrukkelijk wordt bepaald: “De kosten verbonden aan de exclusieve dienstverlening, zoals omschreven in art. 3 worden verrekend aan de deelnemers op basis van het kosten- en expertisedelend principe. Voor de aanrekening van de prestaties verleend in het kader van de wederzijdse exclusiviteit, zal gewerkt worden met een open boekhouding”.

          Het systeem van de open boekhouding laat toe om permanent de kosten van het project op te volgen.

          De uurlonen voor de personeelsleden worden door de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ op basis van de reële kostprijs als volgt bepaald (toestand op 01-10-2019):

          Projectleider/specialist-expert: 88,00 euro

: (basis na de komma 88,28 euro)

          Projectmedewerker-expert: 78,00 euro

: (basis na de komma 78,33 euro)

          Projectmedewerker: 72,00 euro

: (basis na de komma 72,12 euro)

          Administratieve ondersteuning: 65,00 euro

: (basis na de komma 64,66 euro).

De hier opgegeven uurlonen zijn gekoppeld aan de indexaanpassing van de lonen zoals toepasselijk in de openbare sector. Alle andere kosten, zoals verplaatsingskosten, uitrustingskosten, enz. zijn begrepen in deze uurprijs.

          De uurlonen worden telkens berekend op een cijfer na de komma waarna overgegaan wordt tot afronding op het lagere of hogere eenheidscijfer. Bij een volgende indexering wordt terug uitgegaan van het vorige, na de komma bekomen cijfer, zodat telkens een correcte berekening van de uurtarieven plaatsvindt.

          Het afsluiten van deze exclusiviteitsovereenkomst heeft tevens tot gevolg dat de gemeente zich ertoe verbindt om voor de diensten dewelke in deze overeenkomst worden omschreven, uitsluitend een beroep te doen op de diensten van de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’, en dit voor een welomschreven periode dewelke echter de duur van zes jaar niet mag overschrijden.

          De gemeente kan aldus kiezen om voor de betrokken diensten een beroep te doen op de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’, dan wel om deze diensten zelf uit te oefenen, doch ziet hierbij wel af van de mogelijkheid om de dienst, gedurende de looptijd van de exclusiviteit, te laten uitvoeren door derden.

          De gemeenteraad beperkt aldus de duurtijd van de betrokken diensten tot en met 31-12-2025 met dien verstande dat opdrachten dewelke werden toegekend vóór het verstrijken van voormelde periode zullen worden afgewerkt onder het systeem van de exclusieve dienstverlening en aldus zonder aanrekening van btw.

 

Juridische gronden

          Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

          De thans van kracht zijnde statuten van Interleuven zoals gepubliceerd in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 9 oktober 2019 onder nummer 19134061.

 

Adviezen

          De financieel directeur verleende op 4 december 2019 gunstig advies op voorwaarde van goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025 en het niet overschrijden van de voorziene kredieten.

 

Argumentatie

          Ter ondersteuning van de gemeentelijke diensten en omwille van bovenvermelde argumenten is het aangewezen om de diensten

12.3. Realisatie en optimalisatie van bedrijventerreinen

bij exclusiviteit toe te kennen aan de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ en de desbetreffende samenwerkingsovereenkomst goed te keuren.

 

Financiële gevolgen

De nodige kredieten dienen te worden voorzien.

 

Besluit

Na beraadslaging,

25stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Dirk Jacobs, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Werner Mertens, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Nele Demuynck, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Ilse Michiels, Ingrid Van Steenberge, Noëlla D'Hooghe, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Ellen De Rijck, Bart De Vos, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens en Stella Beckx

Artikel 1:

De volgende diensten, zoals voorzien in de bijlagen van de statuten van Interleuven, worden in exclusiviteit toegekend aan de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ met ingang van 01-01-2020 tot en met 31-12-2025:

 

12.3. Realisatie en optimalisatie van bedrijventerreinen

 

Artikel 2:

Onderhavige overeenkomst ter uitvoering van deze exclusieve diensten wordt goedgekeurd:

 

Artikel 1: VOORWERP EXCLUSIEVE DIENST

 

§1. Huidige overeenkomst wordt tussen partijen gesloten in uitvoering van het besluit van de gemeenteraad van Rotselaar genomen in zitting van 17-12-2019 waarbij de volgende diensten in exclusiviteit worden toegekend aan de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ voor een periode van 01-01-2020 tot en met 31-12-2025, met dien verstande dat opdrachten die werden toegekend vóór het verstrijken van voormelde periode, zullen worden uitgevoerd onder het systeem van de exclusieve dienstverlening tot datum van definitieve oplevering:

 

12.3. Realisatie en optimalisatie van bedrijventerreinen

 

§2. De overeenkomst heeft tot doel de voorwaarden en modaliteiten van deze samenwerking vast te leggen.

 

Artikel 2: OMSCHRIJVING VAN DE EXCLUSIEVE DIENSTVERLENING - DEFINITIE

 

De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ zal voor de in artikel 1 bepaalde periode instaan voor:

 

12.3. De realisatie en optimalisatie van A tot Z (met mogelijke samenwerking diverse

partners) van bedrijventerreinen.

 

Artikel 3: WERKWIJZE - ADMINISTRATIEVE EN TECHNISCHE CONTRACTUELE BEPALINGEN

 

WERKWIJZE

 

§1. Deze exclusieve dienstverlening houdt in het op vraag van de gemeente opzetten, inspireren, adviseren en coördineren van een project om op een gestructureerde manier tot een goede (her)ontwikkeling van een bedrijventerrein te komen.

 

§2. De (her)ontwikkeling van een bedrijventerrein kent een gefaseerde aanpak, op te delen in een voorstudie en een plannings- en een realisatiefase, de fase van de uitgifte en de opvolging (na realisatie) met beheer en bedrijventerreinmanagement.

Afhankelijk van de situatie en de vraag van de gemeente wordt in één van deze fasen ingestapt om de verdere (her)ontwikkeling en het beheer op te nemen.

 

§3. Bij aanvang van elk project dat hieromtrent wordt uitgewerkt, wordt een overlegvergadering gehouden met de betreffende gemeentelijke verantwoordelijke(n) op basis waarvan een projectnota en/of samenwerkingsovereenkomst wordt opgemaakt waarin de inhoud van het project (het doel, de aanpak, … m.i.v. voorstel van termijnen en een raming) wordt omschreven. Deze projectnota en/of samenwerkingsovereenkomst wordt met de gemeente besproken en ter goedkeuring aan haar voorgelegd. Na ontvangst van een positieve CBS-beslissing wordt gestart met de uitvoering conform de door de gemeente goedgekeurde projectnota.

 

ADMINISTRATIEVE EN TECHNISCHE CONTRACTUELE BEPALINGEN

 

Exclusieve dienstverlening

 

Partijen verklaren kennis te hebben genomen van de als bijlage gevoegde nota De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’, die integraal deel uitmaakt van huidige overeenkomst.

 

Documenten/Producten

 

Alle documenten, tekeningen, specificaties, meetstaten, verslagen, datasets, enz. zullen in het Nederlands worden opgesteld.

Het aantal te leveren producten, afdrukken van plannen en documenten bedraagt per fase 2 stuks.

 

Privacy van gegevens

 

De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ zal in haar procedures en processen het nodige ondernemen om geen afbreuk te doen aan het recht op privacy van gegevens. De opdrachtgever tekent een verwerkersovereenkomst met de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ die de concrete afspraken hieromtrent bevat.

 

Verzekeringen

 

De zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ verzekert haar burgerlijke aansprakelijkheid. Op eenvoudig verzoek van de opdrachtgever dient de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ een attest van deze verzekeringen voor te leggen.

 

Eigendomsrecht

 

De resultaten van de intellectuele prestaties zijn eigendom van de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’. Ze kunnen door de opdrachtgever slechts worden aangewend voor de doeleinden die het voorwerp uitmaken van deze overeenkomst en mits bronvermelding.

 

Artikel 4: KOSTENVERREKENING

 

§1. Bij de in exclusiviteit toegewezen diensten zal worden gewerkt op basis van een kosten- en expertisedelend principe waarbij in artikel 14.2 van de statuten uitdrukkelijk wordt bepaald: “De kosten verbonden aan de exclusieve dienstverlening, zoals omschreven in art. 3 worden verrekend aan de deelnemers op basis van het kosten- en expertisedelend principe. Voor de aanrekening van de prestaties verleend in het kader van de wederzijdse exclusiviteit, zal worden gewerkt met een open boekhouding”.

 

§2. De uurlonen voor de personeelsleden worden door de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ op basis van de reële kostprijs als volgt bepaald (toestand op 01-10-2019):

          Projectleider/specialist-expert : 88,00 euro

: (basis na de komma 88,28 euro)

          Projectmedewerker-expert : 78,00 euro

: (basis na de komma 78,33 euro)

          Projectmedewerker : 72,00 euro

: (basis na de komma 72,12 euro)

          Administratieve ondersteuning : 65,00 euro

: (basis na de komma 64,66 euro)

 

De hier opgegeven uurlonen zijn gekoppeld aan de indexaanpassing van de lonen zoals toepasselijk in de openbare sector. Alle andere kosten, zoals verplaatsingskosten, uitrustingskosten, ... zijn begrepen in deze uurprijs.

De uurlonen worden telkens berekend op een cijfer na de komma waarna overgegaan wordt tot afronding op het lagere of hogere eenheidscijfer. Bij een volgende indexering wordt terug uitgegaan van het vorige, na de komma bekomen cijfer, zodat telkens een correcte berekening van de uurtarieven plaatsvindt.

 

§3. Enkel de effectief gepresteerde uren worden aangerekend.

Bij een interventie wordt eveneens de verplaatsingstijd aangerekend.

 

§4. Voor de prestaties die moeten worden geleverd na 20.00 uur en vóór 07.00 uur tijdens de normale werkdagen, en op zaterdag, zondag en feestdagen, wordt deze uurprijs met 50% verhoogd.

 

Artikel 5: BETALINGSMODALITEITEN

 

De kostenverrekening gebeurt op basis van een driemaandelijks detail (afrekening) van de door de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ gepresteerde uren die aan de opdrachtgever wordt voorgelegd. De eerste verrekening wordt door de zelfstandige groepering ‘Interleuven ondersteunende activiteiten’ opgemaakt na het verstrijken van de eerste driemaandelijkse periode die ingaat op het ogenblik dat de uitvoering van deze samenwerkingsovereenkomst aanvangt.

Indien er maandelijkse voorschotten worden opgevraagd, wordt bij de driemaandelijks afrekening het saldo opgevraagd of teruggestort. Dit op basis van de vergelijking van de in die periode effectief gepresteerde uren met de reeds aangerekende uren. In het geval er geen voorschotten werden aangerekend, zal de driemaandelijkse afrekening de totaliteit van de desbetreffende periode omvatten.

De beslissing tot opmaak van maandelijkse voorschotten hangt onder meer af van het aantal geschatte te presteren uren en zal in onderling overleg met de opdrachtgever worden vastgelegd.

 

Artikel 3:

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van huidig besluit.

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Vaststelling aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting – 2020-2025

 

Juridische gronden

          Artikel 170 §4 van de Grondwet.

Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.

          Artikelen 464 tot en met 470/2 van het wetboek van inkomstenbelastingen van 10 april 1992.

          Artikel 40 §3 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglementen.

          Artikel 41, tweede lid, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van retributies en de voorwaarden ervan, is niet delegeerbaar aan het college van burgemeester en schepenen.

          Artikel 286 §1, 1° en artikel 287 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De reglementen worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de gemeente. De bekendmaking van de lijst van reglementen zoals bepaald in artikel 286 §1, 1° gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt en de datum waarop ze zijn aangenomen.

          Artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De gemeenteoverheid brengt de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking. Dit gebeurt op dezelfde dag als de bekendmaking van de reglementen op de webtoepassing van de gemeente.

 

Argumentatie

          De gemeente Rotselaar dient over de nodige financiële middelen te beschikken om haar takenpakket naar behoren te kunnen vervullen. Hiervoor kan de gemeente een aanvullende belasting op de personenbelasting vestigen. Het aanvullend percentage gemeentebelasting dient door de gemeenteraad te worden vastgesteld.

 

Besluit

Na beraadslaging,

18stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Dirk Jacobs, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Werner Mertens, Nele Demuynck, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Ilse Michiels, Ingrid Van Steenberge, Noëlla D'Hooghe, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Ellen De Rijck, Bart De Vos en Farida Tierens

7onthoudingen: Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils en Stella Beckx

Artikel 1:

Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 wordt een aanvullende belasting op de personenbelasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.

Artikel 2:

De belasting wordt vastgesteld op 6,5% van de overeenkomstig artikel 466 van het wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.

Artikel 3:

De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, zoals bepaald in de artikel 469 van het wetboek van de inkomstenbelastingen.

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Vaststelling gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing - 2020-2025

 

Juridische gronden

          Artikel 170 §4 van de Grondwet.

Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.

          Artikel 464/1, 1° van het wetboek inkomstenbelastingen 1992.

          Artikel 2.1.4.0.2 en artikel 3.1.0.0.4. van het decreet van 13 december 2013 houdende de Vlaamse codex fiscaliteit.

          Artikel 40 §3 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglementen.

          Artikel 41, tweede lid, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van retributies en de voorwaarden ervan, is niet delegeerbaar aan het college van burgemeester en schepenen.

          Artikel 286 §1, 1° en artikel 287 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De reglementen worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de gemeente. De bekendmaking van de lijst van reglementen zoals bepaald in artikel 286 §1, 1° gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt en de datum waarop ze zijn aangenomen.

          Artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De gemeenteoverheid brengt de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking. Dit gebeurt op dezelfde dag als de bekendmaking van de reglementen op de webtoepassing van de gemeente.

 

Argumentatie

          De gemeente Rotselaar dient over de nodige financiële middelen te beschikken om haar takenpakket naar behoren te kunnen vervullen. Hiervoor heft de gemeente ondermeer opcentiemen op de onroerende voorheffing. Het aantal opcentiemen dient door de gemeenteraad te worden vastgesteld.

 

Besluit

Na beraadslaging,

18stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Dirk Jacobs, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Werner Mertens, Nele Demuynck, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Ilse Michiels, Ingrid Van Steenberge, Noëlla D'Hooghe, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Ellen De Rijck, Bart De Vos en Farida Tierens

7onthoudingen: Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils en Stella Beckx

Artikel 1:

Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 worden ten bate van de gemeente Rotselaar 913,10 opcentiemen geheven op de onroerende voorheffing.

Artikel 2:

De vestiging en de inning van de gemeentebelasting gebeuren door toedoen van de Vlaamse belastingdienst.

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Goedkeuring belastingreglement op omgevingsvergunningen - 2020-2025

 

Voorgeschiedenis

          Gemeenteraadsbeslissing van 20 november 2017 houdende de goedkeuring van de belasting op omgevingsvergunningen.

 

Feiten en context

          Omwille van de continuïteit is het noodzakelijk een nieuw reglement goed te keuren nu het bestaande reglement dat werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 20 november 2017 afloopt op 31 december 2019.

 

Juridische gronden

          Artikel 170 §4 van de Grondwet

Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.

          Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

          Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

          Besluit Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014, publicatie B.S. 23 februari 2016.

          Decreet van 3 februari 2017 houdende nadere regels tot implementatie van de omgevingsvergunning.

Vanaf 1 juni 2017: volledige toepassing van het Omgevingsvergunningendecreet.

          Spoeddecreet van 2 juni 2017 dat de startdatum van 1 juni 2017 naar 1 januari 2018 brengt.

          Artikel 40 §3 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglementen.

          Artikel 41, tweede lid, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van retributies en de voorwaarden ervan, is niet delegeerbaar aan het college van burgemeester en schepenen.

          Artikel 286 §1, 1° en artikel 287 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De reglementen worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de gemeente. De bekendmaking van de lijst van reglementen zoals bepaald in artikel 286 §1, 1° gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt en de datum waarop ze zijn aangenomen.

          Artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De gemeenteoverheid brengt de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking. Dit gebeurt op dezelfde dag als de bekendmaking van de reglementen op de webtoepassing van de gemeente.

 

Argumentatie

          Het behandelen van meldingen en aanvragen in het kader van het omgevingsvergunningendecreet en daarmee vergelijkbare procedures inzake ioniserende stralingen en springstoffen vergt een aanzienlijke inzet van het gemeentelijk personeel en de middelen waardoor het billijk is om deze inzet door middel van een belasting door te rekenen aan degene op wiens initiatief en in wiens voordeel de meldings- en vergunningsprocedures worden doorlopen.

          Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 een belasting te heffen met betrekking tot de omgevingsvergunning volgens de onderstaande tarieven.

          De belasting bestaat uit een bedrag per dossiertype (3.1), welk bedrag nog wordt verhoogd met een bedrag per procedurestap (3.2).

 

Besluit

Na beraadslaging,

18stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Dirk Jacobs, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Werner Mertens, Nele Demuynck, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Ilse Michiels, Ingrid Van Steenberge, Noëlla D'Hooghe, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Ellen De Rijck, Bart De Vos en Farida Tierens

7onthoudingen: Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils en Stella Beckx

Artikel 1: Belastbaar feit

De gemeente Rotselaar heft, met ingang op 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025, een belasting op de meldingen en aanvragen bedoeld in het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunningen, het K.B. 23.09.1958 houdende algemeen reglement betreffende het fabriceren, opslaan, onder zich houden, verkopen, vervoeren en gebruiken van springstoffen en het K.B. 20.07.2001 houdende Algemeen Reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen.

Artikel 2: Belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door degene die de aanvraag of melding heeft ingediend en bij gebreke daarvan de vergunninghouder of exploitant.

Artikel 3: Bedrag van de belasting

De belasting bestaat uit een bedrag per dossiertype (3.1) verhoogd met een bedrag per procedurestap (3.2). De bedragen per dossiertype worden cumulatief aangerekend.

3.1. Belasting per dossiertype

 

Bedrag

1. Melding van een ingedeelde inrichting of activiteit

€ 25

2. Melding voor het uitvoeren van stedenbouwkundige handelingen

€ 25

3. Aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van stedenbouwkundige handelingen

          Gewone procedure

          Vereenvoudigde procedure

Per bijkomende woonentiteit

 

 

  € 65

  € 35

€ 105

4. Aanvraag voor een omgevingsvergunning voor een ingedeelde inrichting of activiteit (klasse1 of 2)

          Gewone procedure

1)      Klasse 1

2)      Klasse 2

          Vereenvoudigde procedure (o.a. beperkte verandering of tijdelijke activiteit

 

 

 

 

€ 525

€ 210

€   80

5. Aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden

          Zonder wegenis

 

 

 

 

 

 

          Zonder wegenis in functie van meergezinswoningprojecten

 

 

 

 

 

          Met wegenis

 

 

€ 135 tot maximaal 2 bouwloten,

+ € 65 per bijkomend bouwlot

 

 

€ 525 tot maximaal 2 bouwloten,

+ € 160 per bijkomend bouwlot

 

€ 525 tot maximaal 2 bouwloten

+ € 105 per

bijkomend bouwlot

+ forfaitaire kost van € 265

6. Vraag tot omzetting van een milieuvergunning verleend voor 20 jaar naar een permanente vergunning (art. 390 omgevingsvergunningendecreet)

 

 

€ 265

7 Bekendmaking van het verstrijken van elke geldigheidsperiode van twintig jaar van een omgevingsvergunning van onbepaalde duur (art. 83,§1, lid 3 omgevingsvergunningendecreet)

 

 

€ 265

8 Verzoek tot bijstelling van de milieuvoorwaarden

€ 265

9. Verzoek tot bijstelling van een verkavelingsvergunning

          Per bijkomend bouwlot

€ 65

€ 65

 

10. Afstand van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden (art. 104 omgevingsvergunningendecreet)

 

 

€ 55

 

11. Melding van de overdracht van de vergunning voor een ingedeelde inrichting of activiteit

          Volledige overdracht

          Gedeeltelijke overdracht

 

 

 

€ 55

€ 55

12. Aanvraag van een stedenbouwkundig attest (art. 5.3.1. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

 

 

€ 55

13. Aanvraag van een planologisch attest (art. 4.4.24 e.v. VCRO)

€ 525

14. Verstrekken van omstandige stedenbouwkundige inlichtingen (afleveren van een stedenbouwkundig uittreksel uit het plannen- en vergunningenregister) betreffende onroerende goederen met het oog op de verkoop of overdracht van eigendom

 

 

€ 135

15. Opname in het vergunningenregister

€ 55

16. Vergunningsaanvraag springstoffen (K.B. 23.09.1958)

€ 55

17. Vergunningsaanvraag ioniserende stralingen (K.B. 20.07.2001)

€ 55

Zijn er meerdere bedragen uit deze tabel van toepassing, dan geldt alleen het hoogste bedrag.

3.2. Belasting per procedurestap

 

 

Bedrag

 

1. Voor het digitaliseren van een analoog ingediend dossier (art. 156 omgevingsvergunningenbesluit)

€ 80

2. Voor het organiseren van een openbaar onderzoek (art. 23

omgevingsvergunningenbesluit)

          Per gewone brief

          Per aangetekende brief

 

 

€ 6

€ 11

 

3. Openbaar onderzoek na wijzigingen aan vergunningsaanvraag (art.

30 omgevingsvergunningenbesluit)

          Per gewone brief

          Per aangetekende brief

 

 

€ 265

  €  6

  € 11

 

4. Voor het in kennis brengen van kadastrale eigenaars en omwonenden (o.a. art. 23 en 62 omgevingsvergunningenbesluit)

          Per gewone brief

          Per aangetekende brief

 

 

 

€  6

€ 11

5. Voor het wijzigingen van het voorwerp van de aanvraag (art. 30 of 45 omgevingsvergunningendecreet)

€ 30

 

6. Voor het aanplakken van een bericht van bekendmaking in het kader van een openbaar onderzoek of bij een genomen beslissing in kader van meergezinswoningprojecten (o.a. art. 20 en 59 omgevingsvergunningsbesluit)

 

 

€ 50

7. Voor het aanplakken van een bericht van bekendmaking in het kader van een openbaar onderzoek of bij een genomen beslissing afgeleverd door de bevoegde overheid, zijnde niet de gemeente

 

€ 50

8. Voor het publiceren van berichten in dag- of weekbladen (o.a. art. 22 en 61 omgevingsvergunningendecreet)

 

€ 420

9. Voor het aangetekend verzenden van een beslissing

 

  € 11

 

10. Voor het organiseren van een informatievergadering (art. 25

omgevingsvergunningenbesluit)

 

 

€ 105

11. Voor het organiseren van een projectvergadering (art. 8

omgevingsvergunningenbesluit)

 

 

€ 105

Artikel 4:Verhogingen

Voor regularisatievergunningen (art. 81 omgevingsvergunningendecreet) wordt een bijkomend bedrag van 165 euro geheven op het bedrag te betalen volgens art. 3.1. en 3.2.

Artikel 5: Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor:

          een nieuwe omgevingsvergunningsaanvraag binnen de 6 maanden na het intrekken van het vorige dossier, of het ontvangen van een stilzwijgende weigering op voorwaarde dat de nieuwe omgevingsvergunningsaanvraag een gelijkaardige aanvraag betreft die rekening houdt met de redenen voor intrekking en/of de opmerkingen in de stilzwijgende weigering.

          voor gerechtelijke overheden

          voor openbare besturen en de daarmee gelijkgestelde instellingen, evenals de instellingen van openbaar nut

          voor de Vlaamse Huisvestingsmaatschappijen en de door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij erkende sociale huisvestingsmaatschappijen

          voor aanvragen voor het uitvoeren van beheerswerken in het kader van beheersovereenkomsten Natuur en Erosie

          dossiers die niet op vraag van de vergunninghouder werden opgestart wanneer het gaat over een exploitatie (bv. omzetting vergunning op proef, gerichte evaluatie, bijstelling voorwaarden, schorsing/opheffing...), met uitzondering van de bekendmaking van het verstrijken van elke geldigheidsperiode van twintig jaar van een omgevingsvergunning van onbepaalde duur (art. 83§1, lid 3 omgevingsvergunningendecreet)

          dossiers waarin de gemeente niet tijdig een beslissing nam (stilzwijgende weigering, art. 32, §4 en 46, §2 omgevingsvergunningendecreet)

Artikel 6:Betaling

De betaling is verschuldigd binnen de 15 dagen na ontvangst van het verzoek tot betalen. Bij gebreke aan betaling binnen de gestelde termijn, wordt de belasting ingevorderd door middel van een kohier.

De kohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. De kohierbelasting moet betaald worden binnen de twee maanden vanaf de datum van verzending van het aanslagbiljet.

Artikel 7:Inwerkingtreding

Dit reglement geldt voor meldingen en aanvragen ingediend vanaf de inwerkingtreding op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Goedkeuring belastingreglement op tweede verblijven - 2020-2025

 

Voorgeschiedenis

          De gemeenteraadsbeslissing van 17 december 2012 houdende de gemeentebelasting op tweede verblijven.

 

Feiten en context

          Omwille van de continuïteit is het noodzakelijk een nieuw reglement goed te keuren nu het bestaande reglement dat werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 17 december 2012 afloopt op 31 december 2019.

 

Juridische gronden

          Artikel 170 §4 van de Grondwet.

Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.

          Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen.

          Artikel 40 §3 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglementen.

          Artikel 41, tweede lid, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van retributies en de voorwaarden ervan, is niet delegeerbaar aan het college van burgemeester en schepenen.

          Artikel 286 §1, 1° en artikel 287 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De reglementen worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de gemeente. De bekendmaking van de lijst van reglementen zoals bepaald in artikel 286 §1, 1° gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt en de datum waarop ze zijn aangenomen.

          Artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De gemeenteoverheid brengt de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking. Dit gebeurt op dezelfde dag als de bekendmaking van de reglementen op de webtoepassing van de gemeente.

 

Argumentatie

          Het is in het belang van de gemeente om het gebruik van woningen als hoofdverblijfplaats te bevorderen en om een gezond en bestendig sociaal leven te vrijwaren.

          De belasting op tweede verblijven is eveneens verantwoord omwille van het weeldekarakter van het tweede verblijf.

 

Besluit

Na beraadslaging,

25stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Dirk Jacobs, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Werner Mertens, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Nele Demuynck, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Ilse Michiels, Ingrid Van Steenberge, Noëlla D'Hooghe, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Ellen De Rijck, Bart De Vos, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens en Stella Beckx

Artikel 1:

Met ingang van 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt een gemeentebelasting gevestigd op de tweede verblijven.

Artikel 2:

Als tweede verblijf wordt beschouwd elke constructie met woon- of verblijfsgelegenheid waarvoor niemand is ingeschreven in de bevolkingsregisters of het vreemdelingenregister voor het hoofdverblijf.

Het kan hierbij gaan om landhuizen, bungalows, appartementen, weekendhuisjes, optrekjes en alle andere vaste woongelegenheden, daarbij inbegrepen de met chalets gelijkgestelde caravans. De inschrijving in de kadastrale legger is van geen belang voor de vaststelling van de belastbare materie.

Als tweede verblijf worden niet beschouwd:

1)      het lokaal of gebouw uitsluitend bestemd voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit;

2)      de tenten en woonaanhangwagens;

3)      verplaatsbare caravans, tenzij deze ten minste zes maanden van het aanslagjaar opgesteld blijven om als woongelegenheid aangewend te worden;

4)      de leegstaande woongelegenheid waarvan het bewijs voorgelegd wordt dat ze opgenomen is op de lijst van de leegstand.

Artikel 3:

De belasting is ondeelbaar en voor het ganse aanslagjaar verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die eigenaar is van het tweede verblijf op 1 januari van het aanslagjaar.

Artikel 4:

De belasting wordt vastgesteld op 600 euro per tweede verblijf.

Artikel 5:

De belasting wordt ingevorderd door opname in een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

Artikel 6:

De belastingplichtige moet uiterlijk op 1 maart van het aanslagjaar bij het gemeentebestuur aangifte doen van elk tweede verblijf dat hij in de gemeente bezit door middel van het aangifteformulier waarvan het model door het college van burgemeester en schepenen werd vastgesteld.

Artikel 7:

Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 6 gestelde termijn of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd.

Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag brengt het college van burgemeester en schepenen de belastingplichtige met een aangetekende brief op de hoogte van de redenen waarom het gebruik maakt van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van die elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

Artikel 8:

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 100 euro. Het bedrag van deze verhoging wordt ook ingekohierd.

Artikel 9:

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.

Artikel 10:

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Goedkeuring reglement opmaak leegstandsregister en belasting op leegstaande gebouwen en woningen - 2020-2025

 

Voorgeschiedenis

          Het besluit van de gemeenteraad van 17 december 2007 waarin deze besliste om deel te nemen aan het project lokaal woonbeleid en om het projectvoorstel waarin de opmaak, opbouw, beheer en actualisering van het leegstandsregister door IGO inbegrepen is, goed te keuren.

          De besluiten van de gemeenteraad van 30 augustus 2010, 27 mei 2013, 22 december 2016 en 27 augustus 2019 waarin de gemeente besliste om het project lokaal woonbeleid telkens met drie jaar te verlengen.

          De gemeenteraadsbeslissing van 24 april 2017 betreffende opmaak leegstandsregister en belasting op leegstaande gebouwen.

 

Feiten en context

          Omwille van de continuïteit is het noodzakelijk een nieuw reglement goed te keuren nu het bestaande reglement dat werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 24 april 2017 afloopt op 31 december 2019.

 

Juridische gronden

          Artikel 170 §4 van de Grondwet.

Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.

          Het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, met latere wijzigingen.

          Artikel 2.2° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten.

          Het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.

          Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de

geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen.

          Artikel 2.2.6 van het decreet grond- en pandenbeleid van 27 maart 2009, met latere wijzigingen, meer specifiek die van 14 oktober 2016.

Gemeenten kunnen een register van leegstaande gebouwen en woningen bijhouden.

Een woning wordt als leegstaand beschouwd wanneer zij gedurende een termijn van ten minste

twaalf opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met de woonfunctie

of met elke andere (bij gemeentelijke verordening) omschreven functie die een effectief en niet-occasioneel gebruik van de woning met zich meebrengt.

          Het besluit van de Vlaamse regering van 16 november 2018 houdende de subsidiëring van intergemeentelijke projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid, dat gemeenten oplegt om leegstaande woningen en gebouwen op te nemen in een register conform artikel 2.2.6 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het Grond- en Pandenbeleid;

          Het decreet houdende de omgevingsvergunning van 25 april 2014.

          Artikel 40 §3 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglementen.

          Artikel 41, tweede lid, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van retributies en de voorwaarden ervan, is niet delegeerbaar aan het college van burgemeester en schepenen.

          Artikel 286 §1, 1° en artikel 287 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De reglementen worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de gemeente. De bekendmaking van de lijst van reglementen zoals bepaald in artikel 286 §1, 1° gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt en de datum waarop ze zijn aangenomen.

          Artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De gemeenteoverheid brengt de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking. Dit gebeurt op dezelfde dag als de bekendmaking van de reglementen op de webtoepassing van de gemeente.

 

Argumentatie

          Het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode stelt de gemeente aan als coördinator en regisseur van het lokale woonbeleid.

          Het is wenselijk dat het beschikbare woningen- en gebouwenbestand op het grondgebied van de gemeente optimaal benut wordt, omdat leegstand leidt tot verloedering wat extra taken meebrengt voor de gemeente wegens de groter wordende ecologische en maatschappelijke druk.

          Leegstaande woningen en gebouwen brengen een schaarste aan betaalbare en kwaliteitsvolle woningen en gebouwen mee, met een stijging van huur-en verkoopprijzen tot gevolg.

          Leegstaande woningen en gebouwen kunnen een negatieve impact hebben op de leefomgeving en de uitstraling ervan.

          Bewoonde woningen zorgen voor een levendige omgeving, meer sociale controle en een groter veiligheidsgevoel.

          Op basis van het Grond- en Pandendecreet kunnen gemeenten een register van leegstaande woningen en gebouwen bijhouden.

          Hiervoor dient een gemeentelijk reglement te worden aangenomen waarin de indicaties van leegstand en de procedure tot vaststelling van de leegstand worden vastgesteld.

          De strijd tegen de leegstaande woningen en gebouwen zal maar een effect hebben als de opname van dergelijke gebouwen en woningen in een leegstandsregister ook daadwerkelijk leidt tot een belasting.

          Een heffing heeft een ontradend effect en is een instrument om het aanbod aan beschikbare panden te bevorderen.

          De vrijstellingen van leegstandsbelasting die in dit reglement zijn opgenomen, sluiten het best aan bij de noden en het beleid van de gemeente.

          Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente.

 

Besluit

Na beraadslaging,

25stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Dirk Jacobs, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Werner Mertens, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Nele Demuynck, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Ilse Michiels, Ingrid Van Steenberge, Noëlla D'Hooghe, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Ellen De Rijck, Bart De Vos, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens en Stella Beckx

Enig artikel:

Het reglement opmaak leegstandsregister en belasting op leegstaande gebouwen en woningen wordt als volgt vastgesteld en goedgekeurd:

 

Reglement opmaak leegstandsregister en belasting op leegstaande gebouwen en woningen

 

Artikel 1:

Voor de toepassing van dit reglement worden volgende definities of indicaties gehanteerd:

1) IGO div : de intergemeentelijke administratieve eenheid die conform art 2.2.6 §1 tweede lid, van het Grond- en Pandendecreet door de gemeente is belast met de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het leegstandsregister.

2) beveiligde zending:

- een aangetekend schrijven.

- een afgifte tegen ontvangstbewijs.

3) gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten. Een bedrijfsruimte is de verzameling van alle percelen waarop zich minstens één bedrijfsgebouw bevindt, als één geheel te beschouwen en die toebehoren aan dezelfde eigenaar. Deze verzameling heeft een minimale oppervlakte van 5 aren. Uitgesloten is het perceel waarop zich een bedrijfsgebouw bevindt waarin de woning van de eigenaar een niet afsplitsbaar onderdeel uitmaakt en dat nog effectief wordt benut als verblijfplaats.

4) leegstaand gebouw: een gebouw waarvan meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een periode van ten minste twaalf opeenvolgende maanden. Daarbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw.

Een nieuw gebouw wordt als een leegstaand gebouw beschouwd indien dat gebouw binnen zeven jaar na de afgifte van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig zijn functie.

De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan afgeleverde omgevingsvergunning of meldingsakte zoals vermeld in artikel 6 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.

Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2, 2° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een gedeelte is eerst afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

5) leegstaande woning: een woning die gedurende een periode van ten minste twaalf opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met de woonfunctie. Een  nieuwe woning wordt als een leegstaande woning beschouwd indien die woning binnen 7 jaar na de afgifte van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig zijn functie.

6) leegstandsregister: het gemeentelijk register dat de lijst bevat van leegstaande woningen en gebouwen.

7) opnamedatum: de datum waarop het gebouw of de woning voor de eerste maal in het leegstandsregister wordt opgenomen.

8) registerbeheerder: de door IGO div aangestelde personeelsleden die belast worden met de opmaak, het beheer en de actualisering van het gemeentelijk leegstandsregister voor woningen en gebouwen.

9) verjaardag: het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de opnamedatum, zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt.

10) woning: elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande.

11) zakelijk gerechtigde: de houder van een van de volgende zakelijke rechten:

- de volle eigendom.

- het recht van opstal of van erfpacht.

- het vruchtgebruik.

 

Hoofdstuk 1. Leegstandsregistratie

 

Artikel 2: Bevoegdheid inzake opmaak, het beheer en de actualisering van het leegstandsregister

§ 1. De gemeente draagt in navolging van de overeenkomst inzake ondersteuning van het lokaal woonbeleid met IGO div, de bevoegdheid tot opmaak, het beheer en de actualisering van het gemeentelijk leegstandsregister over aan de dienstverlenende intergemeentelijke vereniging IGO.

Concreet betekent dit dat de door IGO div aangeduide personeelsleden, de registerbeheerders, belast worden met volgende taken:

a) de opsporing en vaststelling van leegstand: vermoedenslijst trekken uit het bevolkingsregister, uitzuiveren van deze lijst, uiterlijke schouwing, opstellen beschrijvend verslag en fotodossier, opvragen gegevens nutsbedrijven.

b) opmaak en ondertekening van het opnameattest.

c) de kennisgeving van de beslissing tot opname aan de zakelijk gerechtigde(n).

d) de opname van woningen / gebouwen in het leegstandsregister.

e) de beoordeling van de verzoeken tot schrapping uit het leegstandsregister.

f) de schrapping van woningen / gebouwen uit het leegstandsregister.

 

§ 2. Het college van burgemeester en schepenen blijft exclusief bevoegd voor de beroepen tegen de opname in het leegstandsregister, de beslissingen inzake het toekennen van vrijstellingen met betrekking tot de gemeentelijke leegstandsbelasting, de bezwaren tegen het aanslagbiljet en de beroepen tegen de beslissing over het verzoek tot schrapping.

 

Artikel 3: Leegstandsregister

§ 1. De registerbeheerder maakt een lijst met leegstaande woningen en gebouwen op die worden

opgenomen in het leegstandsregister.

§ 2. Elk register bevat minimum volgende gegevens:

a) het adres van de leegstaande woning of het leegstaande gebouw;

b) de kadastrale gegevens van de leegstaande woning of het leegstaande gebouw;

c) het nummer en de datum van het opnameattest;

De opnamedatum is de datum waarop de woning of het gebouw voor de eerste keer in het leegstandsregister wordt opgenomen. Als datum geldt de datum van opmaak van het opnameattest tot vaststelling van de leegstand.

§ 3. De opnamedatum is ook het referentiepunt om de verjaardag te bepalen.

 

Artikel 4: Registratie van leegstand

§ 1. De registerbeheerder spoort de leegstand op en maakt en een verslag op van de indicaties die de leegstand staven. De beoordeling van leegstand gebeurt op basis van één of meerdere objectieve indicaties zoals vermeld in de volgende lijst:

a) het ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister op het adres van de woning;

b) het ontbreken van aansluitingen voor nutsvoorzieningen of het vermoeden van een dermate laag verbruik van de nutsvoorzieningen dat een gebruik overeenkomstig de woonfunctie of het normale gebruik van het gebouw kan worden uitgesloten;

c) de vermindering van het kadastraal inkomen overeenkomstig artikel 15 van het wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992;

d) de aanvraag om vermindering van de onroerende voorheffing naar aanleiding van leegstand of improductiviteit;

e) indien het een gebouw betreft: het ontbreken van een vestigings-/ondernemingsnummer in de Kruispuntbank van Ondernemingen.

f) de toegang is geblokkeerd of verzegeld of wordt bemoeilijkt door obstakels, versperring en/of dichte begroeiing;

g) dichtgemaakte raam- en deuropeningen;

h) geen winddichtheid en/of waterdichtheid van het gebouw of de woning;

i) de woning/het gebouw bevat ernstige vernielingen;

j) structurele verbouwingswerkzaamheden;

k) het langdurig aanbieden van het gebouw of van de woning als “te huur” of “te koop”;

l) geblindeerde ramen;

m) langdurig neergelaten rolluiken en/of gesloten klapluiken;

n) ernstige uitwendige bevuiling;

o) afwezige, onbruikbare of overvolle brievenbus;

p) een bij de woning of het gebouw horende tuin die langdurig niet of slecht onderhouden is;

q) het niet of niet volledig bemeubeld zijn van de woning;

r) de vloeroppervlakte van het gebouw is voor meer dan 50% niet in gebruik.

§ 2. Een tweede verblijf dat niet als zodanig wordt gebruikt zal opgenomen worden in het leegstandsregister.

§ 3. Een woning of gebouw dat geïnventariseerd staat als verwaarloosd, kan eveneens opgenomen worden in het leegstandsregister en omgekeerd.

§ 4. Een woning die geïnventariseerd is als ongeschikt en/of onbewoonbaar, kan niet worden opgenomen in het leegstandsregister. Een woning die eerst is opgenomen in het leegstandsregister kan daarna ook worden opgenomen in de inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen.

 

Artikel 5: Kennisgeving van de registratie

§ 1. Elk opnameattest bevat volgende gegevens:

- het adres en de kadastrale gegevens van de leegstaande woning of het leegstaande gebouw;

- de identiteit en het adres van de zakelijk gerechtigde;

- het nummer en de datum van het opnameattest;

- de indicaties die de leegstand staven;

- een fotodossier.

§ 2. De zakelijk gerechtigde(n) worden per beveiligde zending in kennis gesteld van de beslissing tot opname in het leegstandsregister.

De kennisgeving bevat:

- het opnameattest met inbegrip van het beschrijvend verslag;

- informatie over de gevolgen van de opname in het leegstandsregister;

- informatie met betrekking tot de beroepsprocedure tegen de opname in het leegstandsregister;

- informatie over de mogelijkheid tot schrapping uit het leegstandsregister.

De beveiligde zending wordt gericht aan de woonplaats van de houder van het zakelijk recht. Is de woonplaats van een houder van het zakelijk recht niet bekend, dan wordt de beveiligde zending gericht aan zijn verblijfplaats. Is de verblijfplaats van een houder van het zakelijk recht niet bekend, dan wordt de beveiligde zending gericht aan het adres van de woning of het gebouw waarop het opnameattest betrekking heeft.

 

Artikel 6: Beroep tegen opname in het leegstandsregister

§ 1. Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand de dag van de beveiligde zending van het opnameattest, kan de zakelijk gerechtigde bij het college van burgemeester en schepenen beroep aantekenen tegen de beslissing tot opname in het leegstandsregister. Het beroepschrift moet ondertekend zijn en per beveiligde zending overgemaakt worden. Het dient minstens volgende gegevens te bevatten:

- identiteit en adres van de indiener;

- vermelding van het nummer van het opnameattest en het adres van de woning of het gebouw waarop het beroepschrift betrekking heeft;

- één of meer bewijsstukken die aantonen dat de woning of het gebouw niet leeg staat.

Als datum van het beroepschrift wordt de datum van de beveiligde zending gehanteerd.

Als het beroepschrift wordt ingediend door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat- stagiair.

§ 2. Aan de indiener van een beroepschrift wordt een ontvangstbevestiging verstuurd.

§ 3. Het beroepschrift is onontvankelijk als:

- het beroepschrift te laat is ingediend;

- het beroepschrift niet uitgaat van een zakelijk gerechtigde of zijn gemachtigde;

- het beroepschrift niet is ondertekend.

Als het beroep onontvankelijk is, wordt dat aan de indiener meegedeeld.

§ 4. Als het beroep ontvankelijk is, wordt de gegrondheid onderzocht. Dit kan gebeuren op basis van bijgevoegde stukken maar ook door een feitenonderzoek ter plaatse. Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot de woning of het gebouw geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.

§ 5. Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over het beroepschrift en betekent zijn beslissing aan de indiener binnen een termijn van negentig dagen, die ingaan op de dag na deze van de betekening van het beroepschrift.  De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend.

§ 6. Indien het beroep onontvankelijk of ongegrond verklaard wordt, is de opname van de woning of het gebouw in het leegstandsregister definitief. De datum van opname is de datum van het opnameattest.

 

Artikel 7: Schrapping uit het leegstandsregister

§ 1. De zakelijk gerechtigde kan een gemotiveerd verzoek tot schrapping richten tot de registerbeheerder. Dit verzoek bevat:

- de identiteit en het adres van de indiener;

- de vermelding van het nummer van de opnameattest en het adres van de woning of het gebouw waarop de vraag tot schrapping betrekking heeft;

- de bewijsstukken die aantonen dat het gebouw of woning geschrapt mag worden uit het leegstandsregister.

§ 2. Als datum van het verzoek wordt de datum van de aangetekende verzending gehanteerd.

§ 3. Een woning wordt uit het leegstandsregister geschrapt, als de zakelijk gerechtigde bewijst dat deze woning gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden wordt gebruikt in overeenstemming met haar functie. De datum van schrapping is de eerste dag van de aanwending overeenkomstig haar functie.

§ 4. Een gebouw wordt uit het leegstandsregister geschrapt als de zakelijk gerechtigde bewijst dat meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte overeenkomstig de functie aangewend wordt gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden. De datum van schrapping is de eerste dag van de aanwending overeenkomstig haar functie.

§ 5. Een gesloopte leegstaande woning of een gesloopt leegstaand gebouw wordt als onbestaande beschouwd en geschrapt uit het leegstandsregister van zodra de werken beëindigd zijn en alle puin van het perceel is verwijderd. Als schrappingsdatum geldt de datum van het oudste bewijsstuk dat de beëindiging van de sloopwerken en het geruimd puin kan verifiëren. De bewijslast ligt bij de zakelijk gerechtigde en kan op verschillende wijzen aangeleverd worden.

Als de zakelijk gerechtigde conform artikel 7 §1. geen bewijsstukken bij het gemotiveerd verzoek tot schrapping voegt, neemt de registerbeheerder de dag van melding van de sloop als schrappingsdatum na onderzoek ter plaatse dat de beëindiging van de sloopwerken en de ruiming van het puin bevestigt.

§ 6. Na onderzoek neemt de registerbeheerder een beslissing binnen een termijn van orde van  negentig dagen na ontvangst van het verzoek.

§ 7. Tegen de beslissing over het verzoek tot schrapping kan de zakelijk gerechtigde beroep aantekenen volgens de procedure, vermeld in artikel 6 § 1.

 

Hoofdstuk 2: Belastingen

 

Artikel 8: Belastingtermijn en belastbare grondslag

§ 1. Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het leegstandsregister.

§ 2. De belasting voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het leegstandsregister.

Zolang de leegstaande woning of het leegstaand gebouw niet uit het leegstandsregister is geschrapt en er geen lopende vrijstelling van de leegstandsbelasting is, is deze verschuldigd op het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden.

 

Artikel 9: Belastingplichtige

§ 1. Belastingplichtig is diegene die op het ogenblik van het verschuldigd worden van de belasting zakelijk gerechtigde is van de leegstaande woning of het leegstaand gebouw.

Als er meerdere zakelijk gerechtigden zijn, zijn deze hoofdelijk aansprakelijk voor de totale belastingschuld, dat wil zeggen dat het volledige bedrag van de belasting bij één van hen kan worden opgeëist.

§ 2. Bij overdracht van het zakelijk recht moet de overdrager de verkrijger op de hoogte brengen van de opname van het gebouw of woning in het leegstandsregister.

Daarnaast moet de overdrager van het zakelijk recht de gemeente per aangetekend schrijven een kopie van de notariële akte of een attest van de notaris bezorgen, binnen twee maanden na het verlijden van deze akte.

De kopie bevat minstens volgende gegevens:

1. naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel en de aard van het zakelijk recht dat wordt overgedragen;

2. datum van de akte, naam en standplaats van de notaris;

3. nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw, dit wil zeggen: het adres en kadastraal nummer van het overgedragen goed en de oppervlakte.

Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van het zakelijk recht als belastingplichtige beschouwd voor het eerstvolgende aanslagjaar.

 

Artikel 10: Tarief en berekening

§ 1. Als de woning of het gebouw een eerste termijn van twaalf opeenvolgend maanden in het leegstandregister is opgenomen, bedraagt de belasting:

1 300 euro voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw;

Als de woning of het gebouw een tweede opeenvolgende termijn van twaalf maanden in het leegstandsregister staat bedraagt de belasting:

2 600 euro voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw;

Als de woning of het gebouw een derde opeenvolgende termijn van twaalf maanden in het leegstandsregister staat bedraagt de belasting:

3 900 euro voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw; 

Als de woning of het gebouw een vierde en elke verdere termijn van twaalf opeenvolgende maanden in het leegstandsregister staat bedraagt de belasting:

5 200 euro voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw.

 

Artikel 11: Vrijstellingen

§ 1. Uitsluitend de vrijstellingen die opgesomd zijn in artikel 11 §4 van dit reglement worden toegepast en kunnen slechts aangevraagd worden via het daartoe bestemde aanvraagformulier, dat als bijlage aan dit reglement opgenomen werd. Dit aanvraagformulier wordt, vergezeld van de nodige bewijsstukken, per beveiligde zending bezorgd aan het college van burgemeester en schepenen.

§ 2. Een aanvraag van een vrijstelling via het aanvraagformulier vermeld in artikel 11 §1 moet het college van burgemeester en schepenen bereikt hebben voor het verstrijken van de eerste of een volgende termijn van twaalf maanden na datum van opname in het leegstandsregister. Eens de verjaardag van de opnamedatum is verlopen, kan er geen vrijstelling meer gevraagd worden voor die periode en zal de belasting verschuldigd zijn.

§ 3. Een aanvraag van een verlenging van een vrijstelling via het aanvraagformulier vermeld in artikel 11 §1 moet het college van burgemeester en schepenen bereikt hebben voor de verjaardag van de inventarisatie. Eens de lopende vrijstelling verstreken is, kan er geen verlenging van deze vrijstelling meer gevraagd worden.

§ 4. Op basis van volgende gronden kan een vrijstelling verleend worden:

1) De woning of het gebouw is vrijgesteld als de belastingplichtige minder dan twaalf maanden het zakelijk recht over het gebouw of de woning heeft. Deze vrijstelling geldt tot twee jaar na het verkrijgen van het zakelijk recht op deze woning of dit gebouw. Dit bewijs dient afgeleverd te worden door het voorleggen van een attest van de notaris waaruit blijkt vanaf welke datum de belastingplichtige eigenaar is geworden of door het voorleggen van de notariële akte.

2) De woning is vrijgesteld als minimum één belastingplichtige, zakelijk gerechtigde in een erkende ouderenvoorziening verblijft, of minstens voor één jaar werd opgenomen in een (psychiatrische) instelling of ziekenhuis. De belastingplichtige moet tot op het ogenblik dat hij/zij in de ouderenvoorziening, instelling of ziekenhuis opgenomen werd deze woning als officiële hoofdverblijfplaats gebruikt hebben en de woning mag niet tegelijk voorkomen op het leegstandsregister en het register verwaarloosde woningen en/of gebouwen. Een attest van verblijf in de ouderenvoorziening of instelling moet worden voorgelegd. Deze vrijstelling wordt toegekend voor een periode van drie jaar vanaf de opname in de voorziening.

3) De woning of het gebouw is vrijgesteld wanneer het gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan of geen voorwerp meer kan uitmaken van een omgevingsvergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld.

4) De woning of het gebouw is vrijgesteld wanneer het vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, voor zover kan worden aangetoond dat dit de rechtstreekse oorzaak is van de leegstand. Deze vrijstelling geldt gedurende een periode van drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging.

5) De woning of het gebouw is vrijgesteld wanneer het gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen omgevingsvergunning voor zover kan worden aangetoond dat de vergunning de gebreken betreft die aanleiding geven tot de leegstand. Deze vrijstelling geldt gedurende een termijn van drie jaar volgend op de datum van aflevering van de omgevingsvergunning.

6) De woning of het gebouw is vrijgesteld wanneer het gerenoveerd wordt zonder dat er een omgevingsvergunning vereist is voor zover kan worden aangetoond dat die renovatie de gebreken hersteld die aanleiding geven tot de leegstand. In dit geval moet er een renovatiedossier voorgelegd worden dat minstens de volgende elementen bevat:

a) een plan of tekening en enkele foto’s van de bestaande toestand van het te renoveren gedeelte;

b) een plan of tekening van de toestand na renovatie als deze verschillend is van a;

c) een overzicht van de niet vergunningsplichtige werken die uitgevoerd worden;

d) een raming van de kosten met de offertes en/of facturen van de reeds uitgevoerde werken en nog uit te voeren werken;

e) een gedetailleerd tijdschema dat aangeeft wanneer de werken uitgevoerd worden;

f) een akkoord van de mede-zakelijk gerechtigden (indien van toepassing)

De aanvrager geeft toelating om de woning of het gebouw en de geplande en uitgevoerde werken te controleren. De bevoegde overheid kan de aanvraag weigeren wanneer de bedoelde werken en investeringen onvoldoende zijn om één jaar te duren en/of wanneer de woning na de werken nog niet zou voldoen aan de normen van de Vlaamse wooncode.

Deze vrijstelling geldt per woning of gebouw voor een periode van één jaar en is tweemaal aaneensluitend verlengbaar voor telkens één jaar. Een eerste en tweede verlenging dient te worden aangevraagd voor het verstrijken van de lopende vrijstelling. De aanvrager voegt bij de verlengingsaanvraag:

a) één of meer facturen van maximum twaalf maanden oud die betrekking heeft of hebben op de uitgevoerde renovatiewerken;

b) in geval punt e) van bovenstaande paragraaf niet meer realiseerbaar is: een verantwoording waaruit blijkt dat de werken niet konden worden afgerond en een aangepast tijdsschema.

7) De woning of het gebouw is vrijgesteld wanneer een omgevingsvergunning afgeleverd werd voor sloopwerkzaamheden. Deze vrijstelling geldt gedurende een termijn van één jaar volgend op de datum van aflevering van de omgevingsvergunning en kan per woning of gebouw slechts één keer aangevraagd worden.

8) De woning of het gebouw is vrijgesteld als ze het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente of het OCMW verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel 90 van de Vlaamse Wooncode.

9) De woning of het gebouw is vrijgesteld wanneer deze reeds eerder is opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en/of gebouwen en er hiervoor een belasting verschuldigd is door de zakelijk gerechtigde conform het gemeentelijk belastingreglement.

10) De woning of het gebouw is vrijgesteld wanneer het beschermd is als monument, voor zover kan worden aangetoond dat dit de rechtstreekse oorzaak is van de leegstand. Deze vrijstelling geldt voor een periode van drie jaar vanaf de beslissing tot bescherming of vanaf de opname in het leegstandsregister en is eenmaal aansluitend verlengbaar voor een periode van twee jaar.

11) De woning of het gebouw is vrijgesteld wanneer het onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure. Deze vrijstelling geldt voor een periode van één jaar volgend op de aanvang van de onmogelijkheid tot daadwerkelijk gebruik. De vrijstelling kan telkens aansluitend met één jaar verlengd worden. De bewijslast hiervan ligt bij de belastingplichtige.

§ 5. De vrijstelling van belasting heeft geen impact op de opname van de woning of het gebouw in het leegstandsregister. De anciënniteit van opname in het leegstandsregister blijft doorlopen tijdens de periode van vrijstelling. Dit betekent dat wanneer de reden tot vrijstelling komt weg te vallen, de belasting zal worden berekend op basis van de opnamedatum.

 

Artikel 11: Inkohiering

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 12: Betalingstermijn

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 13: Bezwaar

§1. Binnen een termijn van drie maanden, te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet, kan de zakelijk gerechtigde bij het college van burgemeester en schepenen bezwaar aantekenen tegen de aanslag.

§2. Het bezwaarschrift wordt gedagtekend en per beveiligde zending of aangetekende brief overgemaakt. Het moet ondertekend en gemotiveerd zijn en dient minstens de volgende gegevens te bevatten:

- identiteit en adres van de indiener;

- verwijzing naar het opnameattest van leegstand en van het gebouw of de woning waarop het bezwaarschrift betrekking heeft;

- één of meer bewijsstukken die aantonen dat de aanslag ten onrechte zou gebeurd zijn.

§3. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding afgegeven binnen vijftien kalenderdagen na de indiening ervan.

 

Artikel 14: Toepasselijke wetgeving

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 zijn de bepalingen van titel VII (vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis van het wetboek van inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit wetboek van toepassing, voor zover zij niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

 

Artikel 15: Overgangsmaatregel

Vrijstellingen die toegekend zijn op basis van het leegstandsreglement van 24 april 2017 blijven geldig voor de looptijd bepaald in dat reglement.

 

Artikel 16:

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Goedkeuring gemeentelijk reglement voor de registratie en de belasting van verwaarloosde woningen en gebouwen - 2020-2025

 

Voorgeschiedenis

          De gemeenteraadsbeslissing van 25 juni 2018 houdende het gemeentelijk reglement voor de registratie van verwaarloosde woning en gebouwen.

          De gemeenteraadsbeslissing van 27 augustus 2019 waarin de gemeenteraad besliste om deel te nemen aan het project lokaal woonbeleid en om het projectvoorstel waarin de opmaak, opbouw, beheer en actualisering van het verwaarlozingsregister inbegrepen is door het intergemeentelijk samenwerkingsverband Wonen aan de Dijle Zuid van IGO div goed te keuren.

 

Feiten en context

          Omwille van de continuïteit is het noodzakelijk een nieuw reglement goed te keuren nu het bestaande reglement dat werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 25 juni 2018 afloopt op 31 december 2019.

          In het bestaande reglement van 25 juni 2018 werd het intergemeentelijk woonproject 'Wonen tussen Dijle en Velp' opgenomen. Gezien de vorming van de nieuwe cluster Wonen aan de Dijle Zuid is een aangepast reglement aan de orde.

          Dit reglement dient aangenomen te worden om de afbakening van verwaarlozing en de procedure tot vaststelling van verwaarlozing vast te stellen.

 

Juridische gronden

          Artikel 170, §4, van de Grondwet.

Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente

worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.

          Het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, in het bijzonder de artikelen 24 en 25 dat stelt dat gemeenten een register van verwaarloosde woningen en gebouwen kunnen bijhouden.

          Het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten.

          Het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode dat de gemeente aanstelt als coördinator en regisseur van het lokale woonbeleid.

          Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

          Artikel 40 §3 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglementen.

          Artikel 41, tweede lid, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van retributies en de voorwaarden ervan, is niet delegeerbaar aan het college van burgemeester en schepenen.

          Artikel 286 §1, 1° en artikel 287 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De reglementen worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de gemeente. De bekendmaking van de lijst van reglementen zoals bepaald in artikel 286 §1, 1° gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt en de datum waarop ze zijn aangenomen.

          Artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De gemeenteoverheid brengt de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking. Dit gebeurt op dezelfde dag als de bekendmaking van de reglementen op de webtoepassing van de gemeente.

          Het besluit van de Vlaamse regering van 16 november 2018 houdende de subsidiëring van intergemeentelijke projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid.

 

Argumentatie

          Het bestaande reglement zette de manier van werken voort van de Vlaamse Inventaris, die werkte met een technisch verslag met strafpunten voor verschillende categorieën van gebreken. De registratie hing af van de optelsom van een reeks strafpunten waarin ook minder ernstige gebreken (of randvoorwaarden) werden opgenomen.

          In het nieuwe reglement wordt de definitie van verwaarlozing vastgelegd. De woorden 'ernstig' en 'zichtbaar' zijn hierin opgenomen. Er zal gewerkt worden met een beschrijvend verslag waarin enkel de ernstige gebreken die op 'verval' duiden beschreven worden. Dit schept meer duidelijkheid voor de eigenaar én voor de gemeente. Een woning of gebouw kan pas van het register geschrapt worden als alle ernstige gebreken en tekenen van verval verwijderd zijn in plaats van dat herstel tot 18 punten gebeurt.

          Het gemeentelijk reglement registratie en belasting verwaarloosde woningen en gebouwen is aanvullend op het gemeentelijk reglement opmaak leegstandsregister en belasting op leegstaande woningen en gebouwen. De beschikbare woningen en gebouwen op het grondgebied van de gemeente moeten niet alleen gebruikt worden maar ook in goede staat blijven. Verwaarlozing leidt namelijk tot verloedering van de leef- en woonomgeving wat extra taken meebrengt voor de gemeente.

          De strijd tegen de verwaarloosde woningen en gebouwen zal maar een effect hebben als de opname in een verwaarlozingsregister ook leidt tot een belasting.

          De vrijstellingen van belasting die opgenomen zijn in dit reglement, sluiten het best aan bij de noden en het beleid van de gemeente.

          Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente.

 

Besluit

Na beraadslaging,

25stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Dirk Jacobs, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Werner Mertens, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Nele Demuynck, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Ilse Michiels, Ingrid Van Steenberge, Noëlla D'Hooghe, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Ellen De Rijck, Bart De Vos, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens en Stella Beckx

Enig artikel:

Het gemeentelijk reglement voor de registratie van en de belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen wordt als volgt vastgesteld en goedgekeurd:

 

Gemeentelijk reglement voor de registratie van en de belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen

 

Artikel 1: Begrippen

In dit reglement wordt verstaan onder:

1)      beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

          een aangetekend schrijven,

          een afgifte tegen ontvangstbewijs;

2)      gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2,1° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, zoals vermeld in artikel 24, 2° van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996;

3)      IGO div: de intergemeentelijke administratieve eenheid die door de gemeente is belast met de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het register verwaarlozing;

4)      opnamedatum: de datum waarop de woning of het gebouw opgenomen wordt in het verwaarlozingsregister;

5)      registerbeheerder: De door IGO div aangeduide personeelsleden die belast worden met volgende taken: de opsporing en vaststelling van verwaarlozing, de kennisgeving van de beslissing tot opname aan de zakelijk gerechtigde, de opname van woningen/gebouwen in het verwaarlozingsregister, de beoordeling van de verzoeken tot schrapping uit het verwaarlozingsregister, de schrapping van woningen/gebouwen uit het verwaarlozingsregister;

6)      verjaardag: het ogenblik waarop een nieuwe periode van twaalf maanden verstreken is sinds de opnamedatum, zolang de woning of het gebouw niet uit het verwaarlozingsregister is geschrapt;

7)      verwaarlozingsregister: het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen, vermeld in artikel 3 van dit reglement;

8)      woning: elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande;

9)      zakelijk gerechtigde: de houder van een van de volgende zakelijke rechten:

          de volle eigendom;

          het recht van opstal of van erfpacht;

          het vruchtgebruik.

 

Artikel 2:Bevoegdheid inzake de inventarisatie van verwaarlozing

De gemeente draagt in navolging van de overeenkomst inzake ondersteuning van het lokaal woonbeleid met IGO div, de bevoegdheid tot opmaak en opbouw van het verwaarlozingsregister over aan de dienstverlenende intergemeentelijke vereniging ‘IGO’. Concreet betekent dit dat de door ‘IGO div’ aangeduide personeelsleden, de registerbeheerders, belast worden met volgende taken:

1)      de opsporing en vaststelling van verwaarlozing: uiterlijke schouwing, opstellen beschrijvend verslag en fotodossier;

2)      opmaak en ondertekening van het opnameattest;

3)      de kennisgeving van de beslissing tot opname aan de zakelijk gerechtigde;

4)      de opname van woningen/gebouwen in het verwaarlozingsregister;

5)      de beoordeling van de verzoeken tot schrapping uit het verwaarlozingsregister;

6)      de schrapping van woningen/gebouwen uit het verwaarlozingsregister.

Het college van burgemeester en schepenen blijft exclusief bevoegd voor de beroepen tegen de opname in het verwaarlozingsregister en de beslissingen inzake het toekennen van vrijstellingen met betrekking tot de gemeentelijke verwaarlozingsheffing.

 

Hoofdstuk 1: Registratie van verwaarloosde woningen en gebouwen

 

Artikel 3: Verwaarlozingsregister

§1. Het door IGO div met de opsporing van leegstand belastte personeelslid, de registerbeheerder, houdt een register bij van verwaarloosde woningen en gebouwen.

§2. In het verwaarlozingsregister worden de volgende gegevens opgenomen:

1)      het adres van de verwaarloosde woning of het verwaarloosde gebouw,

2)      de kadastrale gegevens van de verwaarloosde woning of het verwaarloosde gebouw,

3)      de identiteit en het adres van alle houders van het zakelijk recht,

4)      het nummer en de datum van het opnameattest.

 

Artikel 4:Registratie van verwaarlozing

§1. Een gebouw, ongeacht of het dienst doet als woning, wordt beschouwd als verwaarloosd, wanneer het ernstige zichtbare en storende gebreken of tekenen van verval vertoont aan buitenmuren, voegwerk, schoorstenen, dakbedekking, dakgebinte, buitenschrijnwerk, kroonlijst of dakgoten.

Als ernstige zichtbare en storende gebreken en tekenen van verval worden beschouwd de gebreken die verder verval op korte termijn in de hand werken. Dit geldt in het bijzonder wanneer bij hoofd- en/of bijgebouw(en):

1)      de water- of winddichtheid is aangetast en/of

2)      de stabiliteit is aangetast en/of

3)      onderdelen dreigen los te komen en/of

4)      voorgaande gebreken met voorlopige of ontoereikende maatregelen werden verholpen.

§2. Een verwaarloosde woning of een verwaarloosd gebouw worden opgenomen in het verwaarlozingsregister aan de hand van een genummerd opnameattest waaraan minstens één foto wordt toegevoegd. Het opnameattest bevat een beschrijvend verslag met een opsomming van alle gebreken die aanleiding gaven tot de opname in het verwaarlozingsregister. De datum van de vaststelling is de datum van het opnameattest, en geldt eveneens als opnamedatum in het verwaarlozingsregister.

§3. Een woning die opgenomen is in de gewestelijke inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, kan eveneens opgenomen worden in het verwaarlozingsregister, en omgekeerd.

§4. Een woning die of een gebouw dat in het gemeentelijke leegstandsregister staat, kan eveneens opgenomen worden in het verwaarlozingsregister, en omgekeerd.

 

Artikel 5: Kennisgeving van de registratie

Alle houders van het zakelijk recht, zoals bekend bij de registratie van het Kadaster, de Registratie en de Domeinen, worden met een beveiligde zending in kennis gesteld van de beslissing tot opname in het verwaarlozingsregister.

De kennisgeving bevat:

1)      het opnameattest met het beschrijvend verslag,

2)      informatie over de gevolgen van de opname in het verwaarlozingsregister,

3)      informatie over de beroepsprocedure tegen de opname in het verwaarlozingsregister,

4)      informatie over het schrappingsverzoek uit het verwaarlozingsregister.

De beveiligde zending wordt gericht aan de woonplaats van de houder van het zakelijk recht. Is de woonplaats van een houder van het zakelijk recht niet bekend, dan wordt de beveiligde zending gericht aan zijn verblijfplaats. Is de verblijfplaats van een houder van het zakelijk recht niet bekend, dan wordt de beveiligde zending gericht aan het adres van de woning of het gebouw waarop het opnameattest betrekking heeft.

 

Artikel 6: Beroep tegen registratie

§1. Binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat de dag na de datum van de beveiligde zending vermeld in artikel 5, kan een houder van het zakelijk recht bij het college van burgemeester en schepenen beroep aantekenen tegen de beslissing tot opname in het verwaarlozingsregister. Het beroep wordt per beveiligde zending betekend. Het beroepschrift moet ondertekend zijn en moet minimaal volgende gegevens bevatten:

1)      de identiteit en het adres van de indiener,

2)      de vermelding van het nummer van het opnameattest en het adres van de woning of het gebouw waarop het beroepschrift betrekking heeft,

3)      de bewijsstukken die aantonen dat de opname van de woning of het gebouw in het verwaarlozingsregister ten onrechte is gebeurd. De registratie kan betwist worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed.

Als datum van het beroepschrift geldt de datum van de beveiligde zending.

Als het beroepschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de houder van het zakelijk recht, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

§2. De registerbeheerder stuurt aan de indiener van een beroepschrift een ontvangstbevestiging.

§3. Het beroepschrift is onontvankelijk als het niet is ingediend overeenkomstig de bepalingen in §1.

§4. Als het beroepschrift onontvankelijk is, deelt het college van burgemeester en schepenen dit onverwijld mee aan de indiener. Het indienen van een aangepast of nieuw beroep is mogelijk zolang de beroepstermijn van §1 niet verstreken is.

§5. Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling. Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met de opsporing van verwaarloosde gebouwen en woningen belaste personeelsleden.

§6. Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat op de dag na de betekening van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend.

§7. Als de beslissing tot opname in het verwaarlozingsregister niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de houder van het zakelijk recht onontvankelijk of ongegrond verklaard wordt, blijft de woning of het gebouw opgenomen in het verwaarlozingsregister.

§8. Wordt het beroep ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw geschrapt uit het verwaarlozingsregister.

 

Artikel 7: Schrapping uit het verwaarlozingsregister

§1. Een woning of een gebouw wordt geschrapt uit het verwaarlozingsregister wanneer de houder van het zakelijk recht bewijst dat alle gebreken die op korte termijn verder verval in de hand werken, zoals omschreven in artikel 4, §1 en zoals opgenomen in het beschrijvend verslag, hersteld zijn of verwijderd. In geval van sloop moet alle puin geruimd zijn.

De beëindiging van de staat van verwaarlozing kan aangetoond worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed. Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de registerbeheerder.

§2. Voor de schrapping uit het verwaarlozingsregister richt de houder van het zakelijk recht een ondertekend en gemotiveerd verzoek aan de registerbeheerder via beveiligde zending. Dit verzoek bevat:

1)      de identiteit en het adres van de indiener,

2)      de vermelding van het nummer van het opnameattest en het adres van de woning of het gebouw waarop de vraag tot schrapping betrekking heeft,

3)      de bewijsstukken overeenkomstig §1 die aantonen dat de woning of het gebouw geschrapt mag worden uit het verwaarlozingsregister.

Als datum van het schrappingsverzoek geldt de datum van de beveiligde zending.

Als het verzoek ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de houder van het zakelijk recht, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

De registerbeheerder onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het verwaarlozingsregister en neemt een beslissing binnen een termijn van 90 dagen na de ontvangst van het verzoek. De registerbeheerder brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending. Als de kennisgeving niet is gebeurd binnen de voorziene termijn, wordt het schrappingsverzoek geacht te zijn ingewilligd.

Wordt het verzoek ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw geschrapt uit het verwaarlozingsregister. De indieningsdatum van het schrappingsverzoek geldt als datum waarop de woning of het gebouw uit het verwaarlozingsregister wordt geschrapt.

Tegen de beslissing over het verzoek tot schrapping kan de houder van het zakelijk recht beroep aantekenen volgens de procedure, vermeld in artikel 6.

 

Hoofdstuk 2: Belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen

 

Artikel 8: Belastingstermijn en belastbare grondslag

§1. Er wordt voor de jaren 2020 tot en met 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden opgenomen zijn in het verwaarlozingsregister.

§2. De belasting is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat de woning of het gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden opgenomen is in het verwaarlozingsregister.

Zolang de woning of het gebouw niet is geschrapt uit het verwaarlozingsregister, blijft de belasting verschuldigd bij elke verjaardag van de opname.

 

Artikel 9: Belastingplichtige

§1. De belasting is verschuldigd door de houder van het zakelijk recht op de verwaarloosde woning of het verwaarloosd gebouw op de verjaardag van de opname.

§2. Indien er meerdere houders van het zakelijk recht zijn, zijn zij allen hoofdelijk gehouden tot betaling van de totale belastingschuld.

§3. Bij overdracht van het zakelijk recht moet de overdrager de verkrijger op de hoogte brengen van de opname van de woning of het gebouw in het verwaarlozingsregister.

Daarnaast moet de overdrager van het zakelijk recht de gemeente per beveiligde zending een kopie van de notariële akte of een attest van de notaris bezorgen, binnen twee maanden na het verlijden van deze akte. De kopie of het attest bevat minstens volgende gegevens:

1)      naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht, zijn eigendomsaandeel en de aard van het zakelijk recht dat wordt overgedragen;

2)      datum van de akte, naam en standplaats van de notaris;

3)      nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw, dit wil zeggen:  het adres en kadastraal nummer van het overgedragen goed en de oppervlakte.

Als de overdrager van het zakelijk recht nalaat deze kennisgeving te doen, wordt hij, in afwijking van artikel 9 §1, als belastingplichtige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.

 

Artikel 10: Tarief van de belasting

 

 

 

Bedrag

 

1. Als het gebouw of de woning een eerste termijn van twaalf opeenvolgende maanden in het register van verwaarlozing is opgenomen

 

 

€ 1 300

2. Als het gebouw of de woning een tweede opeenvolgende termijn van twaalf maanden in het leegstandsregister staat

 

 

€ 2 600

3. Als het gebouw of de woning een derde opeenvolgende termijn van twaalf maanden in het leegstandsregister staat

 

 

€ 3 900

4. Als het gebouw of de woning een vierde opeenvolgende termijn van twaalf maanden in het leegstandsregister staat

 

 

€ 5 200

 

Artikel 11: Vrijstellingen

§1. De houder van het zakelijk recht kan beroep doen op de hieronder vermelde vrijstellingen. Indien hij van een bepaalde vrijstelling gebruik wenst te maken moet hij zelf de nodige bewijsstukken voorleggen aan de registerbeheerder.

§2. Een aanvraag van een vrijstelling moet het college van burgemeester en schepenen bereikt hebben voor het verstrijken van de eerste of een volgende termijn van twaalf maanden na datum van opname in het verwaarlozingsregister. Eens de verjaardag van de opnamedatum is verlopen, kan er geen vrijstelling meer gevraagd worden voor de voorbije termijn en is de belasting verschuldigd .

§3 Een aanvraag van een verlenging van een vrijstelling moet het college van burgemeester en schepenen bereikt hebben voor het einde van de lopende vrijstelling. Eens de lopende vrijstelling verstreken is, kan er geen verlenging van deze vrijstelling meer gevraagd worden.

§4. Op basis van volgende gronden kan een vrijstelling verleend worden:

1)      De belastingplichtige die de verwaarloosde woning volledig en uitsluitend gebruikt als zijn hoofdverblijfplaats en die niet over een andere woning beschikt;

2)      De belastingplichtige die minder dan twaalf maanden het zakelijk recht over het gebouw of de woning heeft. Deze vrijstelling geldt tot twee jaar na het verkrijgen van het zakelijk recht op dit gebouw of deze woning. Dit bewijs dient afgeleverd te worden door het voorleggen van een attest van de notaris waaruit blijkt vanaf welke datum de belastingplichtige eigenaar is geworden of door het voorleggen van de notariële akte;

3)      Wegens overmacht, als de belastingplichtige aantoont dat de woning of het gebouw opgenomen blijft in het register van verwaarloosde woningen en gebouwen om redenen die onafhankelijk zijn van zijn wil. Die vrijstelling wordt verleend voor een termijn van één jaar, maar wordt jaarlijks verlengd als de overmacht aanhoudt;

4)      De woning of het gebouw is vrijgesteld wanneer het gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan of geen voorwerp meer kan uitmaken van een omgevingsvergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld;

5)      De woning of het gebouw is vrijgesteld wanneer het vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, voor zover kan worden aangetoond dat dit de rechtstreekse oorzaak is van de verwaarlozing. Onder een ramp wordt verstaan elke gebeurtenis die uiterlijk waarneembare schade veroorzaakt aan de woning of het gebouw, waardoor de bewoning van de woning of het gebruik van het gebouw geheel of ten dele onmogelijk wordt. Dit dient door de belastingplichtige met alle mogelijke bewijsvoeringen en verklaringen aangetoond te worden. Deze vrijstelling geldt gedurende een periode van drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging.

6)      De woning of het gebouw is vrijgesteld wanneer het gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen omgevingsvergunning voor zover kan worden aangetoond dat de vergunning de gebreken aanpakt die aanleiding geven tot de verwaarlozing. Deze vrijstelling geldt gedurende een termijn van drie jaar volgend op de datum van aflevering van de vergunning.

7)      De woning of het gebouw is vrijgesteld wanneer het gerenoveerd wordt zonder dat er een omgevingsvergunning vereist is voor zover kan worden aangetoond dat deze werken de gebreken aanpakt die aanleiding geven tot de verwaarlozing. In dit geval moet er een renovatiedossier voorgelegd worden dat minstens de volgende elementen bevat:

a)      een plan of tekening en enkele foto’s van de bestaande toestand van het te renoveren gedeelte;

b)      een plan of tekening van de toestand na renovatie als deze verschillend is van a;

c)       een overzicht van de werken die uitgevoerd worden;

d)      een raming van de kosten met de offertes en/of facturen van de reeds uitgevoerde werken;

e)      een gedetailleerd tijdschema dat aangeeft wanneer de werken uitgevoerd worden

f)        een akkoord van de mede-zakelijk gerechtigden (indien van toepassing)

De aanvrager geeft toelating om de woning of het gebouw en de geplande en uitgevoerde werken te controleren. De bevoegde overheid kan de aanvraag weigeren wanneer de bedoelde werken en investeringen onvoldoende zijn om twaalf maanden te duren en/of wanneer de woning na de werken nog niet zou voldoen aan de normen van de Vlaamse wooncode.

Deze vrijstelling geldt per woning of gebouw voor een periode van twaalf maanden en is tweemaal aaneensluitend verlengbaar voor telkens twaalf maanden. De aanvrager voegt bij de verlengingsaanvraag:

g)      één of meer facturen van maximum twaalf maanden oud die betrekking heeft of hebben op de uitgevoerde renovatiewerken

h)      in geval punt e. van bovenstaande paragraaf niet meer realiseerbaar is: een verantwoording waaruit blijkt dat de werken niet konden worden afgerond en een aangepast tijdsschema.

8)      De woning of het gebouw is vrijgesteld wanneer een omgevingsvergunning afgeleverd werd voor sloopwerkzaamheden. Deze vrijstelling geldt gedurende een termijn van twaalf maanden volgend op de datum van aflevering van de omgevingsvergunning en kan per woning of gebouw slechts één keer aangevraagd worden.

9)      Het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente of het OCMW verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel 90 van de Vlaamse Wooncode.

10)  De woning of het gebouw is vrijgesteld wanneer deze reeds eerder is opgenomen in het gemeentelijk register van leegstaande woningen en/of gebouwen en er hiervoor een gemeentelijke belasting verschuldigd is door de zakelijk gerechtigde conform het gemeentelijk belastingreglement.

11)  De woning of het gebouw is vrijgesteld wanneer het beschermd is als monument voor zover kan worden aangetoond dat dit de rechtstreekse oorzaak is van de verwaarlozing. Deze vrijstelling geldt tot drie jaar vanaf de beslissing tot bescherming of vanaf de opname op de inventaris en is eenmaal aansluitend verlengbaar met twee jaar. 

12)  De woning of het gebouw is vrijgesteld wanneer het onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure. Deze vrijstelling geldt gedurende een periode van één jaar volgend op de aanvang van de onmogelijkheid tot daadwerkelijk gebruik. Deze vrijstelling kan telkens voor een periode van één jaar verlengd worden. De bewijslast hiervan ligt bij de belastingplichtige.

§4. De vrijstelling van belasting heeft geen impact op de opname van de woning of het gebouw in het register van verwaarlozing. De anciënniteit van opname in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen blijft doorlopen tijdens de periode van vrijstelling. Dit betekent dat wanneer de reden tot vrijstelling komt weg te vallen, de belasting zal worden berekend op basis van de opnamedatum.

 

Artikel 12: Inkohiering

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 13: Betalingstermijn

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 14:Bezwaar tegen de belasting

§1. De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.

§2. De indiening en de behandeling van het bezwaar gebeurt volgens de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

Binnen een termijn van drie maanden, te rekenen vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet, kan de zakelijk gerechtigde bij het college van burgemeester en schepenen bezwaar aantekenen tegen de beslissing tot de belasting.

Het bezwaarschrift wordt gedagtekend en per beveiligde zending overgemaakt, ondertekend en gemotiveerd zijn en dient minstens de volgende gegevens te bevatten:

1)      identiteit en adres van de indiener;

2)      verwijzing naar de opnameattest van verwaarlozing en van het gebouw of de woning waarop het bezwaarschrift betrekking heeft;

3)      één of meer bewijsstukken die aantonen dat de aanslag ten onrechte gebeurd zou zijn.

De indiener van het bezwaarschrift ontvangt een ontvangstmelding binnen vijftien kalenderdagen na ontvangst van het bezwaarschrift.

Het college van burgemeester en schepenen doet een uitspraak over het bezwaar binnen een redelijke termijn.

 

Artikel 15: Toepasselijke regelgeving

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing, voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

 

Artikel 16: Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Goedkeuring gemeentebelasting op inzameling en verwerking van afval en gebruik van het recyclagepark – 2020-2025

 

Voorgeschiedenis

          De beslissing van de gemeenteraad van 31 januari 2013: Gemeentebelasting op ophaling en verwerking van afval en het gebruik van het containerpark.

          De beslissing van de gemeenteraad van 18 december 2017: Verlenen van een mandaat aan Ecowerf voor het innen van de contantbelastingen - goedkeuring

 

Feiten en context

          Omwille van de continuïteit is het noodzakelijk een nieuw reglement goed te keuren nu het bestaande reglement dat werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 31 januari 2013 afloopt op 31 december 2019.

          De gemeente verleende een mandaat aan Ecowerf om vanaf 1 januari 2018 de gedifferentieerde contantbelasting en de forfaitaire afvalbelasting (gemeentebelasting) in naam en voor de gemeente te innen.

 

Juridische gronden

          Artikel 170 §4 van de Grondwet.

Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.

          Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen.

          Het Materialendecreet van 23 december 2011, onder meer artikel 26: De gemeenten kunnen het innen van retributies en belastingen toevertrouwen aan een intergemeentelijk samenwerkingsverband.

          Artikel 40 §3 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglementen.

          Artikel 41, tweede lid, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van retributies en de voorwaarden ervan, is niet delegeerbaar aan het college van burgemeester en schepenen.

          Artikel 286 §1, 1° en artikel 287 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De reglementen worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de gemeente. De bekendmaking van de lijst van reglementen zoals bepaald in artikel 286 §1, 1° gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt en de datum waarop ze zijn aangenomen.

          Artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De gemeenteoverheid brengt de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking. Dit gebeurt op dezelfde dag als de bekendmaking van de reglementen op de webtoepassing van de gemeente.

 

Argumentatie

          De kosten voor de huis-aan-huisinzameling worden gedeeltelijk verhaald op de aanbieders via een gedifferentieerde contantbelasting.

          De kosten voor inzameling en verwerking van de op het recyclagepark aangebrachte afvalstoffen worden gedeeltelijk verhaald op de aanbieders via een gedifferentieerde contantbelasting. Deze contantbelasting wordt gedifferentieerd in functie van de fractie en het volume of het gewicht van de aangeboden afvalstoffen.

          De kosten voor de huis-aan-huisinzameling van het gewoon huisvuil, gft, zachte plastics en grofvuil (en het daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval) wegen zwaar door op de gemeentelijke financiën, terwijl er moet over gewaakt worden dat de gemeentelijke inkomsten en uitgaven in evenwicht zijn.

          Ook de kosten voor de uitbating van het gemeentelijk recyclagepark, - en meer in het bijzonder de hiermee verbonden kosten voor inzameling en verwerking van de daar aangeboden afvalstoffen -, wegen zwaar door op de gemeentelijke financiën.

          De gedeeltelijke verhaling van deze kosten op de vervuiler, volstaat niet om de gemeentelijke financiën in evenwicht te houden.

          Dergelijke gedifferentieerde contantbelasting in combinatie met de basisfinanciering vanuit de algemene middelen van de gemeente en een forfaitaire afvalbelasting, is een optimale invulling van het principe "de vervuiler betaalt".

          Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente.

 

Besluit

Na beraadslaging,

18stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Dirk Jacobs, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Werner Mertens, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Nele Demuynck, Frans Vansteenbeeck, Ilse Michiels, Noëlla D'Hooghe, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Ellen De Rijck, Bart De Vos en Stella Beckx

7stemmen tegen: Jeroen Janssens, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Ingrid Van Steenberge, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils en Farida Tierens

Artikel 1:

Met ingang van 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt een jaarlijkse contantbelasting gevestigd op het inzamelen en verwerken van diverse fracties huishoudelijk afval en met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen en voor het gebruik van het recyclagepark.

Artikel 2

De belasting is verschuldigd door:

1) De referentiepersoon van elk gezin als zodanig ingeschreven in de bevolkingsregisters of in het vreemdelingenregister op 1 januari.

2) De referentiepersoon van elk gezin die op het grondgebied van de gemeente om het even welke woning of woongelegenheid in gebruik heeft op 1 januari, hetzij tijdelijk, hetzij als tweede verblijf of zich het gebruik ervan voorbehoudt zonder nochtans ingeschreven te zijn in de bevolkingsregisters of in het vreemdelingenregister en die als dusdanig gekend zijn als afvalproducent gebruikmakend van container(s) voorzien van een elektronische gegevensdrager of toegang hebben tot het recyclagepark.

3) Ieder natuurlijk persoon en rechtspersoon die op 1 januari als hoofd- en of bijkomende activiteit op het grondgebied van de gemeente een commerciële, industriële, landbouw- of dienstverlenende activiteit uitoefent die gekend zijn als afvalproducent gebruik makend van container(s) voorzien van een elektronische gegevensdrager of toegang hebben tot het recyclagepark.

Artikel 3:

Het bedrag van de contantbelasting wordt vastgesteld op 55 euro per jaar en wordt hetzij in mindering gebracht van het Diftarsaldo, hetzij betaald na ontvangst van een betalingsuitnodiging. Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd en wordt ze een kohierbelasting.

Artikel 4:

De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd.

De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.

Artikel 5:

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dat wetboek van toepassing op de provincie- en gemeentebelastingen, voor zover zij niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

Artikel 6:

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Contantbelastingreglement voor de inzameling en verwerking van afval en daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval dit zowel voor de huis-aan-huisinzameling, inzameling op afroep, via sorteerstraten als de inzameling op het recyclagepark

 

Voorgeschiedenis

          Gemeenteraadsbesluit van 18 december 2017 contantbelastingreglement voor de inzameling en verwerking van het huishoudelijk afval en daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval dit zowel voor de huis-aanhuisinzameling, inzameling op afroep, via sorteerstraten als de inzameling op het recyclagepark

 

Feiten en context

          Op 24 november 2003 deed de gemeente beheersoverdracht aan EcoWerf voor de inzameling van de hiernavolgende fracties van het huishoudelijk afval : het gewoon huisvuil, gft, pmd, papier en karton en grofvuil (en het daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval). Tevens deed de gemeente beheersoverdracht aan de intergemeentelijke vereniging EcoWerf voor de uitbating van het gemeentelijke recyclagepark.

          De uitbating van het recyclagepark in de gemeente werd met ingang van 10 juni 2008 geautomatiseerd. Deze automatisering impliceert dat de bezoeker van het recyclagepark zal worden geïdentificeerd, dat zijn bezoek aan het recyclagepark zal worden geregistreerd, alsook zullen de aangevoerde gesorteerde huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen geregistreerd worden.

          De huis-aan-huisinzameling van het gewoon huisvuil en gft (en het daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval) werd met ingang van 16 april 2009 geautomatiseerd. Deze automatisering impliceert dat deze afvalfracties dienen te worden aangeboden in daartoe ter beschikking gestelde containers, voorzien van een elektronische gegevensdrager die toelaat de aanbieder te identificeren en dat het aangeboden afval wordt gewogen en geregistreerd.

          Vanaf 1 januari 2014 werden er nieuwe tarieven ingevoerd om de kostendekking te optimaliseren.

          Het tarief van pmd-zakken werd vanaf 1 januari 2015 verlaagd naar 0,15 euro per zak.

          Vanaf 1 juli 2016 werd het mogelijk om harde en zachte plastics (roze zak) aan te bieden op het containerpark.

          Plastics worden sinds 1 januari 2018 ook ingezameld in de roze zakken via de huis-aan-huis inzameling. Vanaf 1 januari 2018 werd het ook mogelijk zijn om via de DifTar-rekening te betalen in het Recyclagepark.

 

Juridische gronden

          Artikel 170 §4 van de grondwet
Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.

          Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

          Het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Materialendecreet)

          Artikel 40 §3 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast, waaronder de gemeentelijke

belasting- en retributiereglementen.

          Artikel 41, tweede lid, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het

vaststellen van de machtiging tot het heffen van retributies en de voorwaarden ervan, is niet

delegeerbaar aan het college van burgemeester en schepenen.

          Artikel 286 §1, 1° en artikel 287 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De reglementen worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de gemeente. De

bekendmaking van de lijst van reglementen zoals bepaald in artikel 286 §1, 1° gebeurt binnen tien

dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing

worden bekendgemaakt en de datum waarop ze zijn aangenomen.

          Artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De gemeenteoverheid brengt de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking.

Dit gebeurt op dezelfde dag als de bekendmaking van de reglementen op de webtoepassing van

de gemeente

          Het besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA), zoals gewijzigd.

          De bijlagen bij het Besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA), zoals gewijzigd, in het bijzonder bijlage 2 (lijst van afvalstoffen) en 5.1.4. (tarieven voor inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen).

          Het Uitvoeringsplan huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval van 16 september 2016.

          Het verslag van de advies- en inspraakreacties bij dit plan, goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 16 september 2016; (Dit uitvoeringsplan vervangt het plan ‘Milieuverantwoord beheer van huishoudelijke afvalstoffen’ en het plan ‘Gescheiden inzameling bedrijfsafval van kleine ondernemingen’).

          De omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit.

 

Argumentatie

          De kosten voor de uitbating van het gemeentelijk recyclagepark, - en meer in het bijzonder de hiermee verbonden kosten voor inzameling en verwerking van de daar aangeboden  afvalstoffen – en de kosten voor de huis-aan-huisinzameling van het gewoon huisvuil, gft, zachte plastics en grofvuil (en het daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval) , wegen zwaar door op de gemeentelijke financiën, terwijl er moet over gewaakt worden dat de gemeentelijke inkomsten en uitgaven in evenwicht zijn.

          De invoering van een gedifferentieerde contantbelasting laat de gemeente toe om het principe van “de vervuiler betaalt” toe te passen, om alzo prioriteit te verlenen aan het voorkomen van afval en slechts in tweede instantie het hergebruik en tenslotte de recyclage van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen te stimuleren.

          Gedifferentieerde contantbelasting in combinatie met de basisfinanciering vanuit de algemene middelen van de gemeente en een forfaitaire afvalbelasting, is een optimale invulling van het principe van “de vervuiler betaalt”.

          Er wordt naar gestreefd om de contantbelasting op het hergebruik, de recyclage, de nuttige toepassing en de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen (en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen) in de gemeenten zo optimaal mogelijk op elkaar af te stemmen.

          In 2015 werd binnen het werkingsgebied van EcoWerf volgende afspraken gemaakt:

          kostendekkingspercentage van 90% voor de inzameling huis-aan-huis

          kostendekkingspercentage van 25% voor de inzameling op de recyclageparken

          een driejaarlijkse evaluatie/herziening van de tarieven in functie van de kostendekking.

          Bij de kostendekkingsoefening, op basis van de cijfers van 2018, werd vastgesteld dat de kostendekking was gedaald onder het streefniveau. Een tariefaanpassing drong zich dan ook op, rekening houdend met twee belangrijke principes:

          de vervuiler betaalt

          binnen de door Vlarema opgelegde tariefvork

          De raad van bestuur van Ecowerf heeft, na input gevraagd te hebben van het Algemeen comité en vervolgens van alle gemeente-vennoten, op 26 juni 2019 beslist de tarieven aan te passen om de kostendekking te verhogen.

          Voor een efficiënte werking wordt aan de gemeenteraad voorgesteld om alle dienstverleningen die via de DifTar-rekening betaald kunnen worden, te groeperen in één reglement.

          Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente.

 

Besluit

Na beraadslaging,

18stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Dirk Jacobs, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Werner Mertens, Nele Demuynck, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Ilse Michiels, Ingrid Van Steenberge, Noëlla D'Hooghe, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Ellen De Rijck, Bart De Vos en Farida Tierens

1stem tegen: Heidi Pittomvils

6onthoudingen: Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Liesbet Serneels en Stella Beckx

Artikel 1:

Met ingang van 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt er in de gemeente een contantbelasting gevestigd voor de huis-aan-huisinzameling van het gewoon huisvuil, het pmd-afval, het gft-afval, de zachte plastics, grofvuil (en het daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval) en voor het ter inzameling en verwerking aanbieden van afvalstoffen die zijn toegelaten op het recyclagepark.

Voor de toepassing van onderhavig reglement wordt verstaan onder:

Aansluitpunt (ASP):

1) iedere entiteit (gebouw, infrastructuur of domein) op het grondgebied van de gemeente mét een

    woonfunctie, waarin een particulier huishouden gevestigd is dat op basis van inschrijving in het

    bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de gemeente zowel huisvuil, grofvuil, pmd, gft   

    en papier en karton ter inzameling kan aanbieden,
2) iedere entiteit (gebouw, infrastructuur of domein) op het grondgebied van de gemeente mét een   

    woonfunctie, waarin een particulier huishouden gevestigd is dat op basis van een machtiging van 

   de gemeente zowel huisvuil, grofvuil, pmd, gft en papier en karton ter inzameling kan aanbieden, en
3) iedere entiteit (gebouw, infrastructuur of domein) op het grondgebied van de gemeente waarin een

    instelling van openbaar nut, een school, een vereniging die deel uitmaakt van de gemeentelijke  

   cultuur-, sport- of jeugd-, senioren- of milieuraad, gevestigd is, die op basis van een machtiging van  

   de gemeente zowel huisvuil, grofvuil, pmd, gft en papier en karton ter inzameling kan aanbieden.

Sorteerstraat:

Een combinatie van twee duo- of vier mono-ondergrondse afvalcontainers ten behoeve van de inzameling van de fracties restafval, pmd, gft en papier & karton.

Ondergrondse container:

Ondergrondse afvalcontainer: een ondergronds inzamelrecipiënt, voorzien van een inwerpzuil met, afhankelijk van de aangeboden fractie een aangepaste inwerpopening. De container is voorzien van een elektronisch te openen deksel, enkel te openen bij aanbieding van een door EcoWerf gevalideerde toegangsbadge.

Toegangskaart:

Elektronische badge op naam van de referentiepersoon die bij aanbieding toegang verleent tot de sorteerstraat en/of het recyclagepark(en). De badge registreert de gebruiker en het volume of het gewicht van de aangeboden fractie. Elke gebruiker en bij uitbreiding ook de badge maakt deel uit van een door EcoWerf gedefinieerde gebruikersgroep.

Gebruikersgroep:

Een selectie van aansluitpunten die op basis van het domicilieadres geselecteerd worden, een elektronische toegangsbadge toegewezen krijgen en op deze wijze toegang krijgen tot een sorteerstraat en/of recyclagepark(en).

Aansluitpunt commercieel:

Iedere entiteit, met een maximale oppervlakte van 200 m² (gebouw, infrastructuur of domein) op het

grondgebied van de gemeente mét een commerciële functie, waarin beroeps activiteiten worden

ontplooit (vrij beroep, handel, zorgactiviteiten …) die op basis van de inschrijving in het

bevolkingsregister/handelsregister van de gemeente zowel huisvuil, grofvuil, pmd, gft en papier en

karton ter inzameling kan aanbieden.

De juiste oppervlakte van het commercieel aansluitpunt wordt vastgelegd hetzij op basis van de

goedgekeurde bouwvergunning, hetzij op basis van de afgesloten huurovereenkomst.

Aorta:

De databank waarin EcoWerf per gezin of per onderneming registreert:

          de relevante identificatiegegevens van het gezin of de onderneming en de referentiepersoon van het betrokken gezin of onderneming

          de relevante DifTar-gegevens inzake inzameling en verwerking van huishoudelijk afval en daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval, individueel en gedifferentieerd per afvalstroom, zodat ze afzonderlijk kunnen getarifeerd worden. De relevante gegevens zijn onder meer de aard van de aangeboden afvalstof, het gewicht ervan en het aantal afvalbewegingen.

Om toegang te krijgen tot de recyclageparken, moeten de gezinnen of ondernemingen op het grondgebied van de gemeente zich laten registreren in Aorta. De registratie kan gebeuren bij de bevoegde gemeentedienst. Voor zover de gegevens van het gezin zijn opgenomen in het rijksregister (via het bevolkings- of vreemdelingenregister) is er geen afzonderlijke registratie vereist, maar voert EcoWerf de registratie uit op basis van deze gegevens.

Voor elk gezin of elke onderneming zoals omschreven in dit reglement is een registratie verplicht en is er maximaal één registratie mogelijk.

Per gezin of per onderneming in het bedieningsgebied wordt er in Aorta een formulier aangemaakt. Het formulier omvat voor het gezin of de onderneming de vermelding van de referentiepersoon, het adres, een bankrekeningnummer, een detail van de diensten waarvan gebruik kan worden gemaakt, een rekenstaat, het rijksregisternummer of nummer van het vreemdelingenregister van de referentiepersoon, het ondernemingsnummer, en het EcoWerf-klantennummer. Er wordt geregistreerd of het formulier wordt aangemaakt voor een gezin, een tweede verblijf, een gemeenschap of voor een onderneming, vereniging, school, gemeentelijke overheid of andere overheid. Indien de referentiepersoon bereid is deze gegevens te verstrekken, vermeldt het formulier ook één telefoonnummer en een e-mailadres van het gezin of de onderneming.

Op basis van het bedrag van de rekenstaat in de databank en in functie van de beschikbare diensten wordt bepaald of er aan de belastingplichtige betalingsuitnodigingen verstuurd worden en of de belastingplichtige in de voorwaarden verkeert om dienstverlening inzake inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen en daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval te ontvangen.

De gegevens van Aorta kunnen door EcoWerf worden aangewend voor het versturen van betalingsuitnodigingen.

Wanneer er niet langer beroep wordt gedaan op enige dienst inzake verwerking van huishoudelijke afvalstoffen en daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval wegens verhuis of overlijden, en dit door de gemeente gemeld wordt aan EcoWerf, zal EcoWerf de toegangskaart blokkeren. Op vraag van de burger kan het eventuele onbestede tegoed op het rekeningnummer van de referentiepersoon terug betaald worden.

Referentiepersoon:

De meerderjarige persoon die in Aorta als referentiepersoon voor het gezin of de onderneming wordt

vermeld. Als de registratie gebeurt :

- voor een gezin, wordt van rechtswege de persoon die, volgens de opgave van het rijksregister, als

  referentiepersoon van het gezin, vermeld staat in het bevolkingsregister of vreemdelingenregister,   

  ook geregistreerd als referentiepersoon in de databank

- voor een onderneming is het een meerderjarige natuurlijke persoon die geacht wordt de

  onderneming rechtsgeldig te vertegenwoordigen.

DifTar-rekening:

De individuele rekening die per gezin of per onderneming in de databank wordt bijgehouden en

waarop afzonderlijk worden ingeschreven :

- de volgens dit reglement verschuldigde contantbelasting;

- de volgens dit reglement verschuldigde kohierbelasting;

De rekenstaat geeft op elk ogenblik getrouw weer wat de schuld of het tegoed is van het gezin of de

onderneming.

Huisvuil:

Alle afvalstoffen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding (en een

vergelijkbare bedrijfsactiviteit), die in het voorgeschreven recipiënt voor de huisvuilinzameling kunnen

geborgen worden, met uitzondering van papier en karton, textiel, glas, klein gevaarlijk afval, groente-,

fruit- en tuinafval (en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval) of groenafval, plastic flessen en

flacons, metalen verpakkingen en drankkartons (pmd) en andere verplicht in te zamelen selectieve

afvalstoffen.

Grofvuil:

Alle huishoudelijke afvalstoffen en voorwerpen die ontstaan door de normale werking van een

particuliere huishouding of ermee vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen en die omwille van de omvang, de

aard en/of het gewicht niet in het recipiënt voor de huisvuilinzameling kunnen worden aangeboden,

met uitzondering van: papier en karton, textiel, glas, kga (Klein Gevaarlijk Afval), gft (groenten, tuin–

en fruitafval) en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval, pmd, oude metalen, houtafval,

snoeihout en groenafval, afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA), autobanden,

steenachtige fracties van bouw - en sloopafval en andere selectief ingezamelde afvalstoffen.

Plastic flessen en flacons, Metalen verpakkingen en Drankkartons (pmd):

Plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen (inclusief kroonkurken) en drankkartons, ontstaan

door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare

bedrijfsactiviteit. De aangeboden plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons

mogen geen kga, glas, etensresten of andere afvalstoffen bevatten.

Papier en karton:

Alle dag-, week-, en maandbladen, tijdschriften en periodieken, reclamedrukwerk en ander drukwerk,

publicaties, telefoon- en faxgidsen, schrijfpapier, kopieerpapier, computerpapier, boeken en papieren

of kartonnen verpakkingen, die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding of

ermee gelijkgestelde bedrijfsafvalstoffen, met uitzondering van geolied papier of karton, papier met

waslaag, carbonpapier, vervuild papier, vervuilde papieren en kartonnen verpakkingen, papieren

voorwerpen waar kunststof of andere materialen in verwerkt zijn, kaarten met magneetbanden,

behangpapier, cement-, meststof- en sproeizakken e.d.

Groente-, Fruit- en Tuinafval (gft): Organisch composteerbaar afval zoals aardappelschillen,

schillen van citrus- of andere vruchten, groente- en fruitresten, doppen van noten, pitten, theebladeren, koffiedik en papieren koffiefilters, papier van keukenrol, vlees- en visresten, schaaldierresten (uitgezonderd mosselschelpen, oesterschelpen, ...), eieren en eierschalen, plantaardig keukenafval en etensresten, verwelkte snijbloemen en kamerplanten, onbehandeld hout, versnipperd snoeihout, haagscheersel, zaagmeel en schaafkrullen, mest van kleine huisdieren (cavia, konijn, ...) gazonmaaisel in kleine hoeveelheden, bladeren, onkruid en resten uit groente- en siertuin en die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of

uit een bedrijfsactiviteit die vergelijkbaar is met een huishouden.

Herbruikbare goederen:

Alle door de normale werking van een particuliere huishouding ontstane afvalstoffen die worden

aanvaard door het erkend Kringloopcentrum en geschikt kunnen worden gemaakt voor hergebruik,

zoals meubelen, kleding, kleine huisraad, boeken, elektronische informatiedragers, speelgoed, …

Textiel:

Alle niet verontreinigde kleding, huishoudlinnen, woningtextiel (gordijnen, overgordijnen, tafelkleden,

servetten…), beddengoed, schoeisel, handtassen en lederwaren ontstaan door de normale werking

van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit.

Frituurolie en afgelaten motorolie:

Alle soorten smeerolie en/of industriële olie, op minerale of synthetische basis ontstaan door de

werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit in het

bijzonder afgewerkte motorolie, frituurolie, met uitzondering van grote hoeveelheden motorolie, olie

met pcb’s of andere giftige stoffen.

Klein Gevaarlijk Afval (kga):

De afvalstoffen zoals opgesomd in artikel 5.2.2.1. van het VLAREMA.

Glas:

Hol glas en vlak glas ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of

daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteiten, ontdaan van dop, deksels en sluitingen, met uitzondering

van vuurvaste voorwerpen en hittebestendig glas, gewapend glas, kristal, opaal glas, rookglas,

autoruiten, plexiglas, gloeilampen, spaarlampen, tl-lampen, stenen, tegels, porselein, aardewerk,

beeldbuizen, e.d.

a) Hol Glas: alle flessen en bokalen.

b) Vlak glas: alle glazen voorwerpen zoals vensterglas ontdaan van inlijstingen, serreglas,  

    niet gewapend glas, die geen hol glas zijn.

Groenafval:

Organisch composteerbaar afval zoals plantenresten, haagscheersel, snoeihout, bladeren, organisch

afval uit parken en plantsoenen, boomstronken, gazon - en wegbermmaaisel en kerstbomen, ontstaan

door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare

bedrijfsactiviteit.

a) Snoeihout: Alle hout afkomstig van het normaal onderhoud van de tuin (met een diameter van

    minder dan 10 cm), haagscheersel.

b) Gras- en bladafval: Alle vers gazonmaaisel en bladeren afkomstig van normaal tuinonderhoud, met

    uitzondering van oud en rot gazonmaaisel en gras vermengd met grond.

c) Boomstronken: Alle boomstronken die na ontdaan te zijn van wortels en aarde kunnen worden

    ingezet in de groencompostering en/of kunnen worden verhakseld voor hergebruik.

Oude Metalen:

Alle ferro- en non-ferrometalen voorwerpen ontstaan door de normale werking van een particuliere

huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van ferro- en nonferroverpakkingen, kga en elektrische en elektronische toestellen.

Bouwafval:

Zuivere steenslag, betonblokken, versteende cement, gips, kalk, plaasterplaten (o.a. Gyproc), asbestcementplaten

(o.a. Eternit) , cellenbeton (o.a. Ytong), keramiek, asfalt van opritten, ontstaan door de

normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit,

met uitzondering van grote hoeveelheden bouwafval, beton vermengd met ijzer, glas, hout en/of

aarde.

a) Steenafval: Zuivere steenslag, (gewapend) beton, versteende cement, betonnen palen,… ontstaan

    door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare

    bedrijfsactiviteit, met uitzondering van vervuilde steenslag (bv. met grond), asfalt, keramiek, gips en

    kalk, cellenbeton, asbest, …

b) Keramiek: Alle keramiek ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of

    een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit zoals wc-potten, lavabo’s, tegels, stenen borden en

tassen, porselein, …, met uitzondering van steenafval.

c) Gips en kalk: Bouwafval uit gips en kalk zoals gipsplaten, kalk, gips, bezetsel … ontstaan door de

    normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit,

    met uitzondering van cement, stenen, asfalt, …

d) Cellenbeton: Alle schuimbeton ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding

    en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit.

e) Asbestcement: Alle voorwerpen uit gebonden asbest zoals eternieten golfplaten, schaliën, vlakke

    eterniet … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee

    vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van losse asbest, plastic golfplaten, …

Sloophout:

Alle zuiver afvalhout afkomstig van constructiewerken, bouwmaterialen, meubilair en grote

speeltuigen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee

vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van geïmpregneerde houtsoorten (tuinmeubelen),

hout vermengd met ijzer of glas, treinbilzen.

E.P.S.:

Zuiver wit piepschuim ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een

daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit met uitzondering van gekleurd piepschuim, verpakkingschips,

verpakkingspiepschuim afkomstig van voedingsmiddelen, vervuild piepschuim, styrofoamplaten,…

Zachte plastics:

Alle zuivere zachte plastics zoals zakjes, draagtassen, blisters (zonder aluminiumfolie),

(noppen)folies, kuipjes, vlootjes, (yoghurt)potjes, bloempotjes, plantentrays, speelgoed (zonder

batterijen of elektronica) en harde plastics kleiner dan een emmer van 10 liter, met uitzondering van

plastic flessen en flacons (pmd), klein gevaarlijk afval (siliconentubes, bussen van detergenten,

olievaten, verfpotten), piepschuim, (schuim)rubber, zwembandjes, zilverkleurige folies, pvc, touwen en

netten.

Harde plastics:

Alle zuivere harde plastics zoals deuren, rolluiken, buizen, dakgoten, tuinmeubelen, bloempotten,

plastic kleerhangers, speelgoed, wasmanden, emmers ... ontstaan door de normale werking van een

particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van plastic flessen en flacons (pmd), verpakkingen van gevaarlijke producten (kga), bouw- en isolatiematerialen, tuinslang, verpakkingen van voedings- waren, plastic blisters en straps, cd’s, dvd’s en videobanden (restafval), ...

Afgedankte elektrische en elektronische apparaten:

Apparaten die elektrische stromen of elektronische velden nodig hebben om naar behoren te kunnen

werken, en apparaten voor het opwekken, overbrengen en meten van die stromen en velden, die

onder een van de categorieën, vermeld in artikel 3.4.4.2 van het VLAREMA, vallen en die bedoeld zijn

voor gebruik met een spanning van maximaal 1000 volt bij wisselstroom en 1500 volt bij gelijkstroom.

Daarin zijn ook alle onderdelen, subeenheden en verbruiksmaterialen begrepen die deel uitmaken van het product op het moment dat het wordt afgedankt. De volgende apparaten vallen niet onder deze definitie: apparaten die deel zijn van andere elektrische apparatuur, apparatuur die verband houdt met de bescherming van de wezenlijke belangen van de veiligheid van lidstaten, wapens, munitie en oorlogsmateriaal, tenzij het gaat om producten die niet specifiek voor militaire doeleinden zijn bestemd, en grote, niet-verplaatsbare industriële installaties van elektrische en elektronische

gereedschappen en tuingereedschappen.

Kurk:

Alle afvalstoffen uit kurk, afkomstig van de normale werking van een particuliere huishouding en/of

een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, zoals stopsels, deksels, sluitingen, tegels,

wandbedekking, ….

Landbouwfolie:

Alle plasticfolie, zwart, grijs of wit, die in de landbouw gebruikt wordt om materialen af te dekken of te

verpakken met uitzondering van geperforeerde folie en tuinbouwfolie uit kassen en groeitunnels.

Recyclagepark:

Een bij toepassing van titel I van het VLAREM vergunde inrichting waar particulieren en eventueel ook

bedrijven onder toezicht op vastgestelde dagen en uren bepaalde gesorteerde huishoudelijke

afvalstoffen en eventueel met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare afvalstoffen bedrijfsafvalstoffen

kunnen deponeren.

Artikel 2:

De contantbelasting is verschuldigd door de gebruiker op basis van de kostprijs van de specifieke

dienstverlening en wordt aangerekend naar gelang de soort en de hoeveelheid of het gewicht van het

afval bij de huis-aan-huisinzameling dan wel de inzameling via het recyclagepark van het gewoon

huisvuil, gft, pmd, zachte plastics, snoeihout, grofvuil (en het daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval).

Artikel 3:

§ 1. DifTar huis-aan-huisinzameling

       De contantbelasting voor de huis-aan-huisinzameling in functie van de fractie en het gewogen   

       gewicht of het volume van de ter inzameling en verwerking aangeboden afvalstoffen bedraagt:

 

huisvuil en gft

40 liter

120 liter

240 liter

360 liter *

1.100 liter

huisvuil** (kg)***

0,28 €

0,28 €

0,28 €

0,28 €

0,28 €

gft (kg)***

0,18 €

0,18 €

0,18 €

0,18 €

0,18 €

huur / maand

0,84 €

0,84 €

1,66 €

2,47 €

4,58 €

huur kmo / maand

nvt

1,84 €

2,47 €

2,64 €

7,07 €

aanbieding huisvuil

0,55 €

0,55 €

1,10 €

1,65 €

5,59 €

voorrijkost op afroep voor huisvuil**

75 €

75 €

75 €

75 €

75 €

aankoop slot

25 €

25 €

25 €

25 €

25 €

* de 360L container kan niet afzonderlijk gehuurd worden. Deze worden alleen in een set van 3 stuks aangeboden als alternatief voor een 1100L container wanneer de 1100L container niet geledigd kan worden door het ingezette materieel van EcoWerf.

 

** inwoners die uitzonderlijk een hoeveelheid huisvuil wensen aan te beiden die groter is dan de gebruikte container kunnen tot 3 maal per jaar, mits een aanvraag minimaal 1 werkdag voor de ophaaldag, maximaal 6 zakken (maximaal 60l) aanbieden naast de container. Wanneer dit ontoereikend is kan men kiezen voor inzameling op afroep waarbij de voorrijkost wordt aangerekend. In beide gevallen wordt het huisvuil gewogen en aangerekend.

 

*** de gewichtsmeting is tot op 0,5 kg nauwkeurig.
 

pmd en zachte plastic

 

pmd (60 liter zak)

0,15 €/zak

zachte plastics (60 liter zak)

0,25 €/zak

 

grof vuil op afroep

 

voorrijkost op afroep

12,50 €

grof vuil per 0,5 m²

7,50 €

1-persoonsmatras/1-persoonsbed/zetel 1-zit/ stoel 2 stuks/ (tuin)tafel

7,50 €

2-persoonsmatras/2-persoonsbed/zetel 2-zit

15,00 €

zetel 3-zit

22,50 €

§ 2. DifTar-recyclagepark

       a) Gewichtspark

           De contantbelasting in functie van het gewicht van de ter inzameling en verwerking

           aangeboden afvalstoffen op het recyclagepark bedraagt:

 

 

particulier

kmo *

asbestcement, kga, aeea, papier en karton, oude metalen, piepschuim, glas, herbruikbare goederen, kurk,....

gratis

gratis

pmd

gratis aan te bieden in blauwe zak (€ 0,15)

gratis aan te bieden in blauwe zak (€ 0,15)

zachte plastics

gratis aan te bieden in een roze zak (€ 0,25)

gratis aan te bieden in een roze zak (€ 0,25)

grof vuil

0,28 €

0,28 €

gras en blad

0,18 €


aanbieding vanaf 1 oktober tot en met 31 december is gratis

0,18 €

harde plastics

0,08 €

0,12 €

sloophout

0,08 €

0,12 €

boomstronken

0,04 €

0,08 €

snoeihout

0,04 €

de aanvoer van de eerste 300 kg snoeihout is gratis

0,08 €

steenafval

0,04 €

0,08 €

cellenbeton

0,04 €

0,08 €

gips

0,04 €

0,08 €

keramiek

5,00 €

5,00 €

 

Vervanging toegangskaart

5,00 €

5,00 €

 

 

          Het minimaal aangerekende gewicht bedraagt 5 kg.

          De contantbelasting op het brengen van de hierboven vermelde afvalstoffen naar het recyclagepark (toegangstarief) wordt vastgesteld op € 1 per bezoek vanaf het 16de bezoek, ongeacht de wijze van aanbieding.

          De gemeente kan niet-inwoners voor een maximum duurtijd van drie maanden toegang verschaffen tot het recyclagepark mits betaling van een waarborg van 50 € aan de gemeente.

          Tarief grote hoeveelheden: vanaf een totale aanvoer op jaarbasis boven de 2.000 kg worden de KMO-tarieven van toepassing op de betrokken particulieren.

Artikel 4:

Indien het afval wordt aangeboden door een gezin dan is de belasting hoofdelijk verschuldigd door de referentiepersoon van het gezin en alle meerderjarige leden van het gezin die in de woongelegenheid van de referentiepersoon verblijven.

Indien het afval wordt aangeboden door een onderneming of vereniging dan is de belasting hoofdelijk verschuldigd door de referentiepersoon en de onderneming, zijnde iedere natuurlijke – of rechtspersoon die de onderneming uitmaakt of de leden van de vereniging, indien deze geen rechtspersoonlijkheid heeft. rechtspersoon die de onderneming uitmaakt of de leden van de vereniging, indien deze geen rechtspersoonlijkheid heeft.

Artikel 5:

§ 1. De personen die gebruik maken van de door de gemeente voorgeschreven containers zijn de   

       contantbelasting betreffende de inzameling en verwerking verschuldigd op het ogenblik dat de  

       kipbeweging van de container en het gewicht van het meegegeven afval door de ophaalwagen   

       wordt geregistreerd.

       De contantbelasting betreffende het gebruik van de container is maandelijks verschuldigd.

§ 2. Iedere gebruiker van een container dient vooraf een bedrag te storten op de DifTar-rekening en   

       dit in functie van de gebruikte containers:

 

aantal en type containers

voorschot

1 of meerdere 40l. of 120 l. containers

50,00 €

per container van 240 l.

100,00 €

per container van 1.100 l. of per set van 3 360 l. containers

500,00 €

§ 3. Bij elke registratie van een kipbeweging en het gewicht van het meegegeven afval of in geval van      

       sorteerstraat bij een gewichtsmeting, zal de contantbelasting zoals bepaald in artikel 3, in

       mindering worden gebracht van het vooraf betaald bedrag.

       De contantbelasting zal worden afgerond tot op 2 cijfers na de decimaal.

Artikel 6:

De belastingplichtigen kunnen genieten van sociale correcties die worden toegevoegd aan de DifTarrekening van het aansluitpunt indien een inwonende behoort tot volgende categorieën:

          Geboorte: 50 euro in het geboortejaar indien de ouder waarbij het kind wordt ingeschreven gedomicilieerd is in Rotselaar op de geboortedatum van het kind.

          Geadopteerd kind waarvan het kind nog niet de leeftijd van 1 jaar heeft bereikt en indien de ouder waarbij het kind wordt ingeschreven gedomicilieerd is in Rotselaar op het tijdstip van adoptie: 50 euro in het adoptiejaar.

          Onthaalmoeders op zelfstandige basis en privékinderkribbes: 50 euro per jaar. De toekenning gebeurt automatisch op basis van de erkenningslijsten van het Vlaams Agentschap Kind en Gezin.

          Medische redenen (incontinente personen, thuisdialysepatiënten, stomapatiënten): 50 euro per jaar. De toekenning gebeurt na jaarlijkse afgifte van een medisch attest van de behandelende huisarts waarin deze op eer verklaart dat de patiënt in een van deze categorieën valt. Deze attesten moeten jaarlijks ingediend worden bij de gemeente Rotselaar.

          Leefloners: 25 euro per jaar. De personen die gerechtigd zijn op een leefloon volgens het KB van 11 juli 2002 houdend het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie. Deze sociale correctie wordt automatisch verwerkt op basis van de lijst aangeleverd door het OCMW Rotselaar.

Artikel 7:

§ 1. Iedere referentiepersoon die geregistreerd staat in Aorta beschikt over een DifTar-rekening

       waarmee voor bepaalde dienstverleningen van EcoWerf betaald kan worden.

       Zodra het beschikbare bedrag lager is dan 10 euro wordt een  betalingsuitnodiging gestuurd naar    

       de referentiepersoon. Het aanzuiveren van de DifTar-rekening is mogelijk door betaling via 

       overschrijving of door betaling met Bancontact in het recyclagepark.

       De containers zullen niet meer geledigd worden of de sorteerstraat zal niet meer toegankelijk zijn       

       van zodra de vervaldatum van de herinnering is verlopen en het beschikbare bedrag lager is dan       

       nul euro.

Bij afmelding (verhuis, overlijden, …) wordt de DifTar-rekening gesloten en wordt het nog beschikbare bedrag teruggestort op rekeningnummer van de begunstigde, tenzij de begunstigde nog een openstaande schuld heeft aan de gemeente/stad. Een eindafrekening wordt afgeleverd aan de begunstigde.

§ 2. De personen die gebruik maken van pmd-zakken en zakken voor de inzameling van zachte 

       plastics (roze zak) zijn de contantbelasting verschuldigd bij de aankoop ervan op de door de

      gemeente vastgestelde plaats(en).

§ 3. Bij een DifTar gewichtspark is de contantbelasting verschuldigd door de bezoeker (particulier en

       KMO) die de afvalstoffen aanbiedt en is betaalbaar, na gewichtsbepaling, via de DifTar-rekening

       of met de betaalkaart (Bancontact).

Indien het saldo van de DifTar-rekening ontoereikend is en de vervaldatum van de herinnering nog niet verlopen is, zal de bezoeker van het recyclagepark hierop attent gemaakt worden en nog slechts één maal de mogelijkheid hebben om het tarief voor betalende fracties via de DifTar-rekening te betalen. In dit geval zal ook steeds gevraagd worden om de DifTar-rekening aan te zuiveren met een minimaal bedrag dat gelijk is aan de schuld.

Indien het saldo van de DifTar-rekening ontoereikend is en de vervaldatum van de herinnering is verlopen, zal bij de ingang gevraagd worden om de DifTar-rekening aan te zuiveren met een minimaal bedrag dat gelijk is aan de schuld. Indien het saldo niet wordt aangezuiverd zal hij/zij geen toegang krijgen tot het betalend gedeelte en zal de uitgang geweigerd worden met de vraag om het openstaande saldo aan te zuiveren. Men zal ook geen gebruik meer kunnen maken van de inzameling op afroep tot het saldo werd aangezuiverd.

Artikel 8:

Bij ontstentenis van betaling wordt de contantbelasting conform artikel 4, § 7 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen omgezet in een kohierbelasting.

Door de opname in een kohier verkrijgt de belasting vanaf dan alle kenmerken van een kohierbelasting, met inbegrip van een betalingstermijn van twee maanden en een bezwaartermijn van drie maanden vanaf de verzending van het aanslagbiljet.

De belasting is persoonsgebonden waardoor de gemeente de mogelijkheid heeft om gebruik te maken van het positief saldo op een ander particulier ASP betreffende dezelfde persoon/ referentiepersoon om het negatief saldo aan te zuiveren, alvorens over te gaan tot inkohiering.

Artikel 9:

De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger*  kan een bezwaar op afgiftebewijs indienen tegen deze contantbelasting bij het College van Burgemeester en Schepenen .

Het bezwaar moet op straffe van nietigheid schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de datum van de contante inning/aanrekening op de DifTar-rekening .

* Onder vertegenwoordiger wordt verstaan : de personen die speciaal gemachtigd zijn door de belastingschuldige, een advocaat, een rechthebbende van de belastingschuldige, evenals diegene die gemachtigd is om de belastingschuldige te vertegenwoordigen.

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding gestuurd, binnen vijftien kalenderdagen na indiening ervan.

Het bezwaar wordt behandeld volgens de bepalingen van artikel 9, § 4 en 5 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. De kennisgeving van de beslissing zal de instantie vermelden waarbij, en de termijn waarbinnen, er tegen de beslissing beroep kan aangetekend worden conform artikel 10 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

Een afschrift van de beslissing zal meegedeeld worden aan EcoWerf.

Artikel 10:

Deze belasting zal definitief zijn indien geen tijdige dan wel ontvankelijke bezwaren ingediend werden.

Artikel 11:

Vanaf zijn inwerkingtreding op 1 januari 2020, vervangt dit reglement het reglement: gemeenteraadsbesluit van 18 december 2017 contantbelastingreglement voor de inzameling en verwerking van het huishoudelijk afval en daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval dit zowel voor de huis-aan-huisinzameling, inzameling op afroep, via sorteerstraten als de inzameling op het recyclagepark

Artikel 12:

Gelast het college van burgemeester en schepenen met de uitvoering van dit besluit.  

 

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Goedkeuring retributiereglement op de verkoop van geventileerde afvalbakjes, composteerbare zakken, compostbakken, aanbouwmodules en compostvaten met beluchtingsstok - 2020-2025

 

Voorgeschiedenis

          De gemeenteraadsbeslissing van 31 januari 2013 - goedkeuring retributiereglement op de verkoop van geventileerde keukenafvalbakjes, composteerbare zakken, compostbakken, aanbouwmodules en compostvaten.

 

Feiten en context

          Het is noodzakelijk een nieuw reglement goed te keuren nu het bestaande reglement dat werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 31 januari 2013 afloopt op 31 december 2019.

          In het bestaande reglement staan de tarieven voor een houten compostbak en voor een compostvat met beluchtingsstok.

Er is echter nog maar weinig voorraad van de houten compostbakken. Eens de voorraad waarover de gemeente nog beschikt uitverkocht is, worden deze niet meer aangekocht.

          De gemeente zal dan ook overgaan tot de verkoop van compostbakken in kunststof die ook als aanbouwmodule bestaan. Deze bakken hebben een zeer lange levensduur.

 

Juridische gronden

          Artikel 40 §3 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglementen.

          Artikel 41, tweede lid, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van retributies en de voorwaarden ervan, is niet delegeerbaar aan het college van burgemeester en schepenen.

          Artikel 286 §1, 1° en artikel 287 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De reglementen worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de gemeente. De bekendmaking van de lijst van reglementen zoals bepaald in artikel 286 §1, 1° gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt en de datum waarop ze zijn aangenomen.

          Artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De gemeenteoverheid brengt de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking. Dit gebeurt op dezelfde dag als de bekendmaking van de reglementen op de webtoepassing van de gemeente.

 

Argumentatie

          Organisch afval vertegenwoordigt ongeveer 50 % van het huishoudelijk afval.

          Een groot deel van dit organisch afval kan tot compost worden verwerkt.

          De gemeente biedt hiertoe reeds jaren compostvaten met beluchtingsstok en compostbakken te koop aan.

          Om dit organisch afval gemakkelijk te verzamelen, biedt de gemeente ook geventileerde keukenafvalbakjes en composteerbare zakjes aan.

          Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente.

 

Besluit

Na beraadslaging,

21stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Dirk Jacobs, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Werner Mertens, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Nele Demuynck, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Ilse Michiels, Ingrid Van Steenberge, Noëlla D'Hooghe, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Ellen De Rijck, Bart De Vos, Farida Tierens en Stella Beckx

4onthoudingen: Jeroen Degent, Herwig Pierre, Liesbet Serneels en Heidi Pittomvils

Artikel 1:

Met ingang van 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie gevestigd op de verkoop van geventileerde keukenafvalbakjes, composteerbare zakjes, houten compostbakken (zolang de voorraad strekt), kunststof compostbakken, aanbouwmodules compostbakken in kunststof en compostvaten met beluchtingsstok.

Artikel 2:

Het bedrag van de retributie wordt als volgt vastgesteld:

1)      geventileerd keukenafvalbakje:€ 3

2)      per rol van 50 composteerbare zakjes:€ 3,50

3)      houten compostbak :€ 18

4)      kunststof compostbak:€ 56

5)      aanbouwmodule compostbak in kunststof:€ 40

6)      kunststof compostvat met beluchtingsstok:€ 30

Artikel 3:

De retributie dient contant te worden betaald door de koper bij de bestelling van de goederen vermeld in artikel 2.

Artikel 4:

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Goedkeuring belastingreglement op de afgifte van administratieve stukken - 2020-2025

 

Voorgeschiedenis

          De beslissing van de gemeenteraad van 27 augustus 2018 - Belastingreglement op de afgifte van administratieve stukken - aanpassing - goedkeuring

 

Feiten en context

          Omwille van de continuïteit is het noodzakelijk een nieuw reglement goed te keuren nu het bestaande reglement dat werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 31 januari 2013, en de laatste keer gewijzigd werd door de gemeenteraad op 27 augustus 2018 afloopt op 31 december 2019.

 

Juridische gronden

          Artikel 170 §4 van de Grondwet.

Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente

worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.

          Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de

geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen.

          Artikel 40 §3 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglementen.

          Artikel 41, tweede lid, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van retributies en de voorwaarden ervan, is niet delegeerbaar aan het college van burgemeester en schepenen.

          Artikel 286 §1, 1° en artikel 287 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De reglementen worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de gemeente. De bekendmaking van de lijst van reglementen zoals bepaald in artikel 286 §1, 1° gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt en de datum waarop ze zijn aangenomen.

          Artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De gemeenteoverheid brengt de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking. Dit gebeurt op dezelfde dag als de bekendmaking van de reglementen op de webtoepassing van de gemeente.

 

Argumentatie

          De gemeente is bevoegd om voor zijn inwoners voor de uitreiking te zorgen van verschillende administratieve stukken, onder meer identiteitskaarten, reispaspoorten, rijbewijzen, uittreksels van de akten van burgerlijke stand en allerhande getuigschriften.

          De aanmaak en de afgifte van deze administratieve stukken en het verstrekken van inlichtingen uit de registers geeft aanleiding tot kosten voor de gemeente.

          In bepaalde gevallen is het dan ook aangewezen om een gematigde gemeentebelasting te voorzien die de aanvrager dient te betalen bovenop de eventuele aanmaakkost die door een hogere overheid aan de gemeente wordt aangerekend.

          Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente.

 

Besluit

Na beraadslaging,

15stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Dirk Jacobs, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Werner Mertens, Nele Demuynck, Frans Vansteenbeeck, Ilse Michiels, Noëlla D'Hooghe, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Ellen De Rijck en Bart De Vos

3stemmen tegen: Jeroen Janssens, Ingrid Van Steenberge en Farida Tierens

7onthoudingen: Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils en Stella Beckx

Artikel 1:

Met ingang van 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt een gemeentebelasting gevestigd op de afgifte van administratieve stukken.

 

Artikel 2:

De belasting is verschuldigd door de personen of instellingen aan wie deze stukken door de gemeente op hun verzoek of ambtshalve worden uitgereikt.

 

Artikel 3:

Volgende tarieven zijn van toepassing:

 

1. Op de afgifte van een identiteitskaart van Belg wordt het bedrag van de gemeentebelasting, onafhankelijk van de aanmaakkosten, vastgesteld op:

10 euro voor een eerste identiteitskaart.

12 euro voor een duplicaat.

 

2. Op de afgifte van een verblijfstitel van een niet-EU vreemdeling en op de afgifte van een E-kaart of een F-kaart van een EU-onderdaan of zijn familielid wordt het bedrag van de gemeentebelasting, onafhankelijk van de aanmaakkosten, vastgesteld op:

10 euro voor een eerste vreemdelingenkaart.

12 euro voor een duplicaat.

 

3. Op de afgifte van een attest van immatriculatie: 2,5 euro.

 

4. Op de afgifte van een identiteitsbewijs aan een niet-Belgisch kind beneden de twaalf jaar wordt de gemeentebelasting vastgesteld op 2 euro. Het eerste identiteitsbewijs wordt kosteloos afgegeven.

 

5. Op de afgifte van reispaspoorten en reisdocumenten:

° voor de aanmaak van reispaspoorten voor Belgen en Belgen op doorreis – gewone procedure:

15 euro verhoogd met de aanmaakkosten van de Federale overheid.

° voor de aanmaak van reispaspoorten voor Belgen en Belgen op doorreis – spoedprocedure:

17 euro verhoogd met de aanmaakkosten van de Federale overheid.

° voor de aanmaak van reisdocumenten voor vluchtelingen, staatlozen en vreemdelingen die geen nationaal paspoort of reisdocument kunnen krijgen - gewone procedure:

15 euro verhoogd met de aanmaakkosten van de Federale overheid.

° voor de aanmaak van reisdocumenten voor vluchtelingen, staatlozen en vreemdelingen die geen nationaal paspoort of reisdocument kunnen krijgen - spoedprocedure:

17 euro verhoogd met de aanmaakkosten van de Federale overheid.

 

6. Op de afgifte van allerlei getuigschriften, uittreksels, eensluidend verklaringen, legalisaties handtekening, adresaanvraag,...:

5 euro voor een enig exemplaar.

2,5 euro voor elk exemplaar waarvan er gelijktijdig meerdere exemplaren worden afgeleverd.

 

7. Voor een huwelijkssluiting en de bijhorende afgifte van uittreksels uit de huwelijksakte:53 euro.

 

8. Op de afgifte van een slachtbewijs: 35 euro.

 

9. Op de afgifte van een voorlopig rijbewijs in bankkaartmodel, een rijbewijs in bankkaartmodel en de hernieuwing ervan, wordt het bedrag van de gemeentebelasting vastgesteld op 6 euro, verhoogd met de aanmaakkosten van de Federale overheid.

 

10. Voor het verzoek tot voornaamsverandering en de opmaak van de akte van voornaamsverandering wordt het bedrag van de gemeentebelasting vastgesteld op:

° 100 euro voor de aanvragen van Belgen en de als vluchtelingen of staatloze erkende personen die hun gewone verblijfplaats op het Belgische grondgebied hebben.

° 10 euro (10 procent van het gewone tarief) voor de aanvragen door transgenders.

 

11. Voor de aanvraag en de afgifte van nieuwe pin- en pukcodes wordt het bedrag van de gemeentebelasting vastgesteld op 12 euro.

 

Artikel 4:

De belasting is niet verschuldigd voor:

- De stukken welke krachtens de wet, een koninklijk besluit of een andere overheidsreglementering kosteloos door de gemeenten moeten afgeleverd worden.

- De stukken welke aan behoeftige personen worden afgegeven, de behoeftigheid wordt vastgesteld door elk overtuigend bewijsstuk.

- De machtiging met betrekking tot activiteiten, die als dusdanig reeds het voorwerp zijn van de heffing van een belasting of retributie ten behoeve van de gemeente.

- De machtigingen met betrekking tot godsdienstige of politieke demonstraties.

- De aanvragen in naam van door de gemeente erkende verenigingen.

- De mededelingen van de politie aan verzekeringsmaatschappijen van inlichtingen omtrent het gevolg dat gegeven wordt inzake verkeersongevallen op de openbare weg.

- De stukken die via e-loket, via e-mail, via brief of telefonisch worden aangevraagd en elektronisch worden ondertekend en afgegeven.

- De getuigschriften, uittreksels, legalisaties, vergunningen, enz. dienstig voor een sollicitatie van een persoon die als werkzoekende bekend staat. Hiertoe wordt een stempel aangebracht met de tekst: 'Enkel dienstig voor sollicitatie'.

- Geldigheidsverklaringen van aanvraagformulieren voor de aanvraag voor een reductiekaart voor grote gezinnen voor het openbaar vervoer.

- De uittreksels uit het Centraal strafregister voor vrijwilligers in het kader van de bewakingswetgeving.

- Reispaspoorten en reisdocumenten afgegeven aan kinderen jonger dan 18 jaar.

- De verzoeken tot voornaamstoevoeging door personen die een verzoek tot verkrijging van de Belgische nationaliteit hebben ingediend en geen voorna(a)m(en) hebben en dit willen verhelpen.

 

Artikel 5:

De belasting is niet toepasselijk op de afgifte van stukken welke krachtens de wet, een koninklijk besluit of een overheidsverordening reeds aan de betaling van een recht ten behoeve van de gemeenten onderworpen zijn.

 

Artikel 6:

Zijn van de belasting vrijgesteld: de gerechtelijke overheden, de openbare besturen en de daarmee gelijkgestelde instellingen, alsook de instellingen van openbaar nut, sociale verzekeringsfondsen en ziekenfondsen.

 

Artikel 7:

De belasting wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke aan contante inning wordt de belasting ingekohierd en wordt ze een kohierbelasting.

 

Artikel 8:

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Goedkeuring belastingreglement op de begraving, de uitstrooiing of de bijzetting in een columbarium of grondcolumbarium op de gemeentelijke begraafplaatsen voor een niet-inwoner en op de opgraving - 2020-2025

 

Feiten en context

          De gemeente Rotselaar heeft vier begraafplaatsen, namelijk te Rotselaar-centrum (Sint-Antoniusstraat, 3110 Rotselaar), Rotselaar-Heikant (Kerkhofstraat, 3110 Rotselaar) Wezemaal (Beninksstraat, 3111 Rotselaar) en Werchter (Jan Bolsstraat, 3118 Rotselaar).

          Omwille van de continuïteit is het noodzakelijk een nieuw reglement goed te keuren nu het bestaande reglement dat werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 31 januari 2013 afloopt op 31 december 2019.

 

Juridische gronden

          Artikel 170 §4 van de Grondwet.

Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.

          Artikel 4 van de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en de gemeenschappen.

In 2002 werd de bevoegdheid voor de begraafplaatsen en de lijkbezorging aan de gewesten overgedragen.

          Het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, hoofdstuk 1, afdeling 2.

Dit decreet regelt de inrichting van de gemeentelijke begraafplaatsen en de rol van de gemeenten bij de lijkbezorging van hun inwoners.

          Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen.

          Artikel 40 §3 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglementen.

          Artikel 41, tweede lid, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van retributies en de voorwaarden ervan, is niet delegeerbaar aan het college van burgemeester en schepenen.

          Artikel 286 §1, 1° en artikel 287 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De reglementen worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de gemeente. De bekendmaking van de lijst van reglementen zoals bepaald in artikel 286 §1, 1° gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt en de datum waarop ze zijn aangenomen.

          Artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De gemeenteoverheid brengt de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking. Dit gebeurt op dezelfde dag als de bekendmaking van de reglementen op de webtoepassing van de gemeente.

 

Argumentatie

          Wanneer niet-inwoners een beroep wensen te doen op een specifieke gemeentelijke faciliteit is het gerechtvaardigd hiervoor een substantiële bijdrage te vragen door middel van een belasting.

          Tevens is het gerechtvaardigd om in de belasting op de opgraving van een urne of een kist te differentiëren omwille van het verschil in de arbeidsintensiteit en in de hygiënische omstandigheden.

          Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente.

 

Besluit

Na beraadslaging,

15stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Dirk Jacobs, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Werner Mertens, Nele Demuynck, Frans Vansteenbeeck, Ilse Michiels, Noëlla D'Hooghe, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Ellen De Rijck en Bart De Vos

10onthoudingen: Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Jeroen Janssens, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Ingrid Van Steenberge, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens en Stella Beckx

Artikel 1:

Met ingang van 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt een gemeentebelasting gevestigd op de begraving, de uitstrooiing of de bijzetting in een columbarium of grondcolumbarium op de gemeentelijke begraafplaatsen voor een niet-inwoner en op de opgraving.

Artikel 2:

De belasting is verschuldigd door de persoon die de begraving, de uitstrooiing of de bijzetting in een columbarium of grondcolumbarium of de ontgraving aanvraagt.

Artikel 3:

Volgende tarieven zijn van toepassing:

1) voor de opgraving van een kist: 525 euro.

2) voor de opgraving van een urne: 70 euro.

3) voor de begraving van al dan niet veraste stoffelijke overblijfselen van niet-inwoners of voor de begraving van foetussen waarvan de ouders niet-inwoner zijn: 525 euro.

4) voor de bijzetting in een columbarium van veraste stoffelijke overblijfselen van niet-inwoners of veraste foetussen waarvan de ouders niet-inwoner zijn: 525 euro.

5) voor de uitstrooiing van veraste stoffelijke overblijfselen van niet-inwoners of veraste foetussen waarvan de ouders niet-inwoner zijn: 525 euro.

Artikel 4:

Worden vrijgesteld van de belasting:

1) de begraving, bijzetting of uitstrooiing van voor het vaderland gevallen militairen of burgers en ook de herbegraving in geval van verandering van bestemming van de begraafplaats.

2) de begraving of bijzetting in een concessie: de vrijstelling is beperkt tot de echtgenote of echtgenoot en de ascendenten en descendenten van de eerste graad.

3) de begraving, bijzetting of uitstrooiing van personen die tussen hun vijfentwintigste en vijfenzestigste levensjaar minstens 20 jaar ingeschreven waren in de gemeente.

4) de begraving, bijzetting of uitstrooiing van personen die minstens de helft van hun leven ingeschreven waren in de gemeente.

5) de begraving, bijzetting of uitstrooiing van personen die hun verblijfplaats in de gemeente hebben, maar omwille van hun statuut niet zijn ingeschreven in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister.

Artikel 5:

De belasting wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd en wordt ze een kohierbelasting.

Artikel 6:

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Goedkeuring retributiereglement op de graf-, columbarium- en urnenveldconcessies op de begraafplaatsen en op het plaatsen van een naam- of gedenkplaatje - 2020-2025

 

 

Feiten en context

          De gemeente Rotselaar heeft vier begraafplaatsen, namelijk te Rotselaar-centrum (Sint-Antoniusstraat, 3110 Rotselaar), Rotselaar-Heikant (Kerkhofstraat, 3110 Rotselaar) Wezemaal (Beninksstraat, 3111 Rotselaar) en Werchter (Jan Bolsstraat, 3118 Rotselaar).

          Omwille van de continuïteit is het noodzakelijk een nieuw reglement goed te keuren nu het bestaande reglement dat werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 31 januari 2013 afloopt op 31 december 2019.

 

Juridische gronden

          Artikel 4 van de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en de gemeenschappen.

In 2002 werd de bevoegdheid voor de begraafplaatsen en de lijkbezorging aan de gewesten overgedragen.

          Het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, hoofdstuk 1, afdeling 2. Dit decreet regelt de inrichting van de gemeentelijke begraafplaatsen en de rol van de gemeenten bij de lijkbezorging van hun inwoners.

          Artikel 40 §3 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglementen.

          Artikel 41, tweede lid, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van retributies en de voorwaarden ervan, is niet delegeerbaar aan het college van burgemeester en schepenen.

          Artikel 286 §1, 1° en artikel 287 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De reglementen worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de gemeente. De bekendmaking van de lijst van reglementen zoals bepaald in artikel 286 §1, 1° gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt en de datum waarop ze zijn aangenomen.

          Artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De gemeenteoverheid brengt de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking. Dit gebeurt op dezelfde dag als de bekendmaking van de reglementen op de webtoepassing van de gemeente.

 

Argumentatie

          De kostprijs voor een concessie staat in een redelijke verhouding tot de geleverde dienst.

          De kostprijs voor het plaatsen van een naamplaatje is afgestemd op de werkelijke kostprijs van dat naamplaatje.

          Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente.

 

Besluit

Na beraadslaging,

15stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Dirk Jacobs, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Werner Mertens, Nele Demuynck, Frans Vansteenbeeck, Ilse Michiels, Noëlla D'Hooghe, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Ellen De Rijck en Bart De Vos

10onthoudingen: Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Jeroen Janssens, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Ingrid Van Steenberge, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens en Stella Beckx

Artikel 1:

Met ingang van 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie gevestigd op de graf-, columbarium- en urnenveldconcessies op de gemeentelijke begraafplaatsen en het plaatsen van een naam- of gedenkplaatje op het gemeenschappelijk gedenkteken aan de strooiweide of op een grafsteen van de foetusweide.

Artikel 2:

De retributie is verschuldigd door de persoon die de graf-, columbarium en/of urnenveldconcessie aanvraagt of die om de plaatsing verzoekt van een een naam- of gedenkplaatje op het gemeenschappelijk gedenkteken aan de strooiweide of op een grafsteen van de foetusweide.

Artikel 3:

De retributie voor een concessie voor 50 jaar wordt vastgesteld als volgt:

1) een grafconcessie met kelder voor maximaal twee personen of voor één persoon en één of meerdere foetussen: 1.575 euro

2) een grafconcessie zonder kelder voor maximaal twee personen of voor één persoon en één of meerdere foetussen: 840 euro

3) een grafconcessie op de foetusweide voor één of meerdere foetussen: 420 euro

4) een columbariumconcessie voor maximaal twee personen: 840 euro

    of voor één persoon en één of meerdere foetussen: 840 euro

    of voor één of meerdere foetussen: 420 euro

5) een urnenveldconcessie voor maximaal twee personen of voor één persoon en één of meerdere foetussen: 840 euro

6) Uitgezonderd de grafconcessie met kelder, bedraagt het tarief van de graf-, columbarium-of urnenveldconcessie, die wordt aangevraagd voor een overleden kind jonger dan zeven jaar: 420 euro.

Artikel 4:

De retributie voor een hernieuwing van een concessie wordt vastgesteld als volgt:

1) een grafconcessie met kelder voor 25 jaar: 735 euro

2) een grafconcessie zonder kelder voor 25 jaar: 395 euro

3) een grafconcessie op de foetusweide voor 25 jaar: 195 euro

4) een columbariumconcessie voor 25 jaar: 395 euro

5) een urnenveldconcessie voor 25 jaar: 395 euro

6) Uitgezonderd de grafconcessie met kelder, bedraagt het tarief van de hernieuwing van de graf-, columbarium- of urnenveldconcessie, die wordt aangevraagd voor een overleden kind jonger dan zeven jaar: 195 euro.

Artikel 5:

De retributie voor het plaatsen van een naam- of gedenkplaatje op het gemeenschappelijk gedenkteken aan de strooiweide bedraagt 45 euro.

De retributie voor het plaatsen van een gedenkplaatje op een grafsteen van de foetusweide bedraagt eveneens 45 euro.

Artikel 6:

De retributie dient betaald te worden na ontvangst van de factuur, verstuurd door het gemeentebestuur, vóór de uiterste betaaldatum hierop vermeld.

Artikel 7:

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Goedkeuring retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein - 2020-2022

 

Voorgeschiedenis

          De beslissing van de gemeenteraad van 22 december 2016 houdende de goedkeuring van het retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein.

          De beslissing van de gemeenteraad van 24 april 2017 tot goedkeuring van de actualisatie van de Code voor infrastructuur- en nutswerken langs gemeentewegen.

 

Feiten en context

          Sedert verschillende jaren kunnen de gemeenten aan de distributienetbeheerder een retributie aanrekenen voor de hinder op het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan de nutsvoorzieningen.

          De afspraken hieromtrent werden vastgelegd in de Code voor infrastructuur- en nutswerken langs gemeentewegen die werd opgemaakt door een overlegplatform bestaande uit een delegatie van nutsbedrijven en een delegatie van gemeenten.

          Deze Code heeft tot doel een snelle en vlotte uitvoering van de werken te bevorderen om zo de hinder en de duur van de werken tot een minimum te herleiden.

          De Code werd recent geactualiseerd naar aanleiding van meer aandacht voor minder hinder, meer oog voor het totaalconcept en het gebruik van nieuwe e-instrumenten.

          Teneinde de opvolging voor de gemeentebesturen en de distributienetbeheerders tot een minimum te herleiden, wordt voorgesteld om voor de vergoeding van de hinder, alsook voor het compenseren aan de gemeenten van de te nemen acties in het kader van het optimaliseren van de coördinatie, te voorzien in een forfaitaire berekening en betaling van de retributievergoeding.

Deze forfaitaire retributie wordt driejaarlijks vastgelegd op basis van gegevens (sleuflengtes,

aantal aansluitingen, % overschrijdingen,...) uit de voorbije volle drie jaar. Concreet komt dit erop neer dat de gemeenten gedurende drie jaar eenzelfde bedrag aan de distributienetbeheerder aanrekenen voor de vergoeding van de hinder op hun grondgebied.

          Voor de jaren 2020, 2021 en 2022 komt dit neer op de volgende jaarlijkse bedragen:

- elektriciteit: € 28 346,08

- gas:   €   7 765,75

- kabel:  €          0,00

          Omwille van de continuïteit is het noodzakelijk een nieuw reglement goed te keuren nu het bestaande reglement dat werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 22 december 2016 afloopt op 31 december 2019.

 

Juridische gronden

          Artikel 40 §3 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglementen.

          Artikel 41, tweede lid, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van retributies en de voorwaarden ervan, is niet delegeerbaar aan het college van burgemeester en schepenen.

          Artikel 286 §1, 1° en artikel 287 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De reglementen worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de gemeente. De bekendmaking van de lijst van reglementen zoals bepaald in artikel 286 §1, 1° gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt en de datum waarop ze zijn aangenomen.

          Artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De gemeenteoverheid brengt de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking. Dit gebeurt op dezelfde dag als de bekendmaking van de reglementen op de webtoepassing van de gemeente.

 

Argumentatie

          De gemeente en de burgers worden voortdurend geconfronteerd met de plaatsing van en/of het onderhoud aan verschillende nutsvoorzieningen op het gemeentelijk grondgebied.

          Nutsvoorzieningen vergen werkzaamheden langs de gemeentelijke wegen en hebben aldus een impact op het openbaar domein.

          Op het vlak van onderhoud en herstellingen aan nutsvoorzieningen moeten er ook geregeld dringende werken worden uitgevoerd die verband houden met de continuïteit van de dienstverlening.

          Daarnaast zijn er een aantal werken zoals aansluitingswerken, herstellingen en andere kleine onderhoudswerken die omzeggens constant een impact hebben op het openbaar domein.

 

Besluit

Na beraadslaging,

24stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Dirk Jacobs, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Nele Demuynck, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Ilse Michiels, Ingrid Van Steenberge, Noëlla D'Hooghe, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Ellen De Rijck, Bart De Vos, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens en Stella Beckx

Artikel 1:

§1. Onderhavig retributiereglement gaat in vanaf 1 januari 2020 voor een termijn eindigend op 31  december 2022.

§2. Er wordt aan de eigenaar van elke nutsvoorziening een retributie aangerekend op de gemeentelijke dienstverlening en het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan permanente nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein, in uitvoering en met toepassing van de Code voor infrastructuur- en nutswerken langs gemeentewegen.

§3. Permanente nutsvoorzieningen zijn:

1) alle installaties (zoals kabels, leidingen, buizen,…), inclusief hun aanhorigheden (zoals kabel-, verdeel-, aansluit-, e.a. kasten, palen, masten, toezichts-, verbindings-, e.a. putten…) dienstig voor het transport van elektriciteit, gas, gasachtige producten, stoom, drink-, hemel- en afvalwater, warm water, brandstof;

2) telecommunicatie;

3) radiodistributie en kabeltelevisie;

4) de transmissie van enigerlei data, ongeacht of een privégebruiker al dan niet op die installaties kan aangesloten worden;

5) alle trein- en tramsporen die zich bevinden op de openbare weg worden eveneens aanzien als nutsvoorzieningen.

§4. De retributie is niet verschuldigd indien de werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voorafgaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd door de gemeente of indien het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de gemeente.

 

Artikel 2:

§1. De retributie naar aanleiding van sleufwerken is verschuldigd per dag en per m² voor alle sleufwerken. Zij bedraagt voor werken in rijwegen 2,14 euro/m² , voor werken in voetpaden 1,64 euro/m² en voor werken in aardewegen 0,99 euro/m². Op deze basisbedragen wordt, in analogie met de niet-periodieke tarieven, een indexatie toegepast.

§2. Een begonnen dag geldt voor een volledige dag.

Elk deel van een m² wordt als een volledige m² in rekening gebracht.

 

Artikel 3:

§1. Voor de hinder veroorzaakt door de dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken met een sleufoppervlakte van maximum 3 m², wordt per kalenderjaar een retributie geheven van 1 euro per op het grondgebied van de gemeente aanwezig aansluitingspunt.

§2. Ter compensatie van diverse heffingen en belastingen in hoofde van zowel de distributienetbeheerder als haar werkmaatschappij wordt een retributie voorzien van 0,50 euro per aanwezig aansluitingspunt op het grondgebied van de gemeente. Op deze basisbedragen wordt, in analogie met de niet-periodieke tarieven, een indexatie toegepast.

§3. Deze retributies zijn verschuldigd vóór het einde van ieder jaar. In dit kader doet iedere nutsmaatschappij vóór 15 december van ieder jaar opgave van het aantal aansluitingspunten op het grondgebied van de gemeente.

 

Artikel 4:

De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de facturen.

 

Artikel 5:

Dit reglement wordt na goedkeuring aan distributienetbeheerder Fluvius bezorgd.

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Goedkeuring retributiereglement uitvoering van werken ten laste van derden - 2020-2025

 

Feiten en context

          Het gemeentepersoneel van de technische uitvoeringsdienst dient soms werken uit te voeren die nodig zijn voor het verhelpen van verschillende toestanden veroorzaakt door derden.

          Het kan hierbij gaan om het ruimen van grachten op private eigendom, snoeien van overhangende takken omwille van de veiligheid, ….

          Dit kan gebeuren door eigen vaststellingen, op vraag van de politie of naar aanleiding van meldingen. In eerste instantie worden de eigenaars steeds gevraagd om deze werken zelf uit te voeren. Indien hier geen reactie op komt en/of er wordt geweigerd om deze werken zelf uit te voeren, kan er beslist worden om over te gaan tot het uitvoeren van deze werken door gemeentepersoneel.

          Het is wenselijk om de kosten van het personeel en van het gebruikte materieel te recupereren door middel van een retributie.

 

Juridische gronden

          Artikel 40 §3 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglementen.

          Artikel 41, tweede lid, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van retributies en de voorwaarden ervan, is niet delegeerbaar aan het college van burgemeester en schepenen.

          Artikel 286 §1, 1° en artikel 287 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De reglementen worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de gemeente. De bekendmaking van de lijst van reglementen zoals bepaald in artikel 286 §1, 1° gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt en de datum waarop ze zijn aangenomen.

          Artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De gemeenteoverheid brengt de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking. Dit gebeurt op dezelfde dag als de bekendmaking van de reglementen op de webtoepassing van de gemeente.

 

Argumentatie

          Wanneer het personeel van de gemeente werken moet uitvoeren om de veiligheid van de burgers te garanderen of om het gemeentelijk patrimonium te herstellen en/of vrij te maken, terwijl deze kosten eigenlijk door de veroorzaker van de schade en/of van de hinder zouden moeten gedragen worden, maar deze laatste dit weigert te doen, is het billijk om een retributie te vragen tot dekking van de door de gemeente gemaakte kosten.

          Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente.

 

Besluit

Na beraadslaging,

25stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Dirk Jacobs, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Werner Mertens, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Nele Demuynck, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Ilse Michiels, Ingrid Van Steenberge, Noëlla D'Hooghe, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Ellen De Rijck, Bart De Vos, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens en Stella Beckx

Artikel 1:

Met ingang van 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt ten bate van de gemeente een retributie gevestigd op de uitvoering van werken ten laste van derden.

Artikel 2:

Onder werken wordt verstaan:

- Het vrijmaken en herstellen van het gemeentelijk patrimonium (bvb. beschadiging voet/fietspad, overhangende takken, ruimen van grachten, ..).

- De van rechtswege noodzakelijke tussenkomsten van gemeentediensten.

- werken voor derden uitgevoerd door de gemeente als beheerder van het openbaar domein.

Artikel 3:

De retributie is verschuldigd door de aanvrager of door diegene die de oorzaak is van de noodzakelijke inzet van personeel en materieel.

Artikel 4:

De retributie wordt vastgesteld als volgt:

- uurloon arbeiders: 30 euro/uur

- uurloon administratief bediende: 42 euro/uur

- voertuigen met bestuurder (bestelwagens, tractor met toebehoren, klepelmaaier, vrachtwagen, graaf/laadcombinatie, ...): 85 euro/uur

- stort-, verwerkings- en milieukosten: volgens de overeenkomst met de verwerker.

- andere kosten: volgens kostprijs aangerekend door de leverancier aan de gemeente.

Artikel 5:

De retributie dient betaald te worden na ontvangst van de factuur verstuurd door het gemeentebestuur vóór de uiterste betaaldatum hierop vermeld.

Artikel 6:

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Goedkeuring retributiereglement voor administratie- en aanmaningskosten bij de invordering van openstaande schuldvorderingen - 2020-2025

 

Feiten en context

          De gemeente wenst een retributiereglement aan te nemen voor de kosten die door het bestuur zullen worden aangerekend bij de invordering van openstaande schuldvorderingen.

          De retributie heeft betrekking op de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen, fiscale schuldvorderingen en gemeentelijke administratieve sancties. De retributie en de procedure van de diverse openstaande schuldvorderingen wordt gelijklopend gemaakt.

 

Juridische gronden

          De wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties van 24 juni 2013.

          Artikel 40 §3 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglementen.

          Artikel 41, tweede lid, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van retributies en de voorwaarden ervan, is niet delegeerbaar aan het college van burgemeester en schepenen.

          Artikel 177, tweede en derde lid van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

De financieel directeur kan een dwangbevel uitvaardigen om onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen in te vorderen. Dat dwangbevel wordt betekend bij gerechtsdeurwaardersexploot. De hieraan verbonden kosten zijn volledig ten laste van de debiteur van de openstaande schuldvordering.

          Artikel 286 §1, 1° en artikel 287 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De reglementen worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de gemeente. De bekendmaking van de lijst van reglementen zoals bepaald in artikel 286 §1, 1° gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt en de datum waarop ze zijn aangenomen.

          Artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De gemeenteoverheid brengt de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking. Dit gebeurt op dezelfde dag als de bekendmaking van de reglementen op de webtoepassing van de gemeente.

 

Argumentatie

          De verzending van de schuldvorderingen wordt gedragen vanuit de algemene middelen. Wanneer de schuldenaar of belastingplichtige echter in gebreke blijft om de openstaande schuldvordering (tijdig) te betalen, kan niet opgelegd worden dat de gemeente, en onrechtstreeks andere belastingplichtigen, meebetalen voor de extra kosten die de invordering van de schuld vergt. In dat geval is de aanrekening van de bijkomende invorderingskosten op de schuldenaar aanvaardbaar. Conform het artikel 177, tweede lid van het decreet over het lokaal bestuur, kunnen die kosten zowel de loutere verzendingskost als een kost voor de administratieve opvolging van de betalingen omvatten. Daarvoor kan een forfaitair tarief vastgesteld worden.

          Belangrijk is dat de aangerekende tarieven voor betalingsaanmaningen redelijk zijn. Rekening houdende met de materiële kosten en personeelskosten, kan aangenomen worden dat een bedrag van 20 euro redelijk is. Sommige openstaande schuldvorderingen worden niet binnen de voorziene termijn betaald zodat de financieel directeur tot gedwongen invordering moet overgaan door het verzenden van aanmaningen. De opmaak en verzending van dergelijke aanmaningen legt een druk op de gemeentelijke administratie en dit zowel logistiek als financieel. Het getuigt van behoorlijk bestuur om diegenen die laattijdig de door hen verschuldigde sommen betalen, niet neutraal te behandelen en te laten bijdragen in de hieraan verbonden kosten. Hiertoe is het wenselijk dat laattijdige betalers die de gemeente verplichten om kosten te maken ten gevolge van nalatigheid, administratie- en aanmaningskosten aan te rekenen vanaf de aangetekende verzending van de tweede aanmaning.

          Om uniformiteit te hebben is het wenselijk dat de procedure voor de invordering van openstaande schuldvorderingen gelijklopend is tussen de fiscale ontvangsten, niet-fiscale ontvangsten en de gemeentelijk administratieve sancties evenals de aan te rekenen administratie- en aanmaningskosten.

De aanmaningsprocedure voorziet in volgende stappen:

1) eerste aanmaning (gewone zending).

2) tweede aanmaning (aangetekende zending).

3) opmaak van een dwangbevel dat betekend wordt bij gerechtsdeurwaardersexploot.

          Voor het verzenden van de eerste aanmaning is het billijk om nog geen kosten aan te rekenen gezien de mogelijkheid bestaat dat de persoon per abuis vergeten is te betalen of de schuldvordering niet ontvangen heeft. Voor de opmaak en verzending van een tweede aangetekende en gewone aanmaning, wordt, rekening houdende met de materiële kosten (papier- en portkosten ) en personeelskosten, een bedrag van twintig euro aangerekend.

          Volgens het decreet over het lokaal bestuur, kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen, geviseerd en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen, om onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen in te vorderen. Dat dwangbevel wordt betekend bij gerechtsdeurwaardersexploot. De hieraan verbonden kosten zijn volledig ten laste van de debiteur van de openstaande schuldvordering.

          In het antwoord van Vlaams Minister Liesbeth Homans op de parlementaire vraag nr. 207 van 15 januari 2018 wordt het aanrekenen van een bedrag van twintig euro voor betalingsaanmaningen, rekeninghoudend met materiële kosten en personeelskosten, als redelijk beschouwd.

 

Besluit

Na beraadslaging,

25stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Dirk Jacobs, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Werner Mertens, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Nele Demuynck, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Ilse Michiels, Ingrid Van Steenberge, Noëlla D'Hooghe, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Ellen De Rijck, Bart De Vos, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens en Stella Beckx

Artikel 1:

Met ingang van 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie geheven voor de administratie- en aanmaningskosten voor het verzenden van de betalingsherinneringen, zowel bij openstaande fiscale als niet-fiscale schuldvorderingen en gemeentelijk administratieve sancties.

Artikel 2:

De retributie is verschuldigd door de debiteur van de openstaande schuldvordering.

Artikel 3:

De retributie wordt als volgt vastgesteld:

1) voor de verzending van het aanslagbiljet, de schuldvordering, de GAS-boete, … : gratis.

2) voor de opmaak en verzending van een eerste aanmaning ( niet-aangetekend verstuurd ): gratis.

3) voor de opmaak en verzending van een tweede aanmaning ( aangetekend verstuurd), deze retributie is onmiddellijk opeisbaar met dezelfde vervaldatum als de hoofdsom : 20 euro.

4) voor de betekening van een dwangbevel: de kosten van de gerechtsdeurwaarder.

Artikel 4:

De administratie- en aanmaningskosten worden toegevoegd aan de openstaande schuldvordering.

Bij gedeeltelijke betaling zullen eerst de administratie- en aanmaningskosten aangezuiverd worden en vervolgens de openstaande schuldvordering (hoofdsom).

Artikel 5:

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Goedkeuring belastingreglement op de openbare markten - 2020-2025

 

Voorgeschiedenis

          De beslissing van de gemeenteraad van 16 december 2013 houdende goedkeuring van het belastingreglement op openbare markten.

 

Feiten en context

          De gemeente Rotselaar kent drie marktdagen:

- op dinsdagvoormiddag op het kerkplein te Rotselaar

- op vrijdagavond op het Werchterplein te Werchter

- op zaterdagvoormiddag op het Wezemaalplein te Wezemaal.

          Omwille van de continuïteit is het noodzakelijk een nieuw reglement goed te keuren nu het bestaande reglement dat werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 16 december 2013 afloopt op 31 december 2019.

 

Juridische gronden

          Artikel 170 §4 van de Grondwet.

Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente worden ingevoerd dan door een beslissing van hun raad.

          Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen.

          Het decreet van 24 februari 2017 betreffende de uitoefening en organisatie van ambulante handel.

          Artikel 40 §3 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast, waaronder de gemeentelijke belasting- en retributiereglementen.

          Artikel 41, tweede lid, 14° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van retributies en de voorwaarden ervan, is niet delegeerbaar aan het college van burgemeester en schepenen.

          Artikel 286 §1, 1° en artikel 287 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De reglementen worden bekendgemaakt op de webtoepassing van de gemeente. De bekendmaking van de lijst van reglementen zoals bepaald in artikel 286 §1, 1° gebeurt binnen tien dagen nadat ze genomen zijn, met vermelding van de datum waarop ze via de webtoepassing worden bekendgemaakt en de datum waarop ze zijn aangenomen.

          Artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

De gemeenteoverheid brengt de toezichthoudende overheid op de hoogte van de bekendmaking. Dit gebeurt op dezelfde dag als de bekendmaking van de reglementen op de webtoepassing van de gemeente.

          Het besluit van de Vlaamse regering van 21 april 2017 betreffende de uitoefening en organisatie van ambulante handel.

          Artikel 108 tot artikel 112 betreffende ambulante handel en markten van het uniform politiereglement van de BRT-zone van 18 december 2017.

 

Argumentatie

          Het organiseren van markten brengt zekere kosten van toezicht en schoonmaak met zich mee. Daarom is het, rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente, gepast om een belasting in te voeren op openbare markten.

 

Besluit

Na beraadslaging,

18stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Dirk Jacobs, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Werner Mertens, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Nele Demuynck, Frans Vansteenbeeck, Ilse Michiels, Noëlla D'Hooghe, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Ellen De Rijck, Bart De Vos en Stella Beckx

3stemmen tegen: Jeroen Janssens, Ingrid Van Steenberge en Farida Tierens

4onthoudingen: Jeroen Degent, Herwig Pierre, Liesbet Serneels en Heidi Pittomvils

Artikel 1:

Met ingang van 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt een gemeentebelasting gevestigd op de openbare markten.

Artikel 2:

Is onderworpen aan dit belastingreglement, de verkoop of het te koop aanbieden van alle waren of goederen en, in het algemeen, van gelijk welke voorwerpen op openbare markten of op een standplaats op de openbare weg. De bepaalde en bestendige standplaatsen worden, na schriftelijke aanvraag, toegewezen door het college van burgemeester en schepenen.

Artikel 3:

De belasting is verschuldigd door de leurder die zijn beroep uitoefent op de openbare markten en er een standplaats bezet of die een regelmatige standplaats inneemt op de openbare weg.

Artikel 4:

Voor alle markten in Rotselaar of voor andere regelmatige standplaatsen is er een standplaatsvergoeding verschuldigd per leurder van 157,50 euro per jaar en 31,50 euro voor het gebruik van elektriciteit. Per begonnen maand zijn er zoveel twaalfden te betalen als er nog maanden zijn in datzelfde jaar.

Voor de standplaatsen die niet het voorwerp zijn van een abonnement dient men per marktdag 16 euro standgeld te betalen.

Artikel 5:

De belasting wordt betaald door middel van een overschrijving op de bankrekening van het gemeentebestuur ten laatste een maand na ontvangst van de betalingsuitnodiging. Deze belasting is een contantbelasting. Bij gebreke aan betaling wordt de belasting ingekohierd en wordt ze een kohierbelasting.

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Goedkeuring belastingreglement op kermisstanden - 2020-2025

 

-

 

Besluit

Dit punt wordt ingetrokken.

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Autonoom gemeentebedrijf Rotselaar - goedkeuring statutenwijziging en gecoördineerde statuten

 

Voorgeschiedenis

          Het besluit van de gemeenteraad van 24 maart 2013 houdende de goedkeuring van de statutenwijziging van het autonoom gemeentebedrijf van Rotselaar. Dit besluit werd goedgekeurd bij ministerieel besluit van 14 juli 2017. De wijziging werd op 7 augustus 2014 bekend gemaakt in het Belgisch staatsblad.

          Het besluit van het autonoom gemeentebedrijf Rotselaar van 16 december 2019 houdende het voorstel tot wijziging van de statuten.

 

Feiten en context

          De statuten van het autonoom gemeentebedrijf Rotselaar worden aangepast naar aanleiding van de invoering de bepalingen van het decreet over het lokaal bestuur.

 

Juridische gronden

          De artikelen 231 tot en met 244 van het decreet over het lokaal bestuur

Deze artikelen bepalen de regels met betrekking tot het autonoom gemeentebedrijf.

Artikel 233 van het decreet lokaal bestuur bepaalt dat de wijzigingen in de statuten worden aangebracht bij beslissing van de gemeenteraad, op voorstel van de raad van bestuur van het autonoom gemeentebedrijf.

 

Argumentatie

          Door de invoering van het decreet lokaal bestuur is het noodzakelijk dat de statuten van het autonoom gemeentebedrijf Rotselaar aangepast worden.

 

Besluit

Na beraadslaging,

25stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Dirk Jacobs, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Werner Mertens, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Nele Demuynck, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Ilse Michiels, Ingrid Van Steenberge, Noëlla D'Hooghe, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Ellen De Rijck, Bart De Vos, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens en Stella Beckx

Artikel 1:

Artikel 2 van de statuten wordt vervangen door volgende tekst:

 

'Het bedrijf is onderworpen aan het decreet over het lokaal bestuur, aan de andere toepasselijke wetten, decreten en besluiten, aan deze statuten en aan de beheersovereenkomst(en) voor zover zij niet van voornoemde regelen afwijken.'

 

Artikel 2:

Artikel 3 van de statuten wordt vervangen door volgende tekst:

 

'§1. Onderhavige statuten worden gepubliceerd via de webtoepassing van de gemeente.

 

§2. Op voorstel of na advies van de raad van bestuur kan de gemeenteraad de statuten van het bedrijf wijzigen.

 

De statutenwijziging wordt op dezelfde wijze bekendgemaakt als de oprichtingsbeslissing en de statuten. De volledig gecoördineerde tekst van de statuten wordt gepubliceerd via een webtoepassing van de gemeente.'

 

Artikel 3:

Artikel 6 §4 van de statuten wordt opgeheven.

 

Artikel 4:

Artikel 9 §1, tweede lid van de statuten wordt vervangen door volgende tekst:

 

'De beheersovereenkomst, evenals elke verlenging, wijziging, schorsing of ontbinding ervan, wordt via een webtoepassing van de gemeente openbaar gemaakt.'

 

Artikel 9 §2 van de statuten wordt opgeheven.

 

In artikel 9 §3 van de statuten wordt de zin 'Hiertoe zal door de raad van bestuur een verslag omtrent de beheersovereenkomst worden opgemaakt.' vervangen door volgende zin:

 

'Deze evaluatie gebeurt in de jaarrekening en naar aanleiding van het advies van de gemeenteraad over de jaarrekening.'

 

Er wordt een nieuwe paragraaf toegevoegd aan artikel 9:

 

'§6. In de mate dat het bedrijf geen eigen regels heeft vastgesteld voor het aangaan van verbintenissen, de kredietbewaking, de wetmatigheidscontrole of de ondertekening van de girale betalingsorders, is art. 234, §2 van het Decreet over het lokaal bestuur van toepassing.”.

 

Artikel 5:

Artikel 10 van de statuten wordt vervangen door volgende tekst:

 

'Het bedrijf wordt bestuurd door een raad van bestuur en een directiecomité.

 

De vergaderingen van de raad van bestuur en het directiecomité zijn niet openbaar.

 

De leden van de raad van bestuur, de leden van het directiecomité en de gemeenteraadsleden hebben toegang tot de notulen van de raad van bestuur en het directiecomité via het elektronisch systeem voor vergaderbeheer.

 

Het bedrijf is onderworpen aan dezelfde verplichtingen inzake formele motivering en openbaarheid van bestuur die gelden voor de gemeente.

 

Een lijst met besluiten van de raad van bestuur wordt via een webtoepassing van de gemeente gepubliceerd. Die webtoepassing vermeldt ook de wijze waarop het publiek inzage kan krijgen in de notulen van de raad van bestuur en van het directiecomité.'

 

Artikel 6:

In artikel 11 §4 worden de woorden 'gemeentesecretaris' vervangen door 'algemeen directeur'. Tevens wordt het woord 'gemeentedecreet' vervangen door 'decreet over het lokaal bestuur'.

 

Artikel 7:

Artikel 14 wordt aangevuld met volgende zin: 'De secretaris kan zich laten vervangen door een door de secretaris aangeduid personeelslid van het bedrijf of van de gemeente.'

 

Artikel 8:

In artikel 15 worden de woorden 'per brief, fax, elektronisch of op een andere schriftelijke wijze verzonden' vervangen door de woorden 'middels het elektronisch systeem vergaderbeheer bekend gemaakt.'

 

Artikel 9:

In artikel 19 wordt volgende zin toegevoegd:

 

'Er wordt geen zittingsverslag van de vergaderingen van de raad van bestuur opgesteld.'

 

Artikel 10:

In artikel 21 worden na de woorden 'het vaststellen van tariefreglementen', de woorden 'uitgezonderd het bepalen van individuele tarieven' toegevoegd.

 

Artikel 11:

 

Artikel 22 wordt aangevuld met volgende zin: 'Indien het bedrijf eigen personeelsleden tewerkstelt, beschikt het bedrijf over een eigen arbeidsreglement.'

 

Artikel 12:

Artikel 27 wordt aangevuld met volgende zin: 'De secretaris kan zich laten vervangen door een door de secretaris aangeduid personeelslid van het bedrijf of van de gemeente.'

 

Artikel 13:

Aan artikel 30 van de statuten wordt volgend lid toegevoegd:

 

'Er wordt geen zittingsverslag van de vergaderingen van het directiecomité opgesteld.'

 

In artikel 30 wordt de zin 'Een afschrift ervan wordt ter informatie toegezonden aan de leden van de raad van bestuur.', vervangen door de zin 'De notulen van het directiecomité worden aan de leden van de raad van bestuur ter informatie terbeschikking gesteld middels het elektronisch systeem voor vergaderbeheer.'

 

Artikel 14:

Artikel 31, eerste lid, wordt vervangen door volgende tekst:

 

'Het directiecomité is belast met het dagelijks bestuur, met de vertegenwoordiging met betrekking tot dat bestuur, met het dagelijks personeelsbeheer, de bevoegdheid voor het aanstellen en het ontslaan van het personeel, alsook de sanctie- en tuchtbevoegdheid ten aanzien van het personeel en met de voorbereiding en uitvoering van de beslissingen van de raad van bestuur.'

 

Artikel 15:

Artikel 37 van de statuten wordt vervangen door volgende tekst:

 

'Artikel 37 – Meerjarenplan

De raad van bestuur stelt het meerjarenplan op overeenkomstig de regels die krachtens artikel 254, 255, 257, 258, 259 van het decreet over het lokaal bestuur gelden voor het meerjarenplan van de gemeente en legt ze ter goedkeuring voor aan de gemeenteraad.

 

De ramingen voor de exploitatie, de investeringen en de financiering in het eerste jaar van de financiële nota van het meerjarenplan omvatten ook de kredieten voor dat boekjaar.'

 

Artikel 16:

Artikel 36 §1, eerste lid van de statuten wordt gewijzigd als volgt:

 

'§1. De boekhouding wordt gevoerd en de jaarrekening wordt opgesteld overeenkomstig de regels die krachtens artikel 260, 261, 262 en 242 van het Decreet over het lokaal bestuur worden gesteld voor de boekhouding en de jaarrekening van de gemeente.'

 

Artikel 17:

Artikel 38 van de statuten wordt vervangen door volgende tekst:

 

'§1. De raad van bestuur spreekt zich uit over de vaststelling van de jaarrekening voor 30 juni van het boekjaar dat volgt op het boekjaar waarop de rekening betrekking heeft.

 

§2. De gemeenteraad brengt advies uit bij de jaarrekening van het AGB.

 

Als de gemeenteraad geen advies heeft verstuurd aan de toezichthoudende overheid binnen een termijn van vijftig dagen, die ingaat op de dag na de ontvangst van de jaarrekening door het gemeentebestuur, wordt de gemeenteraad geacht een gunstig advies te hebben uitgebracht.

 

§3. Als de toezichthoudende overheid geen besluit heeft verzonden over de goedkeuring van de jaarrekening binnen een termijn van honderdvijftig dagen, wordt ze geacht de jaarrekening goed te keuren. Die termijn gaat in op de dag nadat de gemeente de toezichthoudende overheid op de hoogte gebracht heeft van de bekendmaking van de jaarrekening van het AGB, met toepassing van artikel 286, §1 van het Decreet over het lokaal bestuur en het AGB de digitale rapportering erover aan de Vlaamse Regering heeft bezorgd.'

 

Artikel 18:

De artikelen 40 tot en met 43 (vorige nummering) van de statuten inzake de commissaris worden opgeheven.

 

Artikel 19:

Artikel 40 van de statuten wordt vervangen door volgende tekst:

 

'Art. 40 Rapportering aan Vlaamse Regering

 

§1 Onmiddellijk na de definitieve vaststelling van een beleidsrapport bezorgt het AGB overeenkomstig art. 250 van het Decreet over het lokaal bestuur de gegevens over het vastgestelde beleidsrapport in digitale vorm aan de Vlaamse Regering.

 

Het vastgestelde beleidsrapport is pas uitvoerbaar als de digitale rapportering erover aan de Vlaamse Regering is bezorgd.

 

Als er nog geen jaarrekening is vastgesteld op 30 juni van het jaar dat volgt op het boekjaar in kwestie bezorgt het autonoom gemeentebedrijf de gegevens over het ontwerp van jaarrekening in digitale vorm aan de Vlaamse Regering.

 

§2 Het AGB rapporteert aan de Vlaamse Regering over de verrichte transacties van elk kwartaal voor het einde van de maand die volgt op het kwartaal overeenkomstig art. 274 van het Decreet over het lokaal bestuur.'

 

Artikel 20:

Artikel 41 van de statuten wordt vervangen door volgende tekst:

 

'Jaarlijks beslist de gemeenteraad over de aan de bestuurders te verlenen kwijting, na goedkeuring van de rekeningen. De goedkeuring van de jaarrekening door de toezichthoudende overheid heeft van rechtswege de kwijting aan de bestuurders tot gevolg zodat de gemeenteraad geen uitdrukkelijke beslissing over de kwijting dient te nemen.

 

Deze kwijting is slechts rechtsgeldig in zoverre de ware toestand van het bedrijf niet wordt verborgen door enige weglating of onjuiste opgave in de rekeningen of in de rapportering betreffende de uitvoering van de overeenkomst, bedoeld in artikel 9 van de statuten'.

 

Artikel 21:

Deze statutenwijziging treedt in werking op 1 januari 2020.

 

De gecoördineerde statuten luiden, mits desgevallend een passende hernummering van de artikels, als volgt:

 

 

STATUTEN AGB ROTSELAAR

 

HOOFDSTUK I

ALGEMENE BEPALINGEN

 

Art. 1 Rechtsvorm en naam

 

Het ‘Autonoom Gemeentebedrijf Rotselaar’ is een autonoom gemeentebedrijf met rechtspersoonlijkheid opgericht bij besluit van de gemeenteraad van de gemeente Rotselaar van 23 juni 2003. Het wordt hieronder ‘het bedrijf’ genoemd.

 

Art. 2 Wettelijk kader

 

Het bedrijf is onderworpen aan het decreet over het lokaal bestuur, aan de andere toepasselijke wetten, decreten en besluiten, aan deze statuten en aan de beheersovereenkomst(en) voor zover zij niet van voornoemde regelen afwijken.

 

Art. 3 Statutenwijzigingen

 

§1. Onderhavige statuten worden gepubliceerd via de webtoepassing van de gemeente.

 

§2. Op voorstel of na advies van de raad van bestuur kan de gemeenteraad de statuten van het bedrijf wijzigen.

 

De statutenwijziging wordt op dezelfde wijze bekendgemaakt als de oprichtingsbeslissing en de statuten. De volledig gecoördineerde tekst van de statuten wordt gepubliceerd via een webtoepassing van de gemeente.

 

Art. 4. Zetel

 

De zetel van het bedrijf is gevestigd te 3110 Rotselaar, Provinciebaan 20.

 

Art. 5. Doel, activiteiten en bevoegdheden

 

§1. Het bedrijf heeft als doel het beheer, de exploitatie, de rendabilisering en de valorisering van het patrimonium behorend tot het openbaar en het privaat domein waarvan het eigenaar is of waarop het, ongeacht de rechtstechniek, door de gemeente een beheers- of gebruiksrecht wordt toegekend, evenals de exploitatie van infrastructuren bestemd voor culturele, sportieve of toeristische activiteiten of voor ontspanning, voor het onderwijs, voor sociale, wetenschappelijke of verzorgende activiteiten en de exploitatie van bibliotheken.

 

§2. Ter realisering van de in §1 vermelde doelstellingen, kan het bedrijf, binnen de wettelijke bevoegdheden en de bepalingen van deze statuten en de beheersovereenkomst, alle handelingen stellen en activiteiten ontwikkelen die het nuttig acht om haar doel te verwezenlijken, in het bijzonder:

- de exploitatie van infrastructuren bestemd voor culturele, sportieve of toeristische activiteiten of voor ontspanning, voor het onderwijs, voor sociale, wetenschappelijke of verzorgende activiteiten;

- het verwerven van onroerende goederen, de vorming van zakelijke onroerende rechten, de bouw, de renovatie, de verbouwing, het verhuren of de financieringshuur van onroerende goederen met het oog op de verkoop, de verhuur, de financieringshuur of andere juridische behandelingen betreffende deze onroerende goederen;

- het beheer van het onroerend vermogen van de gemeente.

 

§3. Het bedrijf mag, binnen de grenzen van haar doel, vrij beslissen over de verwerving, de aanwending en de vervreemding van haar lichamelijke en onlichamelijke goederen, de vestiging of de opheffing van de zakelijke rechten op die goederen, alsook over de uitvoering van dergelijke beslissingen en over hun financiering.

 

Het bedrijf mag gebruik maken van alle rechtstechnieken, waaronder de vestiging en de opheffing van zakelijke en persoonlijke rechten, het verlenen en beëindigen van concessies, en het uitgeven en verhandelen van vastgoedcertificaten en andere effecten.

 

Het bedrijf kan, na machtiging door de Vlaamse regering, overgaan tot de onteigeningen die noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking van zijn doelstellingen.

 

Het bedrijf kan op voorwaarde van bijzondere en omstandige motivering, zakelijke rechten vestigen op de onroerende goederen die behoren tot het openbaar domein, voorzover de gevestigde zakelijke rechten niet kennelijk onverenigbaar zijn met de bestemming van deze goederen.

 

Het is bevoegd voor de affectaties en de desaffectaties van alle goederen waarvan het eigenaar is. Binnen de grenzen van haar doel kan het bedrijf met betrekking tot de eigen goederen en de goederen van de gemeente optreden als bemiddelaar met het oog op de verkoop, aankoop, ruil, verhuring of afstand van onroerende goederen, en roerende rechten of handelsfondsen, instaan voor het beheer van onroerende goederen of van onroerende rechten, en het “syndicschap” van onroerende goederen in mede-eigendom uitoefenen; het bedrijf, de leden van haar organen, haar personeel en haar andere vertegenwoordigers zijn daarbij niet onderworpen aan de regelgeving tot bescherming van de beroepstitel en de uitoefening van het beroep van vastgoedmakelaar.

 

Art. 6 Participaties

 

§1. Het bedrijf kan rechtspersonen (hierna ‘filialen’ genoemd) oprichten, erin deelnemen of zich erin laten vertegenwoordigen, voor zover dat past in de opdrachten van het bedrijf, vermeld in artikel 5 en voor zover hiermee geen speculatieve oogmerken worden nagestreefd.

 

§2. De oprichting, deelname of vertegenwoordiging gebeurt in overeenstemming met het gelijkheidsbeginsel, de regelgeving inzake mededinging en staatssteun en de voorwaarden bepaald in de overeenkomst zoals bedoeld in artikel 9. De beslissing tot oprichting, deelname of vertegenwoordiging toont aan dat aan de voormelde voorwaarden is voldaan.

 

§3. Ongeacht de grootte van de inbreng van de verschillende partijen in het maatschappelijk kapitaal van het filiaal, moet aan het bedrijf minstens een mandaat van bestuurder worden toegekend.

 

Art. 7 Rechtspersoonlijkheid en duur

 

Het bedrijf verwerft rechtspersoonlijkheid op de dag van de oprichtingsbeslissing onder voorbehoud van de wettelijke vereiste goedkeuring.

 

Het bedrijf wordt opgericht voor onbepaalde duur.

 

 

HOOFDSTUK II

EXTERNE VERHOUDINGEN

 

Art. 8 Bevoegdheid van het bedrijf

 

Het bedrijf is verantwoordelijk voor de externe aspecten van haar activiteiten in de ruimste zin van het woord.

 

Binnen de grenzen van het in artikel 5 omschreven doel onderhoudt het bedrijf contacten, pleegt het overleg, voert het onderhandelingen, regelt het de samenwerking, maakt het afspraken, en sluit het overeenkomsten met andere natuurlijke personen en met publiek- zowel als privaatrechtelijke rechtspersonen.

 

Art. 9 Beleids- beheers- en samenwerkingsovereenkomsten

 

§1. Tussen de gemeente en het bedrijf wordt na onderhandeling een beheersovereenkomst gesloten. Bij het onderhandelen over de beheersovereenkomst wordt de gemeente vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen en het bedrijf door de raad van bestuur.

 

De beheersovereenkomst, evenals elke verlenging, wijziging, schorsing of ontbinding ervan, wordt via een webtoepassing van de gemeente openbaar gemaakt.

 

§2. Onder voorbehoud van de mogelijkheid tot verlenging, wijziging, schorsing en ontbinding van de beheersovereenkomst, wordt die gesloten voor een periode die eindigt uiterlijk zes maanden na de volledige vernieuwing van de gemeenteraad.

 

De beheersovereenkomst en de uitvoering ervan worden jaarlijks geëvalueerd door de gemeenteraad. Deze evaluatie gebeurt in de jaarrekening en naar aanleiding van het advies van de gemeenteraad over de jaarrekening.

 

Het bedrijf legt eveneens in de loop van het eerste jaar na de volledige vernieuwing van de gemeenteraden een evaluatieverslag voor aan de gemeenteraad over de uitvoering van de beheersovereenkomst, sinds de inwerkingtreding ervan. Dat verslag omvat ook een evaluatie van de verzelfstandiging, waarover de gemeenteraad zich binnen drie maanden uitspreekt.

 

Als bij het verstrijken van de beheersovereenkomst geen nieuwe beheersovereenkomst in werking is getreden, wordt de bestaande overeenkomst van rechtswege verlengd.

 

Als geen nieuwe beheersovereenkomst in werking is getreden binnen één jaar na deze verlenging, of als een beheersovereenkomst werd ontbonden of geschorst, kan de gemeente na overleg met het bedrijf voorlopige regels vaststellen inzake de in de beheersovereenkomst bedoelde aangelegenheden. Die voorlopige regels zullen als beheersovereenkomst gelden tot op het ogenblik dat een nieuwe beheersovereenkomst in werking treedt.

 

§3. Naast deze beheersovereenkomst, kunnen het bedrijf en de gemeente één of meer concessie-, beleids-, samenwerkings- of andere overeenkomsten of convenanten sluiten met betrekking tot het onderling afstemmen van het beleid van de gemeente en dat van het bedrijf in de relevante beleidsdomeinen en de ermee verbonden activiteiten. Omtrent het beheer van onroerende goederen kunnen het bedrijf en de gemeente één of meer lastgevingsovereenkomsten sluiten.

 

§4. De gemeenteraad kan aan het bedrijf middelen, infrastructuur of, mits naleving van de terzake geldende rechtspositieregeling en onverminderd de bepalingen van artikel 22 van de statuten, personeel ter beschikking stellen of overdragen.

 

§5. Het bedrijf onderhandelt en contracteert met alle bevoegde instanties zowel op internationaal, Europees, federaal, gemeenschaps-, gewestelijk, provinciaal, gemeentelijk en districtsniveau over investeringen, financiële tussenkomsten en alle andere aangelegenheden die zijn doelstellingen raken.

 

§6. In de mate dat het bedrijf geen eigen regels heeft vastgesteld voor het aangaan van verbintenissen, de kredietbewaking, de wetmatigheidscontrole of de ondertekening van de girale betalingsorders, is art. 234, §2 van het Decreet over het lokaal bestuur van toepassing..

 

HOOFDSTUK III

ORGANEN

 

Afdeling 1

Inleidende bepaling

 

Art. 10 Structuur en openbaarheid

 

Het bedrijf wordt bestuurd door een raad van bestuur en een directiecomité.

 

De vergaderingen van de raad van bestuur en het directiecomité zijn niet openbaar.

 

De leden van de raad van bestuur, de leden van het directiecomité en de gemeenteraadsleden hebben toegang tot de notulen van de raad van bestuur en het directiecomité via het elektronisch systeem voor vergaderbeheer.

 

Het bedrijf is onderworpen aan dezelfde verplichtingen inzake formele motivering en openbaarheid van bestuur die gelden voor de gemeente.

 

Een lijst met besluiten van de raad van bestuur wordt via een webtoepassing van de gemeente gepubliceerd. Die webtoepassing vermeldt ook de wijze waarop het publiek inzage kan krijgen in de notulen van de raad van bestuur en van het directiecomité.

 

Afdeling 2

Raad van bestuur

 

Art. 11 Samenstelling

 

§1. De gemeenteraad wijst de leden van de raad van bestuur aan. Het aantal leden van de raad van bestuur bedraagt maximaal twaalf (12). Ten hoogste twee derde van de leden van de raad van bestuur is van hetzelfde geslacht.

 

§2. Elke fractie kan minstens één lid van de raad van bestuur voordragen en dit voordrachtrecht waarborgt elke fractie een vertegenwoordiging in de raad van bestuur. Als de gewaarborgde vertegenwoordiging evenwel afbreuk zou doen aan de mogelijkheid voor de fracties die vertegenwoordigd zijn in het college van burgemeester en schepenen om meer dan de helft van de leden van de raad van bestuur voor te dragen, wordt er gewerkt met gewogen stemrecht binnen de groep van door de fracties voorgedragen bestuurders. De gemeenteraad kiest de verdeling van de leden van de raad van bestuur over de fracties.

 

§3. Volgende personen komen niet in aanmerking als bestuurslid van het bedrijf:

- de provinciegouverneur van de provincie Vlaams-Brabant, de provinciegriffier, de arrondissementscommissaris en de adjunct-arrondissementscommissaris van het arrondissement Leuven;

- de magistraten, de plaatsvervangende magistraten en de griffiers bij de hoven en de rechtbanken, de administratieve rechtscolleges en het Grondwettelijk Hof;

- de leden van het operationeel, administratief of logistiek kader van de politiezone Begijnendijk – Rotselaar - Tremelo;

- de personen die op commerciële wijze of met een winstoogmerk activiteiten uitoefenen in dezelfde beleidsdomeinen als het agentschap en waarin het agentschap niet deelneemt, alsook de werknemers en de leden van een bestuurs- of controleorgaan van die personen; en

- de personen die in een andere lidstaat van de Europese Unie een ambt of een functie uitoefenen, gelijkwaardig aan een ambt of een functie, vermeld in deze paragraaf, en de personen die in een lokale basisoverheid van een andere lidstaat van de Europese Unie een ambt of een mandaat uitoefenen dat gelijkwaardig is aan dat van gemeenteraadslid, schepen of burgemeester.

 

§4. De leden van de raad van bestuur worden door de gemeenteraad verkozen op basis van een akte van voordracht per kandidaat-lid van de raad van bestuur, ondertekend door meer dan de helft van de gemeenteraadsleden die deel uitmaken van de fractie die de voordracht doet. Als de fractie, die de voordracht doet, slechts twee verkozenen telt, volstaat de handtekening van één van hen. Als de fractie, die de voordracht doet, slechts één verkozene telt, volstaat de handtekening van deze verkozene.

 

Die akte wordt uiterlijk acht dagen voor de vergadering van de gemeenteraad, waarop de verkiezing van de leden van de raad van bestuur geagendeerd staat, aan de algemeen directeur overhandigd. De algemeen directeur bezorgt een afschrift van de akte aan de voorzitter van de gemeenteraad.

 

De voorzitter van de gemeenteraad gaat na of de akten van voordracht ontvankelijk zijn overeenkomstig de voorwaarden, bepaald in de voorgaande leden. Enkel de handtekeningen van de gemeenteraadsleden die de eed hebben afgelegd, worden hiertoe in aanmerking genomen.

 

Als aan het vereiste dat ten hoogste twee derde van de leden van de raad van bestuur van hetzelfde geslacht dient te zijn niet is voldaan op basis van de voorgedragen kandidaten, geldt het vereiste dat ten hoogste twee derde van de leden van de raad van bestuur van hetzelfde geslacht dient te zijn zowel voor de fracties die deel uitmaken van het college van burgemeester en schepenen als voor de fracties die geen deel uitmaken van het college van burgemeester en schepenen en worden de fracties opnieuw uitgenodigd om nieuwe voordrachten te doen.

 

Als aan het vereiste dat ten hoogste twee derde van de leden van de raad van bestuur van hetzelfde geslacht dient te zijn niet is voldaan op basis van de tweede ronde voordrachten, dragen de grootste fracties in afnemende volgorde het lid van het andere geslacht voor tot voldaan is aan het vereiste dat ten hoogste twee derde van de leden van de raad van bestuur van hetzelfde geslacht dienen te zijn. De overige voordrachten blijven behouden.

 

Indien de akten ontvankelijk zijn en de toekomstige samenstelling van de raad van bestuur voldoet aan de voorwaarden bepaald in het Decreet over het lokaal bestuur en de statuten, worden de voorgedragen kandidaat-leden van de raad van bestuur verkozen verklaard.

 

Deze paragraaf wordt eveneens toegepast bij de vervanging van één of meerdere leden van de raad van bestuur. Bij de vervanging van één of meerdere leden van de raad van bestuur zijn voordrachten slechts ontvankelijk indien aan het vereiste dat ten hoogste twee derde van de leden van de raad van bestuur van hetzelfde geslacht dient te zijn, voldaan blijft na het verkozen verklaren van de kandidaat-leden.

 

Art. 12 Duur en einde van de mandaten

 

§1. Na de volledige vernieuwing van de gemeenteraad wordt tot volledige vernieuwing van de raad van bestuur overgegaan. In dat geval blijven de leden van de raad van bestuur in functie tot de nieuwe gemeenteraad tot hun vervanging is overgegaan.

 

Binnen de maand na de benoeming wordt de raad van bestuur van het bedrijf samengeroepen.

 

§2. De leden van de raad van bestuur kunnen te allen tijde op gemotiveerde wijze door de gemeenteraad van de gemeente worden ontslagen. In dat geval blijven de leden van de raad van bestuur in functie tot de gemeenteraad tot hun vervanging is overgegaan.

 

§3. Een lid van de raad van bestuur kan zijn mandaat opzeggen door kennisgeving via een aangetekend schrijven aan de gemeenteraad die zijn ontslag uitdrukkelijk moet aanvaarden. Tenzij het ontslagnemend lid daardoor zelf een aanmerkelijke schade mocht lijden die niet louter financieel van aard is, volbrengt het zijn mandaat tot de eerstvolgende gemeenteraad die volgt op de kennisgeving.

 

Art. 13 Vergoedingen

 

De leden van de raad van bestuur oefenen hun mandaat bezoldigd of onbezoldigd uit.

 

De eventuele vergoedingen van de leden van de raad van bestuur worden vastgelegd door de raad van bestuur, conform de modaliteiten die door de Vlaamse Regering worden bepaald.

 

Art. 14 Voorzitterschap

 

De raad van bestuur kiest uit zijn leden een voorzitter die deel uitmaakt van het college van burgemeester en schepenen en een ondervoorzitter en duidt een secretaris en een verantwoordelijke voor de financiën aan.

 

De secretaris kan zich laten vervangen door een door de secretaris aangeduid personeelslid van het bedrijf of van de gemeente.

 

Art. 15 Vergaderingen

 

De raad van bestuur wordt bijeengeroepen door de voorzitter telkens als de belangen van het bedrijf het vereisen en minstens twee maal per jaar.

 

Op verzoek van minstens vijf bestuurders is de voorzitter verplicht de raad bijeen te roepen.

 

De oproepingen vermelden plaats, datum, uur en agenda van de vergadering en worden tenminste vijf vrije dagen voor de vergadering middels het elektronisch systeem vergaderbeheer bekend gemaakt. De uitnodiging is, zo mogelijk, vergezeld van alle nuttige documenten.

 

Art. 16 Beraadslagingen en stemming

 

De raad van bestuur beraadslaagt op de zetel van het bedrijf of, indien de omstandigheden dit vereisen, op een andere plaats die wordt bepaald door de voorzitter.

 

De raad van bestuur wordt voorgezeten door de voorzitter. Indien de voorzitter verhinderd is, wordt de raad van bestuur voorgezeten door de ondervoorzitter of, bij diens afwezigheid, door de oudste in leeftijd aanwezige bestuurder.

 

De raad van bestuur kan slechts geldig beraadslagen indien tenminste de helft van zijn leden aanwezig of vertegenwoordigd is. Indien dit quorum niet wordt bereikt, kan een nieuwe raad bijeengeroepen worden met dezelfde agenda. Die zal geldig beraadslagen en beslissen indien tenminste twee bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn.

 

De tweede oproeping moet geschieden overeenkomstig de bepalingen van artikel 15 en er moet vermeld worden dat de oproeping voor de tweede maal geschiedt. Bovendien moet het derde lid van huidig artikel in de tweede oproeping woordelijk worden overgenomen.

 

De besluiten van de raad van bestuur worden bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen genomen. Blanco en ongeldige stemmen worden niet bij de uitgebrachte stemmen geteld.

In geval van staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend; bij geheime stemming evenwel wordt de beslissing verworpen.

 

Over punten die niet op de agenda werden vermeld, kan de raad van bestuur slechts geldig beraadslagen mits akkoord van twee derden van de aanwezige stemgerechtigde leden.

 

Indien op een vergadering van de raad van bestuur het vereiste quorum om geldig te beraadslagen is bereikt en één of meer bestuurders zich onthouden, al of niet ingevolge een belangenconflict, worden de besluiten geldig genomen bij meerderheid van de overige aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders.

 

Elke bestuurder heeft één stem.

 

Iedere bestuurder kan per brief, per fax, elektronisch of op een andere schriftelijke wijze aan een bestuurder volmacht geven om hem op een vergadering te vertegenwoordigen.

 

Een bestuurder mag niet meer dan één volmacht uitoefenen.

 

De stemmingen gebeuren bij handopsteking, behalve bij benoemingen en voordrachten, waar de stemmingen geheim zijn.

 

Art. 17 Verboden handelingen

 

Het is de bestuurders niet toegestaan:

 

- aanwezig te zijn bij de bespreking van of stemming over aangelegenheden waarbij hij een rechtstreeks belang heeft, hetzij persoonlijk, hetzij als vertegenwoordiger of waarbij de echtgenoot of zijn bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben. Dit verbod strekt niet verder dan de bloed- en aanverwanten tot de tweede graad als het gaat om de voordracht van kandidaten, benoemingen, afzettingen en schorsingen. Voor de toepassing van deze bepaling worden personen die wettelijk samenwonen met echtgenoten gelijkgesteld;

- rechtstreeks of onrechtstreeks een overeenkomst te sluiten met het bedrijf, behoudens in geval van een schenking aan het autonoom gemeentebedrijf of de gemeente, of deel nemen aan een opdracht voor aanneming van werken, leveringen of diensten, verkoop of aankoop ten behoeve van het autonoom gemeentebedrijf of de gemeente, behoudens in de gevallen waarbij de bestuurder een beroep doet op een door het autonoom gemeentebedrijf of de gemeente aangeboden dienstverlening en ten gevolge daarvan een overeenkomst aangaat;

- rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris tegen betaling werkzaam te zijn in geschillen ten behoeve van het bedrijf. Dit verbod geldt eveneens ten aanzien van de personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met de bestuurder werken; en

- rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris werkzaam te zijn in geschillen ten behoeve van de tegenpartij van het bedrijf of ten behoeve van een personeelslid van het bedrijf aangaande beslissingen in verband met de tewerkstelling binnen het autonoom gemeentebedrijf. Dit verbod geldt eveneens ten aanzien van de personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met de bestuurder werken.

 

Art. 18 Belangenconflicten

 

Indien een bestuurder rechtstreeks of onrechtstreeks een belang van vermogensrechtelijke aard heeft dat strijdig is met een beslissing of een verrichting die tot de bevoegdheid behoort van de raad van bestuur, moet hij dat meedelen aan de andere bestuurders voor de raad van bestuur een besluit neemt.

 

Zijn verklaring, alsook de rechtvaardigingsgronden betreffende voornoemd strijdig belang moeten worden opgenomen in de notulen van de raad van bestuur die de beslissing moet nemen. De betrokken bestuurder moet tevens de commissaris van het bedrijf van het strijdig belang op de hoogte brengen.

De raad van bestuur omschrijft in de notulen de aard van de in het eerste lid bedoelde beslissing of verrichting en verantwoordt het genomen besluit.  Ook de vermogensrechtelijke gevolgen ervan voor het bedrijf moeten in de notulen worden vermeld.

 

Voornoemde regeling is niet van toepassing wanneer de beslissingen van de raad van bestuur betrekking hebben op gebruikelijke verrichtingen die plaatshebben onder de voorwaarden en tegen de zekerheden die op de markt gewoonlijk gelden voor soortgelijke verrichtingen.

 

Dit artikel doet geen afbreuk aan de gelding van andere bepalingen betreffende de belangenvermenging in hoofde van bestuurders en met openbare diensten belaste personen, zoals onder meer artikel 245 van het Strafwetboek.

 

Art. 19 Notulen

 

De beraadslagingen van de raad van bestuur worden vastgelegd in notulen die door de secretaris worden opgesteld en door de voorzitter en secretaris worden ondertekend.

 

De notulen van de vergaderingen worden meegestuurd met de uitnodiging voor de volgende vergadering waar ze ter goedkeuring worden voorgelegd.

 

Deze goedgekeurde notulen worden in een speciaal register opgenomen dat wordt bewaard op de zetel van het bedrijf onder de verantwoordelijkheid van de secretaris. De volmachten worden aan de notulen gehecht.

 

De afschriften of uittreksels, in rechte of anderszins voor te leggen, worden ondertekend door de voorzitter en de secretaris. Deze bevoegdheid kan worden opgedragen aan een lasthebber.

 

Er wordt geen zittingsverslag van de vergaderingen van de raad van bestuur opgesteld.

 

Art. 20 Bevoegdheden

 

De raad van bestuur is gemachtigd alle nuttige of noodzakelijke handelingen te verrichten om de doelstellingen van het bedrijf te verwezenlijken.

 

De raad van bestuur beslist tot het instellen van rechtsvorderingen. In het belang van het bedrijf kan de voorzitter rechtsgeldig en zonder enige voorafgaande formaliteit alle gerechtelijke en buitengerechtelijke handelingen namens het bedrijf stellen. Hij kan onder meer beslissen namens het bedrijf een procedure als eiser of verweerder te voeren zowel voor de gewone rechtbanken als voor de administratieve rechtscolleges. Een beslissing tot het instellen van een rechtsgeding wordt ter bekrachtiging aan de eerstvolgende raad van bestuur voorgelegd.

 

De raad van bestuur controleert het bestuur van het directiecomité.

 

Telkens indien de gemeenteraad hem daartoe verzoekt, brengt de raad van bestuur verslag uit over alle of sommige activiteiten van het bedrijf, conform de modaliteiten zoals omschreven in de overeenkomst, bedoeld in artikel 9 van de statuten.

 

De raad van bestuur is bevoegd om binnen de perken van de statuten zijn werking nader te regelen in een reglement van inwendige orde.

 

Art. 21 Bevoegdheidsdelegatie

 

De raad van bestuur kan de uitoefening van bepaalde bevoegdheden delegeren aan het directiecomité. Dit kan echter niet voor:

- het vaststellen van tariefreglementen, uitgezonderd het bepalen van individuele tarieven;

- het beslissen over participaties;

- het vaststellen van het reglement van inwendige orde van de raad van bestuur;

- het vaststellen van het statuut van het personeel;

- het afsluiten van beleids-, beheers- en samenwerkingsovereenkomsten bedoeld in artikel 9;

- het vaststellen van het budget, de jaarrekening en het meerjarenplan.

 

Art. 22 Personeel

 

De raad van bestuur is bevoegd voor het aanwerven van personeel en stelt het personeelsstatuut vast.

 

De overeenstemmende rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel is van toepassing op het personeel van het autonoom gemeentebedrijf. Indien het bedrijf eigen personeelsleden tewerkstelt, beschikt het bedrijf over een eigen arbeidsreglement. Het autonoom gemeentebedrijf stelt de afwijkingen op deze rechtspositieregeling vast, voor zover het specifieke karakter van het autonoom gemeentebedrijf dat verantwoordt. Het gemeentebedrijf bepaalt de rechtspositieregeling van de betrekkingen die niet bestaan binnen de gemeente.

 

Wanneer de raad van bestuur beslist tot contractuele aanwervingen, stelt zij in dit geval het arbeidsreglement en de algemene voorwaarden van de arbeidsovereenkomsten vast.

 

De gemeente kan binnen wettelijke grenzen, personeel ter beschikking stellen aan het bedrijf.

 

Art. 23 Niet-binding van de bestuurders en aansprakelijkheid

 

De bestuurders zijn niet persoonlijk gebonden door de verbintenissen van het bedrijf.

 

De bestuurders zijn aansprakelijk zonder hoofdelijkheid voor de tekortkomingen in de normale uitoefening van hun bestuur. Ten aanzien van de overtredingen waaraan zij geen deel hebben gehad, worden de bestuurders van die aansprakelijkheid ontheven als hun geen schuld kan worden verweten en als zij die overtredingen hebben aangeklaagd bij de gemeenteraad binnen een maand nadat zij er kennis van hebben gekregen.

 

Afdeling 3

Directiecomité

 

Art. 24 Samenstelling

 

Het directiecomité is samengesteld uit zes leden aangesteld door de raad van bestuur.

 

Art. 25 Duur en einde van de mandaten

 

Alle mandaten vallen samen met de duur van een gemeentelijke legislatuur. In elk geval neemt het mandaat van lid van het directiecomité een einde op de eerste vergadering van de raad van bestuur die volgt op de installatie van de gemeenteraad.

 

Het lid van het directiecomité waarvan het mandaat voortijdig een einde neemt, wordt geacht van rechtswege ontslagnemend te zijn. De raad van bestuur regelt zijn vervanging.

 

De raad van bestuur kan te allen tijde het mandaat van voorzitter van het directiecomité of van lid van het directiecomité herroepen.

 

Art. 26 Vergoedingen

 

De leden van het directiecomité oefenen hun mandaat bezoldigd of onbezoldigd uit.

 

De eventuele vergoedingen van de leden van het directiecomité worden vastgelegd door de raad van bestuur, conform de modaliteiten die door de Vlaamse Regering worden bepaald.

 

Art. 27 Voorzitterschap

 

Het directiecomité kiest uit zijn leden een voorzitter en duidt een secretaris aan.

 

De secretaris kan zich laten vervanger door een door de secretaris aangeduid personeelslid van het bedrijf of van de gemeente.

 

 

Art. 28 Vergaderingen

 

Het directiecomité vergadert telkens wanneer de aangelegenheden die onder zijn bevoegdheden vallen het vereisen en wordt door de voorzitter bijeengeroepen.

 

Art. 29 Beraadslagingen

 

Het directiecomité beraadslaagt op de zetel van het bedrijf of, indien de omstandigheden dit vereisen, op een andere plaats zoals wordt bepaald door de voorzitter.

 

Het directiecomité wordt voorgezeten door de voorzitter. Indien de voorzitter verhinderd is, wordt het directiecomité voorgezeten door een lid van het directiecomité die door de voorzitter daartoe wordt aangeduid. Indien geen vervangende voorzitter werd aangeduid door de voorzitter zit het oudste in leeftijd aanwezige lid van het directiecomité de vergadering voor.

 

Het directiecomité beraadslaagt en beslist volgens de regels die zijn vastgesteld in deze statuten. Het directiecomité is bevoegd om binnen de perken van de statuten zijn werking nader te regelen in een reglement van inwendige orde.

 

De besluiten van het directiecomité worden genomen bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen. In geval van staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend. Blanco en ongeldige stemmen worden niet bij de uitgebrachte stemmen geteld.

 

De regels inzake verboden handelingen en belangenconflicten voor de leden van de raad van bestuur, vastgelegd in de artikelen 17 en 18, zijn mutatis mutandis ook van toepassing voor de leden van het directiecomité.

 

Art. 30 Notulen

 

De beraadslagingen van het directiecomité worden vastgelegd in notulen. De notulen van het directiecomité worden aan de leden van de raad van bestuur ter informatie ter beschikking gesteld middels het elektronisch systeem voor vergaderbeheer.

 

De afschriften of uittreksels, in rechte of anderszins voor te leggen, worden ondertekend door de voorzitter en de secretaris. Deze bevoegdheid kan worden opgedragen aan een lasthebber.

 

Er wordt geen zittingsverslag van de vergaderingen van het directiecomité opgesteld.

 

Art. 31 Bevoegdheden

 

Het directiecomité is belast met het dagelijks bestuur, met de vertegenwoordiging met betrekking tot dat bestuur, met het dagelijks personeelsbeheer, de bevoegdheid voor het aanstellen en het ontslaan van het personeel, alsook de sanctie- en tuchtbevoegdheid ten aanzien van het personeel en met de voorbereiding en uitvoering van de beslissingen van de raad van bestuur.

 

Het directiecomité is daarenboven bevoegd voor alle materies die door de raad van bestuur worden gedelegeerd.

 

Het directiecomité is verantwoording verschuldigd aan de raad van bestuur. Het verschaft de raad van bestuur informatie over zijn beslissingen en licht hem in over al zijn handelingen.

 

Het directiecomité kan de hem toevertrouwde bevoegdheden verder delegeren aan zijn voorzitter.

 

Art. 32 Niet-binding van de leden van het directiecomité en aansprakelijkheid

 

De leden van het directiecomité zijn niet persoonlijk gebonden door de verbintenissen van het bedrijf.

 

De leden van het directiecomité zijn aansprakelijk zonder hoofdelijkheid voor de tekortkomingen in de normale uitoefening van hun bestuur. Ten aanzien van de overtredingen waaraan zij geen deel hebben gehad, worden de leden van het directiecomité van die aansprakelijkheid ontheven als hun geen schuld kan worden verweten en als zij die overtredingen hebben aangeklaagd bij de gemeenteraad binnen een maand nadat zij er kennis van hebben gekregen. De Raad van Bestuur wordt door het betrokken lid schriftelijk op de hoogte gebracht van de overtreding en van de beslissing van de gemeenteraad.

 

HOOFDSTUK IV

FINANCIËN EN FINANCIELE CONTROLE

 

Art. 33 Statutair kapitaal

 

Het geplaatste maatschappelijke en statutaire kapitaal van het bedrijf bedraagt tweehonderd vijftigduizend euro.

 

Het bedrag van het geplaatste maatschappelijke en statutaire kapitaal stemt overeen met de netto-inbrengwaarde van de ingebrachte vermogensbestanddelen, met name:

 

Een inbreng van de vordering van de Gemeente Rotselaar op het bedrijf geboekt op het passief van de balans op rekening 170500 voor een bedrag van tweehonderd vijftigduizend euro.

 

Behoudens in het kader van een ontbinding van het bedrijf kan het kapitaal noch geheel noch gedeeltelijk, op welke wijze dan ook, worden vervreemd, uitgekeerd of overgedragen. Een vermindering van het kapitaal is enkel mogelijk om exploitatieverliezen, minderwaarden of (duurzame) waardeverminderingen te compenseren.

 

Art. 34 Alarmbelprocedure

 

Wanneer ten gevolge van een geleden verlies het netto-actief gedaald is tot minder dan de helft van het geplaatste maatschappelijke en statutaire kapitaal zoals bedoeld in artikel 33, eerste lid van de statuten, dan moet de raad van bestuur het college van burgemeester en schepenen notificeren van dit feit en het college van burgemeester en schepenen verzoeken de gemeenteraad uit te nodigen om binnen een termijn van ten hoogste twee maanden nadat het verlies is vastgesteld bijeen te komen teneinde in voorkomend geval te beraadslagen en te besluiten over de maatregelen die de raad van bestuur voorstelt in een plan opgesteld ter sanering van de financiële toestand.

 

Art. 35 Inkomsten en uitgaven

 

Het bedrijf ontvangt de inkomsten van alle activiteiten die het uitvoert en draagt de lasten van deze activiteiten.

 

Art. 36 Financiering

 

De raad van bestuur beslist vrij over de omvang, de technieken en de voorwaarden van zijn externe financiering, binnen de perken van de beheersovereenkomst.

 

Het bedrijf kan onder meer toelagen, giften en legaten ontvangen en leningen aangaan.

 

Artikel 37 – Meerjarenplan

De raad van bestuur stelt het meerjarenplan op overeenkomstig de regels die krachtens artikel 254, 255, 257, 258, 259 van het decreet over het lokaal bestuur gelden voor het meerjarenplan van de gemeente en legt ze ter goedkeuring voor aan de gemeenteraad.

 

De ramingen voor de exploitatie, de investeringen en de financiering in het eerste jaar van de financiële nota van het meerjarenplan omvatten ook de kredieten voor dat boekjaar.

 

Art. 38 Procedure jaarrekening

 

§1. De raad van bestuur spreekt zich uit over de vaststelling van de jaarrekening voor 30 juni van het boekjaar dat volgt op het boekjaar waarop de rekening betrekking heeft.

 

§2. De gemeenteraad brengt advies uit bij de jaarrekening van het AGB.

 

Als de gemeenteraad geen advies heeft verstuurd aan de toezichthoudende overheid binnen een termijn van vijftig dagen, die ingaat op de dag na de ontvangst van de jaarrekening door het gemeentebestuur, wordt de gemeenteraad geacht een gunstig advies te hebben uitgebracht.

 

§3. Als de toezichthoudende overheid geen besluit heeft verzonden over de goedkeuring van de jaarrekening binnen een termijn van honderdvijftig dagen, wordt ze geacht de jaarrekening goed te keuren. Die termijn gaat in op de dag nadat de gemeente de toezichthoudende overheid op de hoogte gebracht heeft van de bekendmaking van de jaarrekening van het AGB, met toepassing van artikel 286, §1 van het decreet over het lokaal bestuur en het AGB de digitale rapportering erover aan de Vlaamse Regering heeft bezorgd.

 

Art. 39 Resultaatsbestemming

 

Met inachtname van de terzake gesloten beheersovereenkomsten en nadat een bedrag van ten minste een twintigste van de nettowinst is ingehouden voor de vorming van een reservefonds, een verplichting die ophoudt wanneer het reservefonds een tiende van het maatschappelijk kapitaal heeft bereikt en nadat de raad van bestuur heeft beslist over het reserveren of overdragen van het resultaat van het bedrijf, wordt het saldo aan de gemeente uitgekeerd.

 

Art. 40 Rapportering aan Vlaamse Regering

 

§1 Onmiddellijk na de definitieve vaststelling van een beleidsrapport bezorgt het AGB overeenkomstig art. 250 van het decreet over het lokaal bestuur de gegevens over het vastgestelde beleidsrapport in digitale vorm aan de Vlaamse Regering.

 

Het vastgestelde beleidsrapport is pas uitvoerbaar als de digitale rapportering erover aan de Vlaamse Regering is bezorgd.

 

Als er nog geen jaarrekening is vastgesteld op 30 juni van het jaar dat volgt op het boekjaar in kwestie bezorgt het autonoom gemeentebedrijf de gegevens over het ontwerp van jaarrekening in digitale vorm aan de Vlaamse Regering.

 

§2 Het AGB rapporteert aan de Vlaamse Regering over de verrichte transacties van elk kwartaal voor het einde van de maand die volgt op het kwartaal overeenkomstig art. 274 van het decreet over het lokaal bestuur.

 

Art. 41 Kwijting van de bestuurders

 

Jaarlijks beslist de gemeenteraad over de aan de bestuurders te verlenen kwijting, na goedkeuring van de rekeningen. De goedkeuring van de jaarrekening door de toezichthoudende overheid heeft van rechtswege de kwijting aan de bestuurders tot gevolg zodat de gemeenteraad geen uitdrukkelijke beslissing over de kwijting dient te nemen.

 

Deze kwijting is slechts rechtsgeldig in zoverre de ware toestand van het bedrijf niet wordt verborgen door enige weglating of onjuiste opgave in de rekeningen of in de rapportering betreffende de uitvoering van de overeenkomst, bedoeld in artikel 9 van de statuten.

 

HOOFDSTUK V

SLOTBEPALINGEN

 

Art. 42 Vertegenwoordiging

 

Het bedrijf wordt ten overstaan van derden, zowel in als buiten rechte, geldig vertegenwoordigd door de voorzitter van de raad van bestuur, de voorzitter van het directiecomité of twee bestuurders samen.

 

Binnen de grenzen van het dagelijks bestuur wordt het bedrijf geldig vertegenwoordigd door de voorzitter van het directiecomité.

 

Het bedrijf kan eveneens geldig worden vertegenwoordigd door bijzondere lasthebbers, binnen de grenzen van hun mandaat.

 

Art. 43 Rechtsopvolging

 

De gemeente Rotselaar kan aan het bedrijf bij of na de oprichting rechten en plichten overdragen, waaronder het eigendomsrecht op roerende en onroerende goederen.

 

Deze overdracht zal van rechtswege geschieden voor de overeenkomsten, eigendommen, en andere rechten en plichten die de gemeenteraad bij of na de oprichting aanduidt. Deze rechtsopvolging van rechtswege berust op de wettelijke en reglementaire bepalingen vermeld in artikel 2 van deze statuten en volgt uit de overdracht van de betrokken activiteiten door de gemeente aan het bedrijf. Van deze rechtsopvolging van rechtswege wordt door de gemeente bij aangetekende brief kennis gegeven aan het bedrijf en mogelijke andere belanghebbende partijen.

 

De overdracht en de rechtsopvolging zijn evenwel voltrokken door het enkele gemeenteraadsbesluit. Het bedrijf en de gemeente kunnen de door de gemeente besliste overdracht van de eigendom van onroerende goederen zo nodig met bijkomende middelen tegenstelbaar aan derden maken.

 

De overdracht van andere overeenkomsten, rechten en plichten door de gemeente aan het bedrijf geschiedt op basis van de desbetreffende overeenkomsten of het gemeen recht terzake.

 

Bij of na de oprichting van het bedrijf kan de gemeente goederen aan het bedrijf verkopen of ter beschikking stellen onder nader overeen te komen voorwaarden.

 

Art. 44 Ontbinding en vereffening

 

§1 De gemeenteraad kan steeds beslissen om tot ontbinding en vereffening van een autonoom gemeentebedrijf over te gaan.

 

In de beslissing tot ontbinding wijst de gemeenteraad de vereffenaars aan. Alle andere organen vervallen op het ogenblik van de ontbinding.

 

§2 Het personeel in statutair dienstverband van het ontbonden autonoom gemeentebedrijf wordt overgenomen door de gemeente.

 

De gemeente waarborgt de rechten die het autonoom gemeentebedrijf op het ogenblik van ontbinding voor het overgenomen personeel had vastgesteld.

 

§3 De rechten en verplichtingen van het ontbonden autonoom gemeentebedrijf worden overgenomen door de gemeente.

 

§4 In afwijking van §2 en §3 kan de gemeenteraad in het ontbindingsbesluit de personeelsleden, die daarmee moeten instemmen, en de rechten en verplichtingen aanwijzen die overgenomen worden door de overnemer of de overnemers van de activiteiten van het gemeentebedrijf.

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Beheersovereenkomst tussen de gemeente Rotselaar en het autonoom gemeentebedrijf Rotselaar - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis

          De beheersovereenkomst tussen de gemeente Rotselaar en het autonoom gemeentebedrijf Rotselaar, goedgekeurd door de raad van bestuur op 18 maart 2014 en de gemeenteraad op 24 maart 2014.

          Het besluit van de raad van bestuur van het autonoom gemeentebedrijf Rotselaar van 16 december 2019 houdende goedkeuring van de beheersovereenkomst tussen de gemeente Rotselaar en het autonoom gemeentebedrijf Rotselaar.

 

Feiten en context

          Tussen de gemeente Rotselaar en het autonoom gemeentebedrijf Rotselaar wordt een beheersovereenkomst afgesloten.

 

Juridische gronden

          De artikelen 231 tot en met 244 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

Deze artikelen bepalen de regels met betrekking tot het autonoom gemeentedrijf.

Artikel 234 §1 van het decreet lokaal bestuur bepaalt dat tussen de gemeente en het autonoom gemeentebedrijf een beheersovereenkomst wordt afgesloten.

Artikel 234 §3 van het decreet lokaal bestuur bepaalt dat dit dient te gebeuren na elke volledige vernieuwing van de gemeenteraad.

          Artikel 227, tweede lid van het decreet lokaal bestuur

Elk gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap bepaalt in de loop van het eerste jaar na de volledige vernieuwing van de gemeenteraden een evaluatie van de uitvoering van de beheersovereenkomst sinds de inwerkingtreding ervan.

          Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur

De gemeenteraad is bevoegd voor het goedkeuren van de beheersovereenkomst tussen de gemeente en het autonoom gemeentebedrijf.

 

Argumentatie

          Na de volledige vernieuwing van de gemeenteraad dient tussen de gemeente en het autonoom gemeentebedrijf een nieuwe beheersovereenkomst te worden afgesloten.

          De beheersovereenkomst regelt de financiële verhoudingen, de afstemming van het beleid en de opdrachten en verantwoordelijkheden tussen de gemeente en het autonoom gemeentebedrijf.

          De beheersovereenkomst wordt eveneens aangepast aan de regels van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

          De verzelfstandiging onder de vorm van een autonoom gemeentebedrijf kan positief geëvalueerd worden en zowel de gemeente als het autonoom gemeentebedrijf hebben de intentie om de huidige werkwijze ook in de legislatuur 2019-2024 verder te zetten.

 

Besluit

Na beraadslaging,

25stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Dirk Jacobs, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Werner Mertens, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Nele Demuynck, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Ilse Michiels, Ingrid Van Steenberge, Noëlla D'Hooghe, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Ellen De Rijck, Bart De Vos, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens en Stella Beckx

Enig artikel:

De gemeenteraad keurt de hiernavolgende beheersovereenkomst tussen de gemeente Rotselaar en het autonoom gemeentebedrijf Rotselaar goed:

 

BEHEERSOVEREENKOMST TUSSEN DE GEMEENTE ROTSELAAR EN HET AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF ROTSELAAR

 

Goedgekeurd RVB 16 december 2019 en GR 17 december 2019

 

Tussen:

 

De GEMEENTE ROTSELAAR, hier vertegenwoordigd door:

- De voorzitter van de gemeenteraad, zijnde de heer Bart De Vos.

- De algemeen directeur, zijnde mevrouw An Craninckx.

 

Tot onderhavige beheersovereenkomst gemachtigd ingevolge besluit van de gemeenteraad van 17 december 2019, waarvan een uittreksel aan deze akte wordt gehecht.

 

hierna genoemd ‘de gemeente’, enerzijds en

 

Het AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF ROTSELAAR, afgekort 'AGB Rotselaar', met zetel te 3110 Rotselaar, Provinciebaan 20 en ondernemingsnummer 0865.782.903, hier vertegenwoordigd door de voorzitter van de raad van bestuur, zijnde de heer Piet De Bruyn.

 

Opgericht bij besluit van de gemeenteraad van Rotselaar van drieëntwintig juni tweeduizend en drie en goedgekeurd door de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken op tweeëntwintig september tweeduizend en drie, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van twintig november nadien.

 

Tot onderhavige beheersovereenkomst gemachtigd ingevolge besluit van de raad van bestuur van 16 december 2019, waarvan een uittreksel aan deze akte wordt gehecht.

 

hierna genoemd ‘het bedrijf’, anderzijds,

 

hierna samen genoemd ‘de partijen’

 

wordt overeengekomen wat volgt:

 

HOOFDSTUK I - VOORWERP

 

Artikel 1 Voorwerp en grondslag van deze overeenkomst

 

In het kader van het maatschappelijk doel van het bedrijf zoals gestipuleerd in de statuten vervult het bedrijf beleidsvoorbereidende en beleidsuitvoerende taken.

 

Deze beheersovereenkomst regelt de financiële verhoudingen tussen de gemeente en het bedrijf, de afstemming van het beleid van het bedrijf op dat van de gemeente en de nadere omschrijving en afbakening van de opdrachten en verantwoordelijkheden van het bedrijf ten opzichte van deze van de Gemeente.

 

Artikel 2 Publiekrechtelijke opdracht van het bedrijf

 

§1. Het bedrijf kan op vraag van de gemeente of andere openbare instellingen, na goedkeuring door de gemeente, optreden als bouwheer en/of financier van infrastructuur. Deze infrastructuur wordt door het bedrijf aan de gemeente of andere openbare instellingen ter beschikking gesteld door middel van onroerende leasing of andere persoonlijke rechten of door middel van het verlenen van zakelijke rechten. Terzake sluit het bedrijf de vereiste overeenkomsten met de gemeente en/of met derden.

 

Het bedrijf kan op vraag van de gemeente of andere openbare instellingen, na goedkeuring door de gemeente, optreden als beheerder van infrastructuur, die niet tot het patrimonium van het bedrijf behoort, maar waarop het bedrijf persoonlijke of bepaalde zakelijke rechten geniet, bijvoorbeeld door middel van onroerende leasing. Het bedrijf kan deze infrastructuur beheren en ze vervolgens ter beschikking stellen van de Gemeente of andere openbare instellingen. Onder het beheer van deze infrastructuur kan onder meer worden begrepen het onderhoud, de herstelling, de beveiliging,… van de infrastructuur. Terzake sluit het bedrijf de vereiste overeenkomsten met de gemeente en/of met derden.

 

Het bedrijf kan op vraag van de gemeente worden belast met de exploitatie van infrastructuren bestemd voor culturele, sportieve of toeristische activiteiten of voor ontspanning, voor het onderwijs, voor sociale, wetenschappelijke of verzorgende activiteiten. Het bedrijf kan hiervoor met de gemeente specifieke beheersovereenkomsten afsluiten waarin de opdracht van het bedrijf, de afstemming op het gemeentelijke beleid, de ter beschikkingstelling van bestaande infrastructuur, de financiering, de tarifiëring,… nader worden geregeld.

 

Het bedrijf kan op vraag van de gemeente worden belast met de organisatie van het randgebeuren van het festival Rock Werchter en aanverwante activiteiten op dezelfde site, waaronder de gelegenheidsstanden, het campinggebeuren en het parkeergebeuren.

 

Het bedrijf kan opdrachten toevertrouwen aan publieke of private instellingen en ondernemingen. Binnen de grenzen van de desgevallend toepasselijke regelgeving betreffende de gunning van overheidsopdrachten, kan het bedrijf deze opdrachten toevertrouwen middels alle rechtstechnieken.

 

§2. Het bedrijf wordt concreet door de gemeente belast met de exploitatie, het verbeteren en onderhouden en in voorkomend geval het oprichten van volgende infrastructuur:

 

- Sportinfrastructuur Ter Heide (concessie aan Sportoase);

- Recreatiedomein de Plas;

- Bezoekerscentrum van de Hagelandse Wijn;

- Cultuurhuis ‘de Jack-Op’ en Belevingscentrum Rock Werchter X

- Administratief Centrum;

- Vrijetijdscentrum ‘de Mena’.

 

§3. Het bedrijf wordt concreet door de gemeente belast met de integrale exploitatie van volgende activiteiten:

 

- Randgebeuren festivals Rock Werchter : parkinggebeuren, campinggebeuren, gelegenheidsstanden

 

§4. Om deze opdracht uit te voeren, beschikt het bedrijf over alle bevoegdheden die het zijn toegekend in de toepasselijke regelgeving en in de statuten.

 

 

HOOFDSTUK II - BELEIDS- EN BEHEERSCYCLUS

 

Artikel 3 Gemeentelijke doelstellingen

 

Het bedrijf verbindt er zich toe zich in te schakelen in de realisatie van de beleidsdoelstellingen van de gemeente.

 

Het bedrijf verbindt er zich toe om in het kader van de aan haar toevertrouwde exploitatieopdrachten het vrijetijds- en patrimoniumbeleid van de gemeente uit te voeren.

 

De gemeente kan te allen tijde en bij voorrang over de infrastructuur beschikken voor eigen activiteiten of activiteiten van derden waaraan de gemeente haar medewerking verleent. De gemeente betaalt hiervoor een vergoeding, die wordt opgenomen in het tariefreglement.

 

 

HOOFDSTUK III – INFRASTRUCTUUR

 

Artikel 4 Wijze van terbeschikkingstelling

 

§1. Sportinfrastructuur

 

De gemeente verleende een recht van erfpacht aan het bedrijf ingevolge notariële akte verleden door notaris Triau op 24 oktober 2011, goedgekeurd bij beslissing van de gemeenteraad van 1 februari 2011.

 

§2. Administratief Centrum

 

De gemeente verleende een recht van erfpacht aan het bedrijf ingevolge authentieke akte verleden door de burgemeester op 30 december 2009, goedgekeurd bij beslissing van de gemeenteraad van 21 december 2009.

 

§3. Vrijetijdscentrum ‘de Mena’

 

De gemeente verleende een recht van opstal aan het bedrijf ingevolge authentieke akte verleden door de burgemeester op 30 december 2009, goedgekeurd bij beslissing van de gemeenteraad van 21 december 2009.

 

Tussen de gemeente en het bedrijf werd een concessieovereenkomst afgesloten met betrekking tot de voorwaarden van de exploitatie van de culturele infrastructuur, goedgekeurd bij beslissing van de gemeenteraad van 21 januari 2008.

 

§4. Bezoekerscentrum van de Hagelandse Wijn

 

Tussen de gemeente en het bedrijf werd een concessieovereenkomst afgesloten met betrekking tot de voorwaarden van de exploitatie van de culturele infrastructuur, goedgekeurd bij beslissing van de gemeenteraad van 21 januari 2008.

 

§5. Recreatiedomein De Plas

 

Tussen de gemeente en de Vlaamse Regering werd een overeenkomst ter organisatie van het beheer van het terrein Ter Heide te Rotselaar afgesloten, goedgekeurd bij beslissing van de gemeenteraad van 6 september 1993, waarbij aan de gemeente een opstalrecht wordt verleend voor de oprichting van de infrastructuur en een concessie voor de zwemzone.

 

§6. Cultuurhuis ‘de Jack-Op’ en Belevingscentrum Rock Werchter X

 

De gemeente sloot een huurovereenkomst af met de eigenaar op 17 februari 2003, goedgekeurd bij beslissing van de gemeenteraad van 27 februari 2003.

 

Tussen de gemeente en het bedrijf werd een concessieovereenkomst afgesloten met betrekking tot de voorwaarden van de exploitatie van de culturele infrastructuur, goedgekeurd bij beslissing van de de gemeenteraad van 21 januari 2008.

 

 

HOOFDSTUK IV – EXPLOITATIE

 

Artikel 5 Nadere definitie van de exploitatieopdracht betreffende gemeentelijke infrastructuur

 

§1. De exploitatieopdracht betreffende de in artikel 2 §2 van deze overeenkomst bedoelde infrastructuur heeft betrekking op alle aspecten van de exploitatie, waaronder de plaatsing en het onderhoud van de infrastructuur, de vaststelling van de tarieven en tariefstructuren en de inning van de gelden.

 

De gemeente kan tevens opdracht geven aan het bedrijf om projecten en evenementen te organiseren. Indien noodzakelijk, wordt hiervoor een afzonderlijke afsprakennota opgesteld.

 

Het bedrijf kan opdrachten toevertrouwen aan publieke of private instellingen en ondernemingen. Binnen de grenzen van de desgevallend toepasselijke regelgeving betreffende de gunning van overheidsopdrachten, kan het bedrijf deze opdrachten toevertrouwen middels alle rechtstechnieken.

 

§2. Randgebeuren festivals Rock Werchter

 

1° Standhouders

 

In het kader van het randgebeuren Rock Werchter kan het bedrijf buiten de festivalweide op het openbaar domein of het privaat domein dat wordt ter beschikking gesteld aan het bedrijf de toelating verlenen aan verenigingen, liefdadigheidsinstellingen en middenstanders om een stand te plaatsen.

 

Het bedrijf kan aan de standhouders de gepaste verplichtingen opleggen met het oog op afvalbeheersing en (brand)veiligheid.

 

Het bedrijf kan met het oog op de naleving van de verplichtingen van de standhouders financiële waarborgen vragen.

 

2° Campings

 

Het bedrijf kan aan de campinghouders de gepaste verplichtingen opleggen met het oog op afvalbeheersing en (brand)veiligheid.

 

Het bedrijf kan met het oog op de naleving van de verplichtingen van de campinghouders financiële waarborgen vragen.

 

3° Parkings

 

Het bedrijf kan aan de parkinghouders de gepaste verplichtingen opleggen met het oog op afvalbeheersing en (brand)veiligheid.

 

Het bedrijf kan met het oog op de naleving van de verplichtingen van de parkinghouders financiële waarborgen vragen.

 

Artikel 6 Dienstverlening

 

§1. Teneinde de voordelen van externe verzelfstandiging niet te laten verloren gaan als gevolg van zware administratieve lasten voor het bedrijf en teneinde een coherent personeelsbeleid binnen de gemeente te kunnen bewaren, verbindt de gemeente er zich toe volgende diensten te leveren aan het bedrijf:

- Innen en beheren van inkomgelden, inschrijvingsgelden,…

- Technisch beheer van de infrastructuur

- Administratief beheer

 

De gemeente levert deze diensten door middel van eigen personeelsleden, statutair of contractueel, of door een beroep te doen op derden na toepassing van de wetgeving op de overheidsopdrachten.

 

Voor wat betreft de personele middelen, garandeert de gemeente dat het personeel dat wordt ingezet om de in deze paragraaf vermelde diensten te leveren aan het bedrijf, de gepaste competenties in de vereiste hoeveelheden beschikbaar zijn. Voor elke uit te voeren opdracht zal de gemeente personeel inzetten dat over de vereiste competenties voor de opdracht beschikt.

 

§2. De in paragraaf 1 vermelde prestaties kunnen door de gemeente worden doorgerekend aan het bedrijf na aftrek van de ontvangen subsidie. Desgevallend wordt hieromtrent een afzonderlijke regeling getroffen.

 

§3. Het bedrijf oefent geen enkel gedeelte van het gezag uit over de personeelsleden van de gemeente. Het bedrijf kan enkel rechtstreeks instructies geven aan de personeelsleden van de gemeente met betrekking tot arbeids- en rusttijden en met betrekking tot de uitvoering van het overeengekomen werk.

 

§4. Tussen de gemeente en het bedrijf wordt op regelmatige tijdstippen overleg gepleegd teneinde de uitvoering van de in paragraaf 1 vermelde diensten op te volgen.

 

§5. Het bedrijf waakt er over dat de lokalen waarin de personeelsleden van de gemeente hun opdrachten uitvoeren steeds conform zijn met alle voorschriften inzake veiligheid en beveiliging zoals de geldende ARAB voorschriften, de Code over het Welzijn op het Werk en Algemeen Reglement op de elektrische installaties (AREI).

 

 

HOOFDSTUK V – FINANCIERING

 

Artikel 7 Opbrengsten en kosten

 

Het bedrijf staat volledig in eigen naam en voor eigen rekening in voor de financiering van de uitvoering van haar opdrachten, dit zonder afbreuk te doen aan de overige bepalingen van dit hoofdstuk, in het bijzonder de toepassing van het derdebetalerssysteem (prijssubsidies).

 

Artikel 8 Tariefbepaling

 

§1. Artikel 240 §4 van het decreet over het lokaal bestuur bepaalt dat het bedrijf de tarieven en de tariefstructuren voor de prestaties die het bedrijf levert, vaststelt binnen de grenzen van de grondregels voor de tarifering, bepaald in de beheersovereenkomst. De maximumtarieven of de formules voor de berekening ervan die niet in de beheersovereenkomst zijn geregeld, worden ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.

 

Met behoud van hetgeen is bepaald in paragraaf 2 hierna, gelden thans de tarieven opgenomen in bijlage bij deze overeenkomst.

 

Met behoud van hetgeen is bepaald in paragraaf 2 hierna, geldt volgende formule voor de berekening van tarieven: de tarieven opgenomen in bijlage bij deze overeenkomst kunnen tijdens de duurtijd van deze beheersovereenkomst worden verhoogd met maximaal 25% van het huidige tarief.

 

De gemeenteraad bevestigt dat de maximumtarieven en de formule uit de twee voorgaande leden van deze paragraaf alle tarieven dekken, die van toepassing kunnen zijn binnen de huidige exploitatieopdracht van het bedrijf zodat deze niet meer ter goedkeuring aan de gemeenteraad dienen te worden voorgelegd.

 

§2. Het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen behoort tot de bevoegdheid van de raad van bestuur, welke niet aan het directiecomité kan worden gedelegeerd. Het uitvoeren van de retributie, het bepalen van het detailbedrag van de bijdrage en het berekenen van de retributie kan door de raad van bestuur worden gedelegeerd aan het directiecomité in toepassing van artikel 236, 4° van het decreet over het lokaal bestuur. De raad van bestuur delegeert deze bevoegdheid hierbij ook daadwerkelijk aan het directiecomité. Deze delegatie kan worden opgeheven of aangepast door middel van een besluit van de raad van bestuur zonder dat een aanpassing van de beheersovereenkomst noodzakelijk is.

 

§3. Het bedrijf bepaalt de retributies voor het verlenen van het recht op toegang tot de infrastructuur en het recht om er gebruik van te maken op zodanige wijze dat de ontvangsten de kosten overtreffen zodat de vrijstelling van BTW ingevolge artikel 44, §2, 3°, 6° en 9° BTW-wetboek niet van toepassing is. Dit betekent dat het bedrijf in de eerste plaats haar geraamde kostenstructuur op basis van de geldende boekhoudwetgeving bepaalt op basis van de beschikbare gegevens.

 

De door het bedrijf na te streven omzet wordt bepaald door de kostenstructuur te verhogen met een marge die de opbouw van reserves en/of de uitkering van een dividend aan de gemeente moet mogelijk maken. De retributies dienen te worden berekend in functie van deze na te streven omzet.

Het bedrijf dient de administratieve richtlijnen, in het bijzonder de Beslissing BTW nr.E.T.129.288 van 19 januari 2016, toe te passen.

 

§4. Voor de exploitatie van het bedrijvencentrum sluit het bedrijf afzonderlijke overeenkomsten met de diverse gebruikers.

 

Artikel 9 Derdebetalersysteem - prijssubsidies

 

Het bedrijf moet het college van burgemeester en schepenen in kennis stellen van de retributies en de retributiereglementen die zij zal toepassen voor de exploitatie van de infrastructuur teneinde de gemeente toe te laten om desgewenst maatregelen te nemen. Deze maatregelen kunnen de vorm aannemen van een derdebetalersysteem of prijssubsidies, waarbij de gemeente een gedeelte van de retributie ten laste neemt.

 

Bij de toepassing van prijssubsidies kan de gemeente een factor bepalen, welke als prijssubsidie wordt toegepast op de geldende tarieven, teneinde het bedrijf toe te laten om rendabel te zijn.

 

Artikel 10 Investeringen

 

Het bedrijf kan autonoom beslissen over investeringen, ongeacht de financieringswijze van deze investeringen indien deze zijn voorzien in het meerjarenplan van het bedrijf.

 

Artikel 11 Financiering van investeringen

 

Voor de financiering van investeringen kan het bedrijf een beroep doen op één van de volgende financieringsbronnen of op een combinatie ervan:

- financiering door middel van eigen vermogen;

- financiering door middel van investerings- of kapitaalsubsidies van andere overheden dan de gemeente;

- financiering door middel van leningen.

 

De gemeente kan leningen verstrekken aan het bedrijf voor de financiering van de investeringen van het bedrijf. De gemeente kan beslissen dat de lening renteloos wordt toegekend. Het tijdstip waarop de aflossingen een aanvang nemen, wordt door de gemeente bepaald. Het maximaal bedrag en de modaliteiten van deze leningen worden per project vastgelegd in een overeenkomst.

 

Indien onvoldoende eigen vermogen beschikbaar is en de gemeentelijke leningen voor een bepaald project zijn uitgeput, kan het bedrijf bij financiële instellingen kredieten aangaan ter financiering van goedgekeurde investeringen. Indien een borgstelling door de gemeente leidt tot voordeligere voorwaarden, kan de gemeente beslissen zich borg te stellen voor kredieten ter financiering van goedgekeurde investeringen.

 

Artikel 12 Aankoopcentrale

 

De gemeente kan, als aankoopcentrale in de zin van artikel 2, 6°, Overheidsopdrachtenwet van 17 juni 2016, gecentraliseerde aankoopactiviteiten verrichten (mede) ten behoeve van het bedrijf.

De gemeente is alsdan verantwoordelijk voor het voeren van de plaatsingsprocedure tot en met de gunning van de opdracht. De beslissingen ter zake van de gemeente, zoals o.m. de beslissing tot goedkeuring van het bijzonder bestek, de gunningsbeslissing, …, vereisen geen (voorafgaandelijke) goedkeuring door het bedrijf. Behoudens andersluidende overeenkomst, zal het bedrijf zelf verantwoordelijk zijn voor de sluiting en uitvoering van haar overeenkomst met de opdrachtnemer en zal deze laatste zijn facturen m.b.t. de prestaties verricht ten behoeve van het bedrijf rechtstreeks aan laatstgenoemde richten.

 

Tevens kan het bedrijf gebruik maken van de door de gemeente als aankoopcentrale gesloten raamovereenkomsten, voor zover het bedrijf in het betreffende bijzonder bestek uitdrukkelijk werd vermeld als mogelijke afnemer. Het bedrijf kan alsdan rechtstreeks, zonder plaatsingsprocedure, beroep doen op de door de gemeente aangestelde opdrachtnemer. Behoudens andersluidende overeenkomst, zal het bedrijf zelf verantwoordelijk zijn voor de sluiting en uitvoering van haar overeenkomst met de opdrachtnemer en zal deze laatste zijn facturen m.b.t. de prestaties verricht ten behoeve van het bedrijf rechtstreeks aan laatstgenoemde richten.

 

Verdere praktische afspraken dienaangaande kunnen worden overeengekomen in een afzonderlijke samenwerkingsovereenkomst.

 

 

HOOFDSTUK VI - PERSONEEL

 

Artikel 13 Eigen personeel

 

§1. Het bedrijf kan zelf personeel aanstellen voor de uitoefening van haar opdrachten.

 

§2. Het directiecomité kan haar bevoegdheden geheel of gedeeltelijk delegeren aan personeelsleden van het bedrijf of de gemeente.

 

 

HOOFDSTUK VII - CONTROLE

 

Artikel 14 Organisatiebeheersing

 

Het directiecomité van het bedrijf is verantwoordelijk voor het uitwerken van een organisatiebeheersingssysteem binnen het bedrijf, dat de beginselen van het organisatiebeheersingssysteem van de gemeente als uitgangspunt neemt.

 

Artikel 15 Uitgavencyclus

 

§1. Algemeen

 

Artikel 234 decreet over het lokaal bestuur bepaalt dat zolang het autonoom gemeentebedrijf geen eigen regels heeft vastgesteld voor het aangaan van verbintenissen, de kredietbewaking, de wetmatigheidscontrole of de ondertekening van de girale betalingsorders, artikel 266, 267, 269 en 272, §1, tweede en derde lid van het decreet over het lokaal bestuur van toepassing zijn op het autonoom gemeentebedrijf. In dat geval zijn bovendien artikel 265, 268 en 272, §1, eerste lid, en §2, eerste lid van het decreet over het lokaal bestuur van toepassing op het autonoom gemeentebedrijf.

 

Dit artikel voorziet in de navolgende paragrafen in eigen regels voor het aangaan van verbintenissen, de kredietbewaking, de wetmatigheidscontrole of de ondertekening van de girale betalingsorders zodat de terugval- of standaardregeling, zoals deze geldt voor de gemeente, niet van toepassing is op het bedrijf.

 

§2. Aangaan en uitvoeren van verbintenissen

 

Een verbintenis kan in principe niet worden aangegaan als de financiële gevolgen ervan niet voorzien zijn binnen de limitatieve kredieten voor dat boekjaar in het meerjarenplan. Het begrip limitatieve kredieten wordt nader uitgewerkt door de Vlaamse Regering en omvat het totaal van de uitgaven exploitatie, het totaal van de uitgaven investeringen, het totaal van de uitgaven toegestane leningen en betalingsuitstel en het totaal van de ontvangsten leningen en leasing.

 

Verbintenissen voor dwingende en onvoorziene omstandigheden, die daartoe met redenen omkleed zijn en niet voorzien zijn binnen de limitatieve kredieten van dat boekjaar in het meerjarenplan kunnen enkel worden aangegaan mits voorafgaandelijke goedkeuring door het directiecomité en op voorwaarde dat deze verbintenissen bijkomend opgenomen worden binnen de limitatieve kredieten van dat boekjaar via een aanpassing van het meerjarenplan.

 

Wanneer het autonoom gemeentebedrijf nog niet over uitvoerbare kredieten beschikt voor het lopende boekjaar, kunnen er enkel verbintenissen worden aangegaan die verband houden met de courante werking, de bestaande dienstverlening of de lopende investeringen. Indien het autonoom gemeentebedrijf nog niet over uitvoerbare kredieten beschikt voor het lopende boekjaar, zijn deze verbintenissen niet onderworpen aan de voorafgaandelijke goedkeuring van de raad van bestuur. Verbintenissen die niet tot de courante werking, de bestaande dienstverlening of de bestaande investeringen behoren, zijn wanneer het bedrijf nog niet over uitvoerbare kredieten beschikt, steeds onderworpen aan de voorafgaandelijke goedkeuring van de raad van bestuur.

 

Bij het aangaan van de financiële verbintenissen gelden voor het bedrijf dezelfde regels als bij de gemeente. Derhalve is de goedkeuring van het directiecomité van het bedrijf vereist in de gevallen waarin het college van burgemeester en schepenen van de gemeente de goedkeuring moet verlenen en dient anderzijds de raad van bestuur van het bedrijf zijn goedkeuring te geven bij de financiële verbintenissen waarvoor de gemeenteraad van de gemeente bevoegd is.

 

§3. Wetmatigheidscontrole en validatie

 

De financieel directeur van de gemeente of een door hem aangesteld personeelslid van de gemeente of van het bedrijf onderzoekt de wettigheid en regelmatigheid van die voorgenomen verbintenissen. Dit nazicht houdt onder meer in: een toetsing aan de beschikbare kredieten, toepassing van de wetgeving overheidsopdrachten, status leverancier, budgetpost, omschrijving,… Voor de hoogte van de bedragen van de financiële verbintenissen in hoofde van het bedrijf zijn, in navolging van §2 van onderhavig artikel, dezelfde regels van toepassing als bij de gemeente.

 

In het organisatiebeheersingssysteem wordt deze procedure uitgewerkt en beschreven. Binnen het bedrijf zijn dezelfde uitgaven vrijgesteld van wetmatigheidscontrole en validatie dan deze die binnen de gemeente zijn vrijgesteld.

 

§4. Ondertekening van de girale betalingsorders

 

Alle girale betalingen worden ondertekend door de voorzitter van het directiecomité en de algemeen directeur van de gemeente of door de door hen aangestelde vervangers. Deze vervangers zijn ofwel lid van het directiecomité, ofwel lid van de raad van bestuur ofwel personeelslid van de gemeente of het bedrijf.

 

Betalingen in verband met het thesauriebeheer worden autonoom verricht door de financieel directeur van de gemeente of een door hem aangeduid personeelslid van de gemeente of het bedrijf.

 

 

HOOFDSTUK VIII – DUUR - WIJZIGINGEN

 

Artikel 16 Principe - Verlenging

 

Deze overeenkomst wordt aangegaan voor een periode vanaf heden tot 30 juni 2025. De overeenkomst wordt stilzwijgend verlengd tot een nieuwe algemene beheersovereenkomst in voege treedt of tot onderhavige algemene beheersovereenkomst wordt opgezegd met een opzeggingstermijn van minstens zes (6) maanden.

 

Artikel 17 Wijzigingen

 

Partijen kunnen overgaan tot de hernegociatie van één of meerdere bepalingen van deze overeenkomst, mits inachtname van de hierna beschreven procedure:

 

(a) de aanvragende partij informeert de andere partij over de gemotiveerde aanleiding van haar vraag tot aanpassing, en haar voorstel van de artikelen die voor aanpassing in aanmerking komen;

 

(b) de andere partij betuigt haar akkoord met de ingediende aanvraag of amendeert de aanvraag binnen een termijn van 30 dagen;

 

(c) partijen bereiken een consensus over de grond van de aanpassingen en de artikelen die voor aanpassing in aanmerking komen binnen een termijn van 30 dagen;

 

(d) de eventuele tekstaanpassingen worden doorgevoerd op grond van een bespreking, die gevoerd wordt met respect voor de vastgelegde principes en voor de wederzijdse belangen, en die leidt tot een consensus binnen de 90 dagen.

 

Bij ontstentenis van een akkoord tussen de gemeente en het bedrijf inzake de hiervoor vermelde hernegociaties, kan het college van burgemeester en schepenen in een gemotiveerd verslag aan de gemeenteraad voorstellen bij een aangetekend schrijven en met een opzeggingstermijn van minstens zes (6) maanden voortijdig een einde te maken aan deze overeenkomst.

 

Artikel 18 Voortijdige Beëindiging

 

In geval van overmacht of in het algemeen belang, of indien het bedrijf ernstig en op voortdurende wijze zou tekortkomen aan de verplichtingen die uit deze overeenkomst voortvloeien en daardoor de realisatie van de doelstellingen van het gemeentelijk beleid in het gedrang brengt, kan de gemeente te allen tijde bij aangetekend schrijven en met een opzeggingstermijn van minstens zes (6) maanden voortijdig een einde maken aan deze overeenkomst.

 

Het bedrijf kan enkel bij aangetekend schrijven en met een opzegging van zes (6) maanden voortijdig een eind maken aan deze overeenkomst, in geval van overmacht of indien de Gemeente ernstig en op voortdurende wijze tekort zou komen aan zijn verplichtingen onder deze overeenkomst.

 

In dat geval zal de gemeente alle lopende verbintenissen, door het bedrijf in het kader van deze overeenkomst aangegaan, overnemen, exclusief leningen en gelijkgestelde financieringen.

 

Het bedrijf heeft op het einde van de opzeggingstermijn geen enkel recht op enige vergoeding uit hoofde van het opzeggen van de overeenkomst door de gemeente.

 

 

HOOFDSTUK IX ALGEMENE BEPALINGEN

 

Artikel 19 Presentiegelden

 

Aan de leden van de raad van bestuur wordt per bijgewoonde zitting een presentiegeld toegekend. Dit presentiegeld is gelijk aan het bedrag dat aan de gemeenteraadsleden van de gemeente wordt toegekend voor het bijwonen van de vergaderingen van de gemeenteraad, zijnde 124,98 euro. Dit bedrag wordt geïndexeerd overeenkomstig artikel 18 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris.

 

Aan de leden van het directiecomité wordt per bijgewoonde zitting een presentiegeld toegekend. Dit presentiegeld is gelijk aan het bedrag dat aan de gemeenteraadsleden van de gemeente wordt toegekend voor het bijwonen van de vergaderingen van de gemeenteraad, zijnde 124,98 euro. Dit bedrag wordt geïndexeerd overeenkomstig artikel 18 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris.

 

Aan de voorzitter van het directiecomité, behalve als die laatste een personeelslid is van de gemeente of het bedrijf, wordt voor het bijwonen van de vergaderingen van het directiecomité een dubbel presentiegeld toegekend.

 

Indien de leden van de raad van bestuur en de leden van het directiecomité in hun hoedanigheid van lid van de raad van bestuur en/of lid van het directiecomité worden uitgenodigd op een gemeenteraadscommissie, ontvangen zij het presentiegeld dat gelijk is aan het bedrag dat aan de gemeenteraadsleden wordt toegekend voor het bijwonen van een gemeenteraadscommissie waarvan men effectief lid is, zijnde 89,27 euro. Dit bedrag wordt geïndexeerd overeenkomstig artikel 18 van het het besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris.

In dit geval kan slechts uit hoofde van één hoedanigheid een presentiegeld worden uitgekeerd.

 

Aan de leden van de raad van bestuur en aan de leden van het directiecomité kunnen geen andere kosten terugbetaald worden, dan de kosten die aan de gemeenteraadsleden van de gemeente terugbetaald worden.

 

Personeelsleden van de gemeente of het bedrijf mogen geen presentiegelden noch een andere vergoeding ontvangen ten laste van het bedrijf. Personeelsleden van het bedrijf kunnen naast hun wedde geen presentiegelden noch een andere vergoeding ontvangen ten laste van het bedrijf.

 

Ingevolge artikel 153, eerste lid van het decreet over het lokaal bestuur mogen de burgemeester en schepenen, uitgezonderd de bepalingen in dat artikel, geen aanvullende vergoedingen, wedden en presentiegelden genieten ten laste van het autonoom gemeentebedrijf en haar filialen om welke reden of onder welke benaming ook.

 

Artikel 20 Oprichting filialen

 

Het bedrijf kan slechts filialen oprichten of participeren in bestaande rechtspersonen na voorafgaande instemming van de gemeenteraad.

 

Artikel 21 Toepasselijk recht - Rechtsmacht - Technische en Financiële Expertise

 

§1. Toepasselijk recht

 

Deze overeenkomst wordt beheerst door het Belgisch recht.

 

§2. Rechtsmacht

 

Alle geschillen met betrekking tot de geldigheid, de interpretatie, de uitvoering en de beëindiging van deze overeenkomst behoren tot de uitsluitende bevoegdheid van de rechtbanken van Leuven.

 

Vooraleer een geschil aan de bevoegde rechtbank voor te leggen, verbinden partijen zich ertoe te goeder trouw en met inachtname van de redelijke belangen van de andere partij te onderhandelen met het oog op een minnelijke regeling.

 

Daartoe zal de eisende partij de andere partij bij aangetekend schrijven kennis geven van de aard van het geschil en de mogelijke oplossingen.

 

§3. Technische en Financiële Expertise

 

De partijen verbinden er zich echter toe elke technische of financiële beslissing waarover zij geen minnelijke schikking kunnen bereiken - tenzij partijen akkoord gaan om direct het bepaalde onder '§2. rechtsmacht' hiervoor toe te passen - te onderwerpen aan de expertise en advies van een college van drie deskundigen waarvan elke partij één expert aanduidt; deze experten duiden vervolgens de derde expert aan die optreedt als voorzitter.

 

Indien partijen binnen een termijn van tien (10) kalenderdagen hun deskundige niet aanduiden of indien de door de partijen gekozen experten binnen dezelfde termijn geen derde expert aanduiden, wordt deze deskundige of derde expert aangewezen door de Voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg van Leuven, op verzoek van de meest gerede partij.

 

Dit college moet binnen een termijn van vijftien (15) werkdagen na zijn aanstelling beslissen. Het college beslist niet als naar recht maar volgens de geldende regels van de kunst. De kosten van de expertise zullen worden gedragen door beide partijen elk voor de helft.

 

Artikel 22 Overdracht

 

Het bedrijf mag noch deze overeenkomst noch enig recht of verbintenis uit deze overeenkomst geheel of gedeeltelijk overdragen zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van de gemeente.

 

Artikel 23 Aanpassing aan wijziging van de regelgeving

 

Partijen zullen deze overeenkomst aanpassen aan elke wijziging in de toepasselijke regelgeving. Zij zullen er alsdan naar streven om het globale financiële evenwicht vervat in deze overeenkomst maximaal te behouden.

 

Artikel 24 Uitvoeringsmodaliteiten

 

Met het oog op de uitvoering en interpretatie van deze overeenkomst kunnen de partijen convenanten sluiten die aan deze overeenkomst zullen worden gehecht.

 

Binnen de grenzen van de wettelijke bepalingen inzake publiekrechtelijke bevoegdheden, kunnen deze convenanten worden gesloten na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen namens de gemeente en door het directiecomité namens het bedrijf.

 

Op grond van een bijzondere motivering kan aan de convenanten terugwerkende kracht worden toegekend.

 

Artikel 25 Verzaking - Cumulatieve Rechten

 

Verzuim of vertraging in de uitoefening door een van de partijen van enig recht uit deze overeenkomst houdt geen verzaking aan dat recht in, en evenmin zal enige gedeeltelijke uitoefening van zulk recht de verdere uitoefening van dit recht of de uitoefening van elk ander recht uitsluiten.

 

De rechten die uitdrukkelijk voorzien zijn in deze overeenkomst zijn cumulatief en sluiten geen andere wettelijk voorziene rechten uit tenzij in deze overeenkomst anders bepaald.

 

Artikel 26 Splitsbaarheid

 

Elke bepaling van deze overeenkomst die ongeldig, verboden of onafdwingbaar zou zijn in om het even welke rechtsorde zal geen rechtskracht en uitwerking hebben in die rechtsorde, zonder echter de overige bepalingen van deze overeenkomst in deze of enige andere rechtsorde ongeldig te maken of hun geldigheid of afdwingbaarheid aan te tasten. Partijen zullen in dat geval die ongeldige, verboden of onafdwingbare bepaling te goeder trouw vervangen door een bepaling die zoveel mogelijk hetzelfde effect heeft.

 

Artikel 27 Interpretatie

 

De titels in deze overeenkomst zijn enkel gemakshalve gebruikt en zullen niet dienen voor de interpretatie van deze overeenkomst.

 

Artikel 28 Volledige overeenkomst

 

Deze overeenkomst vormt de volledige overeenkomst tussen de partijen met betrekking tot het voorwerp van deze overeenkomst en komt in de plaats van alle vroegere mondelinge of schriftelijke overeenkomsten en afspraken.

 

Elke wijziging, aanpassing of toevoeging aan de bepalingen en voorwaarden van deze overeenkomst moet, teneinde geldig te zijn, schriftelijk geschieden en ondertekend worden door de daartoe gemachtigde vertegenwoordigers van beide partijen.

 

 

Aldus opgemaakt en ondertekend te Rotselaar op […] in twee originele exemplaren, waarvan elke partij erkent er één te hebben ontvangen

 

(handtekeningen)

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Meerjarenplan 2020-2025 van het autonoom gemeentebedrijf Rotselaar - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis

          De opmaak van de interne en externe omgevingsanalyse en SWOT-analyse.

          Het verslag van de gezamenlijke raadscommissie van 9 december 2019 waarbij het meerjarenplan 2020-2025 van de gemeente en het OCMW Rotselaar en het meerjarenplan van het autonoom gemeentebedrijf Rotselaar werden besproken en toegelicht.

          Besluit van de raad van bestuur van het autonoom gemeentebedrijf Rotselaar van 16 december 2019 houdende vaststelling van het meerjarenplan 2020-2025.

 

Feiten en context

          Het meerjarenplan werd opgemaakt in samenwerking tussen de administratie en de mandatarissen.

          Het meerjarenplan werd opgemaakt met inspraak van inwoners en belanghebbenden via een elektronisch ideeënplatform en bespreking in de diverse adviesraden.

          Het meerjarenplan omvat een strategische nota, een financiële nota en de toelichting.

          De strategische nota geeft per beleidsdoelstelling de prioritaire acties/actieplannen weer van het beleid binnen het meerjarenplan en een overzicht van de daaraan verbonden ontvangsten en uitgaven.

          De financiële nota omvat het financiële doelstellingenplan, de staat van het financiële evenwicht en een overzicht van de kredieten.

          De toelichting van het meerjarenplan bevat alle informatie over de verrichtingen in het ontwerp van meerjarenplan die relevant is voor de raadsleden om met kennis van zaken een beslissing te kunnen nemen.

          Nadat de raad van bestuur van het autonoom gemeentebedrijf het meerjarenplan heeft vastgesteld, dient de gemeenteraad het beleidsrapport goed te keuren.

 

Juridische gronden

          Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid de artikelen 21, 3de alinea, 237, 242, 249 §1 en 2, 250 t.e.m. 255, 259, 285 §1, 286 §1, 287 en 593.

          Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids-en beheerscyclus van de lokale besturen, inzonderheid de artikelen 1 tot en met 13.

          Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.

          De omzendbrief KB/ABB 2019/4 betreffende de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.

 

Besluit

Na beraadslaging,

15stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Dirk Jacobs, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Werner Mertens, Nele Demuynck, Frans Vansteenbeeck, Ilse Michiels, Noëlla D'Hooghe, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Ellen De Rijck en Bart De Vos

6stemmen tegen: Jeroen Janssens, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Ingrid Van Steenberge, Liesbet Serneels en Farida Tierens

4onthoudingen: Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Heidi Pittomvils en Stella Beckx

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt het meerjarenplan 2020-2025 van het autonoom gemeentebedrijf Rotselaar goed, met infra vermelde financiële kerncijfers (financieel evenwicht), zoals vastgesteld door de raad van bestuur.

 

 

Beschikbaar

budgettair resultaat

Autofinancieringsmarge

Gecorrigeerde autofinancieringsmarge

2020

79.034

75.417

- 479.874

2021

124.497

45.463

- 454.056

2022

132.119

7.622

- 437.223

2023

105.833

- 26.285

- 428.622

2024

68.885

- 36.948

- 380.229

2025

17.869

- 51.016

- 346.955

 

Artikel 2:

Dit meerjarenplan wordt, samen met de bijlagen, in digitale vorm aan de toezichthoudende overheid bezorgd.

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Meerjarenplan 2020-2025 gemeente - vaststelling

 

Voorgeschiedenis

          De opmaak van de interne en externe omgevingsanalyse en SWOT-analyse.

          Het verslag van de gezamenlijke raadscommissie van 9 december 2019 waarbij het meerjarenplan 2020-2025 van de gemeente en het OCMW Rotselaar en het autonoom gemeentebedrijf Rotselaar werden tbesproken en toegelicht.

 

Feiten en context

          Het meerjarenplan werd opgemaakt in samenwerking tussen de administratie en de mandatarissen.

          Het meerjarenplan werd opgemaakt met inspraak van inwoners en belanghebbenden via een elektronisch ideeënplatform en bespreking in de diverse adviesraden.

          Het meerjarenplan omvat een strategische nota, een financiële nota en de toelichting.

          De strategische nota geeft per beleidsdoelstelling de prioritaire acties/actieplannen weer van het beleid binnen het meerjarenplan en een overzicht van de daaraan verbonden ontvangsten en uitgaven.

          De financiële nota omvat het financiële doelstellingenplan, de staat van het financiële evenwicht en een overzicht van de kredieten.

          De toelichting van het meerjarenplan bevat alle informatie over de verrichtingen in het ontwerp van meerjarenplan die relevant is voor de raadsleden om met kennis van zaken een beslissing te kunnen nemen.

          De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn stemmen elk over hun deel van het meerjarenplan.

          Nadat de raden zo het meerjarenplan elk voor hun deel hebben vastgesteld, keurt de gemeenteraad het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn goed. Door die goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel geacht definitief vastgesteld te zijn.

 

Juridische gronden

          Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid de artikelen 249 t.e.m. 256, 285 §1, 286 §1 en 287.

          Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids-en beheerscyclus van de lokale besturen, inzonderheid de artikelen 1 tot en met 13.

          Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.

          De omzendbrief KB/ABB 2019/4 van 3 mei 2019 betreffende de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.

 

Besluit

Na beraadslaging,

19stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Dirk Jacobs, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Werner Mertens, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Nele Demuynck, Frans Vansteenbeeck, Ilse Michiels, Noëlla D'Hooghe, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Ellen De Rijck, Bart De Vos, Heidi Pittomvils en Stella Beckx

6onthoudingen: Jeroen Janssens, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Ingrid Van Steenberge, Liesbet Serneels en Farida Tierens

Artikel 1:

De gemeenteraad stelt haar deel van het meerjarenplan 2020-2025 vast, met infra vermelde financiële kerncijfers (financieel evenwicht).

 

Gemeente en OCMW:

 

Beschikbaar

budgettair resultaat

Autofinancieringsmarge

Gecorrigeerde

autofinancieringsmarge

2020

3.569.913

- 154.353

118.307

2021

1.137.725

- 34.648

340.845

2022

949.407

290.783

711.724

2023

1.841.725

310.070

807.792

2024

1.236.567

462.947

1.056.008

2025

3.127.352

851.888

1.468.797

 

Geconsolideerd (inclusief AGB)

 

Beschikbaar

budgettair resultaat

Autofinancieringsmarge

Gecorrigeerde autofinanceringsmarge

2020

3.648.947

- 78.936

- 361.566

2021

1.262.223

10.815

- 113.210

2022

1.081.526

298.404

274.501

2023

1.947.559

283.785

379.170

2024

1.305.452

425.998

675.779

2025

3.145.221

800.872

1.121.842

 

Artikel 2:

Dit besluit wordt, samen met de bijlagen, in digitale vorm aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Meerjarenplan 2020-2025 OCMW Rotselaar - goedkeuring

 

Voorgeschiedenis

          Het verslag van de gezamenlijke raadscommissie van 9 december 2019 waarbij het meerjarenplan 2020-2025 van de gemeente en het OCMW Rotselaar en het autonoom gemeentebedrijf Rotselaar werden besproken en toegelicht.

          Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van heden

De raad voor maatschappelijk welzijn stelt haar deel van het meerjarenplan 2020-2025 vast.

 

Feiten en context

          Het meerjarenplan werd opgemaakt in samenwerking tussen de administratie en de mandatarissen.

          Het meerjarenplan werd opgemaakt met inspraak van inwoners en belanghebbenden via een elektronisch ideeënplatform en bespreking in de diverse adviesraden.

          Het meerjarenplan omvat een strategische nota, een financiële nota en de toelichting.

          De strategische nota geeft per beleidsdoelstelling de prioritaire acties/actieplannen weer van het beleid binnen het meerjarenplan en een overzicht van de daaraan verbonden ontvangsten en uitgaven.

          De financiële nota omvat het financiële doelstellingenplan, de staat van het financiële evenwicht en een overzicht van de kredieten.

          De toelichting van het meerjarenplan bevat alle informatie over de verrichtingen in het ontwerp van meerjarenplan die relevant is voor de raadsleden om met kennis van zaken een beslissing te kunnen nemen.

          De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn stemmen elk over hun deel van het meerjarenplan.

          Nadat de raden zo het meerjarenplan elk voor hun deel hebben vastgesteld, keurt de gemeenteraad het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn goed. Door die goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel geacht definitief vastgesteld te zijn.

 

Juridische gronden

          Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid de artikelen  249 t.e.m. 256, 285 §1, 286 §1 en 287.

          Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids-en beheerscyclus van de lokale besturen, inzonderheid de artikelen 1 tot en met 13.

          Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.

          De omzendbrief KB/ABB 2019/4 van 3 mei 2019 betreffende de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.

 

Besluit

Na beraadslaging,

15stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Dirk Jacobs, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Werner Mertens, Nele Demuynck, Frans Vansteenbeeck, Ilse Michiels, Noëlla D'Hooghe, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Ellen De Rijck en Bart De Vos

10stemmen tegen: Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Jeroen Janssens, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Ingrid Van Steenberge, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens en Stella Beckx

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt het deel van het meerjarenplan 2020-2025 van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn goed, met infra vermelde financiële kerncijfers (financieel evenwicht), zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn.

Hierdoor is het meerjarenplan 2020-2025 in zijn geheel definitief vastgesteld.

 

Gemeente en OCMW

 

Beschikbaar

budgettair resultaat

Autofinancieringsmarge

Gecorrigeerde autofinancieringsmarge

2020

3.569.913

- 154.353

118.307

2021

1.137.725

- 34.648

340.845

2022

949.407

290.783

711.724

2023

1.841.725

310.070

807.792

2024

1.236.567

462.947

1.056.008

2025

3.127.352

851.888

1.468.797

 

Geconsolideerd (inclusief AGB)

 

Beschikbaar

budgettair resultaat

Autofinancieringsmarge

Gecorrigeerde autofinancieringsmarge

2020

3.648.947

- 78.936

- 361.566

2021

1.262.223

10.815

- 113.210

2022

1.081.526

298.404

274.501

2023

1.947.559

283.785

379.170

2024

1.305.452

425.998

675.779

2025

3.145.221

800.872

1.121.842

 

Artikel 2:

Dit besluit wordt, samen met de bijlagen, in digitale vorm aan de toezichthoudende overheid bezorgd.

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Intergemeentelijke samenwerking - algemene vergadering van IGO van 20 december 2019 - bepalen mandaat gemeentelijk vertegenwoordiger

 

Voorgeschiedenis

          De brief van IGO van 5 november 2019 met oproeping voor de algemene vergadering van 20 december 2019 met bijhorende agenda.

          Het besluit van de gemeenteraad van 26 februari 2019

Mia Van Cleynenbreugel werd aangeduid als vertegenwoordiger van de gemeente Rotselaar in de algemene vergaderingen van IGO voor de ganse legislatuur van 2019-2024.

 

Feiten en context

          De gemeente Rotselaar is aangesloten bij de dienstverlenende vereniging IGO

          Op 20 december 2019 houdt IGO een algemene vergadering met volgende agendapunten:

1)      Goedkeuring verslag van 28 juni 2019

2)      Goedkeuring strategisch plan 2019-2024

3)      Goedkeuring begroting 2020

4)      Goedkeuring jaarplan 2020

5)      Goedkeuring voordrachten algemeen comité nieuwe leden:

a)      Politiezone Voer en Dijle: Danny Vangoidtsenhoven

b)      Ecowerf: Rudi Beeken

c)       Interleuven: Maggy Steeno

6)      Varia

 

Juridische gronden

          Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid art. 432, alinea 3

De vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger wordt herhaald voor elke algemene vergadering.

 

Argumentatie

          Er zijn geen opmerkingen over bovenvermelde agendapunten.

 

Besluit

Na beraadslaging,

25stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Dirk Jacobs, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Werner Mertens, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Nele Demuynck, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Ilse Michiels, Ingrid Van Steenberge, Noëlla D'Hooghe, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Ellen De Rijck, Bart De Vos, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens en Stella Beckx

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt de agenda van de algemene vergadering van de dienstverlenende vereniging IGO van 20 december 2019 goed.

Artikel 2:

De gemeentelijke vertegenwoordiger die zal deelnemen aan de algemene vergadering van IGO op 20 december 2019 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), wordt gemandateerd om de agendapunten goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Intergemeentelijke samenwerking - bijzondere algemene vergadering van Ecowerf van 20 november 2019 - bepalen mandaat gemeentelijk vertegenwoordiger - bekrachtiging besluit van college van burgemeester en schepenen van 18 november 2019

 

Voorgeschiedenis

          De aangetekende brief van Ecowerf van 19 september 2019 met uitnodiging voor de bijzondere algemene vergadering met bijhorende agenda en bijlagen.

          Het besluit van de gemeenteraad van 26 februari 2019

Frans Vansteenbeeck en Noëlla D'Hooghe werden respectievelijk aangeduid als vertegenwoordiger en als plaatsvervangend vertegenwoordiger van de gemeente Rotselaar in de algemene vergaderingen van Ecowerf voor de ganse legislatuur van 2019-2024.

          Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 18 november 2019.

Het college bepaalt het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordiger.

 

Feiten en context

          De gemeente Rotselaar is aangesloten bij de opdrachthoudende vereniging Ecowerf

          Op 20 november 2019 houdt Ecowerf een bijzondere algemene vergadering met volgende agendapunten:

1)      Samenstelling van het bureau

2)      Goedkeuring verslag algemene vergadering van 26 juni 2019

3)      Financiën: budgetten 2020, werkingsbijdragen 2020 (stauten art. 15.2), opvraging gemeentelijke bijdrage werkingskosten en omzetting naar kapitaal.

4)      Aanstelling bedrijfsrevisor boekjaren 2019-2020-2021

5)      Diversen

 

Juridische gronden

          Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid art. 432, alinea 3

De vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger wordt herhaald voor elke algemene vergadering.

 

Argumentatie

          Er zijn geen opmerkingen over bovenvermelde agendapunten.

          Gelet op de hoogdringendheid bepaalde het college van burgemeester en schepenen bij besluit van 18 november 2019 het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordiger. Dit besluit wordt ter bekrachtiging aan de gemeenteraad voorgelegd.

 

Besluit

Na beraadslaging,

25stemmen voor: Jelle Wouters, Dirk Claes, Dirk Jacobs, Carine Goris, Patrick Vervoort, Piet De Bruyn, Werner Mertens, Christel Hendrix, Nico Lodewijks, Nele Demuynck, Jeroen Janssens, Frans Vansteenbeeck, Jeroen Degent, Herwig Pierre, Ilse Michiels, Ingrid Van Steenberge, Noëlla D'Hooghe, Suzy Michiels, Mia Van Cleynenbreugel, Ellen De Rijck, Bart De Vos, Liesbet Serneels, Heidi Pittomvils, Farida Tierens en Stella Beckx

Artikel 1:

De gemeenteraad bekrachtigt het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 18 november 2019 betreffende het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordiger op de bijzondere algemene vergadering van 20 november 2019 van Ecowerf.

Artikel 2:

Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan Ecowerf.

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Intergemeentelijke samenwerking - Intergemeentelijke Culturele Samenwerking (IGCS) - aanstelling gemeentelijke vertegenwoordigers - voordracht kandidaten -  legislatuur 2019-2024

 

Feiten en context

          De Intergemeentelijke Culturele Samenwerking (hierna afgekort: IGCS) regelt de oganisatie van het cultuuroverleg tussen de gemeenten Aarschot, Holsbeek, Rotselaar, Scherpenheuvel-Zichem, Haacht, Tielt-Winge en Begijnendijk.

          Het beheer van IGCS gebeurt door een beheerscomité. Het beheerscomité is per inrichtende gemeente samengesteld met twee door de gemeenteraad aangeduide beleidsverantwoordelijken: één schepen en één raadslid.

          Het beheerscomité neemt alle beslissingen aangaande de gemeenteoverschrijdende afspraken. Het formuleert waar nodig adviezen, stelt de rekeningen van de ‘IGCS’ vast en legt ze ter goedkeuring voor aan de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten.

          Het beheerscomité wordt bijgestaan door de cultuurbeleidscoördinator en/of cultuurambtenaar van elke gemeente. Samen vormen ze de plenaire vergadering.

          De vertegenwoordigers worden aangesteld voor de volledige duurtijd van de gemeentelijke legislatuur tot eind 2024.

 

Juridische gronden

          Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

          De beslissing van het Vlaamse Parlement van 13 juli 2001 betreffende de goedkeuring van het decreet houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid.

          Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het bovengenoemd decreet.

          Artikel 5 van de statuten van de IGCS.

          De gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018.

          De installatievergadering van de gemeenteraad van 7 januari 2019.

 

Argumentatie

          De gemeente Rotselaar dient twee vertegenwoordigers aan te duiden, zijnde één schepen en één raadslid.

          De mondelinge voordracht ter zitting.

 

Besluit

Voor wat betreft artikel 1:

Na geheime stemming,

Met 24 stemmen voor, 1 onthouding.

 

Voor wat betreft artikel 2:

Na geheime stemming,

Met 23 stemmen voor, 2 onthoudingen.

Artikel 1:

De heer/mevrouw Patrick Vervoort, schepen, wordt aangeduid als vertegenwoordiger in het beheerscomité van de Intergemeentelijke Cuturele Samenwerking (IGCS) en dit voor de ganse legislatuur.

Artikel 2:

De heer/mevrouw Bart De Vos, gemeenteraadslid, wordt aangeduid als vertegenwoordiger in het beheerscomité van de Intergemeentelijke Cuturele Samenwerking (IGCS) en dit voor de ganse legislatuur.

Artikel 3:

Deze beslissing wordt overgemaakt aan de Intergemeentelijke Cuturele Samenwerking (IGCS)

 

Publicatiedatum: 12/02/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van 17 december 2019

 

Kennisname: mondelinge vragen

 

Publicatiedatum: 12/02/2020